Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34210 VIII - Wijziging begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2015 (Voorjaarsnota).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 01-06-2015 |
Publicatiedatum | 01-06-2015 |
Nummer | KST34210VIII2 |
Kenmerk | 34210 VIII, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 210 VIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2015 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1.
Leeswijzer
2.
Het beleid
2.1.
Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten
2.2.
Beleidsartikelen
2.3.
Niet-beleidsartikelen
-
1.Leeswijzer
In deze 1e suppletoire begroting van OCW zijn de effecten van besluiten van het Kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet moet dan ook in samenhang worden bezien met de Voorjaarsnota. Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting 2015 een uitgavenpeil van € 36,2 miljard geraamd.
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemeen deel bevat een overzicht van de belangrijkste suppletoire mutaties (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting (paragraaf 2.2 en 2.3). Op de beleidsartikelen worden alleen de mutaties groter dan € 2,5 miljoen toegelicht.
-
2.Het beleid
2.1 Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties
In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire mutaties weergegeven. Daaronder worden de mutaties toegelicht.
Tabel 1 Belangrijkste suppletoire mutaties 2015 (x € 1 miljoen)
Artikelnr.
Uitgaven
Ontvangsten
Stand oorspronkelijk vastgesteld begroting 2015
36.032,1
1.256,7
Belangrijkste suppletoire mutaties:
1
Leerlingen- en studentenontwikkeling
diverse
75,1
-
-6,4
2
Bijstelling autonome raming studiefinanciering
11, 12, 13
79,4
11,4
3
Correctie vooruitbetalingen
4, 15
-
-184,0
-
4
Eindejaarsmarge 2014/2015
diverse
126,8
-
5
Kasschuiven
diverse
-
-29,4
-
6
Generieke digitale infrastructuur (GDI)
diverse
-
-5,6
-
7
Rente studiefinanciering
11
-
-
-40,3
8
Niet kaderrelevante mutaties
11,12
-
-103,0
43,8
9
Loon- en prijsbijstelling tranche 2015
91
166,3
-
10
Overige mutaties
diverse
10,8
9,4
Stand 1e suppletoire begroting 2015
36.168,6
1.274,6
Bovenstaande uitgaven- en ontvangstenmutaties hebben een meerjarige doorwerking.
Toelichting:
1.
Uit de referentieraming leerlingen- en studentenaantallen 2015 blijkt dat het aantal leerlingen en studenten in 2015 per saldo hoger is dan de in de OCW-begroting 2015 verwerkte referentieraming 2014. Onderstaande tabel geeft de verdeling per sector weer:
Tabel 2 Leerlingen- en studentenontwikkeling (x € 1 miljoen)
Artikelnr.
Omschrijving
2015
1
Primair onderwijs
6,0
3
Voortgezet onderwijs
28,3
4
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1,2
6
Hoger beroepsonderwijs
18,9
7
Wetenschappelijk onderwijs
30,4
11,12,13
Studiefinanciering
-
-9,7
Subtotaal uitgaven
75,1
12, 13
Minus: Lesgeldontvangsten en WTOS ontvangsten
-
-6,4
Totaal leerlingen- en studentenontwikkeling
81,5
2.
De raming voor studiefinanciering laat hogere kaderrelevante uitgaven zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2015 verwerkte raming uit het voorjaar 2014. Dit is het gevolg van de verwerking van nieuwe uitvoeringsgegevens van DUO. De hogere uitgaven doen zich zowel voor bij de basisbeurs en de aanvullende beurs.
3 & 4.
In 2014 zijn diverse budgetten niet volledig tot besteding gekomen. Daartegenover zijn eind 2014 twee betalingen gedaan, die eigenlijk in 2015 hadden moeten plaatsvinden. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd met een brief over de technische mutaties jaarafsluiting 2014.
De middelen die in 2015 vrijvallen doordat de twee betalingen reeds in 2014 zijn gedaan (totaal € 184,0 miljoen) worden overgeboekt naar artikel 91 Nominaal en onvoorzien. Na correctie van de negatieve eindejaarsmarge van vorig jaar (- € 57,1 miljoen), blijft er een eindejaarsmarge over van € 126,8 miljoen. Een deel van deze eindejaarsmarge wordt ingezet voor overlopende verplichtingen van 2014 naar 2015.
5.
Deze post bestaat uit diverse overlopende verplichtingen op de OCW-begroting, voor onder andere Caribisch Nederland (- € 18,9 miljoen), flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (- € 6,0 miljoen) en het cultuurstelsel 2017-2020 (- € 6,0 miljoen). Deze middelen worden doorgeschoven naar latere jaren.
6.
Dit betreft de bijdrage van OCW aan de voorzieningen binnen de generieke digitale infrastructuur (GDI).
7.
De raming voor studiefinanciering laat lagere renteontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2015 verwerkte raming uit het voorjaar 2014. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de neerwaarts bijgestelde rentevoet.
8.
De raming voor studiefinanciering laat lagere niet-kaderrelevante uitgaven en hogere niet-kaderrelevante ontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2015 verwerkte raming van het voorjaar 2014. Dit betreft de doorwerking van de realisaties in 2014. De lagere uitgaven doen zich onder andere voor bij de reisvoorziening en de rentedragende lening. De hogere ontvangsten betreffen aflossingen op leningen: vanwege de lagere rente wordt het aflossingsdeel in de terugbetalingen groter.
9.
De loon- en prijsbijstelling tranches 2015 zijn toegevoegd aan de OCW-begroting.
10.
De overige mutaties betreffen overboekingen van en naar andere departementen en desalderingen van uitgaven en ontvangsten.
2.2 Beleidsartikelen
Artikel 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vast-gestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
9.963.954
0
9.963.954
- 27.978
9.935.976
14.751
22.827
14.140
25.434
Waarvan garantieverplichtingen
Uitgaven
9.963.954
0
9.963.954
- 27.978
9.935.976
14.751
22.827
14.140
25.434
Waarvan juridisch verplicht
99,5%
99,8%
Bekostiging
9.413.110
0
9.413.110
- 7.562
9.405.548
14.697
23.501
17.984
29.136
•
Hoofdbekostiging
9.268.730
0
9.268.730
-
-8.402
9.260.328
13.602
23.301
17.784
29.136
-
Bekostiging Primair Onderwijs
9.255.775
9.255.775
-
-8.647
9.247.128
13.435
23.301
17.784
29.136
-
Bekostiging Caribisch Nederland
12.955
12.955
245
13.200
167
0
0
0
•
Prestatiebox
128.000
128.000
128.000
•
Aanvullende bekostiging
16.380
0
16.380
840
17.220
1.095
200
200
0
-
Conciërgeregeling
11.432
11.432
11.432
-
Subsidieregeling Passend Onderwijs
0
0
0
-
Overig
4.948
4.948
840
5.788
1.095
200
200
0
Subsidies
122.615
0
122.615
- 18.984
103.631
1.505
2.400
- 142
0
-
Regeling Onderwijsvoorziening jonggehandicapten
23.862
23.862
23.862
-
Nederlands onderwijs buitenland
13.355
13.355
13.355
-
Herstart en Op de Rails
0
0
0
-
Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek)
8.992
8.992
-
-1.912
7.080
-
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs
10.000
10.000
10.000
-
Overig
66.406
66.406
-
-17.072
49.334
1.505
2.400
-
-142
0
Opdrachten
11.344
11.344
- 1.324
10.020
- 50
- 37
- 37
- 37
Bijdrage aan agentschappen
28.431
0
28.431
- 121
28.310
- 1.414
- 3.037
- 3.665
- 3.665
-
Dienst Uitvoering Onderwijs
28.431
28.431
-
-121
28.310
-
-1.414
-
-3.037
-
-3.665
-
-3.665
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
15.981
0
15.981
13
15.994
13
0
0
0
-
Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds
5.716
5.716
13
5.729
13
0
0
0
-
Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheid
7.964
7.964
7.964
-
UWV
2.301
2.301
2.301
Bijdrage aan medeoverheden
361.550
0
361.550
0
361.550
0
0
0
0
-
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid
261.750
261.750
261.750
-
Convenant G37
95.000
95.000
95.000
-
Ondersteuning niet G37
4.800
4.800
4.800
Bijdrage aan sociale fondsen
10.923
0
10.923
0
10.923
0
0
0
0
-
Brede Scholen
10.923
10.923
10.923
Ontvangsten
1.661
1.661
1.661
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 7,6 miljoen verlaagd. De verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
-
-
-
-Een overboeking van bekostiging naar subsidies (€ 12,5 miljoen) voor het innovatiefonds en het doorbraakproject ICT.
-
-
-
-
-Een overboeking van artikel 1 naar artikel 3 (€ 5,5 miljoen) voor het verbeteren van de opleidingen voor leraren in het VMBO.
-
-
-
-
-Het budgettaire effect van de leerlingenraming (€ 6,0 miljoen). Uit de referentieraming leerlingen- en studentenaantallen 2015 blijkt dat het aantal leerlingen in het primair onderwijs in 2015 per saldo hoger is dan de in de OCW-begroting 2015 verwerkte referentieraming 2014. Dit wordt veroorzaakt door meer geboorten en een hoger immigratiesaldo.
-
-
-
-
-Een overboeking van structureel € 2,1 miljoen van VWS. Met de decentralisatie van de jeugdzorg is VWS niet langer verantwoordelijk voor de vaststelling van het aantal plaatsen bij onderwijsinstellingen verbonden aan de gesloten jeugdzorg. De zorgkosten gebaseerd op het aantal plaatsen 2014 worden structureel aan OCW overgeboekt.
-
-
-
-
-Toevoeging uit de eindejaarsmarge voor de overlopende verplichting voor Stichting Gewoon Anders (€ 1,2 miljoen). Vanwege uitvoeringssystematiek leidt deze verplichting uit 2014 pas in 2015 tot uitgaven.
