Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat inzake Wijziging Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd

Met dank overgenomen van C.J. (Carola) Schouten i, gepubliceerd op vrijdag 27 maart 2015.

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan een plenair debat met staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Onderwerp:   Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd

Kamerstuk:    34 083

Datum:           26 maart 2015

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Bij de voorbereiding van dit debat moest ik terugdenken aan 2012. Toen voerden we een memorabel debat over de verhoging van de AOW-leeftijd en over de uiteindelijke koppeling aan de levensverwachting, want die was ook onderdeel van dat wetsvoorstel. Ik herinner me dat met name de PVV en de SP daarvoor heel veel tijd nodig hadden. Het was terecht een heel uitgebreid debat, want het ging over een nogal groot wetsvoorstel. Met de verhoging van de AOW-leeftijd was heel lang niets gebeurd, terwijl het, zoals wij in het debat meerdere malen hebben gezegd, de heer Drees zelf was die bij de invoering al aangaf dat het niet vanzelfsprekend zou zijn dat die 65 jaar ook 65 jaar zou blijven. Wij hebben destijds ook vol overtuiging ingestemd met een verhoging van de AOW-leeftijd en uiteindelijk een koppeling van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting, met ingang van 2023. We hadden daar een zorgvuldig traject voor afgesproken. We hebben ook mede aan de basis gestaan van dat traject en we hebben ook echt gezocht naar wat goede stappen zouden zijn om iedereen de kans te geven daarin mee te komen, want het ineens verhogen zou heel veel consequenties hebben. We hebben daarover toen ook uitvoerig gedebatteerd.

Nu ligt er een nieuw wetsvoorstel op tafel. Dit wetsvoorstel maakt het pad dat we hebben afgesproken naar die koppeling van de AOW aan de levensverwachting sneller, met als reden de overheidsfinanciën. Onderkent de staatssecretaris — dat heeft zij eigenlijk in alle stukken, antwoorden en onderbouwingen al gedaan — dat dit wetsvoorstel geen structurele opbrengst oplevert? We hebben de principiële stap namelijk al gezet: het koppelen van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting. Dat was cruciaal, ook voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Onderkent de staatssecretaris dat dit wetsvoorstel daar voor de rest niets aan doet?

In het sociaal akkoord is in 2013 ook een overbruggingsregeling afgesproken. Die regeling ging uit van het huidige wetsvoorstel, het huidige pad, dus 2023 gekoppeld aan de levensverwachting. Nu ligt er een wetsvoorstel dat dit pad versnelt en dat ook eerder tot die koppeling aan de levensverwachting komt. Wat betekent dat nou voor die afspraak in het sociaal akkoord? Wij worden hier altijd om de oren geslagen met "we kunnen dingen niet veranderen, want het is nou eenmaal afgesproken in het sociaal akkoord". Ik kan mij zo voorstellen dat dit voor dit punt niet geldt. De sociale partners — we hebben de brieven ook allemaal gehad — hebben een overbruggingsregeling afgesproken op basis van een oude wet. Nu komt er een nieuwe wet waarin dus een leemte gaat ontstaan. Betekent dat dan ook dat de afspraken in het sociaal akkoord niet meer gevolgd worden? Ik ben wel benieuwd naar de zienswijze van de staatssecretaris en of zij met de sociale partners daarover contact heeft gehad.

De overbruggingsregeling wordt niet aangepast met dit nieuwe wetsvoorstel. Welke keuze heeft daaraan ten grondslag gelegen voor het kabinet? Is overwogen om in verband met genoemde versnelling die overbruggingsregeling nog eens goed te bekijken? Ik krijg de indruk dat daar niets aan gedaan is. Klopt dat? Zo ja, is de staatssecretaris van plan dat alsnog te bekijken? Ik kan mij zo voorstellen dat dit de nare gevolgen van dit wetsvoorstel zou kunnen verminderen.

