Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat naar aanleiding van de Europese Top van 12 en 13 februari 2015 en over de steunmaatregelen aan Griekenland - Hoofdinhoud
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Financiën aan een plenair debat met minister-president Mark Rutte en minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën
Onderwerp: Debat naar aanleiding van de Europese Top van 12 en 13 februari 2015 en over de steunmaatregelen aan Griekenland
Kamerstuk: 21 501 – 20
Datum: 25 februari 2015
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Wat is een afspraak in Europa nog waard? Die vraag dringt zich op na wat er in de afgelopen dagen gebeurd is; uiteraard rondom Griekenland, maar laat ik beginnen met het bericht van vanmiddag dat Frankrijk wederom uitstel krijgt om aan de begrotingsafspraken te voldoen. Al jaren lapt Frankrijk een maximaal begrotingstekort van 3% aan de laars. En de Europese Commissie? Die staat erbij en keurt het goed. Dit is een mes in de rug voor al die landen in Europa die zich wel aan de afspraken hebben gehouden. Hoe apprecieert de minister de getoonde coulance van de Europese Commissie? Onderkent hij dat het Stabiliteits- en Groeipact zo langzamerhand een dode letter aan het worden is? Is hij bereid om krachtig afstand te nemen van het besluit van de Europese Commissie? En zal Nederland zich verzetten tegen deze gang van zaken?
Dan Griekenland. Maandagavond, op de valreep, kwam dan toch de lijst met voorstellen van de Grieken op basis waarvan men meent aan de doelstellingen van het leningenprogramma te kunnen voldoen. Gisteren stemden de eurogroep en de instituties, voorheen bekend als de trojka, in met de lijst als startpunt van de onderhandelingen. De grote vraag is nu: wat heeft dit schouwspel in meerdere delen opgeleverd? Het probleem op korte termijn is afgewend. Dat heeft de voorzitter van de eurogroep, deze minister van Financiën, knap gedaan, zo moet ik eerlijk toegeven. Maar hebben de Grieken met dit pakket meer perspectief gekregen? En is de eurozone er nu wel van verzekerd dat Griekenland zich aan de afspraken gaat houden? Is het vertrouwen hiermee terug, zowel bij de Griekse als bij de Europese bevolking? Het is welhaast een retorische vraag.
De Griekse bevolking heeft bij de verkiezingen in januari een democratische noodkreet geslaakt. De euro is voor de Grieken een geseling geworden. In sommige plaatsen is de werkloosheid 60%. Lonen en inkomens zijn drastisch gedaald. Dat is de werkelijkheid achter de interne devaluatie bij gebrek aan de mogelijkheid van een externe devaluatie van een munt. Dit heeft geleid tot grote armoede. De Griekse economie moet mee kunnen in de Europese vaart der volkeren, maar heeft bewezen dat niet te kunnen. De meest basale zaken voor het functioneren van een staat, zoals een werkende belastingdienst, zijn er niet of nauwelijks. Het kadaster zou al vier of vijf jaar geleden opgezet zijn, maar dat is nog steeds niet afgerond. Ik constateer dat men nog steeds bezig is met dit soort basale zaken. Er zijn in de afgelopen jaren veel wetten aangenomen in het Griekse parlement, maar hoeveel zijn er daadwerkelijk compleet tot uitvoering gekomen? Heeft de eurogroep er, tegen deze achtergrond, nu wél vertrouwen in dat de afspraken met de Grieken tot een goede afronding zullen komen? En waarom? Waarop is dit vertrouwen gebaseerd?
Het IMF heeft zijn vinger opgestoken en plaatst grote vraagtekens bij het realiteitsgehalte van een aantal maatregelen op de lijst, helemaal als deze binnen vier maanden gerealiseerd moeten worden. Een belastingmoraal verander je niet in vier maanden. Sterker nog: de inspanningen van de afgelopen vijf jaar hebben zelfs nog onvoldoende opgeleverd. Hoe heeft het kabinet dit signaal van het IMF gewogen? Mijn indruk is dat het uiteindelijk een politieke keuze is geweest om nu weer in te stemmen met de Griekse hervormingsambities. Die indruk werd gisteren versterkt door uitlatingen van de minister van Financiën. De minister stelde gisteren: het is niet nuttig om steeds een exit van welk euroland dan ook te bespreken; daarvoor is er te veel politiek kapitaal geïnvesteerd. Wat betekent een dergelijke uitspraak voor de onderhandelingen met de Grieken over de invulling van de hervormingslijst, die nu starten en in april afgerond moeten worden? Hiermee heeft de minister toch carte blanche gegeven aan de Grieken? Acht de minister het, op grond van zijn afspraken van gisteren, nog mogelijk dat het uitkeren van de volledige laatste tranche niet doorgaat, bijvoorbeeld als de invulling en de uitvoering van het hervormingspakket totaal niet worden nagekomen door de Grieken?
Ik rond af. We moeten zoeken naar een structurele oplossing voor de Grieken en voor Europa. Daar is nu geen sprake van. Wat nu gebeurt, is tijd kopen en hopen. Het is weer doormodderen naar het volgende beslismoment. Daar worden de Grieken niet beter van en Europa ook niet.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.