Bizarre keuzes van kabinet in ouderenzorg - Hoofdinhoud
Dit stuk verscheen als column in het Nederlands Dagblad van 7 juli
Ongeveer twee weken geleden stond er een akelig bericht in de krant: 6 hoogbejaarde bewoners van aanleunwoningen van het Mr. Visserhuis in Den Haag kregen te horen dat ze, als ze dezelfde zorg willen houden op 1 januari 2016, moeten verhuizen vanuit hun aanleunwoning naar een ver-pleeghuis. Als ze niet willen verhuizen, moeten ze aankloppen bij de gemeente die door alle be-zuinigingen veel minder zorg zal leveren. Deze hoogbejaarde bewoners moeten dan bij familie om meer mantelzorg vragen. Hoe ze aan hun eten moeten komen, lijkt dus een eenvoudige vraag maar oplossing is gezien hun leeftijd complex. Daarnaast zijn deze bewoners holocaustoverlevenden, en hebben bijna geen of helemaal geen familie meer. In de krant stond het verhaal te lezen van mevrouw Wallis. Zij is 92 jaar oud en heeft geen kinderen. In haar aanleunwoning waren niet eens meer pannen te vinden, aangezien ze haar eten krijgt vanuit het verpleeghuis. Niet zo heel uitzonderlijk voor mensen van zo'n hoge leeftijd. Terecht ontstond er direct landelijke discussie. De staatssecretaris reageerde snel en stuurde de Tweede Kamer een brief waarin hij aangaf dat hij voor deze 6 bewoners contact op zou nemen met het zorgkantoor zodat zij in hun aanleunwoning konden blijven wanneer ze kozen voor het behouden van hun verpleeghuiszorg.
Er zijn in Nederland nog meer mensen die met dit soort zorg in aanleungwoningen wonen. In totaal zijn dit in Nederland ongeveer 2000 mensen. Zij wonen in een aanleunwoning vlakbij een ver-pleeghuis van waaruit ze de zorg krijgen via een zogenaamd Volledig Pakket Thuis (VPT). Door veranderd beleid kunnen mensen minder snel naar een verpleeghuis. Dat op zichzelf is te verde-digen. Maar deze mensen zijn niet zelden hoogbejaard en wonen al langer met zo'n VPT in een aanleunwoning. Je zou toch denken dat je deze mensen laat zitten, waar ze zitten. Door hun hoge leeftijd is de kans aanzienlijk dat ze of op enig moment geen gebruik meer maken van dit VPT. Of omdat ze komen te overlijden, of omdat ze zwaardere zorg nodig hebben en daardoor alsnog naar een verpleeghuis moeten. Het is voor deze hoogbejaarden mensen, hun familie en hun zorgverle-ners zeer ingrijpend om nu voor de keuze gesteld te worden van minder zorg krijgen óf je laten opnemen in een verpleeghuis. Het is naar mijn mening ook onnodig duur. Al maanden pleit ik ervoor dit anders te regelen. Eigenlijk een beetje zoals de staatssecretaris nu beoogt bij de bewoners van het Mr. Visserhuis. Laat ze met hun VPT in de aanleunwoning blijven. Het geeft deze mensen niet alleen de nodige rust, het is ook goedkoper voor de staatskas. Een VPT is namelijk goedkoper dan een verpleeghuisplek.
Ik diende dan ook in de laatste week voor het reces een motie in. Met complimenten naar de staatssecretaris voor zijn oplossing voor de bewoners van het Mr. Visserhuis vroeg ik de Tweede Kamer om een uitspraak te doen waarbij de staatssecretaris opgeroepen werd hetzelfde te regelen voor de andere 1994 bewoners van aanleunwoningen met VPT-zorg. Het mocht niet baten. Een kamermeerderheid stemde tegen mijn motie. Verdrietig ging ik het reces in. Dit was nu een kans voor de Kamer om ondoordacht beleid bij te sturen. Iedereen ziet direct dat dit op een andere ma-nier kan en moet.
Is het laatste woord hier dan over gesproken? Alles behalve dat. Ik weet van ouderen en zorgin-stellingen waar zij wonen die met hetzelfde probleem zitten. Die hebben tot op vandaag geprobeerd in relatieve stilte de politiek te overtuigen van een andere oplossing. Maar binnen niet al te lange tijd zal het gesprek met de bewoners en hun familie aangegaan moeten worden. Hier zitten ook ouderen bij die vorig jaar nog van een verpleeghuisplek na het zogenaamde scheiden van wonen en zorg overgegaan zijn op een VPT. Het is natuurlijk bizar dat ze binnen twee jaar weer een wijziging moeten verstouwen.
Daarom voorspel ik u, dat na de zomer meer van dergelijke verhalen naar buiten zullen komen. Tenzij de politiek bereid is om in te zien dat dit zo niet werkt. Het is contraproductief, onnodig duur en leidt tot willekeur. Immers, wanneer deze 1994 hoogbejaarde mensen kiezen voor verpleeg-huiszorg en dus voor een plek in een verpleeghuis, moet er vervolgens ook nog plek voor hen zijn. En het is nog maar de vraag voor wie dat beschikbaar is. Bizar....