-
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 19,0 miljoen verlaagd. De verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
-
-
-
-Een overboeking van € 20,9 miljoen van artikel 1 naar artikel 9. Vanuit het sectorakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de lerarenbeurs, zowel voor meer masters als voor het behalen van de brede bevoegdheid gym.
-
-
-
-
-Een overboeking van bekostiging naar subsidies van € 12,5 miljoen. Dit betreft de middelen voor het innovatiefonds en het doorbraakproject ICT (€ 12,5 miljoen).
-
-
-
-
-Een kasschuif van € 5 miljoen van 2015 naar 2016 en 2017. Voor het doorbraakproject ICT zijn incidenteel middelen beschikbaar. Het project heeft een looptijd van drie jaar met de daarbij behorende uitgaven. Door een kasschuif (€ 5 miljoen) naar 2016 en 2017 (€ 2,5 miljoen per jaar) worden de beschikbare middelen over de jaren verdeeld.
-
-
-
-
-Een overboeking van artikel 1 naar artikel 3 (€ 8,3 miljoen) voor diverse projecten, waaronder de (adaptieve) eindtoets (€ 3,9 miljoen), Passend onderwijs (€ 1,4 miljoen) en School aan Zet (€ 1,9 miljoen).
-
-
-
-
-Een kasschuif van € 2,8 miljoen van 2014 naar 2015. Voor een aantal projecten zoals onder andere Passend onderwijs, Excellentie en In balans is in totaal € 2,8 miljoen aan juridische verplichtingen doorgeschoven naar 2015.
-
Artikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
7.502.074
0
7.502.074
79.655
7.581.729
7.812
- 7.230
- 19.688
- 25.300
Waarvan garantieverplichtingen
1.425
1.425
Uitgaven
7.480.508
0
7.480.508
53.452
7.533.960
23.264
6.290
- 8.124
- 19.075
Waarvan juridisch verplicht
99,9%
99,9%
Bekostiging
7.341.604
0
7.341.604
29.191
7.370.795
23.740
9.326
- 2.194
- 13.758
•
Hoofdbekostiging
7.022.187
0
7.022.187
29.191
7.051.378
23.740
9.326
-
-2.194
-
-13.758
-
Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum
6.434.326
6.434.326
27.306
6.461.632
23.798
9.346
-
-2.174
-
-13.738
-
Bekostiging lichte ondersteuning
574.810
574.810
574.810
-
Bekostiging Caribisch Nederland
13.051
13.051
1.885
14.936
-
-58
-
-20
-
-20
-
-20
•
Prestatiebox
177.363
0
177.363
0
177.363
0
0
0
0
-
Regeling prestatiebox voortgezet onderwijs
177.363
177.363
177.363
•
Aanvullende bekosting
142.054
0
142.054
0
142.054
0
0
0
0
-
Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs)
2.741
2.741
2.741
-
Regeling leerplusarrangement, nieuwkomers en eerste opvang vreemdelingen
77.677
77.677
77.677
-
Regeling bekostiging kenniscentra voor leerwerktrajecten vmbo
250
250
250
-
Regeling functiemix VO Randstadregio's
61.386
61.386
61.386
Subsidies
59.937
0
59.937
11.276
71.213
736
- 364
- 2.713
- 2.100
-
Stichting Kennisnet (basissubsidie) PO, VO, BE
12.052
12.052
12.052
-
ICT-projecten
700
700
700
-
Beter presteren (Scholen aan Zet en Platform Beta en Techniek)
3.465
3.465
-
-1.000
2.465
-
Onderwijs Bewijs
1.363
1.363
1.363
-
Regionale verwijzingscommissies VO
6.985
6.985
6.985
-
Pilots zomerscholen
9.000
9.000
9.000
-
Overige projecten
26.372
26.372
12.276
38.648
736
-
-364
-
-2.713
-
-2.100
Opdrachten
1.582
0
1.582
- 30
1.552
0
0
0
0
-
In- en uitbesteding
1.582
1.582
-
-30
1.552
Bijdragen aan agentschappen
30.001
0
30.001
- 21
29.980
- 1.261
- 2.672
- 3.217
- 3.217
-
Dienst Uitvoering Onderwijs
30.001
30.001
-
-21
29.980
-
-1.261
-
-2.672
-
-3.217
-
-3.217
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
47.146
0
47.146
13.036
60.182
49
0
0
0
-
ZBO: College voor Toetsen en Examens
4.165
4.165
4.165
-
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen PO/VO/BVE (incl. examens)
42.981
42.981
13.036
56.017
49
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
238
0
238
0
238
0
0
0
0
-
GRAZ (ECML) en PISA
238
238
238
Ontvangsten
1.361
1.361
1.361
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 79,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 26,2 miljoen) wordt veroorzaakt door:
-
-
-
-Garantieverplichtingen aan onderwijsinstellingen die in 2015 zijn aangegaan en waar OCW garant voor staat.
-
-
-
-
-Bijstelling van de verplichtingenraming doordat een deel van de uitgavenmutaties voor 2016 reeds in 2015 wordt verplicht.
-
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 29,2 miljoen verhoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
-
-
-
-De realisatie van het aantal leerlingen is hoger dan de raming (+ € 28,3 miljoen).
-
-
-
-
-Overboekingen van en naar andere beleidsterreinen (+ € 0,9 miljoen).
-
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 11,3 miljoen verhoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
-
-
-
-Een overboeking van beleidsterrein 1 primair onderwijs van € 5,5 miljoen van NOA-middelen.
-
-
-
-
-Het saldo van diverse overboekingen van en naar andere beleidsterreinen (€ 5,8 miljoen).
-
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s.
Het budget voor de SLOA-instellingen wordt per saldo met € 13,0 miljoen verhoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
-
-
-
-Overboeking van beleidsterrein 1 primair onderwijs van € 4,9 miljoen inzake hun bijdrage aan het CITO en het SLO voor diverse projecten.
-
-
-
-
-Overboeking van beleidsterrein 4 beroepsonderwijs en volwasseneducatie inzake hun bijdrage aan het CITO voor de centraal ontwikkelde examens mbo (+ € 6,1 miljoen).
-
-
-
-
-Overige (+ € 2 miljoen).
-
Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
4.063.888
4.063.888
- 74.269
3.989.619
- 128.676
- 124.128
- 107.116
- 107.098
Waarvan garantieverplichtingen
415
415
Uitgaven
4.107.238
4.107.238
- 39.362
4.067.876
- 88.820
- 112.687
- 110.184
- 123.134
Waarvan juridisch verplicht
99,5%
99,7%
Bekostiging
3.724.131
0
3.724.131
- 45.616
3.678.515
- 95.278
- 130.253
- 139.549
- 142.931
•
Hoofdbekostiging
3.355.048
3.355.048
- 41.180
3.313.868
- 88.997
- 123.972
- 135.053
- 129.940
-
Bekostiging roc's/overige regelingen
3.220.435
3.220.435
-
-38.888
3.181.547
-
-90.183
-
-125.172
-
-136.253
-
-131.140
-
Bekostiging kbb's
69.650
69.650
-
-4.457
65.193
0
0
0
0
-
Bekostiging CaribischNederland
5.664
5.664
2.165
7.829
1.186
1.200
1.200
1.200
-
Bekostiging vavo
59.299
59.299
0
59.299
0
0
0
0
•
Prestatiebox
228.865
228.865
- 765
228.100
- 865
- 865
- 865
- 865
-
Kwaliteitsafspraken
228.865
228.865
-
-765
228.100
-
-865
-
-865
-
-865
-
-865
•
Aanvullende bekostiging
140.218
140.218
- 3.671
136.547
- 5.416
- 5.416
- 3.631
- 12.126
-
Schoolmaatschappelijk werk in het mbo
14.017
14.017
-
-73
13.944
0
0
0
0
-
Versterken centrale en uniforme toetsing
4.981
4.981
-
-4.981
0
-
-5.376
-
-5.376
-
-5.376
-
-5.376
-
RMC's
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Plusvoorzieningen overbelaste jongeren en wijkscholen
30.400
30.400
0
30.400
0
0
0
0
-
Programmagelden regio's
19.150
19.150
108
19.258
0
0
0
0
-
Convenanten met RMC-regio's
17.100
17.100
-
-35
17.065
0
0
0
0
-
Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo 2
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Leerlinggebonden financiering (LGF)
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Taal en Rekenen
0
0
0
0
0
0
0
0
-
School-ex 2.0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Regionaal Investeringsfonds
13.450
13.450
1.310
14.760
-
-40
-
-40
1.745
-
-6.750
-
Salarismix Randstadregio's
41.120
41.120
0
41.120
0
0
0
0
Subsidies
242.918
0
242.918
13.529
256.447
5.306
6.270
7.407
- 1.161
-
Subsidieregeling praktijkleren
209.000
209.000
-
-2.747
206.253
-
-2.500
-
-2.500
-
-2.500
-
-2.500
-
Actieplan Laaggeletterdheid
4.000
4.000
0
4.000
0
0
0
0
-
Pilots laaggeletterdheid
5.000
5.000
0
5.000
0
0
0
0
-
Sectorplan mbo-hbo techniek
3.800
3.800
-
-3.800
0
1.800
1.300
0
0
-
Netwerkscholen
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Loopbaanorientatie
2.100
2.100
0
2.100
0
0
0
0
-
Overige projecten
19.018
19.018
20.076
39.094
6.006
7.470
9.907
1.339
Opdrachten
4.294
0
4.294
1
4.295
0
0
0
0
-
In- en uitbesteding
4.294
4.294
1
4.295
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
18.141
0
18.141
4.283
22.424
3.555
2.720
1.382
1.382
-
Dienst Uitvoering Onderwijs
18.141
18.141
17
18.158
1.055
220
-
-1.118
-
-1.118
-
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
0
0
4.266
4.266
2.500
2.500
2.500
2.500
Bijdrage aanmedeoverheden
112.515
0
112.515
- 9.556
102.959
- 7.064
3.200
15.200
14.200
-
Caribisch Nederland
25.791
25.791
-
-11.256
14.535
-
-8.764
1.500
13.500
12.500
-
RMC's
32.425
32.425
0
32.425
0
0
0
0
Educatie
54.299
54.299
1.700
55.999
1.700
1.700
1.700
1.700
Bijdrage aan sociale fondsen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Participatiebudget
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
5.239
0
5.239
- 2.003
3.236
4.661
5.376
5.376
5.376
-
College voor Examens
332
332
218
550
0
0
0
0
-
Wet SLOA
4.907
4.907
-
-2.221
2.686
4.661
5.376
5.376
5.376
Ontvangsten
0
0
0
6.500
6.500
3.000
3.000
3.000
3.000
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 74,7 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt met name veroorzaakt door:
-
-
-
-In 2015 wordt € 41,1 miljoen overgeboekt naar artikel 91 en worden de uitgaven op artikel 4 met dit bedrag verlaagd. Dit leidt niet tot een verplichtingenmutatie.
