Inbreng verslag (wetsvoorstel) Carla Dik-Faber inzake de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 - Hoofdinhoud
Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport met betrekking tot de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15
Onderwerp: Regels over het tijdelijk heffen van tol voor de gedeeltelijke bekostiging van de verbinding tussen de A15 bij Rozenburg en de A20 tussen Maassluis en Vlaardingen en de verbinding van de A15 tussen knooppunt Valburg en de A12 bij Zevenaar (Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15)
Kamerstuk: 34 189
Datum: 2 juni 2015
Inleiding
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 die het mogelijk maakt een tolheffing op de Blankenburgverbinding en de ViA15 te introduceren om zo bij te dragen aan de financiering van deze projecten. Deze leden hebben hierover nog wel enkele vragen.
Alternatieve routes en alternatieve tolscenario’s
Voor beide nieuwe verbindingen bestaat een gratis alternatief. De extra lasten van tolheffing treffen dus alleen gebruikers die kiezen voor de nieuwe verbindingen. Genoemde leden vragen of is doorgerekend wat de effecten zijn als veel meer reizigers dan verwacht de voorkeur blijven geven aan de bestaande verbinding. Deze leden betwijfelen of bestuurders van personenauto’s voor de Blankenburgverbinding zullen kiezen vanwege de nabijheid van de tolvrije Beneluxtunnel.
Is het denkbaar, zo vragen zij, dat de files rond de bestaande Beneluxtunnel in dat geval zo groot worden dat de A20 en/of de A15 vollopen en de reistijdwinst van de doorstroomroute van de Blankenburgverbinding wordt teniet gedaan door deze files op de aanvoerroutes van de Blankenburgverbinding? Genoemde leden vragen in dit verband een overzicht van de verwachte reistijdwinst in de spits van de Blankenburgverbinding bij verschillende verdelingen van het aantal passages over de twee tunnels tijdens de spits.
Ook vragen zij of het denkbaar is dat personenauto’s alleen voor de Blankenburgverbinding zullen kiezen bij files of calamiteiten. Zij vragen daarom wat de uitgangspunten zijn geweest bij het berekenen van de verwachte tolopbrengsten op deze verbinding. Is er gerekend met een vast percentage personenauto’s op de corridor dat gebruik zal maken van deze verbinding of is rekening gehouden met de capaciteit van de Beneluxtunnel op diverse tijdstippen.
Vooral het vrachtverkeer profiteert bij de Blankenburgverbinding van de kortere afstand en reistijd. Genoemde leden vragen daarom om voor de Blankenburgtunnel aan te geven wat het effect is voor de tolopbrengsten en de totale doorstroming van het verkeer in de gehele regio als alleen tol zou worden geheven op vrachtverkeer?
Genoemde leden constateren dat parallel aan de Blankenburgverbinding ook een veerdienst wordt aangeboden waarvoor moet worden betaald . Genoemde leden vragen of onderzocht is wat de gevolgen zijn voor de business case van deze veerdienst van de komst van de tunnelverbinding. Met name vragen zij of de komst van de tunnel gevolgen heeft voor de frequentie en tarieven voor fietsers en voetgangers die ook na de komst van de tunnel afhankelijk zijn van dit veer. Deze leden constateren dat op basis van de huidige tarieven een passage van auto’s via de tunnel straks goedkoper is dan een passage voor fietsers met het veer. Genoemde leden vragen of er afspraken zijn of zullen worden gemaakt voor behoud van een frequent aanbod veerverbindingen tegen redelijke tarieven voor voetgangers en fietsers.
Beprijzen
De leden van de ChristenUnie-fractie betreuren het dat betalen voor het gebruik op de rest van het wegennet geen onderdeel uitmaakt van de beleidsmix voor het verbeteren van de bereikbaarheid en dat de tol niet zal worden ingezet voor het sturen van verkeersstromen.
Nu wel tol op de twee genoemde verbindingen wordt geïntroduceerd zou volgens deze leden geëxperimenteerd kunnen worden met verschillende vormen van beprijzing. Genoemde leden zijn in dit verband blij dat differentiatie naar euro-klassen met dit wetsvoorstel in principe mogelijk wordt. Deze leden geven in overweging om ook experimenten met een spitstarief bij de tijdelijke tolheffing mogelijk te maken.
Genoemde leden vragen of onderzocht is of door een dergelijke differentiatie de jaarlijkse opbrengst van de tolheffing kan worden verhoogd zodat de tolheffing sneller kan stoppen dan de nu voorziene 25 jaar. Ook vragen zij of is onderzocht of door een dergelijke differentiatie bij gelijkblijvende tolopbrengst het gebruik van de nieuwe verbindingen kan worden gemaximaliseerd zodat de bestaande verbindingen maximaal worden ontlast.
