Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34085 XIII - Wijziging begroting Economische Zaken 2014 (Najaarsnota).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 28-11-2014 |
Publicatiedatum | 01-12-2014 |
Nummer | KST34085XIII2 |
Kenmerk | 34085 XIII, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 085 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Inhoudsopgave
Inhoud
A.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
1
B.
BEGROTINGSTOELICHTING
3
1.
Leeswijzer
3
2.
Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties
3
3.
De beleidsartikelen
7
Beleidsartikel 11 Goed functionerende economie en markten
7
Beleidsartikel 12 Een sterk innovatievermogen
8
Beleidsartikel 13 Een excellent ondernemingsklimaat
11
Beleidsartikel 14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening
15
Beleidsartikel 16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens
18
Beleidsartikel 17 Groen onderwijs van hoge kwaliteit
23
Beleidsartikel 18 Natuur en regio
24
4.
De niet-beleidsartikelen
27
Artikel 40 Apparaat
27
Artikel 41 Nominaal en onvoorzien
28
5.
Agentschapsparagrafen
28
Dienst ICT Uitvoering (DICTU)
28
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
30
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 4
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2014 wijzigingen aan te brengen in:
-
-
-
a.de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken;
-
-
-
-
b.de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.
-
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
B. BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.Leeswijzer
Deze tweede suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2014. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:
-
-
-
1)De leeswijzer.
-
-
-
-
2)Overzicht van de belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties.
-
-
-
-
3)De beleidsartikelen.
Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties opgenomen. De mutaties groter of gelijk aan circa € 3 mln worden onder de tabel toegelicht. In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden ondergrens. Als opvolging van de motie Geurts (TK, 34 000 XIII, nr. 64) worden de geraamde mutaties in de interne begrotingsreserves (beleidsartikelen 13, 14 en 16) inzichtelijk gemaakt.
-
-
-
-
4)De niet-beleidsartikelen.
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn de begrotingsmutaties opgenomen. De mutaties groter of gelijk aan circa € 3 mln worden toegelicht.
-
-
-
-
5)De agentschapsparagrafen.
In deze tweede suppletoire begroting zijn ook de aanpassingen in de agentschapsparagrafen opgenomen.
-
-
2.Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2014 (Najaarsnota) Bedragen x € 1.000
Art. nr.
Uitgaven 2014
Stand oorspronkelijke vastgestelde begroting 2014
5.032.290
Stand na 1e suppletoire begroting 2014
5.111.554
Stand na Miljoenennota 2015
5.165.586
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties (Najaarsnota):
Toekomstfonds
12
25.000
ROM’s
12
-
-20.000
Versterking BMKB-reserve
13
26.555
Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF)
13
-
-9.668
Kamer van Koophandel
13
10.000
Energie-akkoord
14
-
-24.975
Carbon Capture and Storage (CCS) / Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD)
14
-
-32.847
ETS-compensatie
14
-
-19.500
Krediet aan ECN/NRG (Hoge Flux Reactor)
14
25.000
High Containment Unit
16
4.000
School als kenniscentrum
17
-
-8.413
Bijdrage aan RVO
18
10.800
Pieken in de Delta
18
5.000
Aflossing egalisatievordering
40
16.047
Personeel kerndepartement
40
-
-10.956
Overige mutaties
Div.
-
-1.339
Totaal
- 5.296
Stand na 2e suppletoire begroting 2014
5.160.290
Toekomstfonds
Op de aanvullende post van de Rijksbegroting is een bedrag van € 25 mln geraamd voor het Toekomstfonds. Dit bedrag wordt bij de Najaarsnota toegevoegd aan beleidsartikel 12 (Innovatiefonds). Deze middelen worden gebruikt voor investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek. Zoals gemeld in de nota van wijziging bij de begroting 2015 (TK, 34 000 XIII, nr. 11) blijven de gelden die in 2014 niet besteed worden beschikbaar voor het Toekomstfonds (artikel 19 van de EZ-begroting 2015).
ROM’s
De voorgenomen herschikking van kapitaal van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zal niet in 2014 plaatsvinden, waardoor er geen uitgaven aan de ROM’s plaatsvinden.
Versterking BMKB-reserve
De interne begrotingsreserve voor de regeling Borgstellingsfaciliteit Midden- en Kleinbedrijf (BMKB) wordt aangevuld met een bedrag van € 26,6 mln. Dit is bestemd voor de dekking van de te verwachten verliesdeclaraties in de komende jaren.
Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF)
Vanwege het beperkte gebruik van de GSF in de afgelopen jaren worden er geen schades verwacht.
