Grote stap op weg naar duurzame toekomst - Hoofdinhoud
Foto Flickr / ggelens
De Tweede Kamer heeft woensdag ingestemd met de bouw van drie grote windmolenparken op zee. Een grote stap op weg naar een duurzame en schone toekomst voor onze kinderen. Duurzame energie prikkelt tot innovatie en ondernemerschap en het draagt bij aan onze welvaart. En het maakt ons minder afhankelijk van gas uit Groningen of olie uit windstreken met politieke instabiliteit en dubieuze regimes.
Een duurzame toekomst is ons veel waard. Naar schatting van het ministerie van Economische Zaken kost de doelstelling voor wind op zee ruim 12 miljard euro in de periode 2019-2038.
De Partij van de Arbeid vindt een duurzame energievoorziening essentieel, maar wil dat wel bereiken tegen zo laag mogelijke kosten voor de belastingbetaler. Bij de subsidie die nu wordt gegeven (SDE+) wordt uitgegaan van een rendement van 15% voor private investeerders. Vergelijk dat eens met de rente op een spaarrekening van krap 1% of de rente op staatsobligaties van de overheid (nu zo'n 0,3% voor 10 jaarsleningen).
Uiteraard zijn er aan windmolenparken meer risico's verbonden dan aan spaarrekeningen, maar die risico's zijn steeds meer beperkt. Dat heeft drie redenen. Allereerst houdt de SDE+ rekening met de fluctuatie van de energieprijs van grijze energie. De subsidie corrigeert namelijk de onrendabele top: het prijsverschil tussen groene en grijze energie dat nu nog bestaat. Ten tweede gaat het bij windenergie op zee inmiddels om een zogeheten proven technology, de techniek heeft zich bewezen en het technologisch risico is dus beperkt. Tenslotte is de vraag naar de energie vanuit de overheid gegarandeerd: afgesproken is dat uiteindelijk 16% van onze energievoorziening uit duurzame energie moet bestaan.
De PvdA wil daarom dat de overheid ook zelf gaat investeren in duurzame energie. Als de overheid geen rente vraagt van 15% (wat private investeerders nu krijgen) maar laten we zeggen 4%, dan heeft dat een grote impact op de kostprijs van duurzame energie. Naar schatting kan die ongeveer een kwart lager komen te liggen (zie tabel 1). Het subsidiebedrag van de SDE+ voor wind op zee kan dan 40% omlaag, van 10 cent naar 6 cent per kilowattuur (zie tabel 2).
Breed toegepast zou een investering van de overheid de kosten van wind op zee dus naar hele ruwe schatting met ruim 4 miljard kunnen doen afnemen (40% van 12 miljard). Dat betekent niet alleen minder subsidie vanuit de overheid, maar ook dat de rendementen van duurzame energie niet bij een beperkte groep beleggers terecht komen, maar vloeien naar de samenleving als geheel. Een duurzame toekomst waar iedereen van profiteert, dat is waar de PvdA voor staat.
Een halvering van de financieringskosten betekent een besparing van 25% op de totale kostprijs van energie. Dat betekent onderstaande voor de hoogte van de benodigde compensatie van de onrendabele top.