Kledingindustrie moet slachtoffers van ramp Bangladesh eindelijk compenseren - Hoofdinhoud
De Milaan Fashion week, een Italiaans mode-event waar de nieuwste trends op modegebied worden gepresenteerd, start deze week, woensdag 25 februari. De kledingindustrie roep ik op om tijdens deze Milaan Fashion week ook ‘stijl’ te tonen als het gaat om hun werknemers en de slachtoffers van Rana Plaza in het bijzonder. Hierover sprak ik vanochtend op Radio 1 en BNR.
De vreselijke ramp bij de kledingfabriek Rana Plaza in Bangladesh, die meer dan duizend werknemers het leven kostte, is alweer bijna 2 jaar geleden. Tot op heden hebben 5000 familieleden van slachtoffers en gewonde kledingarbeiders slechts 40 procent van hun compensatiegelden ontvangen. Het is daarom hoog tijd dat nalatige kledingmerken niet alleen hun nieuwe collecties tonen in Milaan, maar ook een eerlijke bijdrage leveren aan het compensatiefonds voor de slachtoffers van Rana Plaza.
Sinds de ramp bij Rana Plaza is de kledingindustrie mede dankzij Lilianne Ploumen, PvdA Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, op verschillende manieren aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Hierbij zijn twee overeenkomsten van groot belang: De Bangladesh Convenant heeft zich allereerst gericht op veiligere arbeidsomstandigheden. Het daaropvolgende Rana Plaza Agreement heeft de focus gelegd op financiële compensatie van de slachtoffers en hun familieleden.
Dit speciale Rana Plaza fonds heeft nu bijna 21 miljoen dollar van de benodigde 30 miljoen bijeengebracht door donaties van kledingmerken en donateurs. Er ontbreekt nu dus nog 9 miljoen dollar (iets minder dan 8 miljoen euro) om het bedrag uit te betalen waar de slachtoffers recht op hebben. Om dit gat te vullen moeten alle kledingmerken een eerlijke bijdrage leveren aan het Rana Plaza fonds. Dit is echter niet vanzelfsprekend: Hoewel Benetton kleding liet maken in Rana Plaza, heeft de Italiaanse modegigant lange tijd niet meebetaald aan het fonds voor familieleden van slachtoffers en gewonde kledingarbeiders.
Afgelopen week beloofde het Italiaanse kledingmerk eindelijk om een bijdrage te leveren aan het Rana Plaza fonds. Deze beslissing volgde nadat 1 miljoen mensen een online petitie ondertekenden, die Benetton oproept om 5 miljoen in het Rana Plaza fonds te stoppen. Om genante protesten tijdens de Milaan Fashion week te voorkomen, draaide Benetton dus bij. Maar de hoogte van het bedrag maakt het Italiaanse kledingmerk pas op 24 april bekend, precies twee jaar na de ramp bij Rana Plaza.
Nu Benetton heeft laten zien hoe gevoelig kledingmerken zijn voor publieke druk, is het van groot belang dat mensen de ontwikkelingen in de kledingindustrie op de voet blijven volgen. Er zijn namelijk ook andere kledingmerken die zich er met een schamele bijdrage vanaf maken. Het gaat dan om bekende namen als Mango, Inditex (o.a. Zara, Bershka en Pull&Bear), Kappa en de Amerikaanse megasupermarkt Walmart. Voor deze rijke modegiganten is een eerlijke bijdrage aan het compensatiefonds geen rib uit het lijf: In het rampjaar 2013, maakten de 29 merken die in Rana Plaza kleding lieten maken gezamenlijk zo’n 16 miljard euro winst per jaar.
Alle échte trendsetters in de modewereld wil ik vragen aandacht te genereren voor arbeidsrechten in de kledingindustrie. Na alles wat de slachtoffers van Rana Plaza hebben doorgemaakt, moeten zij niet hoeven bedelen om geld waar ze recht op hebben. Juist daarom moeten in Milaan de rechten van arbeiders in de kledingindustrie en de slachtoffers van Rana Plaza in de spotlights worden gezet. Help jij mee je favoriete merk hier ook aan herinneren?
Voor nadere informatie kunt u terecht bij Paul Sneijder, persvoorlichter PvdA-Eurodelegatie, +32 465 386675.