Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Extra Landbouw- en Visserijraad op 5 september 2014 - Hoofdinhoud
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een algemeen overleg met staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken
Onderwerp: Extra Landbouw- en Visserijraad op 5 september 2014
Kamerstuk: 21 501 - 32
Datum: 2 september 2014
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. De ChristenUnie is blij met de snelle Europese aanpak om bedrijven te ondersteunen die getroffen zijn door de Russische boycot. Ik complimenteer in het bijzonder de Staatssecretaris met haar inzet in dat verband. Het is goed om te zien dat Europa wel degelijk snel en eensgezind kan handelen. We kunnen het dus wel. Tegelijk weten we dat een bedrag van 125 miljoen euro, alleen voor de groente- en fruitsector in Europa, een druppel op een gloeiende plaat is. Het LEI heeft becijferd dat alleen de groente- en fruitsector 440 miljoen euro schade zal ondervinden als gevolg van de boycot. Naast de groente- en fruitsector zijn er nog meer sectoren, zoals de zuivelsector, die de gevolgen van de boycot steeds meer gaan merken.
Gezien de beperkte middelen is het van groot belang dat het beschikbare geld goed wordt besteed, en dat het terechtkomt bij de bedrijven die het meest afhankelijk zijn van de export naar Rusland en het zwaarst getroffen worden. Verwacht de Staatssecretaris dat er extra geld nodig is? En komt er ook extra geld beschikbaar, aangezien dit potje alleen voor de komende maanden is bedoeld?
Ik sluit mij aan bij de opmerkingen over het crisiskartel. Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot maatregelen voor de overige sectoren? Ik noemde al zuivel, maar ik doel ook op varkensvlees en pluimveevlees. Voor mijn fractie weegt zwaar dat de groenten en het fruit die uit de markt worden genomen een zinvolle bestemming krijgen. Natuurlijk moet het dus naar de voedselbanken en moet het niet verwerkt worden tot diervoer. Het is mooi dat bij verstrekking aan de voedsel-banken de EU 100% van de interventieprijs vergoedt. Ik ben ook heel blij dat de Staatssecretaris vol wil inzetten op de voedselbanken. Wanneer verwacht de Staatssecretaris dat er duidelijkheid is over de invulling? Het mag niet zo zijn dat goed voedsel alsnog naar de afvalverwerker moet omdat de Brusselse regeltjes belemmerend werken.
Ik begrijp dat de groente- en fruitsector heel concreet aan een herstelplan werkt om de sector te ondersteunen. Kan de Staatssecretaris een reactie geven op dit plan? Is zij bereid om in overleg met de sector te kijken naar aanvullende nationale maatregelen die bedrijven verder kunnen helpen? De meeste maatregelen richten zich op steun voor de korte termijn. Dat is begrijpelijk. Ik heb echter behoefte om iets te zeggen over de middellange en de lange termijn. De Ruslandcrisis laat ons namelijk zien dat onze land- en tuinbouwsector kwetsbare is. Veel boeren en telers produceren voor de wereldmarkt en kiezen daarbij voor productiemaximalisatie om, ondanks de kleine marges, toch nog een redelijke boterham te verdienen. Valt een exportmarkt als Rusland weg, dan is er niet een-twee-drie een andere afzetmarkt of een financieel vangnet. Schaalvergroting en nog meer efficiency in de bedrijfsvoering zijn dan geen keuze meer, maar een must om het hoofd boven water te kunnen houden. Het traditionele gezinsbedrijf komt daardoor steeds verder onder druk te staan.
Niet alleen de afhankelijkheid van de export en de druk vanuit het buitenland maken onze agrosector kwetsbaar, ook het handelen van de supermarkten verdient wat mij betreft niet de schoonheidsprijs. We hebben weliswaar voedsel in overvloed, maar daaraan geven we amper 10% van ons besteedbaar inkomen uit. De inkooporganisaties van de supermarkten bepalen voor een groot deel de prijzen, en boeren en tuinders zijn daarvan de dupe. We kennen de actie «Samen Sterk» voor onze boeren en tuinders. Dat was echt een actie naar mijn hart. Het was heerlijk om te zien hoe de supermarktbranche, die steeds meer gericht is op de wereldmarkt en op de laagste prijs, producten van eigen bodem onder consumenten ging promoten. In feite maken supermarkten zichzelf ronduit belachelijk. Waarom zijn tomaten uit het Westland nu goed genoeg en moesten de tomaten vorige maand nog uit Verweggistan komen? Krijgen boeren en tuinders nu wel een eerlijke prijs? Het is afwachten of het nieuwe inkoopbeleid standhoudt, maar eigenlijk weet ik het antwoord op die vraag al. In een open wereldmarkt is de laagste prijs leidend. Als het aan de ChristenUnie ligt, grijpen we dit moment aan om tot een duurzamer verdienmodel voor onze boeren te komen. Wij pleiten al jaren voor een regionalisering van de voedselproductie: niet terug achter de dijken, maar wel een landbouwsector die produceert voor en handelt op een Europese markt. De grootschalige import van graan uit de VS en van soja uit Brazilië is niet duurzaam en op termijn ook niet houdbaar. Wie Gods schepping wil bewaren en oog heeft voor de positie van boeren en tuinders kan maar tot één conclusie komen: de regionalisering van onze voedselproductie in Europa is onvermijdelijk. Laten we zelf allereerst voedsel produceren voor de Europese markt en onze kennis en technologie inzetten om onze boeren in ontwikkelingslanden verder te helpen.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.