Vrijuit spreken over Karabach

Met dank overgenomen van H. (Harry) van Bommel i, gepubliceerd op zaterdag 7 november 2015, 18:34.

Vandaag gaf ik aan de Vrije Universiteit een lezing over het conflict rond Nagorno Karabach. De ambassade van Azerbeidzjan heeft eerder deze week druk op mij uitgeoefend om die lezing af te zeggen. Ik heb mij natuurlijk niet het zwijgen op laten leggen en heb onder ruime belangstelling toch mijn verhaal gehouden. Lees hieronder mijn volledige tekst.

In mijn werk als lid van de Tweede Kamer bezoek ik veel conflictgebieden. Dat is ook logisch omdat in conflictgebieden vaak sprake is ernstige mensenrechtenschendingen maar ook omdat die conflicten problemen kunnen opleveren die Nederland raken. Het meest duidelijk is dat vandaag de dag in het geval van Syrië. Het binnenlandse conflict daar raakt ons hier met de komst van vluchtelingen, de dreiging van terreur, het uitreizen van jihadgangers en hun mogelijke terugkeer. Ook de economische relaties met landen waar zich conflicten voordoen vragen de aandacht van de Tweede Kamer. Hoe moeten we bijvoorbeeld omgaan met producten die afkomstig zijn uit bezette Palestijnse gebieden of de bezette Westelijke Sahara bij Marokko? Die producten mogen niet met belastingvoordeel of het sticker ‘made in Israel’ of ‘made in Morocco’ naar Europa. Dat is een actuele discussie. Ook de positie van niet-erkende landen is onderwerp van politieke discussie. Dichtbij de Europese Unie hebben we Kosovo: het mini-staatje dat onafhankelijk werd van Servië maar dat door vijf lidstaten van de EU niet wordt erkend. Toch wil Kosovo bij de EU. Dat is een lastig politiek probleem. In zijn algemeenheid geldt dat de commissie Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer veel tijd besteedt aan het bespreken van de situatie in conflictgebieden. Landen waar weinig aan de hand is, bespreken we nauwelijks en bezoeken we ook niet. Ik kan mij bijvoorbeeld niet herinneren dat er in de Kamer ooit veel tijd is uitgetrokken om de situatie in Zwitserland te bespreken. Ik heb ook nooit een werkbezoek gebracht aan dat land.

Ik heb wel verschillende malen werkbezoeken gebracht aan Afghanistan, Irak, Israël-Palestina, Georgië, Oekraïne en andere landen waar oorlog is of waar territoriale conflicten worden uitgevochten. Ook bezocht ik bezette gebieden als de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. In de bezette Westelijke Sahara sprak ik met de oorspronkelijke bevolking, de VN en de Marokkaanse autoriteiten. In Moldavië sprak ik met bewoners van de autonome regio Gagaouzië en stond ik aan de grens van de enclave Transnistrië. In Irak had ik ontmoetingen met de Koerdische autonome regering en het Parlement. In Georgië sprak ik door de prikkeldraadafscheiding heen met bewoners van het onafhankelijk verklaarde Abchazië. Het zijn vooral de territoriale conflicten in de periferie van de Europese Unie, of het NAVO-grondgebied, die mijn belangstelling hebben. Zoals gezegd vanwege de mensenrechten daar maar ook vanwege de gevolgen voor hier. In de jaren 90 hebben we dichtbij huis, op de Balkan, gezien waar interne conflicten toe kunnen leiden. Tot genocide. In Georgië hebben we gezien dat interne conflicten kunnen leiden tot spanningen tussen Rusland en het westen en vandaag de dag zien we dat verdeeldheid over oriëntatie richting Oost of West een heel land als Oekraïne kan verscheuren en tot duizenden burgerslachtoffers kan leiden. De discussie over conflictgebieden is wat mij betreft dan ook geen vrijblijvende of academische discussie. Wij zijn verplicht erover te spreken. Over genoemde conflicten en dus ook over het conflict rond Nagorno Karabach. Een conflict dat veel slachtoffers heeft geëist en ook nu nog ernstige spanning oplevert en mensenlevens kost. Een conflict dat zich zomaar opnieuw tot een oorlog zou kunnen ontwikkelen.

Tegen deze achtergrond betreur ik het zeer dat de ambassade van Azerbeidzjan alsmede verschillende non-gouvernementele organisaties uit Azerbeidzjan mij onder druk hebben gezet om hier vandaag niet te spreken. Met verwijzing naar relevante VN-resoluties waarin de territoriale integriteit van Azerbeidzjan is bevestigd wordt mij voorgehouden dat ik hier niet zou kunnen spreken als ik het internationaal recht zou respecteren. Ik erken die territoriale integriteit maar zie dat niet als een beletsel om hier te spreken. Ook de aanwezigheid van een parlementslid uit Nagorno Karabach zou mijn deelname niet kunnen verdragen. Mijn antwoord op al die kritiek is eenvoudig: neemt u vooral zélf ook deel aan deze discussie. Er wordt juist veel te weinig gesproken over Nagorno Karabach. Door betrokken partijen maar ook door politici aan de zijlijn. Dit seminar brengt daar verandering in en daarom ben ik blij dat u mij hebt uitgenodigd. Alleen door met elkaar te praten en te onderhandelen kunnen conflicten op een vreedzame wijze worden opgelost.