-
-
-
-
-Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van de jaarlijkse doorrekening van de referentieraming en het berekenen van het macrobudget voor het mbo op basis van de definitieve telling vanaf 2016. De verplichtingen voor deze gedaalde uitgaven worden in 2015 aangegaan en de uitgaven worden in 2016 gerealiseerd.
-
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 45,6 miljoen verlaagd. De verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
-
-
-
-In 2014 is abusievelijk de regeling salarismix 2015 (€ 41,1 miljoen) uitbetaald aan de mbo-instellingen (2014-2015, 34 000-VIII, nr. 82). Deze betaling is begin 2015 verrekend met de rijksbijdrage. De middelen die in 2015 overblijven doordat de betalingen reeds in 2014 zijn gedaan, worden overgeboekt naar artikel 91 (zie ook de algemene toelichting).
-
-
-
-
-De jaarlijkse meerjarige doorrekening van de referentieraming 2015 leidt tot lagere aantallen mbo-studenten ten opzichte van de referentieraming 2014 en daarom wordt het macrobudget neerwaarts bijgesteld.
-
-
-
-
-De bekostiging voor de kbb’s is met € 4,5 miljoen verlaagd, omdat deze middelen aan het instrument subsidies worden toegevoegd en aan de SBB worden verstrekt voor het uitoefenen van de bovensectorale taken en het voorbereiden van de transitie van de wettelijke taken van de kbb’s naar de SBB.
-
-
-
-
-Aan de bekostiging Caribisch Nederland wordt in 2015 € 2,2 miljoen toegevoegd. Dit komt grotendeels door een stijging van het aantal mbo-studenten in Caribisch Nederland (€ 1,2 miljoen, zie ook de algemene toelichting) en een kasschuif van 2014 naar 2015 (€ 1 miljoen).
-
-
-
-
-Het instrument versterken centrale en uniforme toetsing wordt in 2015 met € 5,0 miljoen verlaagd. Deze middelen worden overgeheveld naar het instrument bijdrage ZBO/RWT ten behoeve van het Cito en Cvte en het instrument subsidies voor examinering.
-
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 13,5 miljoen verhoogd. Deze verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
-
-
-
-Vanuit de subsidieregeling praktijkleren wordt € 2,7 miljoen overgeboekt naar het instrument bijdrage aan agentschappen voor de uitvoeringskosten van deze regeling.
-
-
-
-
-Voor het sectorplan mbo-hbo worden middelen overgeboekt naar artikel 6 (Hoger Onderwijs) en vanwege een verandering in de liquiditeitsbehoefte vinden er kasschuiven naar 2016 en 2017 plaats (€ 3,1 miljoen).
-
-
-
-
-Er wordt € 4,5 miljoen overgeheveld van het instrument bekostiging voor subsidie aan de SBB.
-
-
-
-
-Via een kasschuif worden er middelen uit 2014 toegevoegd voor het NOA (€ 4 miljoen).
-
-
-
-
-Aan dit instrument worden middelen toegevoegd van het instrument bekostiging voor uitvoering en onderzoeken in het kader van de kwaliteitsafspraken en voor examinering (€ 4 miljoen).
-
-
-
-
-De uitgaven zijn met € 6,5 miljoen verhoogd als gevolg van desaldering van de ontvangsten.
-
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen wordt per saldo met € 4,3 miljoen verhoogd. Deze verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
-
-
-
-Er wordt via een kasschuif en vanuit het instrument subsidies een bedrag van € 4,3 miljoen toegevoegd voor de uitvoering van de subsidieregeling praktijkleren door RVO.
-
Bijdragen aan medeoverheden
Het budget voor bijdragen aan medeoverheden wordt per saldo met € 9,6 miljoen verlaagd. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door vertraging in het masterplan onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland, hierdoor kunnen betalingen pas later plaatsvinden.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 2 miljoen verlaagd. Er wordt € 3,9 miljoen toegevoegd uit versterken centrale en uniforme toetsing en er wordt een bedrag van € 5,9 miljoen overgeheveld naar artikel 3 (Voortgezet onderwijs) ten behoeve van Cito.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt in 2015 met € 6,5 miljoen verhoogd. De ontvangsten worden vanaf heden structureel geraamd op € 3 miljoen vanwege de jaarlijkse afrekeningen op verschillende subsidies en regelingen. De additionele ophoging van € 3,5 miljoen in 2015 wordt verklaard door de afrekening van de regeling Innovatiearrangement.
Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
2.782.940
- 4.000
2.778.940
44.090
2.823.030
6.224
- 18.728
- 27.581
- 42.456
Waarvan garantieverplichtingen
10.000
10.000
Uitgaven
2.774.109
- 4.000
2.770.109
17.286
2.787.395
18.976
- 1.143
- 17.893
- 27.268
Waarvan juridisch verplicht
99,9%
99,9%
Bekostiging
2.724.998
- 4.000
2.720.998
10.343
2.731.341
14.490
- 831
- 18.410
- 27.785
•
Hoofdbekostiging
2.548.885
-
-4.000
2.544.885
10.343
2.555.228
14.490
-
-831
-
-18.410
-
-27.785
-
Onderwijsdeel hbo
2.478.148
-
-4.000
2.474.148
10.343
2.484.491
14.490
-
-831
-
-18.410
-
-27.785
-
Deel ontwerp en ontwikkeling
69.253
69.253
69.253
-
Bekostiging postinitiële masteropleidingen hbo
1.484
1.484
1.484
•
Prestatiebox
176.113
0
176.113
0
176.113
0
0
0
0
-
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering
176.113
176.113
176.113
Subsidies
375
0
375
2.693
3.068
- 476
- 1.149
0
0
-
Regeling stimulering Bèta/techniek
0
2.758
2.758
-
-476
-
-1.149
-
Overig
375
375
-
-65
310
Opdrachten
100
0
100
65
165
0
0
0
0
-
Uitbesteding
100
100
65
165
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
29.529
0
29.529
1.250
30.779
1.250
250
250
250
-
NWO (Praktijkgericht onderzoek hbo)
27.154
27.154
1.250
28.404
1.250
250
250
250
-
NWO (Promotiebeurs voor leraren)
2.375
2.375
2.375
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
2.191
0
2.191
2.375
4.566
2.375
2.157
2.157
2.157
-
SKI 123 en NUFFIC
2.191
2.191
2.375
4.566
2.375
2.157
2.157
2.157
Bijdragen aan agentschapppen
16.916
0
16.916
560
17.476
1.337
- 1.570
- 1.890
- 1.890
-
Dienst Uitvoering Onderwijs
16.916
16.916
560
17.476
1.337
-
-1.570
-
-1.890
-
-1.890
Ontvangsten
1.213
1.213
1.213
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 44,1 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 26,8 miljoen) wordt veroorzaakt door:
-
-
-
-Garantieverplichtingen aan onderwijsinstellingen die in 2015 zijn aangegaan en waar OCW garant voor staat (€ 10,0 miljoen).
-
-
-
-
-Bijstelling van de verplichtingenraming doordat de uitgavenmutatie voor het jaar 2016 - overeenkomstig de bekostigingsregelgeving - in het jaar 2015 wordt verplicht. Daarom wordt deze verwerkt in het verplichtingenbudget 2015.
-
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 10,3 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van:
-
-
-
-een aanpassing op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen: € 18,9 miljoen (Referentieraming 2015: zie het algemeen deel);
-
-
-
-
-een intertemporele compensatie (voor 2015 - € 5,3 miljoen) om de beschikbare budgetten voor Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren) in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven;
-
-
-
-
-een overheveling van € 2,4 miljoen naar het instrument «bijdragen aan (inter)nationale organisaties» inzake het aandeel hbo in de herschikking van de middelen voor het EP-NUFFIC (zie toelichting hierna);
-
-
-
-
-diverse overige geringe mutaties (interne overboekingen) die het budget per saldo verlagen met € 0,9 miljoen.
-
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 2,7 miljoen verhoogd. Het betreft met name de middelen voor de regeling stimulering Bèta/techniek: enerzijds betreft dit het naar artikel 6 overgeboekte aandeel van artikel 4 (mbo) voor de Centra voor innovatief vakmanschap (€ 1,1 miljoen) en anderzijds is binnen artikel 6 een intertemporele compensatie (voor 2015 + € 1,6 miljoen) gepleegd om de beschikbare budgetten voor het Sectorplan mbo-hbo techniek in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven.
