Antwoord op vragen over de oproep van World Wide Relief-woordvoerder Ouaali om Israëlische toeristen aan te vallen

Met dank overgenomen van J.H. (Han) ten Broeke i, gepubliceerd op maandag 23 november 2015.

Antwoorden Kamervragen van de leden Potters en Ten Broeke (beiden VVD) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Buitenlandse Zaken over de oproep van World Wide Relief-woordvoerder Ouaali om Israëlische toeristen aan te vallen (ingediend 19 oktober 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht “Oproep moslimfascist Youness Ouaali: "Vanaf vandaag alle Israelische toeristen kapot slaan"? 1)

Antwoord vraag 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de uitspraken van World Wide Relief-woordvoerder Youness Ouaali?

Antwoord vraag 2

De desbetreffende uitlatingen vind ik verwerpelijk. Als er sprake is van opruiing tot het plegen van strafbare feiten (artikel 131 Sr) of het aanzetten tot haat (artikel 137d Sr) is dit strafbaar. Op dit moment loopt er een strafrechtelijk onderzoek tegen de heer Ouaali.

Vraag 3

Wordt World Wide Relief direct of indirect financieel ondersteund door de Nederlandse Staat?

Antwoord vraag 3

World Wide Relief ontvangt geen financiële ondersteuning van de Nederlandse overheid.

Vraag 4

Signaleert de regering op dit moment een toename van antisemitisme in Nederland? Ziet de regering een samenhang met toename van geweld in Israël en de Palestijnse gebieden, zoals nu het geval is?

Antwoord vraag 4

In de politiecijfers over 2014 is een stijging waarneembaar van het aantal gericht antisemitische incidenten. Onrust in Israël en de Palestijnse gebieden wordt vaak gevolgd door een toename van meldingen over antisemitisme in Nederland.

Ik zal uw Kamer, voor de begrotingsbehandeling van het ministerie van VenJ, afzonderlijk informeren over de Discriminatiecijfers Politie 2014.

Vraag 5

Welke maatregelen treft de regering om te voorkomen dat het antisemitisme in Nederland (verder) toeneemt? Wat onderneemt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om dergelijke oproepen te voorkomen en te bestrijden?

Antwoord vraag 5

Voor informatie over de beleidsmaatregelen tegen antisemitisme wordt verwezen naar de brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 30 950, nr. 79.

Het oproepen tot discriminatie, haat en geweld is onaanvaardbaar en strafbaar. Het kabinet hecht groot belang aan het bestrijden van discriminatie, waaronder antisemitisme. De politie, het OM en gemeenten hebben hierin een belangrijke rol te vervullen.

Het vergroten van de effectiviteit van de aanpak van discriminatoire incidenten blijft een thema waar de politie - in samenwerking met haar partners - continu aan werkt. Daarbij zet het kabinet in op drempelverlagende maatregelen voor het doen van aangifte van discriminatie en op een adequate afhandeling van deze aangiftes. Dit geschiedt onder meer door middel van het vergroten van de kennis van de politie over discriminatie.

De Nationale Politie hecht er grote waarde aan om in goede verbinding te zijn met de Joodse gemeenschap. Een voorbeeld hiervan is het Joods Politienetwerk in de eenheid Amsterdam.

Vraag 6

Deelt de regering de mening dat de ‘import’ van haat uit het Midden-Oosten buitengewoon onwenselijk is? Is de minister van Buitenlandse Zaken bereid dergelijk haatzaaien aan de orde te stellen bij de Palestijnse president Mahmoud Abbas, die op 29 oktober op bezoek is in Nederland, om te voorkomen dat de sfeer in het Midden-Oosten overslaat naar Nederland?

Antwoord vraag 6

Voorop staat dat wij er als Nederlandse samenleving gezamenlijk voor moeten zorgen dat we spanningen uit het Midden-Oosten niet importeren. Ook bij verschillen van inzicht die voor velen gevoelig zijn en hele gemeenschappen raken, moeten we ons blijven inzetten om verschillen te overbruggen. Er is moed voor nodig om vanuit verschillende gemeenschappen op te staan en zichtbaar samen te werken om discriminatie en antisemitisme te bestrijden.

Ten aanzien van het huidige geweld in Israël en de Palestijnse gebieden blijft het kabinet benadrukken dat Palestijnse en Israëlische leiders hun invloed dienen aan te wenden om verdere verslechtering te voorkomen, zich te onthouden van contraproductieve stappen, provocaties en retoriek. Ook bij het bezoek van de Palestijnse president Abbas op 29 oktober jongstleden is uitgebreid stilgestaan bij het geweld en de noodzaak tot de-escalatie, waarbij vanzelfsprekend ook is aangedrongen op een oproep tot afzien van geweld.

Vraag 7

Welk reisadvies hanteert de Israëlische regering op dit moment voor Nederland? Bent u voornemens u extra in te spannen voor de bescherming van toeristen met de Israëlische nationaliteit?

Antwoord vraag 7

Op de website van de Israëlische National Security Council staat een lijst van landen waarvoor reiswaarschuwingen zijn afgegeven. Het betreft landen waarvan is vastgesteld dat er een specifiek veiligheidsrisico is. Nederland komt op die lijst niet voor.

Iedereen die zich op het Nederlandse grondgebied bevindt heeft recht op bescherming wanneer dat nodig blijkt te zijn, inclusief Israëlische toeristen. De Nederlandse politie zorgt voor veiligheid voor iedereen die zich in Nederland bevindt, zo ook voor toeristen met de Israëlische nationaliteit wanneer nodig.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren), ingezonden 16 oktober 2015 (vraagnummer 2015Z19396)