Weeklog: Concurrentiekracht, groei en banen - een nieuwe mantra - Hoofdinhoud
Als SP-Europarlementariër ben ik woordvoerder voor onze politieke groep in de interne marktcommissie. Bij ieder rapport dat we bespreken, komen drie woorden telkens terug: ‘concurrentiekracht, en daarmee groei en banen’. Het is een nieuwe mantra voor de marktdenkers: als Europa maar kan concurreren tegen de rest van de wereld, komt er economische groei en werkgelegenheid. De Europese Commissie wil landen hier in de toekomst zelfs op gaan afrekenen, net als ze al doet met het begrotingstekort en de staatsschuld. Maar de mantra vergeet tegen welke prijs: minder democratie, minder goede banen en een steeds grotere kloof tussen rijk en arm. Wat mij betreft vervangen we deze mantra zo snel mogelijk door onze eigen SP-beginselen: menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit.
In Portugal weten ze inmiddels hoe de mantra de nationale democratie ondermijnt: een linkse coalitie is daar bereid regeringsverantwoordelijkheid te nemen. Dat kunnen ze ook, want samen hebben de drie linkse partijen er de meerderheid gekregen na de afgelopen verkiezingen. Toch heeft de Portugese president aan rechts de opdracht gegeven een regering te gaan vormen. Voornaamste argument: links is niet betrouwbaar en zal de concurrentiekracht van Portugal onderuit halen door te tornen aan de dictaten uit Brussel. Tot nu toe blijft het linkse front gesloten en kan een rechtse minderheidsregering er weggestemd worden, maar nieuwe verkiezingen mogen er pas na ruim anderhalf jaar plaatsvinden. Dat leidt tot een impasse of een regering van technocraten: de mantra gaat in Portugal dus voorlopig boven de democratie.
Voor ons als SP is het heel gewoon om te spreken over gewoon ‘goed’ werk. Dat is ook de term die de vakbeweging gebruikt. Geen uitbuiting, geen Amerikaanse toestanden waarbij je twee of drie banen moet combineren om in je onderhoud te kunnen voorzien, goede arbeidsomstandigheden en zo meer. Om het woordje ‘goede’ voor ‘banen’ te kunnen zetten, moet je in het EP echter flink lobbyen en vaak valt het er toch weer uit. In de mantra gaat het dan ook niet om goede banen, maar om goedkope arbeidskrachten. Concurrentiekracht betekent ook werken met talenten. Mensen die om wat voor reden dan ook niet goed mee kunnen komen, bijvoorbeeld omdat ze een beperking hebben, doen er voor de concurrentiekracht niet toe. Sterker nog, ze ondermijnen die. De ongelijkheid in de samenleving is geen probleem: zolang de grote bedrijven maar hun gang kunnen gaan in hun concurrentiestrijd met de rest van de wereld.
Zo’n harde samenleving waar alleen concurrentievermogen telt, is niet de mijne. Onze SP-beginselen wijzen gelukkig een andere weg: een samenleving waar we de inkomsten eerlijk verdelen, waar werk ook goed werk betekent, en waar we over onze eigen leefomgeving weer zeggenschap krijgen, waar democratie inderdaad de macht aan het volk geeft. Dan maar wat minder concurrentiekracht voor de grote bedrijven.