Inbreng verslag (wetsvoorstel) Carola Schouten inzake Wijziging van de Wet werk en bijstand teneinde de eis tot beheersing van de Nederlandse taal toe te voegen aan die wet (Wet taaleis WWB) - Hoofdinhoud
Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid ten behoeve van de Wet taaleis WWB
Onderwerp: Wijziging van de Wet werk en bijstand teneinde de eis tot beheersing van de Nederlandse taal toe te voegen aan die wet (Wet taaleis WWB)
Kamerstuk: 33 975
Datum: 15 september 2014
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel Wet taaleis WWB. Genoemde leden willen graag de onderstaande vragen ter beantwoording aan de regering voorleggen.
Algemeen
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om een toelichting van de regering welke meerwaarde de maatregelen in het wetsvoorstel hebben ten opzichte van de al bestaande mogelijkheden van gemeenten. Gemeenten kunnen bijstandsontvangers immers op grond van artikel 9 of artikel 18 WWB al verplichten om de voor de re-integratie op de arbeidsmarkt benodigde kennis van de Nederlandse taal te verwerven.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om verduidelijking of gemeenten al dan niet verplicht zijn om een voorziening aan te bieden om het gewenste taalniveau te bereiken. Als de gemeenten niet verplicht zijn een dergelijke voorziening aan te bieden, dan willen deze leden weten hoe de voorgestelde verlaging van de bijstandsuitkering bijdraagt aan het verwerven van de beoogde kennis van de Nederlandse taal door de bijstandsontvanger.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de regering er van uitgaat dat iedere bijstandontvanger het gewenste niveau van de Nederlandse taal kan bereiken. Hoe reëel is dit uitgangspunt dan van de regering, zo willen deze leden weten. Deze leden vragen op welke wijze er bijvoorbeeld rekening gehouden wordt met analfabetisme, dyslexie, verstandelijke beperking en leerproblemen onder de betrokken bijstandontvangers.
De leden van de ChristenUnie-fractie willen weten of de regering gemeenten bij de vormgeving van het wetsvoorstel heeft geconsulteerd. Zo ja, wat was de reactie van de gemeenten? Zo nee, waarom heeft er geen consultatie plaatsgevonden?
Praktische uitwerking
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen op basis waarvan de regering tot de voorgestelde kortingspercentages van 20, 40 en 100 procent is gekomen. Genoemde leden vragen een onderbouwing van de regering waarom zij de gehanteerde kortingspercentages, en in het bijzonder de korting van 100 procent, proportioneel acht. Leidt een korting van 100 procent juist niet tot nog grotere problemen bij o.a. de re-integratie op de arbeidsmarkt, zo willen deze leden weten. Deze leden willen tevens weten welke gevolgen de regering voor de schuldensituatie van mensen en het beroep op de schuldhulpverlening verwacht van de korting op de bijstandsuitkering.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen waarop de in het wetsvoorstel gehanteerde kortingsperiodes van zes maanden en één jaar zijn gebaseerd.
De leden van de ChristenUnie-fractie willen weten hoe een betrokkene nadat hij vanwege onvoldoende voortgang een korting op zijn uitkering heeft gekregen in een later stadium kan aantonen dat hij weer voldoende voortgang maakt. Kan de regering aangeven of voor de betrokkene bezwaar en beroep openstaat indien een gemeente geen of onvoldoende voortgang constateert, zo vragen deze leden.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de regering een nadere toelichting kan geven in welke gevallen het college af kan wijken van de in de wet gestelde regels voor de korting op de uitkering. Waarom heeft de regering de voorgeschreven korting niet als kan-bepaling in de wet opgenomen, zo vragen deze leden. Genoemde leden willen weten hoe de keuze van de regering zich verhoudt tot het streven van de regering naar meer beleidsvrijheid voor gemeenten.
Internationaal- en Europeesrechtelijke aspecten
De leden van de ChristenUnie-fractie stellen vast dat de regering de overgrote meerderheid van de autochtone Nederlandse analfabete bijstandsontvangers vrijstelt van de toets van hun kennis van de Nederlandse taal. Waarom wordt deze toets wel verplicht gesteld aan de groep bijstandsontvangers die vooral bestaat uit immigranten met en zonder de Nederlandse nationaliteit, zo willen genoemde leden weten. Deze leden vragen waarom er binnen deze groep geen rekening wordt gehouden met analfabetisme. Tevens vragen deze leden de regering om een nadere onderbouwing hoe dit verenigbaar zou zijn met het verbod op discriminatie op grond van ras in artikel 1 Grondwet, met het EVRM, het ESH en met het VN Verdrag tegen rassendiscriminatie.
Financiële effecten
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om een nadere toelichting waarop de geschatte structurele besparing op de uitkeringslasten van 5 miljoen euro en de uitvoeringskosten van 5 miljoen euro zijn gebaseerd. Kan de regering aangeven of er een kosten-baten analyse ten grondslag ligt aan het wetsvoorstel en welke afwegingen de regering dan hierbij heeft gemaakt, zo willen deze leden weten.
Artikelsgewijs
Artikel 18b
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de regering van plan is om de AmvB over de eisen aan de taaltoets voor te leggen aan de Kamer. Zo nee, waarom niet?
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.