Eerste Kamerverkiezingen 1987

Met dank overgenomen van Parlement.com.

In de op 9 juni 1987 gekozen Eerste Kamer1 behielden regeringsfracties CDA en VVD samen slechts een meerderheid van 38 zetels. Dat kwam doordat de VVD vier zetels verloor. De partijen hadden hun lijsten verbonden2. Bij de voorafgaande Statenverkiezingen3 speelde de vraag of de regeringsfracties hun meerderheid zouden behouden een belangrijke rol. De kleine linkse partijen leden verlies, terwijl de PvdA juist fors won dankzij herstel ten opzichte van de Statenverkiezingen van 1982.

Inhoudsopgave

  1. Uitslag
  2. Gekozenen

1.

Uitslag

Partij

1987

1986

verschil

CDA4

26

26

0

PvdA5

26

17

+9

VVD6

12

16

-4

D667

5

6

-1

PPR8

1

2

-1

CPN9

1

2

-1

SGP10

1

2

-1

PSP11

1

2

-1

RPF12

1

1

0

GPV13

1

1

0

2.

Gekozenen

Nieuwe leden bij het CDA waren partijvoorzitter Wim van Velzen14, oud-CNV-voorzitter Harm van der Meulen15 en de hoogleraar openbare financiën Peter Boorsma16. De enige oud-minister was Roelof Kruisinga17. Senaatsvoorzitter en voormalig CDA-voorzitter Piet Steenkamp18 werd herkozen.

In de sterk gegroeide PvdA-fractie waren oud-regeringscommissaris Herman Tjeenk Willink19, de voormalige Tweede Kamerleden David van Ooijen20 en Eefje Klaassens-Postema21, en oud-VPRO-voorzitter en kunstkenner Jan Kassies22 opvallende namen. De PvdA-fractie bestond voor een derde uit vrouwen.

Door de stem van onder anderen vier Groningse VVD-Statenleden wist Loes Vonhoff23, echtgenote van de Groningse commissaris van de Koningin Henk Vonhoff24, haar zetel te behouden. Dat ging ten koste van de Limburger Frans Feij25. Fractievoorzitter Guus Zoutendijk26 was geen kandidaat meer. Nieuwe fractievoorzitter werd David Luteijn27. Oud-minister Leendert Ginjaar28 bleef lid.

Een nieuw lid bij D66 was de hoogleraar criminologie Peter Hoefnagels29. D66 was een lijstverbinding aangegaan met de PPR. Voor die partij bleef Bas de Gaay Fortman30 de enige senator. De CPN hield met de 27-jarige Fenna Bolding31 een vertegenwoordiger in het parlement. Voor de PSP was de planologe Titia van Leeuwen32 het enige Eerste Kamerlid.

Namens SGP, RPF en GPV bleven Driekus Barendregt33, Egbert Schuurman34 en Jan van der Jagt35 de vertegenwoordigers in de Senaat.

Overzicht

Neem contact op met de redactie van PDC voor een overzicht van de gekozenen.

 

Meer over

  • Eerste Kamerverkiezingen36

  • 1. 
    De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
     
  • 2. 
    Tot 2017 konden partijen die deelnamen aan Tweede Kamerverkiezingen en die in alle kieskringen een lijst hadden ingediend, als lijstencombinatie (lijstverbinding) meedoen. Een voorwaarde daarbij was dat ze dat in alle kieskringen deden. In het verleden waren de lijsten van SGP en ChristenUnie vaak verbonden, maar ook zijn er recent bijvoorbeeld ook lijstverbindingen geweest tussen PvdA, SP en GroenLinks.
     
  • 3. 
    Om de vier jaar worden de leden van de Provinciale Staten gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging. Aan deze verkiezingen kunnen, naast de landelijke politieke partijen, ook provinciale partijen meedoen. De leden van Provinciale Staten kiezen eens in de vier jaar de Eerste Kamer. Dat doen ze kort nadat ze zijn aangetreden. De laatste Provinciale Statenverkiezingen waren op 15 maart 2023.
     