De crux voor mijn fractie is het zijn van een betrouwbare overheid. In 2012 hebben we in het kader van het toenmalige wetsvoorstel afgesproken dat een wijziging van de AOW-leeftijd een periode van vijf jaar zou behelzen. We zouden dat tijdig aankondigen zodat mensen konden anticiperen op die verhoging van de AOW-leeftijd. Twee jaar na dat wetsvoorstel ligt er nu een wijziging die geen invoeringstermijn van vijf jaar kent. Dat is voor mijn partij bezwaarlijk, zeg ik hier nu maar alvast. Dus wij hebben daarom ook grote moeite met dit wetsvoorstel. De principiële stap is gezet, te weten koppeling aan de levensverwachting. Wij hebben een zorgvuldig traject afgesproken en er is een overbruggingsregeling. En nu ligt er een wetsvoorstel dat die zaken in een keer doorkruist. Dat is een element dat voor mijn fractie eigenlijk niet mee te maken is. Als wij in deze Kamer moeilijke stappen moeten zetten, dan moeten wij die ook zetten, maar wij moeten ook consistent zijn in ons beleid. Ik heb de indruk dat dit laatste met dit wetsvoorstel niet het geval is.

De heer Madlener (PVV):

Het klinkt mij als muziek in de oren wat de ChristenUnie inbrengt. Betekent dit nu ook dat u de gedoogsteun gaat intrekken voor het kabinet? U kunt natuurlijk nog veel meer doen dan alleen maar tegenstemmen. U weet dat een tegenstem van ons, van u en van de SP niet voldoende is om dit tegen te houden, maar wat u wel zou kunnen doen, is achter de schermen in uw gedoogkabinet zeggen: dit pikken wij niet, want dit hebben wij niet afgesproken. Waar u spreekt over een onbetrouwbare overheid en u dit echt een heel belangrijk punt vindt, gaat u toch achter de schermen onderhandelen met het kabinet en gaat u dit toch blokkeren? Gaat u dat ook doen?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wij hebben meerdere wetsvoorstellen in deze Kamer niet gesteund, die wel door het kabinet zijn voorgesteld. Ik noem bijvoorbeeld het leenstelsel en de winstuitkering in de zorg. Op al deze onderwerpen hebben wij inhoudelijk bezwaren. Het zijn ook onderwerpen waarbij wij keihard ons best hebben gedaan om ze van tafel te krijgen. Ook in deze Kamer hebben wij dat gedaan. Wij hebben ervoor gevochten. Dit wetsvoorstel steunen wij niet om de redenen die ik ook heb vermeld. Wij hebben dat pad afgesproken, daar moeten wij ons nu netjes aan gaan houden. Ik constateer dat een meerderheid in de Kamer dit nu wel steunt. Ik vind dat jammer, het was niet mijn route geweest. Wij zeggen echter niet meteen bij alle onderwerpen waarmee wij het niet eens zijn, dat wij de onderwerpen waarmee wij het wel eens zijn, ook niet meer steunen. Dat is niet onze lijn in het parlement. Wat goed is en deugt, kunnen wij steunen. Wat niet goed is en niet deugt, steunen wij niet. Dat is hier ook het geval.

De heer Madlener (PVV):

Dit is toch iets te makkelijk. U bent een gedoogpartner. Dat betekent dat u een akkoord hebt gemaakt en een aantal dingen steunt, ook dingen waar u het niet mee eens was. Mijn vraag is of u doorgaat met dit gedogen, zelfs nu dit wetsvoorstel het toch gaat halen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is niet waar dat wij dingen hebben gesteund waar wij het niet mee eens waren. Dat zou ook wel een beetje ingewikkeld worden. Wij hebben onze positie gebruikt om de wetsvoorstellen die echt slecht waren, te verbeteren of, in sommige gevallen, helemaal van tafel te krijgen. Ik zie hier, zoals bij het leenstelsel ook het geval was, dat er andere partijen zijn die ervoor zorgen dat het wetsvoorstel het wel gaat halen. U bent net zoveel parlementariër als ik, mijnheer Madlener, om te weten dat wij op onze kop kunnen gaan staan, maar dat een wet gewoon vanuit deze Kamer doorgaat als er een meerderheid voor is. Ik kan vooral alleen markeren wat onze positie is.

En dan kan ik ook tot een afsluiting komen, voorzitter. Dit wetsvoorstel vinden wij niet nodig om de reden dat wij principiële stappen hebben gezet. Wij vinden dat een overheid zich ook moet houden aan het pad dat is afgesproken, waarover in de wet ook staat dat de volgende verandering na vijf jaar is. De structurele opbrengst is nul. Laten we dit gewoon niet doen en ervoor zorgen dat de mensen weten waar ze aan toe zijn, ook wat betreft het verhogen van de AOW-leeftijd.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.