Meer vrouwen aan de top ook Europese zaak - Hoofdinhoud
Meer vrouwen in de top van het bedrijfsleven is ook een Europese zorg. Quota kunnen daarbij een goed hulpmiddel zijn. De bestaande plannen op dit gebied verdienen daarom volgens mij alle steun.
Het Europees Parlement debatteerde deze week in Straatsburg over het versterken van de rol van vrouwen in het bedrijfsleven. Letland, op dit moment voorzitter in de EU, liet daar weten zich hier sterk voor te willen maken. ‘Iedereen is het er over eens dat mannen en vrouwen gelijke kansen moeten hebben, maar in de praktijk komt daar nog weinig van terecht’, aldus het Lets voorzitterschap.
Het Europees Parlement stemde in 2012 in met het voorstel om af te spreken dat in 2020 40 procent van de top van beursgenoteerde bedrijven uit vrouwen moet bestaan. Bij de overheid zou dat al in 2018 moeten worden bereikt.
Quota worden gezien als een paardenmiddel. Maar als het niet goedschiks gaat, heb je het als stok achter de deur nodig om verandering te bereiken. Het is goed dat je dat ook op Europees niveau doet. Belangrijk voor vrouwen, maar ook om een gelijk speelveld voor bedrijven te creëren.
Het voorstel om meer vrouwen aan de top van het bedrijfsleven te brengen wacht nog steeds op goedkeuring van de lidstaten. Nederland hoort bij de groep lidstaten die vinden dat dit een nationale kwestie is. De zaak zit daardoor nu vast.
Maar daar komt mogelijk binnenkort verandering in. Duitsland heeft onlangs ingestemd met een doelstelling van 30% vanaf 2016. Die stap heeft de deur weer op een kier gezet om het Europese voorstel van 40% vrouwen tegen 2020 opnieuw onder de loep te nemen. Het idee is wel om landen meer flexibiliteit te geven om deze doelstelling in te vullen.
Al bij de oprichting sprak Europa zich uit voor gelijkheid. Tussen mannen en vrouw. Gelijk loon, voor gelijk werk. Europa is grondlegger van deze principes. Dus het kan niet zo zijn dat wij afzien van streven naar gelijke kansen, omdat bedrijven het te veel moeite vinden om op zoek te gaan naar talentvolle vrouwen.