  • 4. 
    Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
     
  • 5. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 6. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 7. 
    Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
     
  • 8. 
    De Politieke Partij Radikalen (PPR) was een radicaal-christelijke partij. De partij werd op 27 april 1968 opgericht door christenradicalen die zich hadden afgesplitst van vooral de Katholieke Volkspartij (KVP) en in mindere mate de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). In 1991 fuseerde de PPR met CPN, EVP en PSP tot GroenLinks.
     
  • 9. 
    De Communistische Partij van Nederland (CPN) was een communistische partij die na de Tweede Wereldoorlog veertig jaar lang (tot 1986) met een Eerste Kamerfractie en Tweede Kamerfractie vertegenwoordigd was in de Staten-Generaal. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in de periode 1946-1986 schommelde het zetelaantal van de CPN tussen de 2 en 10. De partij maakte altijd deel uit van de oppositie. Hoewel de CPN geen eigen jongerenorganisatie kende, was het Algemeen Nederlands Jeugdverbond (ANJV) politiek gezien nauw verbonden aan de CPN.
     
  • 10. 
    De SGP is een behoudende christelijke (reformatorische) partij aan de rechterkant van het politieke spectrum, die strikt volgens Bijbelse normen politiek wil bedrijven. Politiek leider van de SGP is Chris Stoffer. De partij werd opgericht op 24 april 1918 en is daarmee de oudste nog bestaande partij van Nederland.
     
  • 11. 
    De Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), opgericht in 1957, was een pacifistische partij, die tevens streefde naar hervorming van de maatschappij in socialistische zin. In 1990 fuseerde de partij met PPR, CPN en EVP tot GroenLinks.
     
  • 12. 
    De RPF was een protestants-christelijke partij die in 1975 ontstond en sinds januari 2000 samenwerkte met het GPV onder de naam ChristenUnie. Op 15 mei 2002 heeft de RPF ook niet meer zelfstandig aan de Tweede Kamerverkiezingen deelgenomen.
     
  • 13. 
    Het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) was een in 1948 gevormde protestants-christelijke partij, die zich baseerde op bijbelse normen. De partij was sterk verbonden met de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).
     
  • 14. 
    Voormalige topambtenaar van Onderwijs, die voorzitter van het CDA, senator en lid van het Europees Parlement was. Was, na leraar te zijn geweest, lange tijd werkzaam bij het Katholiek Pedagogisch Centrum en vervolgens plaatsvervangend directeur-generaal voortgezet onderwijs. Volgde in 1987 Bukman op als partijvoorzitter, nadat hij eerder voorzitter van het CDA in Noord-Brabant was. In de Eerste Kamer hadden Europese zaken en economische zaken zijn voornaamste belangstelling. Harde werker en goede organisator, die als partijvoorzitter echter niet zo'n sprankelende presentatie had en als technocraat te boek stond. Ontwikkelde zich in het Europees Parlement tot gezaghebbend specialist op het gebied van de liberalisering van de telecommunicatiemarkt, het Europese energiebeleid, R&D beleid en de toetreding van landen uit Midden- en Oost-Europa tot de EU.
     
  • 15. 
    Vakbondsbestuur en CDA-senator. Na bij de Hoogovens te hebben gewerkt, werd hij bestuurslid van de Christelijke Metaalbond en daarna bestuurder van het CNV. Was daarvan districtsbestuurder, secretaris en later acht jaar voorzitter. In die jaren kritisch volger van de kabinetten-Lubbers. Als woordvoerder sociale zaken en voorzitter van de vaste commissie Sociale Zaken een Eerste Kamerlid dat zich sterk betrokken voelde bij het wel en wee van werknemers en uitkeringsgerechtigden. Kon hierover indringend en met een zekere verbetenheid spreken.
     
