Bijdrage Carola Schouten aan het dertigeledendebat over de ‘Grenseffectentoets’ - Hoofdinhoud
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een plenair debat met minister Kamp van Economische Zaken
Onderwerp: Dertigledendebat over de ‘Grenseffectentoets’
Kamerstuk: 32 851
Datum: 4 februari 2015
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Het werd al door andere sprekers gememoreerd dat dit debat een halfjaar geleden is aangevraagd, mede naar aanleiding van vragen van de heer Bovens over een grenseffectentoets. Wij merken dat het debat alle kanten op schiet. Ik dank de minister van Economische Zaken voor zijn komst, want ik denk dat de grensregio's voornamelijk te maken hebben met economische vraagstukken en arbeidsmarktvraagstukken.
De werkloosheid in veel grensregio's is hoog; de minister weet dat ook. Er worden echter ook heel veel initiatieven ontplooid met actieplannen, investeringsagenda's en agenda's om belemmeringen weg te nemen. Dat alles om er maar voor te zorgen dat het werken over de grens makkelijker wordt. Er zijn genoeg voorbeelden. Ik noem het actieplan Twente werkt, de Kleefse agenda en het Pact van het Noorden. Gisteren heeft de minister in Bergen op Zoom aan actieplan in ontvangst genomen naar aanleiding van de sluiting van Philip Morris. Ook in dit plan treffen wij constructieve ideeën aan die banen voor vandaag en economisch herstel voor morgen moeten opleveren. De minister deelde er gisteren zijn complimenten voor uit. Dat is mooi, maar met alleen complimenten komen wij er niet. Er moet echt actie worden ondernomen, bijvoorbeeld op het terrein van de fiscale wet- en regelgeving, maar ik denk ook aan heel praktische zaken rond de logistiek en de erkenning van diploma's. Ik heb al heel vaak, ook samen met mevrouw Mulder, aandacht gevraagd voor deze belemmeringen, ook in diverse aangenomen moties.
Afgelopen vrijdag was ik in Oost-Groningen, letterlijk op de grens met Duitsland. Ik kreeg daar een verhaal te horen dat mij bijna nijdig maakte. Er is daar een groep van 40 Nederlandse verpleegsters met mbo-3-niveau. Duitsland had gevraagd of zij daar aan de slag wilden, want daar hadden zij die handen aan het bed heel hard nodig. Maar mbo-3 matchte net niet met wat er in Duitsland gevraagd werd. Vervolgens ging het hele feest niet door. Ik vind het ontzettend jammer — ik druk mij zacht uit — dat door dit soort dingen heel nuttige werkgelegenheid verloren gaat.
Daarom pleiten wij ervoor dat er bij het ministerie van Economische Zaken of waar het kabinet het ook het best vindt passen, een punt komt waar dit soort vragen heel praktisch meteen kan worden neergelegd en waar heel snel een oplossing kan worden gevonden. Dat lijkt mij een heel belangrijk instrument, omdat er anders tegen heel veel regels aangelopen wordt. Is de minister bereid om zo'n grensinfopunt te organiseren bij een van de ministeries? Lokale overheden moeten daar heel snel contact kunnen zoeken als zij tegen dit soort belemmeringen aanlopen.
Ik kom toe aan mijn laatste vraag: is het ook mogelijk dat er regionaal tussen Nederland en Duitsland of tussen Nederland en België bijvoorbeeld lokale handelsmissies worden georganiseerd om daar de kansen voor werkgelegenheid te benutten?
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.