Motie Kuzu over daden van discriminatie en racisme opnemen in het lerarenregister - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2016
Deze motie1 is onder nr. 68 toegevoegd aan wetsvoorstel 34300 VIII - Vaststelling begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2016.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2016; Motie; Motie van het lid Kuzu over daden van discriminatie en racisme opnemen in het lerarenregister |
---|---|
Documentdatum | 29-10-2015 |
Publicatiedatum | 30-10-2015 |
Nummer | KST34300VIII68 |
Kenmerk | 34300 VIII, nr. 68 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
2
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2015-2016
34 300 VIII |
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2016 |
Nr. 68 |
MOTIE VAN HET LID KUZU Voorgesteld 29 oktober 2015 De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat 60% van de leerlingen die aangeven gediscrimineerd te zijn in het onderwijs aangeeft dat dit door een leraar is gedaan; overwegende dat in het onderwijs iedere leerling gelijke kansen en gelijke behandeling moet krijgen; verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat daden van discriminatie en racisme door leraren worden opgenomen in het lerarenregister, en gaat over tot de orde van de dag. Kuzu |
kst-34300-VIII-68 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2015 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34 300 VIII, nr. 68 |
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.