  • 16. 
    Vriendelijke en voorkomende hoogleraar uit Twente, die zestien jaar een vooraanstaand lid van de CDA-Eerste Kamerfractie was. Financieel woordvoerder en specialist op het gebied van de volksgezondheid, die over beide beleidsterreinen met gezag sprak. Hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit Twente en daarvoor ambtenaar op het ministerie van Financiën. Was acht jaar voorzitter van de vaste commissie voor financiën en in 1999-2001 eerste ondervoorzitter van de Kamer. Had vele adviserende en bestuurlijke functies, zowel op het gebied van de volksgezondheid als op financieel en cultureel terrein.
     
  • 17. 
    Van huis uit doopsgezinde arts en christendemocratisch politicus wiens niet onopgemerkt gebleven politieke leven werd omlijst door een minder spraakmakende, maar glanzende ambtelijke loopbaan op het gebied van de volksgezondheid. Werd staatssecretaris op dat terrein in het kabinet-De Jong en daarna van verkeer en waterstaat in het kabinet-Biesheuvel. Als fractievooorzitter van de CHU speelde hij tijdens het kabinet-Den Uyl behendig op twee borden: oppositie voeren en tevens de eenheid bevorderen met regeringspartijen ARP en KVP in aanloop naar het CDA. Werd verrassend minister van Defensie in het kabinet-Van Agt I. Verzette zich als enige in het kabinet tegen de productie van de neutronenbom en trad daarom al na drie maanden af. Was daarna senator en vicepresident van de uitvoerende raad bij de Wereld Gezondheidsorganisatie. Riep in eigen kring soms weerstand op door een flinke mate van ijdelheid.
     
  • 18. 
    Katholieke hoogleraar en 'geestelijke vader' van het CDA. Leidde met groot enthousiasme en vasthoudendheid de federatie van KVP, ARP en CHU en het fusieproces van die drie partijen, dat in 1980 uitmondde in het CDA. Was aanvankelijk ondernemer in de conservenindustrie en daarna hoogleraar sociaal recht in Eindhoven. Leidde ook een pastoraal concilie over vernieuwing van de Nederlandse katholieke kerk. Stond enige jaren bekend als 'Rooie Piet', maar was wel de architect van het centrumrechtse kabinet-Biesheuvel. Politieke peetvader van Dries van Agt. Als Eerste Kamervoorzitter leidde hij de vergaderingen met kenmerkende roomse blijmoedigheid. Na zijn afscheid als Kamervoorzitter nog acht jaar 'gewoon' senator. Samenbindende figuur die overeenkomstig de leer van Thomas van Aquino inzet voor de publieke zaak als opdracht zag.
     
  • 19. 
    Politicus van PvdA-huize met veel gezag als topadviseur en kritisch beschouwer van politiek en bestuur. Topambtenaar ministerie van Algemene Zaken, die optrad als secretaris van achtereenvolgende kabinetsformateurs en jarenlang adviseur was van de minister-president. Regeringscommissaris reorganisatie rijksdienst. Hoogleraar bestuurswetenschappen. Als PvdA'er lid en voorzitter van de Eerste Kamer. Bepleitte een actievere rol voor de Eerste Kamer bij de bewaking van de kwaliteit van de wetgeving, ook Europees. Bijna vijftien jaar vicepresident Raad van State en in die positie de voornaamste adviseur van de koningin bij kabinetsformaties en zelf informateur in 1994, 1999, 2010, 2017 en opnieuw in 2021. Is sinds 2012 minister van staat.
     
