Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat over het rapport van de evaluatiecommissie over de gebeurtenissen in Tuitjenhorn

Met dank overgenomen van R.K. (Carla) Dik-Faber i, gepubliceerd op vrijdag 8 mei 2015.

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een plenair debat met minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en minister van der Steur van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Debat over het rapport van de evaluatiecommissie over de gebeurtenissen in Tuitjenhorn

Kamerstuk:    32 647

Datum:           29 april 2015

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik spreek vanavond mede namens de fractie van de SGP. Vandaag, anderhalf jaar na dato, spreken we elkaar over een tragische gebeurtenis, een persoonlijk drama voor huisarts Tromp uit Tuitjenhorn en voor zijn nabestaanden. Vanaf deze plek wil ik aan hen mijn medeleven betuigen.

Anderhalf jaar geleden volgden de gebeurtenissen elkaar snel op. Het is goed dat we met elkaar hebben gevraagd om een onafhankelijke evaluatie. Deze evaluatie is er nu. Ik dank de commissie voor het gedegen rapport dat ze heeft opgesteld. Ik dank de minister van VWS en de minister van Justitie dat ze beiden aanwezig waren bij de presentatie van het rapport. Mijns inziens doet dat recht aan de ernst en de gevoeligheid van deze zaak. Met het kabinet spreek ik de hoop uit dat de publicatie van dit rapport bijdraagt aan het verwerken van de gebeurtenissen. Ik druk mij licht uit als ik zeg dat deze zaak veel onrust in het veld heeft veroorzaakt. De casus-Tuitjenhorn heeft een gevoel van onveiligheid gegeven, terwijl veiligheid zo van belang is bij zorg in de laatste levensfase, zowel vanuit het perspectief van de arts als vanuit dat van de patiënt.

Ik zei het al: er ligt een gedegen rapport met een weloverwogen analyse van wat er wanneer precies is gebeurd en wat daarbij de afwegingen van de verschillende betrokkenen zijn geweest. We moeten ervoor oppassen om vanuit de dramatische afloop het handelen van de IGZ en het OM als zodanig onder kritiek te stellen. Wel zijn er fouten gemaakt. Terecht schrijft de regering in haar brief dat niet alles goed gegaan is en dat er lessen voor de toekomst getrokken moeten worden.

Het rapport bevat vier aanbevelingen, die door de regering worden overgenomen en uitgevoerd. Zo wordt in het rapport aangedrongen op betere samenwerking tussen de inspectie en het OM. Het rapport stelt: "Er is gehandeld volgens de gebruikelijk procedures maar op onderdelen had men meer maatwerk kunnen leveren". In de zorg moeten natuurlijk altijd de procedures gevolgd worden, maar ik wil benadrukken dat bij zorg in de laatste levensfase juist ook maatwerk van groot belang is om onnodige schade, onrust en verdriet te voorkomen.

Uit het rapport blijkt dat er 21 richtlijnen en veldnormen zijn voor het verlenen van zorg in de laatste levensfase. De zorgvragen waarmee een arts in de laatste levensfase van een patiënt wordt geconfronteerd, zijn ingewikkeld. Ik wil ervoor waken dat we vandaag pleiten voor nieuwe normen en nieuwe richtlijnen. Ik wil de minister wel vragen om meer in te zetten op scholing en bijscholing in de richtlijn palliatieve sedatie. Is de minister het daarmee eens? Acute sedatie betreft een specifieke omstandigheid waar de richtlijn palliatieve sedatie heel summier op ingaat. Het lijkt mij goed als hierover meer duidelijkheid komt. Wil de minister hierover in gesprek gaan met de commissie die verantwoordelijk is voor de richtlijn?

Een huisarts hoeft niet alleen te staan in het nemen van ingewikkelde beslissingen. We hebben met elkaar ruggespraak geregeld. Er zijn consultteams palliatieve zorg opgericht. Deze zijn er niet alleen voor het oplossen van acute problemen, maar ook om geraadpleegd te worden over medische, verpleegkundige, psychosociale, levensbeschouwelijke en organisatorische problemen. De teams bestaan uit professionals die overal in het land paraat staan. Uit het veld hoor ik dat hun expertise te weinig wordt ingezet. Hoe komt dit? Ik vraag de minister of zij meer bekendheid wil geven aan deze consultteams.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.