Bij de VN in New York (5) - Hoofdinhoud
Donderdag. Als je bijna een volle week meeloopt bij de Verenigde Naties, verandert je beeld. Ja, je begrijpt de kritiek op de structuur en de manier van werken van de VN. Aan de andere kant moet je constateren dat we niet zonder kunnen.
Met zoveel landen die samen de VN zijn, is het realistisch om geen wonderen te verwachten. Vooral de zo belangrijke Veiligheidsraad is wellicht te veel gemodelleerd naar het politieke beeld van 1945. Zo zag de wereld eruit bij de oprichting, maar inmiddels is er veel veranderd. Die veranderingen zijn bij de VN op de meeste onderwerpen nog onvoldoende zichtbaar. Toch mogen we heel blij zijn dat de VN er is. Alleen al het feit dat vertegenwoordigers van alle landen elkaar hier bij voortduring spreken, is een enorme kans om meestal kleine, soms wat grotere stapjes, voorwaarts te zetten.
Vandaag werd in de Veiligheidsraad gesproken over de toegenomen spanningen tussen Israël en de Palestijnen (foto). Niet voor het eerst. Bijna een rituele dans. Tijdens de vijandigheden zijn de afgelopen weken -tot nu toe - acht Israëliërs en 31 Palestijnen om het leven gekomen.
De bijeenkomst is een initiatief van buurland Jordanië. Allereerst kwam de Palestijnse vertegenwoordiger aan het woord. Als je hem hoort, kun je jezelf heel goed voorstellen dat Palestijnse vrijheidsstrijders erg ver willen gaan om hun land en idealen te verdedigen. Je begrijpt best dat Israël voor hen echt geen lieverdje is. Toch benadrukt deze Palestijnse vertegenwoordiger dat zijn regering er alles aan zou willen doen om de gemoederen op de Westelijke Jordaanoever te bedaren.
Daarna is het de beurt aan de vertegenwoordiger van Israël. Hij geeft een compleet ander beeld door te beschrijven hoe Israël zich bedreigd voelt door de moorddadige aanslagen van Palestijnse jongeren. Een land moet zich toch kunnen verdedigen, zo benadrukt hij. Je moet vooral opletten op het taalgebruik. Israël spreekt over 'kamikazeaanslagen' om te benadrukken dat het in feite zelfmoord is. En dat de Palestijnen alle ellende dus over zichzelf afroepen.
Ik moet ineens denken aan mijn bezoek aan deze conflictgebieden, tien jaar geleden. Als je de ene kant hoorde, snapte je dat en had je er begrip voor. Hoorde je enkele uren later de andere kant, snapte je ook dat standpunt en was er opnieuw begrip.
Er is daar niet veel veranderd...
Waar wel veel veranderde, is op het gebied van de homorechten, tegenwoordig aangeduid als LGBTI-rechten. Op het kantoor van de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging spreekt Charles Radcliffe (foto), hoofd van de mensenrechtenafdeling van de VN. Ook hij is - net als de mensen eerder vandaag van de UNFRA (de vrouwenorganisatie van de VN) - uitermate tevreden over de bijdrage van Nederland.
Steeds weer vallen er lovende woorden over onze koning, koningin Máxima, oud-minister Frans Timmermans, de huidige bewindslieden Bert Koenders (Buitenlandse Zaken), Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking), minister Jet Bussemaker (OCW) en vooral over Karel van Oosterom, onze Permanent Vertegenwoordiger, ofwel onze ambassadeur bij de Verenigde Naties.
Radcliffe vertelt dat juist op zijn terrein de afgelopen jaren de grootse winst is bereikt. Nog even en de rest van de wereld is net zo vrijdenkend als wij in Nederland en Amerika.
Ineens kan ik mijn gedachten er niet meer bijhouden. Ik droom terug naar 1977. Het jaar waarin ik nog programmamaker was bij de Nederlandse omroep. Walter Kamp belde me op. Vrienden van hem uit Amerika waren verontrust over de anti-homoacties van Anita Bryant, een zangeres die hen alle burgerrechten wilde ontnemen. Niet in Rusland, niet in Oeganda, maar gewoon in Amerika. Ze deelde stickers uit met de tekst 'Kill a Queer for Christ' en organiseerde een referendum in Florida om haar zieke ideeën tot wet te verheffen. Of wij in Nederland iets konden doen om de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie te steunen in hun strijd tegen Anita? Niet ons ministerie, niet onze regering, dat zou in die tijd ondenkbaar zijn, maar misschien enkele burgers? Walter Kamp had al contact met Tweede Kamerlid Coos Huijsen. Of ik ook wilde helpen? Coos mobiliseerde politici, zakenman Walter Kamp schoot wat geld voor en ik mocht de Miami Nightmare (klik hier om te beluisteren) organiseren, een benefietvoorstelling in het Amsterdamse Concertgebouw om daarmee twee paginagrote steunadvertenties te kunnen kopen tegen Anita Bryant in Time en de Miami Herald. Dankzij toppers als Mies Bouwman, Pia Beck, Albert Mol, Martine Bijl, Robert Long, Jos Brink en de Zangers Zonder Naam lukte dat. Die advertenties kwamen er. Ik kreeg zelfs een uitnodiging van een Amerikaans tv-station om met Anita in discussie te gaan.
Als je in die jaren naar Amerika vloog moest je - net als nu - een vragenlijst invullen. Alleen de vragen waren anders. Nu wil men weten: 'Bent u terrorist?' Ik neem aan dat iedereen 'nee' antwoordt. Toen stonden er de vragen op: 'Bent u communist?' en 'Bent u homoseksueel?'. Je wist dat je dan 'nee' moest antwoorden. Op andere trips naar de VS deed ik dat ook. Maar op die reis naar Miami om met Anita Bryant te discussiëren, leek me dat niet eerlijk. Daarom had ik 'ja' aangekruist. Fout. Op Miami International Airport kon ik linea recta terug naar Schiphol.
Overigens won Anita Bryant haar referendum. Homorechten werden in 1978 verder ingeperkt. En kijk nu eens. Vanuit New York, met steun van de Nederlandse regering en met geweldige hulp van onze diplomaten bij de VN en elders in de wereld, breekt in steeds meer landen het licht door.
Ja, er is inderdaad veel veranderd.
Morgen meer over Karel van Oosterom, onze ambassadeur bij de Verenigde Naties, en zijn uiterst enthousiaste medewerkers.