Troonrede 1952 (volledige tekst) - Hoofdinhoud
In de troonrede van het in 1952 aangetreden derde kabinet-Drees werden geen bijzondere gebeurtenissen belicht en viel een zakelijke toon op.
In de integrale tekst van de troonrede 1952 is door de redactie structuur aangebracht, zodat u snel tussen de onderdelen kunt navigeren.
Inhoudsopgave
Leden der Staten-Generaal,
Bij het overzien van de ontwikkeling in de achter ons liggende periode is er, naast grond voor bezorgdheid, ook in meer dan één opzicht reden tot voldoening en dankbaarheid.
In de internationale toestand is helaas geen ontspanning ingetreden, maar aan de samenwerking tussen de vrije volken kon tastbaarder gestalte worden gegeven. De grondslagen voor de veiligheid van het Westen werden door voortgezette opbouw der Atlantische strijdkrachten bevestigd en uitgebreid.
De voortschrijdende integratie van West-Europa zal die grondslagen verder versterken en houdt, indien zij ook op economisch gebied wordt voortgezet, tevens de belofte in van een blijvende bijdrage tot verhoogde welvaart der daaraan deelnemende volken.
In het betalingsverkeer met het buitenland is een wending ten goede opgetreden.
Ook in de voor ons liggende periode zal de ontwikkeling der internationale betrekkingen in belangrijke mate haar stempel drukken op het beleid. Teneinde in het kader van de Noord-Atlantische verdragsorganisatie een versterking der Westeuropese defensie te bereiken, werd de Europese Defensie Gemeenschap voorbereid. Een ontwerp van wet tot ratificatie der in dit verband aangegane overeenkomsten zal binnenkort de Staten-Generaal bereiken.
Aan een nauwe samenwerking met België en Luxemburg in Beneluxverband blijft de Regering grote waarde hechten.
Nu belangrijke structurele wijzigingen in de internationale verhoudingen met toenemende snelheid tot ontwikkeling komen, zal het aan de behartiging van het buitenlands beleid ten goede komen, indien de wijziging van de bepalingen in de Grondwet betreffende de buitenlandse betrekkingen, welke reeds in eerste lezing door de Staten-Generaal is aanvaard, zo spoedig mogelijk van kracht wordt.
De Regering is bereid de besprekingen met Indonesië over de Nederlands-Indonesische Unie en daarmede samenhangende kwesties, welke in Februari j.l. werden opgeschort, te hervatten met het doel een nieuwe basis voor de betrekkingen tussen Nederland en Indonesië te leggen.
De Regering zal zowel de geestelijke en sociale ontwikkeling der bevolking van Nieuw-Guinea als de economische vooruitgang van het land bevorderen. Het ligt in het bijzonder in de bedoeling zo spoedig mogelijk een ontwikkelingsplan voor dit gebiedsdeel vast te stellen.
Door een en ander dient de grondslag te worden gelegd voor de mogelijkheid, dat op den duur de bevolking in staat zal worden gesteld zelve over haar toekomst te beslissen. Hiermede wordt tevens gehandeld in overeenstemming met artikel 73 van het Handvest der Verenigde Naties.
In overleg met de Regeringen der Nederlandse Antillen en van Suriname zal er naar gestreefd worden de voorbereiding van de nieuwe rechtsorde in het Koninkrijk voortgang te doen vinden.
Het ligt in de bedoeling met spoed de instelling te bevorderen van de Commissie voor het voortgezet overleg, waartoe de Conferentie Nederland-Suriname-Nederlandse Antillen besloot.
Tengevolge van in 1951 getroffen maatregelen, de gunstige ontwikkeling van de ruilvoet met het buitenland en een aantal slechts tijdelijk werkende factoren, zal waarschijnlijk in 1952 voor het eerst na de bevrijding de betalingsbalans een overschot vertonen. De goud- en deviezenvoorraad is echter in verhouding tot de totale handelsbeweging nog aanzienlijk kleiner dan voor de oorlog.
Daarenboven is de internationale economische toestand vol onzekerheden, terwijl de dichtheid en de snelle groei van onze bevolking voortdurende toeneming der economische bedrijvigheid voor ons land dringend noodzakelijk maken.
