Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over bedrijven die flexkrachten ontslaan als gevolg van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) - Hoofdinhoud
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan een plenair debat met minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Onderwerp: Debat over bedrijven die flexkrachten ontslaan als gevolg van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ)
Kamerstuk: 33 818
Datum: 2 juli 2015
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik heb de minister dit weekend gemist. In het Reformatorisch Dagblad welteverstaan, want in alle andere kranten stond hij wel. De boodschap van de minister in de meeste van die interviews was dat hij de werknemer niet als een kostenpost wil beschouwen en dat flexwerkers recht hebben op een betere bescherming. Laat ik meteen maar duidelijk maken dat dit ook de reden is waarom wij de Wet werk en zekerheid hebben gesteund. Het is een terechte oproep van deze minister. We moeten werknemers inderdaad niet beschouwen als een post die met name kosten met zich meebrengt. Het gaat om de intrinsieke waarde van de werknemer en om wat hij kan betekenen voor een bedrijf. Gelukkig zie ik ook veel werkgevers die er op die manier naar kijken.
Dat kan echter niet verhullen dat de aanloop van deze wet nogal schoksgewijs is verlopen. Daar gaat meteen mijn vraag over. De minister geeft in de diverse interviews aan dat hij de wet gaat monitoren. Hij zal de jurisprudentie afwachten om te bezien hoe de wet wordt ingevoerd en of zich daarbij problemen voordoen. Ik vind dat een enigszins passieve houding. Heeft de minister er zicht op hoeveel mensen er min of meer gerelateerd aan de invoerdatum van deze wet ontslagen zijn? Weet hij wat voor effect deze wet al voor de ingangsdatum heeft gehad? Heeft hij dat al gemonitord? Ik wil daar graag meer van horen.
Wij hebben het reeds vaak gehad over de positie van de overheid zelf. Helaas bereiken mij nog steeds signalen dat het bij gemeenten en het Rijk nog niet overal even goed gaat. Bereiken deze signalen de minister ook? Is hij met mij van mening dat de overheid als eerste het goede voorbeeld moet geven door deze mensen wel een contract aan te bieden en ze niet naar huis te sturen omdat deze wet nu eenmaal ingaat? Graag krijg ik een concreet antwoord hierop.
Nu komen wij op het springende punt van vandaag, de seizoensarbeid. Er zijn inderdaad veel campinghouders die zich op dit moment een beetje in paniek afvragen wat zij moeten gaan doen. Ik zei al in een interruptie dat de minister heeft gezegd dat mensen met dit soort problemen van harte welkom zijn en dat hij samen met hen zal bekijken hoe die opgelost kunnen worden. Maar ik krijg signalen dat die werkgevers al langs zijn geweest bij de minister en dat hij vervolgens zei: ga eerst maar met de sociale partners bekijken hoe je daar moet uitkomen. Dat strookt volgens mij niet met de oproep van de minister zelf in al die kranten. Kan hij dat beamen? Wat gaat de minister wél zelf doen als de sociale partners er niet uit blijken te komen? Zojuist is er op NU.nl een interview verschenen met de heer Heerts, maar er zijn al langer gesprekken gaande. Dat weet de minister ook. Is de minister van plan om hier zelf in te stappen om zo een oplossing te genereren voor het specifieke geval van seizoensarbeid bij campings?
Nu kom ik op de rol van de sociale partners in het geheel. Ik heb al in eerdere debatten gezegd dat zij degenen waren die dit sociaal akkoord hebben gesloten. Zij kwamen overeen dat we bijvoorbeeld een transitievergoeding kregen en dat we naar flexcontracten van maximaal twee jaar gingen. Wij hebben hier intensieve discussies over gevoerd waarin wij onze twijfels hebben geuit. Want hoe gaat deze wet uitwerken? Dat vind ik nog steeds een ingewikkelde vraag. We zullen de vinger aan de pols houden. Is de minister wederom bereid om de sociale partners op hun verantwoordelijkheid aan te spreken? Hoe communiceren zij daarover met hun eigen achterban? Hoe acteren zij hierop?
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.