50PLUS vraagt: geen versnelde verhoging AOW-leeftijd - Hoofdinhoud
50PLUS vindt de verhoging van de AOW-leeftijd in een periode van langdurige hoge werkloosheid slecht. Daarom diende 50PLUS een motie in waarin de regering wordt gevraagd af te zien van versnelde verhoging van de AOW-leeftijd. Plus nog elf andere moties.
50PLUS kwam met twaalf moties tijdens de vaststelling van de begroting voor 2016 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
50PLUS bedankte minister Asscher en staatssecretaris Klijnsma voor de uitvoerige en zorgvuldige reactie, zowel schriftelijk, als zojuist in deze Kamer.
50PLUS is verheugd dat de positie van ouderen op de arbeidsmarkt aandacht heeft gekregen, ook van de meeste andere fracties. Hoe anders was dat vorig jaar!
Het is goed dat de minister ambitie toont om tot een versterkte aanpak van de langdurige ouderenwerkloosheid te komen. Met de volgende motie die aansluit bij de ambitie en ideeën van het rondetafelgesprek in deze Kamer wil 50PLUS de minister suggesties doen voor het op te stellen actieplan:
1. De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat het aandeel ouderen in de langdurige werkloosheid in Nederland groter is dan in andere landen en dat het beleid om langdurige ouderenwerkloosheid aan te pakken nog onvoldoende krachtig en effectief is; verzoekt de regering een substantieel deel van de financiële onderuitputting Sectorplannen gericht te bestemmen voor bestrijding van langdurige ouderenwerkloosheid; verzoekt de regering voorts, in samenspraak met alle betrokkenen, waaronder de Ambassadeur (het ‘Boegbeeld), nog komend voorjaar een Agenda Langdurige Ouderenwerkloosheid op te stellen en te presenteren, met in ieder geval de volgende onderwerpen:
en gaat over tot de orde van de dag, Krol |
Omdat de verhoging van de AOW-leeftijd volgens 50PLUS slecht is in een periode van langdurige hoge werkloosheid de volgende moties:
2. De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat verhoging van de AOW-leeftijd de arbeidsmarkt onder druk zet en werkloosheid bevordert; verzoekt de regering onderzoek te doen naar de effecten van een tijdelijke verlaging van de AOW-leeftijd naar 63 jaar, en de Kamer hierover in het voorjaar te informeren, en gaat over tot de orde van de dag, Krol 3. De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat het niet door laten gaan van de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd in de periode 2016-2019 73.000 arbeidsplaatsen kan opleveren voor werkzoekenden in andere leeftijdsgroepen; verzoekt de regering af te zien van versnelde verhoging van de AOW-leeftijd, en gaat over tot de orde van de dag, Krol |
Met betrekking tot de Overbruggingsregeling AOW heeft 50PLUS een tweetal moties. Eén met betrekking tot gerechtigden met jongere niet-werkende partners, en één over het geringe gebruik van de Overbruggingsregeling:
4. De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat de voorgenomen aanpassingen van de Overbruggingsregeling AOW (OBR) nog géén oplossing bieden voor rechthebbenden met jongere partners zonder inkomen, omdat de overbruggingsuitkering (volledig) in mindering wordt gebracht op het aanvullend pensioen; Verzoekt de regering alsnog - zoals toegezegd - een passende oplossing te bieden voor bedoelde groep rechthebbenden, en gaat over tot de orde van de dag, Krol 5. De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat volgens de ANBO van de Overbruggingsregeling (OBR) voor senioren waarvan op 65-jarige leeftijd de VUT-uitkering of het Prepensioen stopt, veel minder gebruik gemaakt wordt dan verwacht; overwegende dat potentiële rechthebbenden hierdoor mogelijk tóch financieel nadeel ondervinden van de inmiddels versnelde verhoging van de AOW-leeftijd; verzoekt de regering alsnog te onderzoeken waarom in 2013 en 2014 slechts 14.700 van de 66.000 rechthebbenden een aanvraag deden voor de Overbruggingsregeling, en gaat over tot de orde van de dag, Krol |
50PLUS is verheugd dat minister Asscher in de schriftelijke beantwoording constructief een oplossing wil zoeken voor problematiek van de sollicitatieplicht rond de 64-jarige leeftijd. Wij vinden ook dat vanaf 60 jaar individueel goed gekeken moet worden of de sollicitatieplicht nog wel zinvol is. Daarom de volgende twee moties:
6. De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat volgens het CPB de hogere arbeidsparticipatie van ouderen niet gepaard gaat met een navenante stijging van de werkgelegenheid voor deze groep en de arbeidsmarkt voor ouderen slecht functioneert; overwegende dat veel 60-plussers een zeer moeilijk te overbruggen afstand tot de arbeidsmarkt hebben; verzoekt de regering de sollicitatieplicht voor personen die tijdens hun werkloosheid 64 jaar worden te schrappen, en gaat over tot de orde van de dag, Krol 7. De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat volgens het CPB de hogere arbeidsparticipatie van ouderen niet gepaard gaat met een navenante stijging van de werkgelegenheid voor deze groep en de arbeidsmarkt voor ouderen slecht functioneert; overwegende dat veel 60-plussers een zeer moeilijk te overbruggen afstand tot de arbeidsmarkt hebben; verzoekt de regering nut en noodzaak van een sollicitatieplicht boven het 60e levensjaar in kaart te brengen en de Kamer daar komend voorjaar over te rapporteren; en gaat over tot de orde van de dag, Krol |