Bezoek

Mijn bezoek aan Nagorno Karabach was aansluitend op een seminar van de Parlementaire Assemblee van de NAVO in juni in Armenië. Tijdens dat seminar was er ook aandacht voor Nagorno Karabach. Daar werden grote zorgen geuit over de veiligheid in de regio. Het werk van de Minsk-groep, die het vredesproces in goede banen moet leiden, werd kritisch onder de loep genomen. Er werd gesproken over een ‘vredesproces zonder een vredesplan’. Dat is problematisch want zonder routekaart naar de vrede, weet je niet waar je uit moet komen. Ik kom daar later op terug.

Mijn bezoek aan Nagorno Karabach was een eigen initiatief. Samen met een Nederlandse vriend van Armeense afkomst ben ik op vrijdagmiddag in de auto gestapt om van Yerevan naar Stepanakert te rijden. We kwamen daar zaterdagochtend aan en hebben die hele dag besteed aan ontmoetingen en gesprekken. Ik heb een bezoek gebracht aan de bestandslijn tussen Nagorno Karabach en de rest van Azerbeidzjan. Vanuit de stellingen die door jonge militairen worden bewaakt, heb ik naar de troepen van Azerbeidzjan kunnen kijken die op schootsafstand liggen. Wekelijks vinden er incidenten plaats waarbij militairen betrokken zijn. Patrouilles lopen het risico te worden beschoten en geregeld vallen er slachtoffers. Sinds 2008 is er geen hotline meer tussen de militaire leiders en dat is levensgevaarlijk. Incidenten, vergissingen, miscalculaties kunnen nu niet meer snel worden opgehelderd en dus bestaat het risico op geweldsescalatie. Ik acht het in het belang van iedereen dat die hotline tussen de militairen weer in gebruik wordt genomen.

In gesprekken met de militaire leiding werd mij duidelijk dat een flink deel van Nagorno Karabach onder directe bedreiging ligt van de krijgsmacht van Azerbeidzjan. Omdat aan beide zijden sterk nationalistische gevoelens leven en de bereidheid om geweld te gebruiken ter verdediging van het eigen gebied, is de kans op herleving van het geweld uit de jaren 90 zeker aanwezig. Het lijkt mij in ieders belang dat er meer wordt gedaan om dit te voorkomen. Het is van groot belang dat het formele staakt-het-vuren wordt gehandhaafd en gemonitord. Er is een burgercomité dat toeziet op de naleving ervan. Dergelijke initiatieven verdienen steun omdat ze de opmaat kunnen vormen naar formele stappen in het vredesproces.

In Stepanakert heb ik gesproken met de voorzitter van het parlement Ashot Ghulian. Dit parlement bestaat uit 1 Kamer en heeft 33 leden die voor een termijn van vijf jaar worden verkozen. Verkiezingen in Nagorno Karabach dragen bij aan interne legitimiteit maar ze worden internationaal niet erkend, ook niet door de Minsk-groep. Turkije en de Organisatie van Islamitische Landen zijn van mening dat deze verkiezingen de vredesbesprekingen verstoren. Ik ben van mening dat zulke verkiezingen tot democratische controle kunnen leiden in Nagorno Karabach en dat de leiders die ze opleveren gesprekspartners met mandaat kunnen zijn bij vredesbesprekingen. Ook op het seminar van de NAVO-assemblee werden de interne verkiezingen in NK zinvol voor het vredesproces genoemd.

Wat opvalt als je met de auto door NK rijdt en de vele kleine plaatsen bezoekt, is de totale rust. De politieke spanning en de militaire dreiging die er op de achtergrond is, lijkt door de gewone bevolking niet te worden gevoeld. Die gaat gewoon naar het werk, doet op zaterdag boodschappen en gaat op zondag barbecueën. In Stepanakert, zo werd mij verzekerd, kun je ook als vrouw ’s avonds of ’s nachts alleen over straat. Criminaliteit zou er volkomen afwezig zijn. Misschien is dat ook wel een overlevingsmechanisme voor mensen die een gebied als NK leven; je rustig met je eigen zaken bemoeien. Ik moest bij mijn bezoek terugdenken aan mijn reizen naar Polen in de jaren 80. Op het Poolse platteland was er toen de rust en de onderlinge solidariteit.