Privacy
Mede vanuit privacy-overwegingen wordt het, naast het betalen via een gebruikersaccount, ook mogelijk om een eenmalige betaling te doen. Genoemde leden vragen op welke wijze bij eenmalige betaling de privacy beter is beschermd. In het wetsvoorstel is geregeld dat de geregistreerde gegevens na twee maanden worden verwijderd tenzij er sprake is van een nog te innen bestuurlijke boete. Tegelijk stelt de memorie van toelichting dat in verband met de privacy de gegevens van passages waarvan de betaling eenmalig is verricht kort na de betaling kunnen worden verwijderd. Genoemde leden geven in overweging het wetsvoorstel op dit punt te verduidelijken door expliciet te bepalen dat deze gegevens altijd direct worden verwijderd zodra de betaling is verricht. Volgens genoemde leden zou dit ook mogelijk moeten zijn bij automobilisten die gebruik maken van een gebruikersaccount tenzij zij hebben aangegeven via een opt-in methode dat zij hun gegevens langer wensen te bewaren. Zij vragen waarom het bij gebruikersaccounts niet mogelijk zou zijn gegevens na betaling direct te verwijderen?
Private partijen
Bij de registratie en inning van motorrijtuigen worden mogelijk private partijen betrokken. Daarom kan volgens de memorie van toelichting nog geen volledig beeld worden gegeven van de concrete wijze van bescherming van de privacy van de weggebruiker. Bij de uitwerking van de registratie- en inningsorganisatie zal echter volgens de memorie van toelichting met privacyaspecten rekening worden gehouden. De bescherming van persoonsgegevens zal een belangrijk element zijn in de eventuele aanbesteding(en). Het is van belang dat voorafgaand aan de aanbesteding(en) wordt aangegeven welke gegevensverwerkingen voor welk doel noodzakelijk zijn. Volgens genoemde leden dient er op dit punt voor de plenaire behandeling van dit wetsvoorstel duidelijkheid te zijn. Zij vragen op welke wijze de bescherming van de privacy bij het inzetten van private partijen zou kunnen verschillen. Wordt hier alleen bedoeld op technische of procedurele aspecten of is het mogelijk dat de mate van bescherming bij uitvoering door private partijen lager is dan bij uitvoering van registratie en inning door overheidspartijen? Genoemde leden maken zich op dit punt zorgen omdat in de memorie van toelichting wordt gesteld dat bij de uiteindelijke keuze voor de toep te passen techniek en vormgeving van de registratie- en inningsorganisatie een afweging gemaakt zal worden tussen de mate van bescherming van de persoonsgegevens, de administratieve lasten voor burgers en bedrijven, de doeltreffendheid en doelmatigheid van de heffing, inning, sanctionering en controle, en de kosten van het systeem. Hierbij zullen de wettelijke eisen uit de Wbp in acht worden genomen maar volgens genoemde leden hoort ook dan de verdere afweging gemaakt te worden in overleg met het parlement. Zij vragen deze afweging expliciet te maken bij de beantwoording in de nota naar aanleiding van het verslag. Indien dit niet mogelijk is vragen zij dit te onderbouwen en vragen zij of het mogelijk is het parlement bij deze verdere afweging te betrekken alvorens wordt overgegaan tot eventuele aanbesteding.
Betrouwbaarheid
Uit onderzoek uit 2005 blijkt dat bij de toenmalige stand van techniek het goed mogelijk is om onder vrijwel alle weersomstandigheden, zeer dichte mist en extreme sneeuwval uitgezonderd, de passerende kentekens zelfs bij hoge snelheden te registreren. De foto’s met kentekens kunnen voor 95 tot 98 procent automatisch herkend worden met speciale software. Genoemde leden vragen hoe de tolheffing zal werken bij extreme weersomstandigheden zoals dichte mist en extreme sneeuwval. Deelt de regering de mening dat de tol niet geheven dient te worden wanneer de betrouwbaarheid onder een bepaald percentage valt omdat in dergelijke situaties het onrechtvaardig is als de auto’s die wel goed kunnen worden geregistreerd wel moeten betalen en auto’s die niet goed worden geregistreerd niet hoeven te betalen?
Betalingsherinnering
Indien de tol niet binnen de vastgestelde termijn is betaald wordt een betalingsherinnering verstuurd. De kosten van de betalingsherinnering worden bovenop het toltarief in rekening gebracht. Deze vergoeding bedraagt op grond van de Awb (artikel 4:113) op dit moment € 7,–. Genoemde leden hebben vragen over dit tarief aangezien het feitelijke toltarief voor één passage veel lager is dan dit tarief. Zij vragen of de administratieve kosten voor het versturen van een aanmaning werkelijk zo hoog zullen zijn. Ook vragen deze leden of de regering bij het bepalen van de betaaltermijn rekening houdt met weggebruikers die voor langere tijd op vakantie gaan (bijvoorbeeld 3 à 4 weken)?