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 0,1 miljoen verhoogd.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen wordt per saldo met € 0,6 miljoen verhoogd, als gevolg van aanvullende ondersteuning door DUO op enkele projecten voor het hoger onderwijs (studielink en BRON-HO).
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 1,3 miljoen verhoogd, in verband met bijdragen van de Ministeries van EZ en IenM aan het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA voor het uitvoeren van onderzoek.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Tussen de Ministers van OCW en BH&OS is afgesproken dat de ODA-labeling (ODA: Official Development Assistance) van de subsidie aan de Stichting EP-Nuffic (per 1 januari 2015 zijn organisaties Nuffic en Europees Platform gefuseerd) met ingang van 2015 wordt omgezet in non-ODA. De consequentie hiervan is dat dit een verlaging betekent van het ODA-plafond van € 7,1 miljoen in 2015 en 2016 en voor de jaren vanaf 2017 van € 6,5 miljoen. Beide ministeries nemen de daaraan verbonden financiële compensatie elk voor de helft structureel voor hun rekening. Dat betekent dat in 2015
€ 3,6 miljoen wordt gecompenseerd tussen BH&OS en OCW; voor het jaar 2016 gaat het om hetzelfde bedrag, voor de jaren vanaf 2017 om een bedrag van € 3,2 miljoen.
De door OCW te leveren compensatie van in omvang dezelfde bedragen wordt bereikt door herschikking van middelen op de artikelen 6 (hbo) en 7 (wo).
Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
4.132.980
- 6.000
4.126.980
39.157
4.166.137
- 122
- 12.602
- 23.390
- 34.120
Waarvan garantieverplichtingen
Uitgaven
4.145.632
- 6.000
4.139.632
29.942
4.169.574
12.234
- 1.720
- 12.602
- 23.690
Waarvan juridisch verplicht
99,9%
99,9%
Bekostiging
4.114.307
- 6.000
4.108.307
32.109
4.140.416
14.609
437
- 10.445
- 21.533
•
Hoofdbekostiging
3.980.053
-
-6.000
3.974.053
32.109
4.006.162
14.609
437
-
-10.445
-
-21.533
-
Onderwijsdeel wo
1.631.636
-
-2.906
1.628.730
28.909
1.657.639
11.409
-
-2.763
-
-13.645
-
-24.733
-
Onderzoeksdeel wo
1.731.848
-
-3.094
1.728.754
3.200
1.731.954
3.200
3.200
3.200
3.200
-
Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek
616.569
616.569
616.569
-
Bekostiging tweede mastergraden in het wo
0
0
•
Prestatiebox
134.254
0
134.254
0
134.254
0
0
0
0
-
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering
134.254
134.254
134.254
Subsidies
4.954
0
4.954
0
4.954
0
0
0
0
-
Subsidieregeling Sirius programma 2
2.407
2.407
2.407
-
Subsidieregeling Libertas Noodfonds
265
265
265
-
Overig
2.282
2.282
2.282
Opdrachten
1.362
0
1.362
81
1.443
0
0
0
0
-
Uitbesteding
1.362
1.362
81
1.443
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
3.673
0
3.673
0
3.673
0
0
0
0
-
Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO)
3.673
3.673
3.673
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
21.336
0
21.336
- 2.248
19.088
- 2.375
- 2.157
- 2.157
- 2.157
-
Organisaties incl. o.a. NUFFIC maar excl. NVAO en SKI 123 (zie ook tabel 6.5 uit MJN 2015)
21.336
21.336
-
-2.248
19.088
-
-2.375
-
-2.157
-
-2.157
-
-2.157
Ontvangsten
16
16
16
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 39,2 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 9,2 miljoen) wordt veroorzaakt doordat de uitgavenmutatie voor het jaar 2016 - overeenkomstig de bekostigingsregelgeving - in het jaar 2015 wordt verplicht. Daarom wordt deze verwerkt in het verplichtingenbudget 2015.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 32,1 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van:
-
-
-
-een aanpassing op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen: € 30,4 miljoen (Referentieraming 2015: zie het algemeen deel);
-
-
-
-
-overboekingen van het Ministerie van EZ voor in totaal € 2,4 miljoen betreffende de programma’s Zwaartekracht en Alternatieven dierproeven;
-
-
-
-
-een intertemporele compensatie (voor 2015 - € 0,7 miljoen) om de beschikbare budgetten voor Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren) in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven;
-
-
-
-
-een overheveling van € 1,2 miljoen naar het instrument «bijdragen aan (inter)nationale organisaties» inzake het aandeel wo in de herschikking van de middelen voor het EP-NUFFIC (zie toelichting hierna);
-
-
-
-
-diverse overige geringe mutaties (interne overboekingen) die het budget per saldo verhogen met € 1,2 miljoen.
-
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 0,1 miljoen verhoogd, als gevolg van aanvullende ondersteuning door DUO op enkele projecten voor het hoger onderwijs.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Organisaties inclusief onder andere NUFFIC, maar exclusief NVAO en SKI 123 (zie ook tabel 6.5 uit MJN 2015)
Tussen de Ministers van OCW en BH&OS is afgesproken dat de ODA-labeling (ODA: Official Development Assistance) van de subsidie aan de Stichting EP-Nuffic (per 1 januari 2015 zijn organisaties Nuffic en Europees Platform gefuseerd) met ingang van 2015 wordt omgezet in non-ODA. De consequentie hiervan is dat dit een verlaging betekent van het ODA-plafond van € 7,1 miljoen in 2015 en 2016 en voor de jaren vanaf 2017 van € 6,5 miljoen. Beide ministeries nemen de daaraan verbonden financiële compensatie elk voor de helft structureel voor hun rekening. Dat betekent dat in 2015
€ 3,6 miljoen wordt gecompenseerd tussen BH&OS en OCW; voor het jaar 2016 gaat het om hetzelfde bedrag, voor de jaren vanaf 2017 om een bedrag van € 3,2 miljoen.
De door OCW te leveren compensatie van in omvang dezelfde bedragen wordt bereikt door herschikking van middelen op de artikelen 6 (hbo) en 7 (wo).
Artikel 8. Internationaal beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
HGIS-deel 2015
Verplichtingen
6.582
0
6.582
2.723
9.305
- 530
- 530
- 600
569
Uitgaven
11.235
0
11.235
923
12.158
70
70
0
0
1.039
Waarvan juridisch verplicht
77,50%
86,40%
Subsidies
1.739
0
1.739
0
1.739
0
0
0
0
364
-
Duitsland Instituut Amsterdamn (DIA)
725
725
725
-
Frans-Nederlandse academie (FNA)
0
0
-
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER)
600
600
600
-
Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur
364
364
364
364
-
overige incidentele subsidies
50
50
50
Opdrachten
205
0
205
0
205
0
0
0
0
0
-
Beleidsonderzoek en benchmarking
100
100
100
-
Incidentele Internationale activiteiten
105
105
105
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
8.841
0
8.841
923
9.764
70
70
0
0
225
-
OCW-vertegenwoordiging in het buitenland
135
135
135
135
-
EP-Nuffic
3.485
3.485
3.485
-
Nederlandse Taalunie
2.640
2.640
853
3.493
-
Europa College Brugge
30
30
30
-
Unesco
20
20
20
-
OESO CERI
76
76
76
-
Fulbright Center
368
368
70
438
70
70
-
DCIC Cultural Contact Point
90
90
90
90
-
Stichting Ons Erfdeel
185
185
185
-
Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training (voormalig Nationaal Agentschap Leven Lang Leren)
1.762
1.762
1.762
-
Programma's Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voorheen Agentschap NL)
0
0
-
Incidentele EU-programma's en activiteiten
50
50
50
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
450
0
450
0
450
0
0
0
0
450
-
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk V BuZa)
450
450
450
450
Ontvangsten
99
99
99
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 2,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 1,8 miljoen) wordt veroorzaakt door:
-
-Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een vierjarige verplichting aan Neth-ER (Netherlands house for Education and Research) met kasgevolgen in 2015-2018. De verplichtingenramingen voor de jaren 2016 t/m 2018 zijn overeenkomstig aangepast.
Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
257.146
0
257.146
18.717
275.863
- 2.292
- 875
- 849
- 849
Uitgaven
249.541
0
249.541
18.717
268.258
- 2.292
- 875
- 849
- 849
Waarvan juridisch verplicht
95,2%
97,2%
Bekostiging
24.168
0
24.168
- 844
23.324
0
0
0
0
•
Hoofdbekostiging
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Beloning LeerKracht lumpsum po/vo/bve
0
0
0
0
•
Prestatiebox
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Professionalisering po/vo/bve
0
0
0
•
Aanvullende bekostiging
24.168
0
24.168
-
-844
23.324
0
0
0
0
-
Functiemix VO Randstadregio's
0
0
0
-
Salarismix MBO Randstadregio's
0
0
0
-
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen
24.168
24.168
-
-844
23.324
-
G.O.- en vakbondsfaciliteiten po
0
0
0
Subsidies
198.125
0
198.125
19.465
217.590
- 1.889
- 100
0
0
-
Lerarenbeurs/zij-instroom
123.200
123.200
20.650
143.850
-
Impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo
27.300
27.300
-
-1.085
26.215
-
-1.789
-
Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen
17.100
17.100
17.100
-
Verankering academische opleidingsschool
2.640
2.640
2.640
-
InnovatieImpuls Onderwijs
1.000
1.000
1.000
-
Arbeidsmarkt-/kennisactiviteiten po
0
0
0
-
Onderwijscoöperatie
2.945
2.945
2.945
-
Open Universiteit (LOOK)
0
0
0
-
Promotiebeurs voor leraren
7.625
7.625
7.625
-
Projecten professionalisering
2.000
2.000
-
-100
1.900
-
-100
-
-100
-
Projecten regionale arbeidsmarktproblematiek
5.000
5.000
5.000
-
Caribisch Nederland
2.097
2.097
2.097
-
Overige projecten
7.218
7.218
7.218
Opdrachten
21.092
0
21.092
130
21.222
- 70
- 70
0
0
-
Onderzoek, ramingen en communicatie
3.847
3.847
130
3.977
-
-70
-
-70
-
Leraren- en schoolleiders
17.245
17.245
17.245
Bijdrage aan agentschappen
6.156
0
6.156
- 34
6.122
- 333
- 705
- 849
- 849
-
Dienst Uitvoering Onderwijs
6.156
6.156
-
-34
6.122
-
-333
-
-705
-
-849
-
-849
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Stichting Vervangingsfonds/Bedrijfs-gezondheid
0
0
0
Ontvangsten
6.000
6.000
6.000
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Subsidies
-
-Het budget voor de lerarenbeurs wordt in 2015 verhoogd met € 20,7 miljoen. Dit betreft de in het sectorakkoord PO afgesproken maatregel dat 30% van de leraren in 2020 een academische pabo of een masteropleiding heeft afgerond en de afgesproken maatregel «meer en betere gymlessen»: leraren die hun bevoegdheid willen halen om gym te geven kunnen hiervoor een beroep doen op de lerarenbeurs.
Artikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vast-gestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
4.246.402
0
4.246.402
- 28.912
4.217.490
- 142.880
- 189.551
- 209.149
- 258.351
Uitgaven
4.246.402
0
4.246.402
- 28.912
4.217.490
- 142.880
- 189.551
- 209.149
- 258.351
Waarvan juridisch verplicht
100%
100%
Inkomensoverdrachten
2.214.066
0
2.214.066
27.177
2.241.243
- 31.665
- 53.684
- 50.393
3.753
•
Basisbeurs
1.224.947
0
1.224.947
114.850
1.339.797
77.530
65.274
68.947
125.348
-
Gift (R)
1.053.070
1.053.070
15.704
1.068.774
-
-29.392
-
-70.909
-
-78.990
-
-103.996
-
Prestatiebeurs (NR)
171.877
171.877
99.146
271.023
106.922
136.182
147.938
229.344
•
Aanvullende beurs
690.044
0
690.044
35.929
725.973
19.397
13.269
16.081
16.304
-
Gift (R)
579.416
579.416
8.097
587.513
1.362
-
-4.361
-
-9.887
-
-20.882
-
Prestatiebeurs (NR)
110.628
110.628
27.832
138.460
18.035
17.631
25.968
37.186
•
Reisvoorziening
135.506
0
135.506
25.429
160.935
32.187
30.262
21.555
5.426
-
Bijdrage aan vervoersbedrijven (R)
414.922
414.922
-
-53.175
361.747
-
-55.375
-
-57.713
-
-59.251
-
-63.315
-
Gift (R)
577.661
577.661
22.023
599.684
15.682
8.873
-
-570
-
-17.705
-
Prestatiebeurs (R)
-
-857.077
-
-857.077
56.581
-
-800.496
71.881
79.102
81.376
86.446
•
Overige uitgaven
163.569
0
163.569
-
-149.031
14.538
-
-160.779
-
-162.489
-
-156.976
-
-143.325
-
Overige uitgaven relevant (R)
117.242
117.242
21.124
138.366
11.783
5.670
6.697
7.526
-
Overige uitgaven niet-relevant (NR)
46.327
46.327
-
-170.155
-
-123.828
-
-172.562
-
-168.159
-
-163.673
-
-150.851
Leningen
1.913.040
0
1.913.040
- 59.495
1.853.545
- 116.944
- 148.217
- 173.862
- 277.393
-
Rentedragende lening (NR)
1.723.876
1.723.876
-
-54.075
1.669.801
-
-111.500
-
-142.859
-
-168.403
-
-272.496
-
Collegegeldkrediet (NR)
189.164
189.164
-
-5.420
183.744
-
-5.444
-
-5.358
-
-5.459
-
-4.897
Bijdrage aan agentschappen
119.296
0
119.296
3.406
122.702
5.729
12.350
15.106
15.289
-
Dienst Uitvoering Onderwijs (R)
119.296
119.296
3.406
122.702
5.729
12.350
15.106
15.289
Ontvangsten
804.481
0
804.481
12.503
816.984
19.552
18.296
16.304
13.106
-
Ontvangen rente en relevant hoofdsom (R)
236.592
236.592
-
-39.540
197.052
-
-55.035
-
-80.369
-
-108.800
-
-140.827
-
Kortlopende vorderingen (R)
88.329
88.329
8.198
96.527
8.505
8.891
9.256
9.604
-
Terugontvangen hoofdsom (NR)
479.560
479.560
43.845
523.405
66.082
89.774
115.848
144.329
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting instrumenten (algemeen):
Het onderscheid relevant en niet-relevant is in onderstaande toelichting als uitgangspunt genomen. Relevant betekent relevant voor het begrotingstekort/EMU-saldo. De relevante uitgaven worden hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en door de omzetting van uitgekeerde prestatiebeurs in gift (na behalen van het diploma binnen 10 jaar). Onder de niet-relevante uitgaven vallen vooral de betalingen van prestatiebeurzen (zolang die nog niet omgezet zijn in een gift) en verstrekte rentedragende leningen.
De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op verstrekte studieleningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van rentedragende leningen.
De mutaties als gevolg van de bijstelling van het leerlingenvolume en de prijsbijstelling worden toegelicht in het algemene deel van deze 1e suppletoire begroting.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
In totaal wordt € 27,2 miljoen meer uitgegeven aan inkomensoverdrachten dan eerder geraamd. Dit is het gevolg van de volgende mutaties:
-
-
-
-De basisbeursuitgaven vallen hoger uit dan eerder geraamd. In 2015 wordt per saldo € 114,9 miljoen meer aan basisbeursuitgaven verwacht.
-
-
-
-
-Dit betreft € 15,7 miljoen meer relevante basisbeursuitgaven (gift). Bij de bol worden per saldo € 5,3 miljoen minder basisbeursuitgaven verwacht. De uitgaven basisbeurs bij de bol die direct als gift wordt verstrekt (niveau 1 en 2) dalen met € 12,3 miljoen; de relevante uitgaven basisbeurs als prestatiebeurs bol (niveau 3 en 4, voornamelijk omzettingen) vallen naar verwachting € 7,0 miljoen hoger uit. Bij het hoger onderwijs stijgen de relevante basisbeursuitgaven, merendeels als gevolg van meer omzettingen met € 21,0 miljoen, voornamelijk bij het hbo.
-
-
-
-
-De niet-relevante uitgaven basisbeurs (prestatiebeurs) stijgen met € 99,1 miljoen. Dit is voornamelijk het gevolg van een gewijzigde boekingssystematiek bij de niet relevante uitgaven. DUO is een andere boekingsmethode gaan hanteren bij het registreren van omzettingen van prestatiebeurs naar gift en rentedragende leningen. Dit resulteert in hogere niet-relevante uitgaven op omzettingen en lagere niet-relevante uitgaven op rentedragende leningen. Per saldo ontstaat er door de gewijzigde systematiek dus geen verschil.
-
-
-
-
-De uitgaven aanvullende beurs vallen per saldo € 35,9 miljoen hoger uit dan geraamd:
-
-
-
-
-Dit betreft € 8,1 miljoen meer relevante aanvullende beurs-uitgaven (gift en omzettingen). In lijn met de stijging van de uitgaven bij de basisbeurs stijgen ook de relevante uitgaven bij de aanvullende beurs.
-
-
-
-
-De niet-relevante uitgaven aanvullende beurs stijgen in 2015 met € 27,8 miljoen, voornamelijk vanwege de wijziging in de boekingssystematiek.
-
-
-
-
-De uitgaven voor de reisvoorziening stijgen in 2015 met € 25,4 miljoen:
-
-
-
-
-Dit is het gevolg van de volgende boekingen:
-
-
-
-
-een correctie van de inschatting voor de netto opbrengsten van het onterecht kaartbezit; lagere contractkosten als gevolg van dalende aantallen OV-kaart gerechtigden; lagere gemiddelde kaartprijzen waardoor de definitieve vergoeding 2014 lager uitvalt dan eerder geraamd en lagere nabetaling over 2014.
-
-
-
-
-Lagere niet-relevante prestatiebeurs-boekingen die als gevolg van de boekingssystematiek resulteren in hogere relevante uitgaven op dit artikelonderdeel.
-
-
-
-
-Meer omzettingen van niet-relevante prestatiebeurs-uitgaven naar OV-uitgaven in gift.
-
-
-
-
-De overige uitgaven vallen in 2015 € 149,0 miljoen lager uit dan geraamd:
-
-
-
-
-Van deze bijstelling is + € 21,1 miljoen relevant. Deze mutatie van de overige uitgaven geschiedt op basis van de realisaties over 2014 op dit artikelonderdeel.
-
-
-
-
-De niet-relevante overige uitgaven vallen € 170,1 miljoen lager uit. Met deze mutatie worden de technische bijstellingen op de verschillende onderdelen aangesloten. Ook lagere aantallen toekenningen van OV-kaarten zorgen hier voor een meevaller.
-
Leningen
Er wordt per saldo naar verwachting € 59,5 miljoen minder uitgegeven aan rentedragende leningen dan geraamd:
-
-
-
-De verwachte daling bij de uitgaven aan rentedragende leningen is ondermeer het gevolg van een lagere groei van het gemiddelde geleende bedrag wat blijkt uit de realisatiecijfers over 2014.
-
-
-
-
-De uitgaven aan collegegeldkrediet worden op basis van de realisaties over 2014 verlaagd.