Kamer van Koophandel
Dit betreft een eenmalige bijdrage van € 10 mln aan de Kamer van Koophandel ter gedeeltelijke compensatie van de transitievoorziening ten behoeve van de reorganisatie. Deze reorganisatie houdt verband met het opgaan van de 12 Kamers van Koophandel, Kamer van Koophandel NL en Syntens in één nieuwe organisatie (Kamerstukken II 2011/12, 32 004, nr 4).
Energie-akkoord
In het kader van het Energie-akkoord is in 2014 sprake van € 25 mln aan lagere uitgaven. Subsidietoezeggingen in het kader van de regeling Demonstratie energie-innovatie (DEI) vinden laat in het jaar plaats en leiden niet meer tot kasuitgaven in 2014.
Carbon Capture and Storage (CCS) / Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD)
Dit betreft met name het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD) waarvan de uitvoering niet in 2014 plaatsvindt, omdat de finale investeringsbeslissing nog niet genomen is. Het geraamde budget voor bevoorschotting kan daarom niet in 2014 benut worden.
ETS-compensatie
Het beroep op de Compensatieregeling Energie-intensieve bedrijven (ETS) lag lager dan het beschikbare bedrag. Hierdoor vallen de uitgaven € 19,5 mln lager uit dan oorspronkelijk geraamd. Dit restant zal beschikbaar blijven voor uitgaven in 2015.
Krediet aan ECN/NRG (Hoge Flux Reactor)
Aan het Energieonderzoek Centrum Nederland en haar dochter de Nuclear Research and Consultancy Group (ECN/NRG) wordt door het Rijk een krediet verstrekt om de continuïteit van de bedrijfsvoering te verzekeren (TK 2014-2015, 25 422, nr. 112). De voor 2014 voorgestelde verhoging van de uitgavenraming is bedoeld als eerste uitbetaling van dit krediet van € 82 mln.
High Containment Unit
Dit betreft een hogere bijdrage aan Dienst Landbouwkundig Onderzoek in verband met het in stand houden van de High Containment Unit (hermetisch afgesloten onderzoeksruimte voor bestrijding besmettelijke dierziekten) van het Centraal Veterinair Instituut te Lelystad.
School als Kenniscentrum
Dit betreft een vertraging in de uitfinanciering van reeds aangegane verplichtingen op de regelingen Praktijkleren en groene plus. De uitgaven verschuiven naar de komende jaren.
Bijdrage aan RVO
De bijdrage aan de RVO wordt verhoogd met € 10,8 mln. Deze bijdrage is bedoeld voor zowel de uitvoeringskosten van Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) als de investeringskosten die noodzakelijk zijn voor de implementatie van het nieuwe collectieve stelsel voor ANLb per 1 januari 2016. In het kader van het Natuurpact en de implementatie van het nieuwe GLB hebben Rijk en provincies afspraken gemaakt over dit transitietraject naar een efficiënter en effectiever stelsel voor ANLb.
Pieken in de Delta
Dit betreft de uitfinanciering op de reeds aangegane verplichtingen in het kader van het project Pieken in de Delta.
Aflossing egalisatievordering
Het kabinet heeft besloten tot een nieuwe vormgeving van het Rijkshuisvestingstelsel per 1-1-2016 (2011-2012 TK, 31 490 nr. 75). Een van de gevolgen hiervan is dat de huidige huurcontracten voortijdig moeten worden opengebroken en departementen voortijdig de egalisatievordering moeten aflossen. Met deze mutatie wordt het deel van EZ van de egalisatievordering aan BZK betaald.
Personeel kerndepartement
Op personele uitgaven wordt minder uitgegeven dan geraamd, onder andere op de post sociaal flankerend beleid.
Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2014 (Najaarsnota) Bedragen x € 1.000
Art. nr.
Ontvangsten 2014
Stand oorspronkelijke vastgestelde begroting 2014
12.733.810
Stand na 1e suppletoire begroting 2014
12.344.090
Stand na Miljoenennota 2015
11.796.676
Belangrijkste suppletoire mutaties (Najaarsnota):
ROM’s
12
-
-20.000
Garantiefaciliteit Scheepnieuwbouwfinanciering (GSF)
13
-
-9.668
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
13
6.000
Ontvangsten RVO
14
2.900
Afghanistan-project en project «access to seeds»
16
7.386
Projecten energietransitie
16
3.150
Ontvangsten Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO)
16
2.789
Landinrichtingsrente
18
3.034
Overige mutaties
Div.
-
-516
Totaal
- 4.925
Stand na 2e suppletoire begroting 2014
11.791.751
ROM’s
De voorgenomen herschikking van kapitaal van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zal niet in 2014 plaatsvinden, waardoor er geen ontvangsten van de ROM’s plaatsvinden.