De beoogde wijze van betaling is geheel nieuw voor weggebruikers en geldt bovendien voor slechts twee (nieuwe) wegverbindingen. Het achteraf moeten betalen zal niet snel ‘in het systeem’ zitten bij automobilisten. Dit vraagt volgens genoemde leden niet alleen om goede communicatie, maar ook om coulance. Kan de regering nauwkeurig aangeven hoe zij de beoogde wijze van betaling ‘in het systeem’ van automobilisten denkt te krijgen?
Genoemde leden wijzen er op dat in andere situaties een aanmaning pas wordt verstuurd nadat eerst een gratis betalingsherinnering is verstuurd. Zij vragen het wetsvoorstel op dit punt aan te passen. Een belangrijke overweging om te kiezen voor een aanmaning in plaats van een factuur is dat het vanuit privacybescherming onwenselijk zou zijn dat NAW-gegevens, zonder instemming van de betrokkene, worden verwerkt zonder dat er sprake is van een overtreding. Genoemde leden hebben vragen bij dit argument omdat volgens het wetsvoorstel op allerlei manieren zal worden gecommuniceerd dat gebruik wordt gemaakt van een tolweg. Dat hierbij NAW-gegevens bekend worden is evident. Een factuur is bovendien klantvriendelijker dan het direct concluderen dat sprake is van een overtreding en het daarop sturen van een aanmaning. Het nadeel dat geen rechtsgang tegen de aanmaning openstaat wordt ondervangen door de klantenservice in staat te stellen een eventuele onjuiste toloplegging snel en eenvoudig te corrigeren en af te wikkelen. Genoemde leden zijn blij met deze maatregelen maar zijn wel van mening dat dit een goede communicatie vraagt zoals een schriftelijke bevestiging dat de aanmaning ongedaan is gemaakt. Zij vragen welke regels hierover worden vastgelegd.
Buitenlandse kentekens
Er wordt gestreefd om voor buitenlandse kentekenhouders die gebruik maken van de tolweg, zoveel mogelijk het aanmaken van een gebruikersaccount te bevorderen. Genoemde leden constateren dat bij een onbekende woon- of verblijfplaats van een kentekenhouder deze na een staande houding van het motorrijtuig direct een bestuurlijke boeten kan worden uitgereikt. Zij vragen of deze maatregel voor buitenlandse kentekenhouders zonder gebruikersaccount proportioneel is. Genoemde leden vragen of handhavers hierbij zelf kunnen afwegen of ze deze bestuurlijke boete uitdelen. Zij vragen ook of het mogelijk is om buitenlandse kentekenhouders bij een eerste staande houding deze boete niet uit te delen.
De regering onderzoekt de mogelijkheden om kentekengegevens internationaal uit te wisselen ten behoeve van de tolheffing, zoals deze mogelijkheid tot uitwisselen ook bestaat voor boetes voor bepaalde verkeersovertredingen op grond van de Cross Border Enforcement-richtlijn (2011/82/EU). Indien de mogelijkheid tot het uitwisselen van kentekengegevens is geregeld, kunnen aan buitenlandse weggebruikers aanmaningen (en boetes) worden toegestuurd op dezelfde wijze als voor Nederlandse weggebruikers. Genoemde leden vragen met welke landen in dit verband inmiddels wederzijdse afspraken zijn gemaakt.
Zij vragen ook of de regering de mening deelt dat een onvoldoende geloofwaardige handhaving van buitenlandse kentekenhouders, gezien het hoge aandeel buitenlandse vrachtauto’s op de Nederlandse wegen, een aantasting is van het gelijke speelveld in de transportsector en het draagvlak onder Nederlandse automobilisten? Deelt de regering de mening dat er daarom in ieder geval afspraken moeten worden gemaakt met de landen waarvan veel motorrijtuigen van de genoemde routes gebruik maken. Hoe realistisch is de uitgesproken verwachting dat er tijdig met voldoende Lidstaten bilaterale afspraken kunnen worden gemaakt over een effectieve inning van tolgelden en boetes voor buitenlandse kentekenhouders? Ook vragen deze leden hoe realistisch de aanname is dat de ILT, gezien de doorgevoerde bezuinigingen op deze dienst, via staandehouding een geloofwaardige handhaving van buitenlandse kentekens kan bewerkstelligen?
Westerschelde en Dordtse Kil
In de memorie van toelichting wordt beargumenteerd dat er geen relatie is tussen de voorgestelde tolheffing en de bestaande tolheffing bij de Westerscheldetunnel en de Tunnel Dordtse Kil onder meer omdat hier geen gebruik wordt gemaakt van een free-flow techniek. Genoemde leden vragen waarom er niet voor is gekozen bij deze verbindingen ook de free-flow techniek te introduceren om zo de hinder van reizigers te verminderen.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.