Op bezoek bij Vrouwe Justitia

Met dank overgenomen van H. (Harry) van Bommel i, gepubliceerd op woensdag 7 oktober 2015, 18:20.

Gisteren bezocht ik het Europees Hof van Justitie van de Europese Unie. Deze Europese instelling bestaat uit drie rechtscolleges: het Hof van Justitie, het Gerecht, en het Gerecht voor Ambtenarenzaken. Het Hof van Justitie bewaakt de gelijke toepassing en interpretatie van het Europees Recht door de lidstaten. Het Gerecht behandelt voornamelijk zaken van particulieren en bedrijven, en het Gerecht voor Ambtenarenzaken beslecht geschillen tussen EU-instellingen en hun ambtenaren. Voor de drie Nederlandse rechters die ik sprak, Prechal, Van der Woude en Barents, was het een primeur dat er een Kamerlid op bezoek kwam.

Verschillende belangrijke en actuele thema’s kwamen aan bod, waaronder het Europees Openbaar Ministerie en de samenwerking tussen het Europees Hof van Justitie van de EU en het Europees Hof voor Rechten van de Mens in Straatsburg. Die twee hoven blijken in de praktijk veel contact te hebben en informatie uit te wisselen, hoewel de kranten soms anders doen geloven. De rechters waren daarnaast opvallend kritisch over de oprichting van nieuwe arbitragehoven die gepaard gaan met moderne handelsverdragen als CETA (EU-Canada) en TTIP (EU-VS). Het is volgens de drie maar zeer de vraag of deze controversiële hoven verenigbaar zijn met het Europees Recht. De controle van de interpretatie daarvan is nu een expliciete bevoegdheid van het Europees Hof van Justitie van de EU. Daar komt de uitspraak van het Hof, waarin de beschikking over de VS als ‘Safe Harbour’ voor onze persoonsgegevens, ongeldig verklaard is, nog bij.

Een ander thema dat te sprake kwam was de uitbreiding van het Gerecht, waar binnenkort 28 nieuwe rechters zullen toetreden, om de hoge werkdruk te verminderen. Het Europees Hof van Justitie van de EU behandelt namelijk honderden zaken per jaar. De Nederlandse rechters plaatsten echter veel kanttekeningen bij deze uitbreiding; zo vreesde één rechter dat deze verdubbeling van rechters zou leiden tot ‘een Europees leger met 56 generaals’. Ook bestaat het risico dat de rechters zich teveel zullen specialiseren, wat de coherentie binnen de organisatie zal verminderen en de eilandjescultuur zal versterken. Een oplossing hiervoor is dat er gezorgd wordt voor voldoende doorstroom, aldus de rechters.

Ik vind het ontzettend belangrijk om in gesprek te blijven met de medewerkers van de Europese instellingen waarover in de Tweede Kamer gepraat wordt. Zonder direct contact dreigt het risico dat debatten zich teveel afspelen rondom een papieren werkelijkheid. Ik zal dan ook voorstellen dat de commissie Europese Zaken snel op werkbezoek gaat naar deze relevante instelling.