-
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) wordt per saldo met € 3,4 miljoen verhoogd. Dit is grotendeels het gevolg van een intertemporele compensatie (al bij najaarsnota 2014 gemeld) van € 3,0 miljoen van 2014 naar 2015 vanwege herziening van het kasritme voor het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (PVS).
Ontvangsten
De ontvangstenraming wordt per saldo verhoogd met € 12,5 miljoen:
-
-
-
-Op basis van de realisatiecijfers over 2014 en de lagere rente worden de relevante rente-ontvangsten naar beneden bijgesteld. Samen met de relevante ontvangsten op de hoofdsom wordt per saldo - € 39,5 miljoen gemuteerd.
-
-
-
-
-Bij de kortlopende vorderingen worden € 8,2 miljoen meer ontvangsten verwacht.
-
-
-
-
-Op basis van de realisaties 2014 worden de verwachte niet-relevante ontvangsten met € 43,8 miljoen verhoogd. Dit betreft ontvangsten van direct verstrekte rentedragende studieleningen en in langlopende leningen omgezette prestatiebeurs-uitgaven.
-
Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
89.214
0
89.214
5.524
94.738
- 1.003
- 2.476
- 3.333
- 3.958
Uitgaven
89.214
0
89.214
5.524
94.738
- 1.003
- 2.476
- 3.333
- 3.958
Waarvan juridisch verplicht
100%
100%
Inkomensoverdrachten
71.644
0
71.644
5.592
77.236
- 124
- 582
- 1.039
- 1.655
•
TS 17-
0
0
0
6.600
6.600
500
0
0
0
-
Minderjarige deelnemers bol (R)
0
0
6.600
6.600
500
0
0
0
•
TS 18+
6.064
0
6.064
-
-164
5.900
-
-164
-
-164
-
-164
-
-164
-
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R)
4.576
4.576
-
-164
4.412
-
-164
-
-164
-
-164
-
-164
-
Deeltijd vo (R)
1.488
1.488
1.488
•
VO 18+
65.580
0
65.580
-
-844
64.736
-
-460
-
-418
-
-875
-
-1.491
-
Volwassenenonderwijs (vavo) (R)
6.031
6.031
-
-482
5.549
-
-238
148
470
410
-
Meerderjarige scholieren vo (R)
53.342
53.342
-
-121
53.221
197
-
-51
-
-775
-
-1.293
-
Meerderjarige scholieren vso (R)
4.954
4.954
63
5.017
-
-114
-
-210
-
-266
-
-303
-
STOEB/ALR (NR)
1.253
1.253
-
-305
948
-
-305
-
-305
-
-305
-
-305
Bijdrage aan agentschappen
17.570
0
17.570
- 68
17.502
- 879
- 1.894
- 2.294
- 2.303
-
Dienst Uitvoering Onderwijs (R)
17.570
17.570
-
-68
17.502
-
-879
-
-1.894
-
-2.294
-
-2.303
Ontvangsten
3.709
0
3.709
- 421
3.288
- 672
- 692
- 712
- 741
-
TS 17- (R)
269
269
19
288
-
-237
-
-220
-
-170
-
-141
-
TS 18+ (R)
703
703
-
-607
96
-
-607
-
-608
-
-608
-
-608
-
VO 18+ (R)
2.737
2.737
167
2.904
172
136
66
8
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
De raming inkomensoverdrachten wordt per saldo met € 5,6 miljoen verhoogd.
-
-
-
-In het Regeerakkoord is besloten de WTOS 17- (inkomensafhankelijke regeling voor ouders van groepen minderjarige leerlingen en minderjarige mbo’ers) budgettair onder te brengen in het kindgebonden budget voor ouders van kinderen van 16-17 jaar. In 2015 blijken zich voor deze regeling toch nog betalingen voor te doen. Een eerder naar het Ministerie van SZW overgeboekt bedrag van € 6,6 miljoen wordt daarvoor terugontvangen waarmee het budget voor 2015 voor deze regeling wordt verhoogd.
-
-
-
-
-Een verlaging van € 1,1 miljoen betreft het saldo van leerlingen- en prijsbijstellingsmutaties (zie het algemene deel voor de toelichting) en mutaties naar aanleiding van de realisaties 2014.
-
Artikel 13. Lesgelden
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
7.515
0
7.515
- 63
7.452
- 467
- 936
- 1.104
- 1.105
Uitgaven
7.515
0
7.515
- 63
7.452
- 467
- 936
- 1.104
- 1.105
Waarvan juridisch verplicht
100%
100%
Bijdrage aan agentschappen
7.515
0
7.515
- 63
7.452
- 467
- 936
- 1.104
- 1.105
-
Dienst Uitvoering Onderwijs
7.515
0
7.515
-
-63
7.452
-
-467
-
-936
-
-1.104
-
-1.105
Ontvangsten
246.227
246.227
- 3.627
242.600
- 5.431
- 21.064
- 27.359
- 24.212
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Ontvangsten
Lesgeld wordt gevraagd aan meerderjarige deelnemers in de beroepsopleidende leerweg van het middelbaar beroepsonderwijs en aan meerderjarige leerlingen in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs.
De raming van de lesgeldontvangsten wordt verlaagd met € 3,6 miljoen. Deze mutatie wordt grotendeels veroorzaakt door een verwacht lager aantal lesgeldplichtigen waardoor minder lesgeld wordt ontvangen.
Artikel 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
892.898
0
892.898
- 37.465
855.433
7.470
- 13.544
- 5.696
- 5.879
Waarvan garantieverplichtingen
629.000
629.000
0
629.000
0
0
0
0
Uitgaven
733.744
0
733.744
- 17.680
716.064
- 1.500
- 555
6.393
6.750
Waarvan juridisch verplicht
97,1%
97,4%
Bekostiging
614.211
0
614.211
9.024
623.235
29.259
23.118
29.431
29.431
-
Culturele basisinfrastructuur
480.811
0
480.811
-
-11.189
469.622
29.459
29.430
29.431
29.431
Vierjaarlijkse instellingen
327.558
327.558
-
-11.189
316.369
29.459
29.430
29.431
29.431
Vierjaarlijkse fondsen
153.253
153.253
0
153.253
0
0
0
0
-
Monumentenzorg
82.691
0
82.691
0
82.691
0
0
0
0
-
Archieven incl. Regionale Historische Centra
24.905
0
24.905
106
25.011
106
106
106
106
-
Investeringen huisvesting rijksgesubsidieerde musea
14.242
0
14.242
20.307
34.549
-
-106
-
-6.218
-
-106
-
-106
-
Cultuureducatie met Kwaliteit
10.000
0
10.000
0
10.000
0
0
0
0
-
Archeologie
1.562
0
1.562
-
-200
1.362
-
-200
-
-200
0
0
Subsidies
72.516
0
72.516
- 31.008
41.508
- 31.018
- 23.932
- 23.297
- 22.940
-
Verbreden inzet cultuur
8.687
0
8.687
300
8.987
1.300
1.300
1.300
1.800
-
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)
7.323
0
7.323
32
7.355
-
-1.000
0
0
0
-
Programma bibliotheekvernieuwing
25.942
0
25.942
-
-25.894
48
-
-25.894
-
-25.894
-
-25.894
-
-25.894
-
Programma leesbevordering
2.850
0
2.850
0
2.850
0
0
0
0
-
Programma CRISP
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Programma erfgoed en ruimte
8.000
0
8.000
-
-1.800
6.200
-
-2.000
0
0
0
-
Programma ondernemerschap
1.737
0
1.737
0
1.737
0
0
0
0
-
Specifiek cultuurbeleid
17.977
0
17.977
-
-3.646
14.331
-
-3.424
662
1.297
1.154
-
Regeling frictie- en transitiekosten culturele basisinfrastructuur 2009-2012
0
0
0
0
0
0
0
0
Opdrachten
4.062
0
4.062
488
4.550
138
138
138
138
-
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis
4.062
0
4.062
488
4.550
138
138
138
138
Bijdrage aan agentschappen
39.710
0
39.710
3.695
43.405
0
0
0
0
-
Nationaal Archief
39.710
0
39.710
3.695
43.405
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
3.245
0
3.245
121
3.366
121
121
121
121
-
Uitvoering internationale verdragen
2.310
0
2.310
55
2.365
55
55
55
55
-
Uitvoering internationale contributies
875
0
875
66
941
66
66
66
66
-
Europese samenwerking
60
0
60
0
60
0
0
0
0
Ontvangsten
780
0
780
1.907
2.687
0
0
0
0
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 37,5 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
-
-
-
-Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een hogere huisvestingssubsidie aan het Rijksmuseum Amsterdam, na afronding van de verbouwing, voor de resterende jaren van de huidige basisinfrastructuur 2013-2016. Om deze subsidieverplichting te kunnen aangaan, is de verplichtingenruimte in 2014 verhoogd ten laste van 2015 (€ 7,2 miljoen) en 2016.
-
-
-
-
-Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van de meerjarige verplichting voor de cultuurkaart, die is aangegaan in 2014. Om deze verplichting te kunnen aangaan, is de verplichtingenruimte in 2014 verhoogd ten laste van 2015 (€ 4,9 miljoen) tot en met 2020.
-
-
-
-
-Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van aanpassing van de subsidies in de huidige basisinfrastructuur 2013-2016 met loon- en prijsbijstelling. Om deze meerjarige verplichtingen te kunnen aangaan, is de verplichtingenruimte in 2014 verhoogd ten laste van 2015 (€ 4,5 miljoen) en 2016.
-
-
-
-
-Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van nog enkele meerjarige verplichtingen die zijn aangegaan in de loop van 2014 en waarvoor de verplichtingenruimte bij najaarsnota 2014 is opgehoogd, gedeeltelijk ten laste van het jaar 2015 (€ 3,2 miljoen).
