Zonder digitaal spoor kan verkrachter zijn gang gaan - Hoofdinhoud
Beëindiging van de bewaarplicht voor telecomgegevens is slecht voor misdaadbestrijding, vinden Ockje Tellegen en Jeroen van Wijngaarden. De Nederlandse rechter maakte op 11 maart een abrupt einde aan de verplichting voor telecomaanbieders om onze bel- en internetgegevens op te slaan. De advocaat van de winnende partijen concludeerde dat het einde van de bewaarplicht een overwinning voor ‘iedereen’ is. Die conclusie is even simpel als bedrieglijk.
Onze telecomgegevens zijn vergelijkbaar met onze vingerafdruk. Ook over dit opsporingsmiddel was discussie toen het eind negentiende eeuw voor het eerst werd ingezet. Met je vingerafdruk laat je - net als met je telefoongegevens - overal sporen achter en dat is geen probleem, zolang je geen crimineel bent.
Maar begaat iemand bijvoorbeeld een inbraak, een beroving of verkrachting, dan helpt de vingerafdruk de politie om de inbreker, roofovervaller of verkrachter achter de tralies te krijgen.
Zonder digitale vingerafdruk is het onmogelijk een verdachte te confronteren met het feit dat zijn mobiele telefoon in het gebied was waar tegelijkertijd ook een verkrachting plaats vond.
Zonder digitale vingerafdruk kun je als politierechercheur trager en lastiger bewijzen dat iemand actief was in een misdaadorganisatie, of dat een inbreker inderdaad op een bepaald tijdstip in de buurt van je huis was.
Zonder digitale vingerafdruk