Eerste Kamerfractie Anti-Revolutionaire Partij (ARP)
De Anti-Revolutionaire Partij1 was van 10 januari 1922 tot 20 september 1977 in de Eerste Kamer vertegenwoordigd. Vanaf 1975 werd gezamenlijk vergaderd met de fracties van KVP2 en CHU3, in aanloop naar totstandkoming van het CDA4.
In de ARP-Eerste Kamerfractie zaten altijd relatief veel hoogleraren en daarnaast ervaren bestuurders, zoals burgemeesters5 en (oud-)gedeputeerden. Ook was er vanaf 1946 altijd een vertegenwoordiger van de christelijke vakbond en van de christelijke landbouworganisatie. Verder was er steeds een Fries Eerste Kamerlid.
Bekende ARP-Eerste Kamerleden waren prof. A. Anema6, prof. P.A. Diepenhorst7, prof. R.H. Woltjer8, Hendrik Algra9, prof. I.A. Diepenhorst10 en prof. W.F. de Gaay Fortman11.
foto | naam fractievoorzitter | aanvang functie | einde functie |
---|---|---|---|
W. (Wil) Albeda | 1973-06-18 | 1977-06-10 | |
W.F. de Gaay Fortman | 1971-05-11 | 1973-05-11 | |
W.P. (Wiert) Berghuis | 1960-11-15 | 1971-05-10 | |
A. (Anne) Anema | 1929-09-17 | 1960-09-20 | |
H. Colijn | 1926-09-23 | 1929-09-17 | |
A. (Anne) Anema | 1925-01-20 | 1926-09-20 | |
A.W.F. Idenburg | 1922-01-10 | 1924-12-19 |
Meer over
- 1.De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
- 2.De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
- 3.De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
- 4.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 5.Een burgemeester is een door de Kroon benoemde gemeentebestuurder, die lid en voorzitter is van het College van burgemeester en wethouders in een gemeente. De burgemeester heeft een belangrijke rol bij de beleidsvorming in een gemeente en heeft daarnaast speciale verantwoordelijkheid voor de openbare orde. De burgemeester is het gezicht van de gemeente. In 2018 is de Kroonbenoeming uit de Grondwet gehaald, maar de Gemeentewet is nog niet gewijzigd.
- 6.Gezaghebbende antirevolutionair die door zijn Friese tongval, zijn uiterlijk (hangsnor), maar bovenal door zijn onafhankelijke opstelling, een opvallende ARP-senator was. Aanvankelijk de 'wapenknecht' van Abraham Kuyper, maar later de 'grand old man' van de ARP. Behoorde in 1915 tot de 'vijf heren' die kritiek uitten op de leiding van Kuyper. Eminent volkenrechtdeskundige, die scherpe analyses kon maken en heldere, bondige betogen hield. Actief als hoogleraar en lid van het Internationale Hof van Arbitrage. Pleitte in 1950 als eerste ARP'er voor regeringsdeelname van zijn partij in een kabinet-op-brede-basis. Boerenzoon, die met zijn slobkousen en zijn grote liefde voor de muziek een nogal artistieke figuur was.
- 7.Vooraanstaand economisch woordvoerder van de antirevolutionairen in de Eerste Kamer. Promoveerde op een proefschrift over Calvijn en de economie en was in 1904 de eerste hoogleraar economie (staathuishoudkunde) aan de Vrije Universiteit. Behoorde in 1915 tot de 'vijf heren' die bezwaar maakten tegen het leiderschap van Kuyper. Als hoofdredacteur van 'De Rotterdammer' had hij aan dat leiderschap kritische beschouwingen gewijd. Organiseerde de gereformeerde boeren in de Christelijke Boeren- en Tuindersbond. Gezaghebbend econoom in eigen kring met een ijzersterk geheugen, die zorgvuldig opgebouwde betogen hield met de nodige humor.
- 8.Antirevolutionair Eerste Kamerlid, dat tweemaal werd aangezocht als minister van Onderwijs. Was net als zijn vader hoogleraar aan de Vrije Universiteit; zeer belezen, arbeidzaam en geliefd bij de studenten. Vervulde diverse functies op onderwijskundig gebied, waarvan het voorzitterschap van de Onderwijsraad (drieëntwintig jaar) de belangrijkste was. In 1929 stond zijn naam al in de krant als nieuwe minister, maar er ontstond op het allerlaatste moment een probleem met de Vrije Universiteit. Was als Eerste Kamerlid een kampioen in het opsporen van fouten in wetsvoorstellen.
- 9.Markante en vooraanstaande Friese ARP-senator, met grote geschiedkundige belangstelling. Studeerde als landarbeider in de avonduren voor onderwijzer en werkte zich op tot leraar Nederlands en geschiedenis aan gymnasia. Boeiend spreker en invloedrijk ARP'er als hoofdredacteur van het Friesch Dagblad en voorzitter van de redactie van ARP-weekblad Nederlandse Gedachten. Keerde zich tegen subsidieverlening aan in zijn ogen verwerpelijke cultuuruitingen, zoals het werk van Gerard Reve. Stemde in 1962 met zijn fractiegenoot Tjalma tegen de overdracht van Nieuw-Guinea. Bewonderaar van minister Luns.
- 10.Kleine, parmantige hoogleraar, senator, minister van Onderwijs en Wetenschappen en Tweede Kamerlid uit een bekende antirevolutionaire familie. Zoon van een Tweede Kamerlid en neef van een Eerste Kamerlid. Verhief spreken tot een kunst en wist de prachtigste zinnen met zijn sonore, enigszins gedragen stemgeluid uit te spreken. Kreeg bekendheid door radio- en tv-rubrieken bij de NCRV. In 1965 minister in het kabinet-Cals en daarna in het interimkabinet-Zijlstra. Was na zijn ministerschap vier jaar Tweede Kamerlid voor de ARP en keerde daarna terug naar de Eerste Kamer, vanaf 1977 als CDA'er. Erudiete wetenschapper met een verfijnde humor.
- 11.Gezaghebbende progressieve ARP- en CDA-politicus. Was ambtenaar, secretaris van de rijksbemiddelaars en docent aan de CNV-kaderschool en werd later hoogleraar aan de VU. In 1956 zonder succes formateur tijdens de lange kabinetsformatie van dat jaar. Wist in 1960, het jaar waarin hij ook senator was geworden, echter snel een kabinetscrisis op te lossen. Liet zich in 1973 samen met Boersma overhalen minister te worden in het kabinet-Den Uyl. Had een goede band met de ex-gereformeerde Den Uyl. Als minister een relativerende, vaderlijke figuur. Speelde een belangrijke rol bij de onafhankelijkheid van Suriname en kwam met een plan om Nederland op te delen in 24 provincies. Was in 1981 nog eens als informateur betrokken bij een formatie en wist de weg te openen voor een kabinet van CDA, PvdA en D66. Tot op hoge leeftijd kritisch volger van de koers van het CDA.