Nieuw TTIP-plan stelt nog steeds alleen belangen bedrijven voorop - Hoofdinhoud
“Het venijn zit meestal in de details. Zo ook bij de nieuwe plannen van de Europese Commissie over de geschillenregeling in het handelsverdrag met de VS, TTIP. Het leek erop dat Eurocommissaris Malmström naar alle kritiek uit de samenleving had geluisterd, maar bij verdere bestudering van haar voorstel zitten er toch de nodige addertjes onder het gras. En is het risico levensgroot, dat het internationale bedrijfsleven toch zijn zin krijgt en het pad wordt geëffend voor forse schadeclaims tegen overheden.”
Dat is mijn reactie, als lid van de commissie Internationale Handel, op de Europese Commissie. Die gaf vandaag een toelichting in het Europees Parlement op het zogeheten Investment Court System, dat volgens Eurocommissaris Malmström het alternatief moet worden voor private ISDS-tribunalen in het EU-VS-handelsverdrag TTIP.
“Ook bij dit alternatief blijft mijn kritiek overeind, dat het een middel is waarbij het bedrijfsleven zwaar wordt bevoordeeld. Klachten kunnen alleen door bedrijven worden aangebracht en niet door belanghebbenden zoals werknemers en vakbonden. De voorstellen van de Commissie sturen aan op bemiddeling en schikking in de achterkamertjes. Hierdoor is de kans levensgroot, dat geschillen niet door publieke en onafhankelijke rechters in de openbaarheid worden besproken.”
“In de praktijk betekent het, dat multinationals en hun advocaten nog steeds achter gesloten deuren ambtenaren onder druk kunnen zetten. En dat zo het publieke belang moet wijken voor de belangen van de bedrijven. En dat is natuurlijk schandelijk. Zowel Europa als de VS kennen een adequaat rechtssysteem, waar investeerders naartoe kunnen met hun klachten.”
“Het zou daarom goed zijn als de academische wereld zich wat meer in deze discussie zou laten horen. Het gaat om de inrichting van onze rechtsstaat. Daar kan je geen loopje meenemen. Het is duidelijk dat het publiek niet wil dat TTIP straks verwordt tot een dankbaar speeltje voor het internationale bedrijfsleven. Ik hoop dat de wetenschappelijke wereld ons daarbij helpt dit te voorkomen.”