In tegenstelling tot minister Asscher is 50PLUS nog niet overtuigd dat een stapelingsmonitor niet méér inzicht kan bieden in de koopkrachtontwikkeling van zorgbehoevenden, waaronder veel ouderen. Daarom de volgende motie:
8. De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat in de begroting SZW voor het jaar 2016 géén Stapelingsmonitor meer is opgenomen; overwegende dat hierdoor een minder volledig koopkrachtbeeld geboden wordt, en gevolgen van maatregelen die niet in het in het algemene koopkrachtbeeld worden meegenomen, zoals wijzigingen in WMO, AWBZ-voorzieningen, en decentralisatie van ouderenzorg, niet meer worden meegewogen; overwegende dat met name het koopkrachtbeeld voor personen die veel zorg behoeven, waaronder veel ouderen en gehandicapten hierdoor minder volledig is; verzoekt de regering de Stapelingsmonitor bij de volgende begroting SZW weer aan te bieden, en gaat over tot de orde van de dag, Krol |
Omdat 50PLUS nog steeds hardgrondig van mening is dat gepensioneerden onvoldoende recht wordt gedaan met de koopkrachtreparatie die in het Belastingplan zit zoals nu bij de Eerste Kamer ligt, graag de volgende motie:
9. De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat volgens berekeningen van SZW de cumulatieve koopkrachtontwikkeling over de periode 2010 - 2016 (stand begroting 2016) +3% voor werkenden bedraagt en -6,4% voor gepensioneerden; overwegende dat de koopkrachtreparatie in het Belastingplan voor gepensioneerden in vergelijking met die van werkenden gering is, en onvoldoende structureel; roept de regering op alsnog een aanvullende en structurele koopkrachtreparatie voor gepensioneerden te realiseren, en gaat over tot de orde van de dag, Krol |
50PLUS heeft aandacht gevraagd voor de ZZP’ers die te maken hebben met - soms moeilijk oplosbare - schuldenproblematiek. De toegang tot de reguliere schuldhulpverlening levert niet zelden problemen op. Rotterdam heeft een heel mooie aanpak gevonden die ZZP’ers kan helpen met het oplossen van schuldenproblematiek. Daarmee kunnen maatschappelijke kosten beperkt worden. De minister onderschrijft dit. Ter aanmoediging van dit nuttige initiatief graag de volgende motie:
10. De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat landelijk onderzoek uitwijst dat circa 25% van de ruim 700.000 ZZP’ers (deels moeilijk oplosbare) schulden heeft; overwegende dat gebruikelijke schuldhulpverleningstrajecten mede uit kostenoogpunt veelal minder toegankelijk zijn voor ZZP’ers en dat gemeenten verschillen in de mate waarin en de wijze waarop schuldhulpverlening voor ZZP’ers geboden wordt; overwegende dat Rotterdamse ZZP’ers in geldproblemen een beroep kunnen doen op de gemeente voor voorwaardelijke financiering van schuldhulpverlening, en indien noodzakelijk ordentelijke begeleiding naar faillissement; voorts overwegende dat de Rotterdamse aanpak de hoge maatschappelijke kosten van schuldenproblematiek bij ZZP’ers inperkt, en hen perspectief biedt op een doorstart of een nieuwe start; verzoekt de regering zich er voor in te zetten dat de Rotterdamse aanpak voor ZZP’ers in geldproblemen zoveel mogelijk landelijke toepassing gaat krijgen, en gaat over tot de orde van de dag, Krol |
De nieuwe rekenrente voor pensioenfondsen (UFR) heeft in combinatie met de aanhoudend lage marktrente, en het strenge nieuwe Financiële toetsingskader een negatieve uitwerking op de positie van pensioenfondsen, dekkingsgraden, en de mogelijkheden om te indexeren. De spanning tussen premie, beleggingsrisico en pensioenambitie nemen hierdoor meer dan nodig toe. Daarom de volgende motie:
11. De Kamer, gehoord de beraadslaging, Overwegende dat de nieuwe rekenrente (UFR) voor pensioenfondsen leidt tot een daling van de dekkingsgraad met gemiddeld 5% en pensioenfondsen dwingt met 60 miljard Euro hogere toekomstige pensioenverplichtingen rekening te houden; Overwegende dat de lage marktrente, gecombineerd met het UFR-besluit op termijn leidt tot een opwaartse druk op pensioenpremies van circa 4,3 miljard; overwegende dat de lage marktrente, gecombineerd met het UFR-besluit ten koste gaan van pensioenopbouw, de kans op pensioenkorting vergroten, en de kans op indexatie van pensioenen verder verkleinen; voorts overwegende dat de nieuwe lagere rekenrente het negatieve effect van de al zeer lage marktrente versterkt, en dat de gekozen UFR rentegevoeligheid in het pensioencontract terugbrengt; verzoekt de regering zoveel mogelijk te bevorderen dat De Nederlandse Bank (DNB) bij haar rekenrentebeleid de negatieve gevolgen van de uitzonderlijke lage marktrente meeweegt, verzoekt de regering voorts nadelige gevolgen voor pensioenfondsen en hun deelnemers tot het uiterste te beperken, en gaat over tot de orde van de dag, Krol |
Tot slot: wij moeten waar mogelijk de pensioencommunicatie verbeteren. Pensioen is inkomen voor later. Dat moet ons interesseren, zoals wij ook het saldo van onze bankrekening volgen. De staatssecretaris wil verbetering van de communicatie, maar ziet nog niet de mogelijke meerwaarde van koppeling met mobiel bankieren. Ter aanmoediging de volgende motie:
12. De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat pensioencommunicatie verbeterd en vereenvoudigd moet worden en pensioen dichter bij mensen moet worden gebracht, verzoekt de regering bij de verdere verbetering van pensioencommunicatie, mogelijkheden van het op vrijwillige basis verbinden van informatie uit ‘mijnpensioenoverzicht’ met de digitale omgeving voor telebankieren te verkennen, en gaat over tot de orde van de dag, Krol |