Het zorgdebat

Met dank overgenomen van H.C.M. (Henk) Krol i, gepubliceerd op woensdag 11 februari 2015.

11 Februari debatteerde de Kamer met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over haar plannen inzake de zorgverzekeringen. Ik had graag meegedaan, maar mijn huisarts had die middag vastgesteld dat mijn griep die maar niet wilde overgaan, een longontsteking blijkt te zijn. Jammer. Ik had haar dit willen zeggen:

Er is stof om uren over door te praten, maar ik zal me beperken tot een aantal punten.

De minister wil het voor verzekeraars aantrekkelijker maken om ook chronisch zieken en ouderen, ofwel mensen met relatie hoge zorgkosten, aan zich te binden.

Tot zover prima. Maar tegen welke prijs? Het moet mogelijk worden dat de verzekeraar de naturapolis goedkoper aanbiedt, al dan niet met verlaagd eigen risico. De risicoverevening wordt hierop aangepast. Zo moeten zorgverzekeraars worden gestimuleerd om zich meer te richten op deze groepen. Maar hoe pakt dit eigenlijk uit in de praktijk?

Ten eerste voor deze groep zelf. Zij kunnen dus kiezen voor een goedkopere naturapolis met verlaagd eigen risico. Zij moeten daarbij echter wel genoegen nemen met een beperkte keuzevrijheid van zorgaanbieders. Dat is echt een groot nadeel voor hen, wat bijvoorbeeld ook kan leiden tot meer reistijd én reiskosten voor deze groep. Dat kan voor hen praktisch én financieel echt negatief effect hebben.

Op basis van wat er nu bekend is, vreest 50PLUS dat het vooral de ouderen en chronisch zieken met een lager inkomen zijn, die noodgedwongen voor deze polisvorm zullen kiezen.Want voor hen heeft het een relatief groter effect op de koopkracht, en kan daarmee ook pure noodzaak zijn. Mensen met een hoger inkomen en veel zorgkosten zijn wel in de gelegenheid een duurdere polis met meer keuze te bekostigen. Dat is voor hen heel prettig, maar met dit alles bekruipt mij het gevoel dat mensen met een laag inkomen en hoge zorgkosten tóch weer het kind van de rekening zijn.

Voor hen verdwijnt in feite dan evengoed de vrije artsenkeuze. Hoe ziet de minister de positie van deze groep? Realiseert zij zich dat hun keuzevrijheid wordt ingeperkt door deze polisvorm? Realiseert zij zich dat de keuze voor deze polisgedwongen kan zijn, omdat zij vanwege hunzwakke financiële positie geen andere mogelijkheid hebben dan kiezen voor zo laag mogelijke kosten?

Daarnaast de verzekeraars. 50PLUS is er eenvoudigweg niet van overtuigd dat het aanpassen van de vereveningsbijdrage verzekeraars zal verleiden zich meer te richten op deze groep. De zinsnede in de brief van de minister zelf, die zegt : ”..de verzekeraar die het aandurven chronisch zieken en kwetsbare verzekerden aan te trekken..” zegt in feite al genoeg. Deze groep is en blijft onaantrekkelijk. We moeten ons in allerlei bochten wringen om zorgverzekeraars ertoe te verleiden zich ook op deze groep te richten.

Anders gezegd: dat zij aan deze groep kunnen verdienen. De minister geeft aan dat de verzekeraars die dit doen worden beloond. Ziehier de marktwerking. Maar waar blijft dan de solidariteit? Het feit dat er nog onderzoek op dit terrein wordt aangekondigd, stelt mij evenmingerust.Dat wordt niet minder door het onderzoek dat de NZa momenteel uitvoert naar indirecte risicoselectie. Dat is kennelijk nog steeds nodig.

Bovendien vindt 50PLUS het een zeer riskante veronderstelling - want meer is het écht niet - dat de macht van het getal hier zijn werk zal doen. Als veel zorgvragers kiezen voor een goedkopere polis, zouden verzekeraars zich meer gaan richten op het aantrekken van deze groep. Maar is dat wel zo? Wat als er minder mensen dan verwacht kiezen voor een dergelijke polis? Wat is dan het effect? Is het feit dat een verlaagd eigen risico voor verzekeraars een mogelijkheid is, maar géén verplichting, niet de Achilleshiel van dit plan?

En hoe beoordeelt de minister de twijfel van Zorgverzekeraars Nederland aan de haalbaarheid van een polis met verlaagd eigen risico? Graag een reactie.

Daarnaast wil 50PLUS graag een reactie op de stelling dat met dit nieuwe plan er meer geconcurreerd wordt op eigen risico dan op kwaliteit. Dat is inherent aan het feit dat veel verzekerden zich eenvoudigweg niet kunnen permitteren te kiezen voor een duurdere polis.Maar hoe wenselijk is dit?

Ik zei het al eerder, in dit plan wordt er veel verondersteld. Hoe wil de minister een en ander gaan monitoren dat alles verloopt zoals zij heeft voorzien? Is zij bereid hier de Kamer geregeld over te informeren en vooral: wanneer grijpt zij in als er ongewenste effecten dreigen? Graag een reactie.

Buiten dit: het gaat wel heel snel allemaal. Als we niet uitkijken, worden we met zijn allen voor een voldongen feit gesteld. En dat is niet de bedoeling. Laten we als Kamer nu eerst eens met betrokken partijen gaan praten om te horen hoe zij tegen deze plannen aankijken. Alleen al de reactie van Zorgverzekeraars Nederland toont aan dat dat hard nodig is. Zo kunnen we allen tot een goed en afgewogen oordeel komen. Daarnaast is het wat dubieus dat op deze wijze het oordeel van de Eerste Kamer wordt omzeild. Het voelt toch een beetje als “linksom of rechtsom, het zal gebeuren”. En voor dergelijke ingrijpende plannen, waarvan het allerminst vaststaat wat de effecten zullen zijn, is dat toch een zeer ongewenste situatie.