Fokverbod nertsen belangrijke stap vooruit - Hoofdinhoud
Goede omgang met dieren is een kwestie van beschaving. De Partij van de Arbeid is blij met de uitspraak van het gerechtshof in Den Haag waardoor er eindelijk een fokverbod komt voor nertsen. Dankzij deze uitspraak treedt eindelijk de wet in werking die een einde maakt aan het opsluiten van nertsen in kleine hokken en het doden van deze dieren enkel voor bont. Deze praktijk is niet meer van deze tijd, en ethisch onaanvaardbaar. Hiermee zetten we weer een stap vooruit op weg naar een duurzame toekomst.
Al in 2009 pleitte de PvdA voor een fokverbod en in 2011 hebben wij daarom een initiatiefwet ingediend hiervoor. Het verbod past in een maatschappelijke trend die we in de afgelopen decennia hebben kunnen waarnemen; zo zijn aan banden gelegd het gebruik van trekhonden (1961), de vossenfokkerij (1995), het houden van kalveren in kisten (1996), de chinchillafokkerij (1997), dierproeven voor cosmetica (1997), het houden van zeugen aan de ketting (1998), de legbatterij (1999) en het gebruik van mensapen voor experimenten (2002).
In ons land werden tot 1 april 2008 drie diersoorten gehouden voor de bontproductie; met het sindsdien geldende verbod op vossen en chinchilla’s werden in ons land nog uitsluitend nertsen, die kleine solitair levende roofdieren zijn, voor de bontproductie gefokt. Ook aan het doden van nertsen -uitsluitend voor hun vacht- komt nu een einde in ons land.
Uiteraard heeft dit verbod gevolgen voor de sector. De sector heeft echter voldoende tijd gekregen om zich aan te passen. De politiek kan niet op de stoel van ondernemers plaatsnemen maar in overleg met gemeenten en provincies kunnen nieuwe vergunningen uitgegeven worden voor duurzame toekomstige activiteiten. De PvdA vertrouwt op de inventiviteit van ondernemers om beslissingen te nemen in de context van de veranderende maatschappelijke opvatting over het houden van pelsdieren.