Met de minister van Buitenlandse Zaken van NK Karen Mirzoyan sprak ik over de mogelijkheid het toerisme in NK verder te ontwikkelen. Die mogelijkheid is er zeker maar de bereikbaarheid van het gebied is natuurlijk een probleem. Het is een lange rit per auto uit Yerevan en via de lucht kan men er niet komen. Het luchtruim boven NK is niet open en de enige luchthaven met een nieuwe toren ligt er dan ook ongebruikt bij. Het was de bedoeling dat de luchthaven in 2011 zou worden heropend voor commerciële vluchten maar dat is om veiligheids- en politieke redenen niet mogelijk. Omdat Nagorno Karabach betwist gebied is, kan de internationale luchtvaartorganisatie IATA geen code toekennen aan de luchthaven. Het ziet er niet naar uit dat dit op korte termijn verandert.

Hoewel moeilijk bereikbaar, zijn het landschap en de bergen van Nagorno Karabach aantrekkelijk zijn voor wandelaars. Ook voor mountainbikers moet Karabach een fantastische ervaring zijn. De schaal van het gebied maakt het sowieso een aantrekkelijke bestemming voor fietsers. Wellicht dat Nederlandse ondernemers daar met de kennis van hier een rol zouden kunnen spelen. En tenslotte is er veel cultureel erfgoed in Karabach in de vorm van kloosters, kerken en archeologische vindplaatsen. Reizen door Karabach is als bladeren in een geschiedenisboek.

Standpunt Nederland

De Nederlandse regering heeft recent ernstige zorgen geuit over de veiligheidssituatie vanwege de grote toename van incidenten en slachtoffers in relatie tot het Nagorno-Karabach conflict. Nederland roept Armenië en Azerbeidzjan op zich in te spannen voor het bereiken van een alomvattende vredesregeling voor het Nagorno-Karabach conflict, in overeenkomst met de afspraken binnen de Minsk Groep. Het kabinet heeft waardering voor de inspanningen van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de OVSE Minsk groep die streeft naar een vreedzame oplossing en de aanvullende activiteiten van de EU met een coördinerende rol van de EU Speciaal Vertegenwoordiger Herbert Salber. Ook onderschrijft Nederland, evenals bij Armenië, de oproep aan Azerbeidzjan om zich te onthouden van acties die een escalerend effect kunnen hebben op de situatie in Nagorno-Karabach en het vredesproces kunnen ondermijnen.

De OVSE Minsk Groep het juiste forum is om tot een duurzame vredesregeling te komen. De EU maakt geen deel uit van de Minsk Groep, maar kan wel een belangrijke aanvullende rol vervullen bij het ontwikkelen en uitvoeren van vertrouwenwekkende maatregelen. Nederland steunt de inspanningen van EU Speciaal Vertegenwoordiger. Daarnaast biedt het Oostelijk Partnerschap de gelegenheid beide landen op hun internationaalrechtelijke verplichtingen te wijzen en hen aan te moedigen zich constructief op te stellen in de onderhandelingen over een vredesakkoord.

Nederland blijft bezorgd over het risico van escalatie van het conflict over Nagorno-Karabach. Het is belangrijk dat alle partijen zich onthouden van agressieve retoriek en een lokale wapenwedloop wordt voorkomen. Het conflict staat democratische ontwikkelingen in Azerbeidzjan en Armenië in de weg doordat het de binnenlandspolitieke agenda teveel domineert. Bovendien vertraagt het de verbetering van de Turks-Armeense relatie, omdat Turkije voor een verbetering de oplossing van het conflict Nagorno-Karabach als voorwaarde stelt. Nederland steunt de inspanningen van de Minsk-groep die voorstellen heeft gedaan, die een gepaste en gebalanceerde basis vormen om tot een akkoord te komen. De Europese Unie zal bij de uitwerking van een akkoord een belangrijke rol kunnen en moeten vervullen waar het wederopbouw betreft. Nederland zal zowel bilateraal als in multilateraal verband blijven aandringen op een vreedzame oplossing van het conflict.

Conclusie

Het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan over Nagorno Karabach is slepend, potentieel heel gevaarlijk, maar niet uitzichtloos. Het is van groot belang dat partijen elkaar weten te vinden met en zonder steun van de OVSE en andere organisaties. Op korte termijn is het van levensbelang dat het staakt-het-vuren volledig wordt gerespecteerd. Het herstellen van de militaire hotline is noodzakelijk. De Minsk-groep moet dat als eerste prioriteit hebben. Anders bestaat het risico dat incidenten ontaarden in door niemand gewilde oorlog. Vertrouwenwekkende maatregelen moeten op termijn leiden tot demilitarisering van het conflict. Die maatregelen moeten worden opgenomen in een routekaart naar vrede. Het kunnen niet alleen politici en diplomaten zijn die aan die gesprekken deelnemen. Ook burgers en hun organisaties, zoals hier vandaag aanwezig, moeten een bijdrage kunnen leveren. Niet omdat u en ik het recht hebben op vrije meningsuiting maar omdat wij ook aandeelhouder zijn van de vrede die we alle mensen moeten gunnen.