Het feit, dat de productie reeds geruime tijd gelijk is gebleven en dat de werkloosheid zich gemiddeld in 1952 op een hoger niveau bevindt dan vorige jaren, noopt er toe de werkgelegenheidspolitiek steeds meer als het centrale punt in het sociaaleconomische beleid te zien.
Primair is de ontwikkeling van het normale bedrijfsleven. Met het oog hierop zal dan ook met name de industrialisatiepolitiek met kracht worden voortgezet, waarbij de mogelijkheid van voldoende investeringen zal zijn te bevorderen, mede door participatie van de overheid in de investeringen waar de omstandigheden daartoe nopen. Naar een versnelde uitvoering van de planner voor de ontwikkelingsgebieden wordt gestreefd.
De bereidheid bij het bedrijfsleven om tot nieuwe investeringen over te gaan is uiteraard in belangrijke mate afhankelijk van de verwachtingen omtrent de afzet der producten. Daartoe zal handhaving en zo mogelijk verhoging van de koopkracht der bevolking van belang zijn, terwijl tevens de export zal zijn op te voeren. Dit geldt met name voor de uitvoer naar de Verenigde Staten van Amerika en Canada, aangezien ook bij een overigens gunstige betalingsbalans het dollartekort nog blijft bestaan.
Een zo snel mogelijk totstandkomen van de wettelijke voorzieningen, genoemd in de Exportnota, die in de afgelopen zittingsperiode aan de Staten-Generaal werd overgelegd, is daarom gewenst.
De Regering zal, terwille van de toeneming van het handelsverkeer, krachtige steun verlenen aan pogingen om internationaal tot verlaging van invoerrechten te komen.
Waar nodig wordt de uitvoering van openbare, in het bijzonder ook cultuurtechnische werken versneld en de voorbereiding van nieuwe planner wordt ter hand genomen.
Voortzetting van een actief emigratiebeleid acht de Regering geboden.
Het landbouwbeleid blijft gericht op een zo groot mogelijke bijdrage van de landbouw in de nationale productie, met inachtneming van de bestaanszekerheid voor de werkers in deze bedrijfstak.
In het bijzonder door een consequente voortzetting en uitbreiding van het vestigings- en credietbeleid zal getracht worden de economische positie der middenstandsbedrijven zoveel mogelijk te verstevigen.
Op het gebied van de woningbouw zal gestreefd worden naar de bouw van tenminste 55.000 woningen.
Een passende verhoging van de huren zal aanhangig worden gemaakt met compensatie van kosten voor die groepen huurders, ten aanzien van welke dit mogelijk en nodig is.
Om de krotopruiming dienstbaar te maken bestrijding van werkloosheid, wanneer in komende jaren de bouwbedrijvigheid zou teruglopen, zal de voorbereiding van saneringsplannen worden ter hand genomen.
Het zal naar het oordeel van de Regering ook tijdens het komende begrotingsjaar geboden zijn een deel van de lopende inkomsten van het Rijk aan te wenden voor het dekken van kapitaalsuitgaven. Het is twijfelachtig of zonder deze financieringswijze de middelen voor de woningbouw en voor werken, noodzakelijk ook terwille van de werkgelegenheid, in voldoende mate zouden kunnen worden verkregen, terwijl het tevens aanbeveling verdient, de nog steeds hoge staatsschuld zo beperkt mogelijk te houden.
In verband met de zware lasten, die op de bevolking drukken, zal bij de uitgaven grote soberheid zijn te betrachten.
Naast de toenemende krachtsinspanning voor de verdediging en op materieel gebied komt de noodzaak tot behoud en versteviging van de geestelijke waarden van ons volk sterk naar voren. Voorzieningen, die hieraan dienstig kunnen zijn, zijn in de afgelopen jaren voorbereid en, wat betreft de vernieuwing van het onderwijs, ten dele reeds in de vorm van wetsontwerpen aan de Staten-Generaal voorgelegd. Het ligt in het voornemen de verdere uitwerking hiervan ook in de komende Regeringsperiode met voortvarendheid ter hand te nemen.
