Radiocolumn april 2015: Effe Google-en - Hoofdinhoud
Vrijwel iedereen gebruikt regelmatig een zoekmachine op zijn computer of smartphone om gegevens op te zoeken. In 90% van de gevallen is dit de zoekmachine van Google. Het begrip ‘effe google-en’ is inmiddels een algemeen bekend begrip. Maar deze ontwikkeling heeft ook zijn negatieve kanten. Met als resultaat dat Brussel Google de wacht heeft aangezegd. Daar is een goede reden voor.
De Europese Commissie heeft geconstateerd dat Google zijn zoekmachine zo kan instellen dat het bedrijf zichzelf bevoordeelt. Als iemand bijvoorbeeld een camera wil kopen, staat in de zoekresultaten Google Shopping van alle prijsvergelijkers steevast bovenaan. Het Amerikaanse concern is te kennen gegeven dat ze binnen een paar maanden met een onderbouwde uitleg moeten komen, anders legt Brussel een boete op. Zo’n boete kan oplopen tot een half miljard euro, zoals collega-bedrijf Microsoft eerder mocht ervaren.
De vijf marktleiders in de wereld van de computers, Internet en mobiele communicatie zijn Amerikaans. Ze domineren onder andere de markt voor besturingsprogramma’s voor pc’s en de opslag van gegevens in de cloud. Dit zijn dé technieken die naar verwachting in hoge mate de economische groei en de banen van straks gaan bepalen. De Europese reactie is dan ook een mix van verontwaardiging en jalousie.
Dat Europa de slag heeft gemist, is geen verrassing. Nog steeds menen de 28 lidstaten dat zij elk hun eigen regels moeten stellen voor de digitale wereld. Ook de meeste nationale telecombedrijven zoals KPN hebben hun kansen gemist. Alleen het Zweedse Ericsson is een positieve uitzondering.
Als woordvoerder voor de digitale agenda ben ik benieuwd naar het pakket maatregelen, waar Brussel voor de zomer mee gaat komen. Dit pakket moet de digitale markt in de EU een boost geven. Vooral de bedrijven in het sterke Midden- en Kleinbedrijf kunnen hun kansen grijpen. Achter ‘effe google-en’ ligt een boeiende wereld, waarin Europa opnieuw positie moet kiezen.
-
-