  • 20. 
    Beminnelijke dominicaner pater in de PvdA-fracties in Tweede en Eerste Kamer. Geboren in het Westland en later werkend in Gelderland. Leunde sterk op de sympathie van de kiezers in zijn 'district', het Gelderse Rivierengebied. Een man van de basis. Deskundig op het gebied van het onderwijs en zeer betrokken op het minderhedenbeleid. Bracht (mede) enkele initiatiefwetten tot stand. Voorzitter van de Kamercommissies voor Onderwijs in beide Kamers. Zette zich sterk in voor de belangen van woonwagenbewoners en promoveerde later op een proefschrift over dat onderwerp. Woonde in een leefgemeenschap en verliet onverwachts de politiek toen hij tot provinciaal van de Dominicanen werd gekozen.
     
  • 21. 
    Eindhovense onderwijzeres die op vrij jonge leeftijd Tweede Kamerlid voor de PvdA werd. Haar ouders waren afkomstig uit Groningen, haar vader werkte bij Philips en was gemeenteraadslid in Eindhoven. Na in de Tweede Kamer drie jaar onderwijswoordvoerder te zijn geweest, werd zij wethouder van Eindhoven. Van de gemeenteraad maakte zij al vanaf haar 27e deel uit. In 1987 Eerste Kamerlid en woordvoerder volkshuisvesting, het terrein waarmee zij zich ook als wethouder had beziggehouden.
     
  • 22. 
    PvdA-senator die veel belangrijke functies bekleedde in het culturele leven. Was directeur van de Federatie van Kunstenaarsvereniging, secretaris van de Raad voor de Kunst, directeur van de Amsterdamse Toneelschool en oprichter en directeur van een Instituut voor Theateronderzoek. Eind jaren zestig was hij enige tijd voorzitter van de VPRO, die toen in opspraak kwam vanwege omstreden radio- en tv-programma's. In de oorlog actief bij Vrij Nederland en veroordeeld tot dwangarbeid. In de PvdA-Eerste Kamerfractie gewaardeerd vanwege zijn bezadigde oordelen.
     
  • 23. 
    Uit Limburg afkomstige, hartelijke VVD-politica, die ruim dertien jaar lid was van de Eerste Kamer. Was maatschappelijk werkster in Amsterdam-Noord en gemeenteraadslid in de hoofdstad. In de Eerste Kamer onder meer woordvoerster cultuur en Antilliaanse zaken. Wist in 1987 via voorkeurstemmen haar zetel in de Senaat te behouden. Echtgenote van Henk Vonhoff.
     
  • 24. 
    Letterlijk en figuurlijk een bestuurlijk zwaargewicht in de VVD. Van huis uit geschiedenisleraar in Amsterdam. Was al op jeugdige leeftijd actief partijlid en liberaal propagandist. In 1967 Tweede Kamerlid (onderwijs- en defensie-woordvoerder) en vier jaar later staatssecretaris van onder meer sport, cultuur en natuurbehoud in het kabinet-Biesheuvel. Overvleugelde in die functie zijn minister (Engels). Goede, welsprekende debater, die met een krachtig stemgeluid overtuigend zijn standpunten naar voren bracht. Na zijn Haagse loopbaan als burgemeester en Commissaris van de Koningin een sterke bestuurder van de stad Utrecht en de provincie Groningen. Tevens buitengewoon hoogleraar, sportbestuurder en geschiedschrijver van zijn partij. Had een zekere voorkeur voor samenwerking met progressieven.
     
  • 25. 
    Katholieke Limburgse dorpsburgemeester, die in 1971 overstapte van de KVP naar de VVD en kort daarna voor die partij Eerste Kamerlid werd en als burgemeester promoveerde naar grotere gemeenten. Autoritair bestuurder die herhaaldelijk het middelpunt was van affaires en rellen. Woordvoerder over binnenlandse zaken, die een belangrijke rol speelde bij de grondwetsherziening. Stemde in 1976 tegen het VVD/PvdA initiatiefwetsvoorstel inzake abortus, maar in 1981 onder druk van zijn partij wel vóór het wetsvoorstel van de ministers De Ruiter en Ginjaar. Eindigde zijn burgemeestersloopbaan in Breda en was daarna voorzitter van de belangenorganisaties van het beroepsvervoer.
     
