Durf te dromen: vorming en verbeeldingskracht in het hoger onderwijs - Hoofdinhoud
Foto: Flickr / ivt-ntnu
Het jaar is weer begonnen! Overal in het land zijn scholieren en studenten weer aan de slag gegaan op hun MBO-instelling, hogeschool of universiteit. Dat betekent ook dat ik deze dagen veel in het land ben voor de diverse openingen van het academische jaar. Zo ook afgelopen maandag bij de Universiteit van Utrecht waar ik onder andere terugblikte op het afgelopen jaar. Een bewogen jaar voor het hoger onderwijs. Het studievoorschot is ingevoerd en op veel plekken zijn discussies gevoerd over wat van waarde is voor academisch onderwijs. Over eigenaarschap, je betrokken voelen en weten dat je gezien wordt.
Terechte discussies. Want een universiteit mag geen groothandel worden die aan de lopende band studenten - of onderzoek - aflevert aan de overheid of het bedrijfsleven. En het mag ook geen supermarkt zijn waar studenten als solisten rondlopen, vrijblijvend een opleiding consumeren en bij het afrekenen in plaats van de kassabon een diploma meekrijgen. Studenten moeten de ruimte hebben om zich breed te ontwikkelen tot kritische en creatieve denkers. Er moet ruimte worden geboden voor verbreding en verdieping. Alleen afrekenen op snel afstuderen past daar niet bij.
Studeren in de 21ste eeuw moet niet alleen gaan over kennis, maar ook over vaardigheden, vorming en verbeeldingskracht. En om het vermogen te dromen én je dromen waar te maken. Niet alleen voor jezelf, maar ook in relatie tot de wereld om je heen.
Ik zie de universiteit dan ook als een waardegemeenschap die getalenteerde jonge mensen leert om met kennis, vaardigheden en wie ze zijn als mens, bij te dragen aan complexe maatschappelijke uitdagingen. Een plek die je voorbereidt op leven en werken na de opleiding. Niet vanuit het doel om zoveel mogelijk studenten zo snel mogelijk door een opleiding te jagen. Maar iedere student op de juiste plek, dat is waar het begint. Een waardegemeenschap zijn betekent ook dat de universiteit van docenten en studenten een actieve bijdrage mag verwachten, en hen in staat moet stellen die bijdrage te leveren.
Want goed onderwijs vraagt wederkerigheid. Studenten mogen hoge verwachtingen hebben van de kwaliteit van het onderwijs en van de betrokkenheid van hun docenten. Andersom mogen docenten ook hoge verwachtingen hebben van hun studenten. Ik vind het dus alleen maar goed dat er wordt gepraat over de vraag waartoe de universiteit op aarde is, en wat dat betekent voor de inhoud en de vorm van onderwijs en onderzoek. Ik weet zeker, dat ook komend jaar, dat gesprek volop gevoerd gaat worden. Ik doe er graag aan mee!