Weeklog: De vierde macht in het Europees Parlement - Hoofdinhoud
Het Europees Parlement heeft een heuse Secretaris-Generaal, wellicht het beste vergelijkbaar met de griffier van de Tweede Kamer, maar dan wel een met politieke macht. Voor de SG werken honderden ambtenaren die met elkaar het EP bestieren. Vaak is dat buitengewoon nuttig, maar soms heb ik meer robbertjes te vechten met die ambtenaren dan met politieke tegenstanders. Hieronder een aantal voorbeelden van doorgeschoten macht. Hoog tijd voor verandering: deze week bespreek ik binnen onze politieke groep (Verenigd Links) hoe we ervoor kunnen zorgen dat het EP weer gerund wordt door politici in plaats van door ambtenaren.
Deze week ontving ik een vriendelijk mailtje van een ambtenaar: hij had een vraag gekregen van de dienst logistiek wat ik bedoelde met mijn voorstel in het kader van begrotingscontrole dat ik graag ex post verificatie wil van het doel waarvoor dienstwagens worden gebruikt en dat ik graag zag dat de voorzitter van het EP niet twee maar slechts één dienstwagen zou krijgen. Kennelijk waren de alarmklokken ergens afgegaan, want mijn voorstel was inmiddels al door de parlementaire commissie aangenomen en het zou toch niet zo zijn dat de voorzitter van het EP zich zou moeten verantwoorden voor het gebruik van zijn dienstwagen en dan bovendien nog één van zijn twee wagens zou moeten inleveren? Ik heb uitgelegd dat dit inderdaad de bedoeling is, waarna de ambtenaar die mij had gemaild, blijmoedig opmerkte dat hij het helemaal begreep en dat de dienst logistiek het dan toch ook zou moeten kunnen begrijpen. Ongetwijfeld gaat er nu een heel lobbycircus van start zodat bij de plenaire stemming mijn onzedelijke voorstel alsnog wordt geschrapt. Aan mij de schone taak dat te voorkomen, maar je vraagt je wel af tegen wie je nu eigenlijk vecht: tegen politici of tegen ambtenaren?
Kort geleden schreef ik een rapport over het platform tegen zwart werken. Dat is een platform dat de Commissie wil oprichten om inspectiediensten in Europa beter te laten samenwerken. In dat platform mag ook het EP zitting nemen. En dus schreef ik in mijn advies dat een Europarlementariër, of een vertegenwoordiger van het EP, dat zou moeten kunnen doen. Er steeg een storm van protest op onder de ambtenaren van de interne marktcommissie: dat mocht ik helemaal niet opschrijven. Europarlementariërs konden het EP helemaal niet vertegenwoordigen en ik zou zeker last krijgen met de Juridische Dienst (ook ambtenaren) van het EP. Ik begreep er niets van en wees ze op het feit dat de voorzitter van het EP zegt het EP bij de Europese Raad te vertegenwoordigen en hij is toch ook Europarlementariër? Nou ja, dat was dus een uitzondering, maar normaal horen ambtenaren in de talloze adviesgroepen van de Commissie het EP te vertegenwoordigen. Om een lang verhaal kort te maken: mijn voorstel werd aanvaard, en er kwam geen formeel protest van de Juridische Dienst. Alleen is de macht van de betrokken ambtelijke dienst ietsjes ingeperkt.
Een laatste voorbeeld: het duurt tegenwoordig drie weken voordat ambtenaren (!) hebben onderzocht of schriftelijke vragen die je als EP’er wilt stellen aan de Commissie of de Raad wel deugen. Vrijwel altijd is er commentaar: het lettertype is niet goed, de vraag hoort alleen aan de Commissie en niet ook aan de Raad gesteld te worden, of de vraag is te lang. Als je met het verbeteradvies niet akkoord bent, volgt een nog veel langere procedure. Inmiddels protesteer ik altijd en krijg ik ook vrijwel altijd mijn zin, maar het houdt wel op: voordat een vraag beantwoord is, gaan er zo vaak maanden overheen, waarmee het hele instrument van vragen stellen zinloos wordt.
De ambtenaren krijgen opdracht van hun SG die hierover verantwoording aflegt aan het Bureau, zeg maar een soort presidium van het EP. De bureauleden krijgen de stukken altijd laat en kunnen hierover nauwelijks overleggen met collega Europarlementariërs. Dat moet veranderen: via onze vertegenwoordiger in het Bureau ga ik ervoor zorgen dat we de stukken wel doornemen en dat de vierde macht in het EP weer gewoon doet wat ze moet doen: ondersteuning bieden aan het politieke werk. Dan nog blijft het EP een bijzonder instituut, maar in ieder geval is de politiek dan weer verantwoordelijk voor misstanden.