-
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
-
-
-
-Het budget voor vierjaarlijkse instellingen in de basisinfrastructuur wordt per saldo met € 11,2 miljoen verlaagd. Belangrijkste reden is dat een bedrag van € 14,8 miljoen is overgeboekt aan begrotingsartikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid, in verband met subsidieverlening aan de Koninklijke Bibliotheek. Een nadere toelichting over de subsidie aan de Koninklijke Bibliotheek is opgenomen in de toelichting onder Subsidies. Omgekeerd is het budget voor de vierjaarlijkse instellingen in de basisinfrastructuur verhoogd met een bedrag van € 3,7 miljoen dat afkomstig is van begrotingsartikel 16. Het gaat hier om een bijdrage voor de subsidie aan Naturalis.
-
-
-
-
-Het budget voor investeringen huisvesting rijksgesubsidieerde musea wordt per saldo met € 20,3 miljoen verhoogd in verband met een reservering voor de effecten van het nieuwe huisvestingsstelsel.
-
Subsidies
-
-
-
-Het budget voor het programma bibliotheekvernieuwing wordt per saldo met € 25,9 miljoen verlaagd. De reden hiervoor is de inwerkingtreding van de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen per 1 januari 2015. Deze wet geeft een fundamentele positie aan de Koninklijke Bibliotheek in het landelijke openbare stelsel van bibliotheekvoorzieningen. De subsidiëring van de Koninklijke Bibliotheek wordt uitgevoerd via begrotingsartikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid. Daarom is naar dat begrotingsartikel € 25,9 miljoen overgeboekt ten behoeve van de Koninklijke Bibliotheek.
-
-
-
-
-Het budget voor specifiek cultuurbeleid wordt per saldo met € 3,6 miljoen verlaagd. Een bedrag van € 6 miljoen uit 2015 is doorgeschoven ten gunste van de nieuwe basisinfrastructuurperiode 2017-2020. Daarnaast zijn middelen toegevoegd uit het Programma erfgoed en ruimte.
-
Artikel 15. Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 15 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
996.075
0
996.075
1.000
997.075
Uitgaven
996.406
0
996.406
- 141.837
854.569
0
0
0
0
Waarvan juridisch verplicht
99,9%
99,9%
Bekostiging
991.549
0
991.549
- 141.632
849.917
0
0
0
0
-
Publieke Omroep (omroepinstellingen)
905.086
0
905.086
-
-128.845
776.241
0
0
0
0
Landelijke publieke omroep
751.216
751.216
-
-100.802
650.414
Wereldomroep
0
0
Regionale Omroep
153.870
153.870
-
-28.043
125.827
Minderhedenprogrammering
0
0
0
Bezuiniging Publieke Omroep (nog in te vullen)
0
0
-
Beheertaken landelijke publieke omroep
60.130
0
60.130
-
-11.459
48.671
0
0
0
0
Stichting Omroep Muziek
14.885
14.885
-
-3.213
11.672
Uitzenden en uitzendgereedmaken
24.962
24.962
-
-4.549
20.413
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG)
20.283
20.283
-
-3.697
16.586
-
Dotaties, bijdragen publieke omroep
30.360
0
30.360
-
-1.708
28.652
0
0
0
0
Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties
17.047
17.047
17.047
Stimuleringsfonds voor de Pers
2.185
2.185
2.185
Filmfonds van de omroep en Telefilm (COBO)
7.722
7.722
-
-1.434
6.288
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik)
1.900
1.900
1.900
Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON)
1.506
1.506
-
-274
1.232
Kabelraden
0
0
0
-
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve (AMR)
-
-4.853
0
-
-4.853
380
-
-4.473
-
Overige bekostiging media (uit rente AMR)
500
0
500
500
-
Basisinfrastructuur Cultuur 2013-2016
326
0
326
0
326
0
0
0
0
Vierjaarlijkse instellingen
326
326
326
Subsidies
920
0
920
0
920
0
0
0
0
-
Subsidies
920
920
920
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
3.902
0
3.902
- 205
3.697
0
0
0
0
-
Commissariaat voor de Media
3.902
3.902
-
-205
3.697
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
35
0
35
0
35
0
0
0
0
-
Uitvoering internationale contributies
35
35
35
Ontvangsten
190.500
0
190.500
1.000
191.500
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,0 miljoen verhoogd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
-
-De budgetten onder Bekostiging worden per saldo in totaal met € 141,6 miljoen verlaagd. Dit heeft voor € 142 miljoen betrekking op een correctie van een foutieve betaling in 2014. Deze betaling stond gepland voor 1 januari 2015 maar is vlak voor de jaarwisseling al in 2014 betaald. Hierdoor zijn de uitgaven op het instrument Bekostiging in 2014 € 142 miljoen en op het instrument Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s € 0,8 miljoen hoger uitgekomen dan geraamd. Met een brief van 3 februari 2015 «technische mutatie jaarafsluiting 2014» is de Tweede Kamer over deze mutatie geïnformeerd. De middelen die in 2015 overblijven doordat de betalingen reeds in 2014 zijn gedaan worden overgeboekt naar artikel 91 Nominaal en onvoorzien.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 1,0 miljoen verhoogd.
Artikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
951.909
0
951.909
- 1.390
950.519
- 2.822
- 2.486
- 3.343
- 3.435
Uitgaven
973.046
0
973.046
39.465
1.012.511
- 2.922
- 2.841
- 2.493
- 3.343
Waarvan juridisch verplicht
99,8%
99,8%
Bekostiging
846.796
0
846.796
48.609
895.405
4.795
4.895
5.250
4.400
•
Hoofdbekostiging
609.364
0
609.364
36.676
646.040
-
-3.994
-
-3.835
-
-3.835
-
-3.835
NWO-wet en WHW
-
NWO
475.371
475.371
-
-3.994
471.377
-
-3.994
-
-3.835
-
-3.835
-
-3.835
-
KNAW
87.744
0
87.744
0
87.744
0
0
0
0
-
KB
46.249
0
46.249
40.670
86.919
0
0
0
0
•
Aanvullende bekostiging
237.432
0
237.432
11.933
249.365
8.789
8.730
9.085
8.235
-
NWO Talentenontwikkeling
162.318
0
162.318
0
162.318
0
0
0
0
-
NWO STW
8.000
0
8.000
0
8.000
0
0
0
0
-
NWO Grootschalige researchinfrastructuur
54.243
0
54.243
0
54.243
0
0
0
0
-
Nationaal Regieorgaan onderwijsonderzoek
12.871
0
12.871
6.491
19.362
4.789
4.730
5.085
4.235
-
Kust- en zeeonderzoek
0
0
0
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
-
Poolonderzoek
0
0
0
2.942
2.942
1.500
1.500
1.500
1.500
Subsidies
40.470
0
40.470
- 9.917
30.553
- 8.000
- 8.000
- 8.000
- 8.000
Kaderregeling exploitatiesubsidies onderzoek en wetenschap
24.273
0
24.273
-
-3.661
20.612
-
-3.661
-
-3.661
-
-3.661
-
-3.661
-
LF TUD bibliotheek
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Stichting SURF
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
CPG
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Montesquieu Instituut
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Max Planck Instituut
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
NCB/Nationaal Herbarium
9.896
0
9.896
-
-3.700
6.196
-
-3.700
-
-3.700
-
-3.700
-
-3.700
-
BPRC
8.271
0
8.271
27
8.298
27
27
27
27
-
NEMO
3.327
0
3.327
11
3.338
11
11
11
11
-
STT
218
0
218
1
219
1
1
1
1
-
NTU/INL
2.561
0
2.561
0
2.561
0
0
0
0
-
EIB
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Subsidieregeling St.AAP
1.026
0
1.026
1
1.027
1
1
1
1
Kaderregeling subsidiëring projecten t.b.v. onderzoek en wetenschap
15.171
0
15.171
-
-6.257
8.914
-
-4.340
-
-4.340
-
-4.340
-
-4.340
-
Kust- en zeeonderzoek
2.500
0
2.500
-
-2.500
0
-
-2.500
-
-2.500
-
-2.500
-
-2.500
-
Poolonderzoek
2.942
0
2.942
-
-2.942
0
-
-1.500
-
-1.500
-
-1.500
-
-1.500
-
Genomics
0
0
0
0
-
Nationale coördinatie
6.979
0
6.979
-
-815
6.164
-
-340
-
-340
-
-340
-
-340
-
Bilaterale samenwerking
2.750
0
2.750
0
2.750
0
0
0
0
-
Weerstandsverhoging onderzoeksinstellingen (CBRN)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Hersenen en Cognitie
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
Nader te verdelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Opdrachten
0
0
0
835
835
300
300
300
300
-
Uitbesteding
0
0
0
835
835
300
300
300
300
Bijdrage aan agentschappen
303
0
303
- 2
301
- 17
- 36
- 43
- 43
-
Dienst Uitvoering Onderwijs
303
0
303
-
-2
301
-
-17
-
-36
-
-43
-
-43
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
84.990
0
84.990
- 60
84.930
0
0
0
0
-
EMBC
800
0
800
0
800
0
0
0
0
-
EMBL
4.795
0
4.795
-
-60
4.735
0
0
0
0
-
ESA
30.950
0
30.950
0
30.950
0
0
0
0
-
CERN
39.945
0
39.945
39.945
-
ESO
8.500
0
8.500
0
8.500
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
487
0
487
0
487
0
0
0
0
-
Nationaal contactpunt Kaderprogramma
487
0
487
0
487
0
0
0
0
Ontvangsten
101
0
101
0
101
0
0
0
0
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,4 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (-€ 40,9 miljoen) wordt veroorzaakt door dat uitgaven mutaties voor het jaar 2015 - overeenkomstig de bekostigingsregelgeving - in het jaar 2014 zijn verplicht. Daarom zijn deze verwerkt in het verplichtingenbudget 2014.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 48,6 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:
-
-
-
-Een interne overboeking van € 40,7 miljoen van artikel 14 (Cultuur) naar artikel 16 (OWB) met betrekking tot de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen (WSOB). De taken die zijn vastgelegd in artikel 9 van de WSOB worden uitgevoerd door de Koninklijke Bibliotheek.