  • 26. 
    Wetenschapper en ondernemer die ruim zes jaar de VVD-senaatsfractie leidde. Werkte bij Shell en was later topman van verzekeringsmaatschappij Delta Lloyd. In Leiden hoogleraar wiskunde. Hield zich in de Eerste Kamer vooral met onderwijs en economische zaken bezig. Stuurde in 1980 na het aftreden van minister Andriessen tevergeefs aan op een breuk in het kabinet-Van Agt I. Werd zelf in 1987 als fractievoorzitter vervangen door Luteijn. Had veel belangstelling voor automatisering en leidde het Leidse universitaire rekencentrum. Beschouwende intellectueel. Stond te boek als 'links in de VVD', maar wees dat beeld zelf af. Pleitte wel steeds voor solidariteit, bescherming van de persoonlijke levenssfeer en zelfbeschikking.
     
  • 27. 
    Zeeuwse herenboer en landbouwvoorman. Nuchtere, zakelijke bestuurder uit Zeeuws-Vlaanderen. Actief in vele maatschappelijke functies, met name op het gebied van de landbouw. Landbouw-specialist en fiscaal woordvoerder, die in 1987 Zoutendijk opvolgde als fractievoorzitter. Speelde een voorname rol bij de breuk van de VVD met het tweede kabinet-Lubbers. Was na zijn politieke loopbaan enige tijd waarnemend Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland toen Commissaris Leemhuis-Stout was afgetreden vanwege de Ceteco-affaire.
     
  • 28. 
    Wat streng ogende, bedachtzame, maar tevens voorkomende en bescheiden scheikundige, die na een loopbaan bij TNO VVD-minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne in het kabinet-Van Agt I werd. Bracht als minister diverse milieuwetten tot stand, zoals de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne en de Wet geluidhinder. Daarnaast breidde hij wettelijke regelingen voor over de milieu-effectrapportage en bodembescherming. Regelde samen met minister De Ruiter de abortuskwestie. Nadien Eerste Kamerlid, fractievoorzitter van de VVD-senaatsfractie en VVD-voorzitter. Bekleedde die laatste functie ten tijde van het tweede kabinet-Lubbers en stuurde in 1989 aan op de val van dat kabinet. Speelde tevens een belangrijke rol bij de wisseling van het leiderschap van de VVD tussen Voorhoeve en Bolkestein. Zijn echtgenote was Tweede Kamerlid en staatssecretaris.
     
  • 29. 
    Hoogleraar criminologie en jeugdrecht in Rotterdam en D66-senator. Publiceerde veel, zowel populair wetenschappelijke werken over trouwen en echtscheiding, als romans en novelles. Als Eerste Kamerlid vooral actief op het terrein van de Antilliaanse en Arubaanse zaken. Opende zijn bijdrage aan de behandeling van de begroting van de Antillen altijd met een Antilliaans spreekwoord. Rechtsgeleerde met een opgewekt gemoed.
     
  • 30. 
    Voorman en later senator van de PPR en deskundige op het gebied van politieke economie. Stapte in 1970 als één van de weinige ARP-spijtstemmers over naar de PPR. Hoogleraar in Afrika, daarna jarenlang aan het Institute for Social Studies en vanaf 2000 aan de Universiteit Utrecht. In 1971 Tweede Kamerlid. Was op het eerste gezicht voor de wat jonge, hippe achterban een wat a-typisch PPR-lid, maar was bij hen populair. Leidde zijn partij in 1972 naar verkiezingswinst. Fractievoorzitter tijdens het kabinet-Den Uyl. Verruilde in 1977 de Tweede Kamer voor de Eerste Kamer, waarvan hij steeds meer een verdediger zou worden. Zoon van ARP-senator en minister W.F. de Gaay Fortman.
     
