Bijdrage Joël Voordewind aan het plenair debat over de Nederlandse bijdrage aan strijd tegen ISIS

Met dank overgenomen van J.S. (Joël) Voordewind i, gepubliceerd op maandag 6 juli 2015.

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie van Defensie aan een plenair debat met minister Hennis-Plasschaert van Defensie, minister Koenders van Buitenlandse Zaken en minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Onderwerp:   Debat over de Nederlandse bijdrage aan strijd tegen ISIS

Kamerstuk:    27 925

Datum:           2 juli 2015

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De gruwelijkheden van ISIS moeten worden gestopt en wel op een krachtigere en effectievere wijze dan tot nu toe het geval is. Daartoe leidt nu ook een volkenrechtelijk mandaat om in Syrië ISIS te bestrijden. Alleen ontbreken er nog een politiek draagvlak en een politieke strategie in Europa. Ook de fractie van de ChristenUnie is niet voor een alleingang van Nederland en wenst een heldere strategie voor wat we willen bereiken en hoe wij voorkomen dat de burgerbevolking bij het ingrijpen nog slechter af zal zijn. Dat is ook de grote les van het ingrijpen in Irak geweest. Op dit moment zijn er geen betrouwbare partners in Syrië te vinden waarmee wij op de grond kunnen samenwerken, behalve de Koerden. Zo blijkt ook uit ook uit het optreden van de Amerikanen, die de bombardementen en de luchtsteun nauw afstemmen met de Koerden in Syrië.

Inmiddels heeft de Britse minister van Defensie ook zijn voornemen uitgesproken om ISIS via de lucht te bestrijden in Syrië. Kent de minister van Buitenlandse Zaken deze overwegingen? Weet de minister wat zijn beweegredenen zijn en wat zijn visie op de politieke strategie is? Is de minister bereid hiernaar navraag te doen als hij dat nog niet weet en de Kamer hierover te informeren?

In mijn eerste termijn heb ik namens de ChristenUnie-fractie al gezegd dat het voor ons niet een kwestie was of de missie moet worden verlengd, maar op welke wijze dat moet gebeuren. ISIS moet effectiever bestreden worden dan tot nu toe het geval is geweest. De Koerden in zowel Irak als Syrië moeten daartoe beter worden uitgerust. In lijn hiermee heb ik met volle overtuiging de motie van de heer Knops medeondertekend. Als wij echt willen dat ISIS bestreden gaat worden, moeten de Koerden in Irak beter worden toegerust. Dat betekent meer munitie en betere bewapening. Dat geldt niet alleen voor de Koerden in Irak, maar ook voor de Koerden in Syrië. Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Europees Parlement 11 maart jl. een resolutie heeft aangenomen waarin wordt opgeroepen om de Koerden in Syrië te ondersteunen, dat de Amerikanen de luchtaanvallen met de Koerden in Syrië afstemmen en dat Nederland de gematigde krachten, waaronder de Koerden, met drie miljoen euro ondersteunt;

constaterende dat er inmiddels sprake is van een adequaat volkenrechtelijk mandaat conform artikel 51 VN-Handvest om ISIS ook in Syrië te bestrijden;

overwegende dat de Koerdische strijdkrachten binnen Syrië aangemerkt kunnen worden als gematigd, dat zij tot nu toe zeer effectief zijn gebleken in de strijd tegen ISIS en dat zij onder meer samenwerken met minderheden;

verzoekt de regering, de mogelijkheden te onderzoeken, en steun te verwerven bij bondgenoten, om de Koerden in Syrië verder te ondersteunen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Van der Staaij en Knops. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 555 (27925).

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Tot slot dien ik een motie in over de bescherming van de minderheden op de Ninivévlakte, een beetje in lijn met de motie van collega Van der Staaij.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de minister gaat onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor het ondersteunen van de Koerdische Regionale Regering en peshmerga in Irak in de strijd tegen ISIS;

constaterende dat de omstreden status van grote delen van de provincie Nineve en rivaliserende claims van de regering in Bagdad en de Koerdische Regionale Regering, sterk bijdragen aan het potentieel voor nieuwe gewelddadige conflicten, evenals gedwongen terugkeer of selectieve hervestiging van IDP's (ontheemden);

verzoekt de regering om bij het verkennen van mogelijkheden voor steun aan de Koerdische Regionale Regering, voorwaarden te stellen aan deze steun, waaronder het respecteren van het recht op terugkeer van ontheemden, alsook adequate bescherming van de ontheemden bij terugkeer naar de Ninive-vlakte,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 556 (27925).

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ter afronding. Nu de missie zal worden verlengd, mét steun van de ChristenUnie, wens ik hierbij de Nederlandse militairen die worden uitgezonden, heel veel sterkte en een behouden thuiskomst.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.