Excellent sheep - Hoofdinhoud
Van onderwijs heeft iedereen verstand die het ooit zelf gevolgd heeft - en dat heeft iedereen. Maar zoveel hoofden, zoveel zinnen: onderwijssystemen verschillen enorm van land tot land. Dat zal nog wel even zo blijven, zelfs binnen Europa, want Brussel heeft op dit terrein geen enkele ambitie. Maar dan zou er dus ook iets te leren moeten zijn van de zeer uiteenlopende onderwijsprestaties die geleverd worden binnen de Europese proeftuin of, iets ruimer nog, die van de OESO. Wat werkt goed, en wat werkt niet?
Met onze Columbia studenten bestuderen Paul Schnabel en ik deze week de OESO onderwijsstatistieken op zoek naar de wereldwijde Best Practice, om al gauw bevestigd te krijgen dat noch de VS, noch Nederland er met de hoofdprijs vandoor gaan. Naast het onvermijdelijke Finland zijn het vooral Japan en Korea die het in de volle breedte heel erg goed doen. Daar staat wel tegenover dat de gestresste Koreaanse kinderen zo ongeveer de ongelukkigste ter wereld zijn. Nederlandse kinderen presteren iets minder goed, maar zijn wel wereldwijd de allergelukkigste. Bij tegenvallende resultaten geven hun ouders maar liever de school de schuld dan de leerling.
Goed onderwijs kost geld, maar leidt meer geld ook tot betere resultaten? Niet zonder meer, zeggen de cijfers, en ook de verhouding publiek-privaat is niet van doorslaggevend belang. Nederland hield aan de Schoolstrijd een wereldwijd uniek stelsel over, maar krijgt daar in de kwaliteitsstatistieken weinig extra voor terug. En ook elders is de ‘charter school’, de volledig gesubsideerde particuliere school, geen onverdeeld succes.
Wat werkt dan wel overal en altijd kwaliteitsbevorderend? Dat is gemakkelijk. Excellent onderwijs staat of valt nog steeds met de beschikbaarheid van excellente leerkrachten. Die moeten natuurlijk goed worden opgeleid en goed worden betaald, maar tenminste even belangrijk is het dat er brede maatschappelijke waardering is voor hun professie. Het geheim van de legendarische Finse onderwijskwaliteit schuilt vooral in het prestige van de Finse docenten, dat zo hoog is dat jaarlijks slechts een klein deel van alle belangstellenden toegelaten kan worden tot de - uitsluitend universitaire - opleidingen.
Goed onderwijs kan op allerlei manieren worden bevorderd. Wat werkt er eigenlijk niet? Bree, een studente die al jaren overal ter wereld voor de klas heeft gestaan, heeft een dringend advies voor Nederland: houd op met ‘tracking’, het vroegtijdig voorsorteren op de ogenschijnlijke talenten van jonge leerlingen. Het demotiveert de achterblijvers, levert nauwelijks iets extra’s op voor de koplopers en is slecht voor de gelijkheid van kansen. De in Nederland nog steeds gevreesde middenschool van 6 tot 16 jaar is in Amerika geen linkse doordrammerij, maar een door rechtbank en politiek vastgelegd recht voor alle kinderen.
Dat laatste neemt niet weg dat kinderen van rijke ouders in dit land niets te klagen hebben over hun extra kansen op een mooie opleiding. Het elite onderwijs in de VS, vanaf de creches-met-Chinees-voor-beginnertjes tot aan de Ivy League, is peperduur, zeker als de bijspijkeruitgaven worden meegeteld waardoor de net iets minder begaafde kinderen door de toelatingstoetsen worden gesleept. Op de campus van Columbia lopen de fortuinlijke overlevers rond, allemaal excellente studenten, maar wel met een inmiddels groot vermogen tot gezagsgetrouwe inschikkelijkheid. Over hun geschiktheid voor de leidende functies van overmorgen schreef William Deresiewicz recent een uitermate kritisch boek. De titel: ‘Excellent sheep’.