  • 31. 
    Jong CPN- en GroenLinks-Eerste Kamerlid; bij haar binnenkomst de tot dan jongste parlementariër in de geschiedenis. Hield zich in de Eerste Kamer bezig met uiteenlopende onderwerpen. Leidde in de periode 1990-1991 de eerste (gezamenlijke) GroenLinks-senaatsfractie. Voor haar Kamerlidmaatschap ambtenaar bij de Sociale Dienst van Lelystad en later werkzaam bij de provincie Flevoland. Werd in de periode dat zij Kamerlid was - als eerste 'senator' - moeder. Vriendelijke, maar met directheid optredende politica.
     
  • 32. 
    Ecologe bij de Provinciale Planologische Dienst die op 34-jarige leeftijd voor de PSP in de Eerste Kamer kwam. Was een jaar fractievoorzitter. Toen zij Eerste Kamerlid was, liet zij optekenen zich niet erg thuis te voelen in de wat deftige, grotendeels door oudere heren bevolkte Senaat. Ze vond zich toen ook niet altijd zeer serieus genomen. Verliet na vier jaar de Eerste Kamer, om ambtenaar te worden op VROM. Was later in de provinciale politiek actief voor GroenLinks. Afgevaardigde die met zachte stem over een veelheid van onderwerpen sprak.
     
  • 33. 
    Vriendelijke SGP-senator en boer die op authentieke wijze de standpunten van zijn partij uitdroeg. Was ook gemeenteraadslid in Barendrecht, Statenlid in Zuid-Holland en lid van de Rijnmondraad. Gerespecteerd door zijn medeleden vanwege zijn nuchtere, maar ook principiële kijk op de dingen. Krachtig stemgeluid en opvallend (IJsselmonds) accent. Maakte vaak speelse vergelijkingen en gebruikte bijzondere woordspelingen.
     
  • 34. 
    Vriendelijke senator van gereformeerden huize met een grote staat van dienst. Zat achtentwintig jaar in de Eerste Kamer, eerst als eenmansfactie (RPF) en later in gezamenlijkheid van RPF en GPV en als voorzitter van de ChristenUnie-fractie. Verwierf gezag als verdediger van de positie van de Eerste Kamer, waarbij hij in 1990 zelfs premier Lubbers interpelleerde. In zijn werkzame leven opereerde hij op het scheidsvlak van wetenschap en wijsbegeerte; hij was bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte in Delft, Eindhoven en Wageningen. Als voorzitter van de Kamercommissie voor Landbouw initieerde hij een debat over genetische modificatie en later gaf hij de aanzet voor een parlementair onderzoek naar privatiseringen.
     
  • 35. 
    Blijmoedige vertegenwoordiger van het GPV in de Eerste Kamer. In het dagelijks leven architect en als zodanig werkzaam in Enschede en Arnhem en directeur van een architectenbureau. Acht jaar partijvoorzitter van het GPV, een partij waarmee hij vanaf de oprichting verbonden was. Zat voor die partij ook in Provinciale Staten van Gelderland. Stond nogal afwijzend tegen samengaan met de RPF. Was altijd getooid met een vlinderdasje.
     
  • 36. 
    De 75 leden van de Eerste Kamer worden eens in de vier jaar door middel van 'getrapte verkiezingen' gekozen. Burgers kiezen de leden van de Provinciale Staten of kiescolleges en zij kiezen op hun beurt de leden van de Eerste Kamer. Dit gebeurt binnen drie maanden na de verkiezingen van de Provinciale Staten. Sinds een Grondwetswijziging in 2017 stemmen ook de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba over de samenstelling van de Eerste Kamer. Aangezien de bijzondere gemeenten geen Provinciale Staten hebben, gaat dit via afzonderlijk gekozen kiescolleges. In 2022 is er een vierde kiescollege toegevoegd, het kiescollege niet-ingezetenen. Door te stemmen voor dit kiescollege kunnen kiesgerechtigde Nederlanders die in het buitenland wonen, invloed uitoefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer.