Standpunt PvdA over toekomst serviceflats - Hoofdinhoud
Jacques Monasch (PvdA) tijdens debat in de Tweede Kamer:
Voorzitter. Het zal je maar gebeuren op je oude dag. Je zit mooi in een serviceflat die je een jaar geleden hebt gekocht en je denkt dat je daar de rest van je leven prachtig kunt vertoeven, in een mooie omgeving. Gisteren was ik op bezoek in Park Boswijk in Doorn. Daar staat een dergelijke serviceflat waar de bewoners dachten op die manier gelukkig en in alle rust van hun oude dag te kunnen genieten. De schrik is hen echter om het hart geslagen en zij hebben nu stress en spanning, want de corporatie heeft samen met een projectontwikkelaar andere plannen. Je mag als bewoner kiezen: je krijgt nog €10.000 voor je appartement, of je moet verplicht meedoen voor €40.000 met het opknappen van je appartement, waarbij het appartement dat van jezelf is en dat je zelf hebt ingericht, heringericht moet worden volgens de eisen van de projectonwikkelaar. Zeg maar dag tegen de inbouwkeuken die je zelf gekocht hebt en zeg maar dag tegen de inrichting waarvoor je zelf gekozen hebt; anderen gaan bepalen hoe je appartement eruit zal zien. Dat kan niet en dat mag niet in Nederland, zeker niet als er een corporatie in het geding is.
De bewoners hebben niet stilgezeten. Wij hebben al vaker besproken of wij moeten ingaan op individuele gevallen of moeten spreken over het beleid in den brede. Ik kom aanstonds bij het bredere verhaal, maar de casus moet wel even goed geschetst worden, omdat die symbolisch is voor veel andere serviceflats. Niet voor niets is daarover een uitvoerig rapport verschenen van Platform31.
De bewoners hebben zoals gezegd niet stilgezeten. Zij zijn niet op hun stoel blijven zitten. Zij zijn op hun oude dag in beweging gekomen en hebben een eigen voorstel ingediend. Dat voorstel is iets minder ambitieus, met minder grote plaza’s en allerlei spiegels en kralen, maar wel in lijn met het complex waar zij al prettig wonen. Wie schetst echter onze verbazing: de vve wordt beheerst, gedomineerd door één partij. De eigen plannen van die ene partij, in dit geval de corporatie, worden er doorheen gedrukt. De vele anderen — in aantal veel meer — staan onmachtig tegen die ene corporatie.
In de plannen van de corporatie en de projectontwikkelaar staan niet de huidige bewoners centraal. Centraal staat de vastgoedstrategie van een corporatie en een projectontwikkelaar, zoals wij helaas vaker hebben gezien. De bewoners worden overgeslagen. Dat is de casus. Wij zijn hier echter niet om alleen maar één casus te bespreken, hoe schrijnend die ook is. Het gaat erom hoe wij in Den Haag kunnen leren van wat daar gebeurt, zeker als het op veel meer plekken voorkomt. En het komt op veel meer plekken voor, zoals blijkt uit het al door mij genoemde rapport van Platform31.
Ik heb drie vragen aan de minister. Wat denkt de minister te gaan doen aan de scheve machtsverhouding in de vve’s, zeker als dit kan leiden tot het opleggen van verplichte financiële investeringen, met alle gevolgen van dien voor de rest van de vve? Past het in de taak en de rol van corporaties om op deze manier met hun eigendom om te gaan? Er is een andere eigenaar in het genoemde complex die twintig woningen bezit, die hij voor €600 per maand verhuurt. Het is dus mogelijk om de woningen voor een betaalbare prijs te verhuren. Waarom doet de corporatie dat niet? Gaat de corporatie hier haar rol weer eens te buiten? Die vraag wil ik verbreden, want ik wil niet alleen maar spreken over de betaalbaarheid. Het gaat immers om koopwoningen. Moet hier niet veel meer in den brede naar de serviceflats gekeken worden? Welke plek kunnen zij innemen in het beleid van langer zelfstandig wonen? De minister heeft daar een aanjaagteam voor, maar het beleid van het kabinet is om ouderen langer zelfstandig te laten wonen. Dat geldt voor de huidige bewoners, maar ook voor de bewoners in de toekomst. Hier is een prachtige voorziening; waarom worden de serviceflats daar niet voor ingezet?
Ik had het graag willen hebben over het gesprek dat het aanjaagteam met de bewoners van deze serviceflat — en ik hoop ook andere bewoners — gevoerd heeft, maar dat gesprek moet nog plaatsvinden. Ik verwacht van het aanjaagteam dat het in zijn uitnodigingenbeleid zorgdraagt voor een brede vertegenwoordiging. Aanvankelijk was er een uitnodigingsbeleid dat uitging van veel mensen van de corporatie en één bewoner, maar dat is gelukkig op tijd rechtgetrokken. Ik ga ervan uit dat het aanjaagteam, dat ons via de minister zal adviseren, een gesprek aangaat waarbij alle belangen goed vertegenwoordigd zullen zijn.