Motie Mohandis/Van Meenen over voorstellen om opleidingscommissies eenformele positie te geven - Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Deze motie1 is onder nr. 461 toegevoegd aan dossier 31288 - Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid; Motie; Motie van de leden Mohandis en Van Meenen over voorstellen om opleidingscommissies eenformele positie te geven |
---|---|
Documentdatum | 21-05-2015 |
Publicatiedatum | 22-05-2015 |
Nummer | KST31288461 |
Kenmerk | 31288, nr. 461 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 461 MOTIE VAN DE LEDEN MOHANDIS EN VAN MEENEN
Voorgesteld 21 mei 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de opleidingscommissie en faculteits- en deelraad baat zouden hebben bij adviesrecht en instemmingsrecht, opdat de stem van studenten en docenten sterker meeweegt in onderwijsinhoudelijke beslissingen;
van mening dat voor het creëren van opleidingen van hoge kwaliteit de input van de student over zijn opleiding van cruciaal belang is;
van mening dat opleidingscommissies als de meest decentrale gesprekspartner meer in positie gebracht moeten worden om formeel over de onderwijsinhoud mee te beslissen;
verzoekt de regering, in samenspraak met de bonden en koepels met voorstellen te komen om opleidingscommissies een formele positie te geven met adviesrecht en instemmingsrecht op onderdelen;
verzoekt de regering tevens, ook voorstellen te doen om faculteits- en deelraden te versterken in hun advies-en instemmingsrecht,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mohandis
Van Meenen
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.