-
-
-
-
-Een interne overboeking van artikel 16.71 (subsidies) naar artikel 16.70 (bekostiging) van € 5,4 miljoen met betrekking tot Kust-, Zee- en Poolonderzoek. Deze onderzoeken zijn onderdeel van de bekostiging van de NWO.
-
-
-
-
-Diverse interne en externe overboekingen voor een totaal bedrag van € 2,5 miljoen ten behoeve van projecten die worden uitgevoerd door het Nationaal Regieorgaan OnderwijsOnderzoek. En een correctie boeking van de hoofdbekostiging NWO naar het Nationaal Regieorgaan OnderwijsOnderzoek van € 4,0 miljoen.
-
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 9,9 miljoen verlaagd. De verlaging is een gevolg van de volgende mutaties:
-
-
-
-De hierboven genoemde overboeking van € 5,4 miljoen van artikel 16.71 naar artikel 16.70.
-
-
-
-
-Een interne overboeking van € 3,7 miljoen van artikel 16 naar artikel 14 in verband met de huisvestingslasten van Naturalis Biodiversity Center.
-
-
-
-
-Een interne overboeking van € 0,8 miljoen van artikel 16.71 naar artikel 16.72 (opdrachten).
-
Artikel 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
7.605
0
7.605
- 1.846
5.759
- 2.673
- 1.867
- 71
- 22
Uitgaven
15.172
0
15.172
66
15.238
- 901
- 338
- 22
- 22
Waarvan juridisch verplicht
60,6%
71,3%
Bekostiging
4.148
0
4.148
0
4.148
0
0
0
0
Kennisinfrastructuur
4.148
0
4.148
0
4.148
0
0
0
0
-
Vrouwenemancipatie
2.948
0
2.948
2.948
-
LHBT
1.200
0
1.200
1.200
Subsidies
7.199
0
7.199
523
7.722
0
0
0
0
Subsidieregeling emancipatie
1.446
0
1.446
57
1.503
0
0
0
0
-
Vrouwenemancipatie
1.446
0
1.446
1.446
-
LHBT
0
0
57
57
Subsidieregeling emancipatie 2011
5.753
0
5.753
466
6.219
0
0
0
0
-
Vrouwenemancipatie
3.601
0
3.601
269
3.870
-
LHBT
2.152
0
2.152
197
2.349
Opdrachten
1.084
0
1.084
172
1.256
0
0
0
0
-
Vrouwenemancipatie
585
0
585
97
682
-
LHBT
499
0
499
75
574
Bijdrage aan agentschappen
151
0
151
- 1
150
- 8
- 18
- 22
- 22
-
Dienst Uitvoering Onderwijs
151
0
151
-
-1
150
-
-8
-
-18
-
-22
-
-22
Bijdrage aan mede-overheden
2.590
0
2.590
- 733
1.857
- 893
- 320
0
0
Gemeentefonds BZK
2.190
0
2.190
-
-733
1.457
-
-893
-
-320
0
0
-
Vrouwenemancipatie
1.290
0
1.290
-
-573
717
-
-573
-
LHBT
900
0
900
-
-160
740
-
-320
-
-320
EL&I Talent naar de Top
400
0
400
0
400
0
0
0
0
-
Vrouwenemancipatie
400
400
400
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
0
105
105
-
LHBT
0
105
105
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,9 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
-
-
-
-Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het aangaan van verplichtingen in 2014 met kasjaren na 2014.
-
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Subsidies
-
-
-
-Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 0,5 miljoen verhoogd. Er heeft een kasschuif met behulp van de eindejaarsmarge plaatsgevonden van 2014 naar 2015 van € 0,5 miljoen voor betalingen die gepland waren in 2014, maar niet meer in 2014 tot betaling zijn gekomen.
-
Opdrachten
-
-
-
-Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd. Er heeft een kasschuif met behulp van de eindejaarsmarge plaatsgevonden van 2014 naar 2015 van € 0,2 miljoen voor betalingen die gepland waren in 2014, maar niet meer in 2014 tot betaling zijn gekomen.
-
Bijdragen aan medeoverheden
-
-
-
-Het budget voor bijdragen aan medeoverheden wordt per saldo met € 0,8 miljoen verlaagd. Dit betreft overboekingen naar het gemeentefonds. «We can Young» € 0,2 miljoen, voor het LHBT-emancipatiebeleid € 0,2 miljoen en voor «Eigen Kracht» € 0,4 miljoen. De gemeenten worden met de meicirculaire gemeentefonds 2015 op de hoogte gebracht van de bijdragen.
-
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Het budget voor bijdrage aan (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 0,1 miljoen verhoogd. Er heeft een kasschuif met behulp van de eindejaarsmarge plaatsgevonden van 2014 naar 2015 van € 0,1 miljoen voor betalingen die gepland waren in 2014, maar niet meer in 2014 tot betaling zijn gekomen.
2.3 Niet-beleidsartikelen
Artikel 91. Nominaal en Onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 91 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
1.355
0
1.355
229.452
230.807
164.859
165.919
165.608
165.233
Uitgaven
1.355
0
1.355
229.452
230.807
164.859
165.919
165.608
165.233
•
Loonbijstelling
0
0
0
103.445
103.445
102.475
102.523
101.825
101.278
•
Prijsbijstelling
0
0
0
62.887
62.887
62.384
63.396
63.783
63.955
•
Nader te verdelen
1.355
0
1.355
63.120
64.475
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Loonbijstelling
-
-
-
-De loonbijstelling tranche 2015 bedraagt € 103,4 miljoen. De verdeling over de artikelen van de OCW-begroting wordt verwerkt in de begroting 2016.
-
Prijsbijstelling
-
-
-
-De relevante prijsbijstelling tranche 2015 bedraagt € 33,0 miljoen. Daarnaast krijgt OCW ook € 29,9 miljoen prijsbijstelling over de niet-kaderrelevante artikelen van studiefinanciering. De verdeling over de artikelen van de OCW-begroting wordt verwerkt in de begroting 2016.
-
Nader te verdelen
-
-
-
-De post nader te verdelen wordt verhoogd met € 63,1 miljoen. Dit betreft het nog niet verdeelde deel van de eindejaarsmarge 2014/2015. De totale eindejaarsmarge bedraagt € 126,8 miljoen, zie ook te toelichting in paragraaf 2.1, onder punt 4. Hiervan wordt € 63,7 miljoen ingezet voor overlopende verplichtingen die niet in 2014 tot betaling zijn gekomen, maar in 2015.
-
Artikel 95. Apparaatskosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 95 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2015
Mutaties
Stand vastgestelde begroting 2015
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015
Stand 1e suppletoire begroting 2015
Mutatie 2016
Mutatie 2017
Mutatie 2018
Mutatie 2019
Verplichtingen
247.052
0
247.052
- 2.481
244.571
- 6.406
- 5.904
- 5.174
- 4.272
Uitgaven
247.052
0
247.052
- 2.481
244.571
- 6.406
- 5.904
- 5.174
- 4.272
Personele uitgaven
159.386
0
159.386
12.421
171.807
10.904
10.076
9.938
10.247
Waarvan
-
eigen personeel
143.343
0
143.343
16.767
160.110
15.027
13.848
13.598
13.886
-
externe inhuur
6.081
0
6.081
2.224
8.305
2.115
1.987
1.909
1.924
Materiële uitgaven
87.666
0
87.666
- 14.902
72.764
- 17.310
- 15.980
- 15.112
- 14.519
Waarvan
-
ICT
21.136
0
21.136
9.779
30.915
7.518
6.858
6.584
6.636
-
Bijdrage aan SSO's
29.454
0
29.454
- 5.419
24.035
- 5.725
- 5.262
- 4.598
- 4.093
-
Begrotingsreserve schatkistbankieren
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
567
0
567
0
567
0
0
0
0
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo met € 12,4 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door:
-
-
-
•een kasschuif met behulp van de eindejaarsmarge van € 0,9 miljoen als gevolg van een vertraging in de realisatie van Prioritair Beleid en aanpassing van budget aan de financieringsbehoefte van Sociaal Beleidskader Rijk (SBR) waardoor uitgaven die gepland waren in 2014 pas in 2015 zullen plaatsvinden;
-
-
-
-
•een budget neutrale overboeking tussen de instrumenten binnen artikel 95 van € 11,2 miljoen waarmee de budgetten op verwachte realisatiestanden worden geboekt.
-
Materiële uitgaven
Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo met € 14,9 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
-
-
-
•een budget neutrale overboeking tussen de instrumenten binnen artikel 95 van - € 11,9 miljoen waarmee de budgetten op verwachte realisatiestanden worden geboekt;
-
-
-
-
•de bijdrage van OCW aan de voorzieningen binnen de generieke digitale infrastructuur (GDI) van € 5,6 miljoen.
-
-
-
-
•kasschuiven met behulp van de eindejaarsmarge die hebben geleid tot een verhoging van het budget met totaal € 2,9 miljoen:
-
-
-
-Door vertraagde inter- (en intra-) departementale besluitvorming zal € 2,1 miljoen pas in 2015 gerealiseerd kunnen worden;
-
-
-
-
-Door vertraging in facilitaire investeringen zal hiervan € 0,8 miljoen in 2015 worden gerealiseerd.
-
-