Voortgang zal worden gemaakt met het treffen van maatregelen, opdat de Nederlandse bevolking zoveel mogelijk aan de verschillende vormen van onderwijs, kunsten en wetenschappen deel kan hebben.
Onderzocht zal worden of voor leerlingen van de lagere school - wellicht voor alle leerplichtige leerlingen - het schoolgeld ware af te schaffen dan wel de regeling ware te vereenvoudigen. Tevens zal worden overwogen of meer belastingfaciliteiten nodig zijn voor kinderen, die in opleiding zijn, of ter tegemoetkoming in de kosten van eigen studie. Verruiming van studietoelagen zal worden bevorderd.
Aan de bemoeiingen van de overheid op het terrein van de vrije jeugdvorming zal een wettelijke basis zijn te geven.
Een wetsontwerp tot regeling van de omroep en een ontwerp van wet tot heffing van kijkgeld hoopt de Regering in dit zittingsjaar aan te bieden.
Ook overigens wacht op het gebied van de wetgeving Regering en Staten-Generaal een omvangrijke taak.
Naast de reeds genoemde wetsontwerpen zijn o.a. aanhangig een ontwerp inzake de omzetbelasting, dat heffing daarvan bij de detaillist wil beëindigen, een ontwerp op de vervreemding van landbouwgronden om het ontstaan van onrendabele bedrijven te voorkomen, benevens voorstellen betreffende herziening van het burgerlijk procesrecht en van de cassatieprocedure.
Nadere voorstellen aangaande het burgerlijk procesrecht worden voorbereid.
In verband met de voorgenomen herziening van het Burgerlijk Wetboek zullen in de vorm van vraagpunten een aantal principiële kwesties aan de Tweede Kamer ter behandeling worden voorgelegd.
Gestreefd wordt naar een spoedige indiening van wetsontwerpen betreffende een algemene regeling van de administratieve rechtspraak.
Een Staatscommissie zal een onderzoek instellen nopens in ons kiesstelsel aan te brengen wijzigingen. Voorts zal mede in verband met het vraagstuk van de samenvoeging van gemeenten de meest gewenste bestuursvorm voor de grote gemeenten in onderzoek worden genomen.
Een herziening der pensioenwetgeving is in voorbereiding.
Een definitieve regeling van de ouderdomsvoorziening, ook voor zelfstandigen, op de grondslag van de sociale verzekeringsgedachte zal worden voorbereid, zodra het advies van de Sociaal-Economische Raad is ontvangen.
Op dezelfde grondslag zal een definitieve regeling van de kinderbijslag voor zelfstandigen worden bevorderd. Vereenvoudiging van de administratie van de sociale verzekering en de belastingen wordt voorbereid.
De regeling van het ziekenfondswezen en de organisatie der gezondheidszorg zullen zijn te herzien.
Op het gebied van de landbouw zijn o.a. voorbereid een Landbouwarbeidswet, een Landbouwwet - ter vervanging van de zogenaamde crisiswetgeving - welke aangepast zal zijn aan de wetgeving inzake de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, en een herziening van de Pachtwet.
Een krachtige doorvoering van de bedrijfsorganisatie zal worden bevorderd, opdat deze binnen een redelijke termijn over de gehele linie van het bedrijfsleven wordt verwerkelijkt. Tevens zal bijzondere aandacht worden geschonken aan het vraagstuk van de bezitsvorming.
Steeds groter wordt de kring van problemen, die U ter beoordeling worden voorgelegd.
Niet alleen binnenlands, maar ook internationaal vragen voortdurend meer onderwerpen de aandacht van de Regering en Volksvertegenwoordiging.
Temidden van de dagelijkse zorgen en ingewikkelde problematiek wordt het steeds moeilijker het geheel te blijven overzien. Nog moeilijker is het tegenover de vraagstukken van deze tijd de nodige afstand te bewaren en aandacht te schenken aan verdieping van eigen inzicht.
Moge God U wijsheid schenken en Gij als goede vertegenwoordigers des volks in het komende zittingsjaar tot zegen van het Koninkrijk en - voor zover het in ons vermogen ligt - van de wereld werkzaam zijn.
Onder deze bede verklaar ik de zitting van de Staten-Generaal voor geopend.
16 september 1952