Garantiefaciliteit Scheepnieuwbouwfinanciering (GSF)
Vanwege het beperkte gebruik van de Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF) worden de ontvangsten naar beneden bijgesteld.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
Tegenover lagere premieontvangsten van € 3 mln vanwege de lager dan geraamde benutting in de afgelopen jaren staat een verhoging van de raming als gevolg van een onttrekking uit de begrotingsreserve voor de GO van € 9 mln ter dekking van de verwachte schades. Per saldo is sprake van € 6 mln hogere ontvangsten.
Ontvangsten RVO
De hogere ontvangsten houden verband met verrekeningen met het agentschap RVO.
Afghanistan-project en project «acces to seeds»
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken levert een bijdrage aan een onderzoeksproject in Afghanistan (€ 6,7 mln). Dit onderzoek heeft als doel landbouwontwikkeling in Afghanistan te bevorderen. In het kader van het convenant Samenwerking op het gebied van voedselzekerheid levert het Ministerie van Buitenlandse Zaken een bijdrage voor het project «access to seeds» (€ 0,7 mln).
Projecten energietransitie
In verband met een afrekening van de bijdrage van het Productschap Tuinbouw (PT) aan energieregelingen tot en met 2009 wordt de ontvangstenbegroting met € 3,2 mln verhoogd. Deze ontvangsten worden ingezet voor de overnamekosten door EZ van het PT-aandeel in het Stallingsbedrijf Glastuinbouw Nederland (SGN).
Ontvangsten Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO)
De hogere ontvangsten houden verband met meer aflossingen van aan DLO verstrekte leningen en hogere bijdragen van derden voor onderzoeksprojecten die door EZ aan DLO worden verstrekt.
Landinrichtingsrente
De hogere landinrichtingsrente houdt verband met het feit dat in 2013 vertraging is ontstaan bij het innen van de landinrichtingsrente. De betreffende bedragen zijn in 2014 ontvangen.
-
3.De beleidsartikelen
Budgettaire gevolgen van beleid,
Beleidsartikel 11 Goed functionerende economie en markten Bedragen x € 1.000
Stand vastgestelde begroting 2014
Stand 1e suppletoire begroting
2014
Mutaties 2e suppletoire begroting
2014
Stand 2e suppletoire begroting
2014
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
VERPLICHTINGEN
196.702
215.082
- 17.841
197.241
UITGAVEN
197.794
216.176
- 19.264
196.912
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
98%
98%
Subsidies
1.700
1.700
-1.344
356
-
•Digitalisering regionale radio
1.700
1.700
-
-1.344
356
Opdrachten
12.446
30.133
- 23.226
6.907
-
•Onderzoek en Opdrachten
2.339
2.397
305
2.702
-
•PIANOo/TenderNed
6.218
4.591
-
-3.951
640
-
•Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid
3.889
23.145
-
-19.580
3.565
Bijdragen aan agentschappen
11.165
11.213
5.020
16.233
-
•Agentschap Telecom
10.386
10.420
809
11.229
-
•DICTU
779
793
4.211
5.004
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
168.594
168.702
1.343
170.045
-
•Metrologie
14.092
13.988
12
14.000
-
•Raad voor Accreditatie
296
296
-
-86
210
-
•ACM
421
421
23
444
-
•CBS
153.785
153.997
1.394
155.391
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
3.889
4.428
-1.057
3.371
-
•Nederlands Normalisatie
Instituut (NEN)
1.153
1.153
-
-18
1.135
-
•Internationale organisaties
2.676
3.215
-
-1.035
2.180
-
•Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden
60
60
-
-4
56
ONTVANGSTEN
52.265
53.021
1.015
54.036
-
•High Trust
31.300
31.300
-
-300
31.000
-
•Diverse ontvangsten
20.965
21.721
1.315
23.036
Toelichting op de verplichtingen
De verlaging van de verplichtingen hangt grotendeels samen met de verlaging van de uitgaven.
Toelichting op de uitgaven
Subsidies
In 2011 is aan de stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking (ROOS) een subsidie «digitale radio voor de regionale publieke omroep» verstrekt met een vooraf afgesproken bevoorschottingsritme. Door opgetreden vertragingen in de onderhandelingen met commerciële omroepen, met als gevolg opgelopen vertragingen in de inkoopprocedure, heeft ROOS verzocht om aanpassing van het bevoorschottingsritme. Vanwege aanpassing van het bevoorschottingsritme wordt een bedrag van € 1,3 mln in 2014 niet uitgegeven.
Opdrachten
De uitgaven op het onderdeel opdrachten worden verlaagd met € 23,2 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door het volgende:
-
-
-
•Voor ICT-werkzaamheden (regulier beheer, spoedeisend en releasematig onderhoud, nieuwbouw en doorontwikkeling) wordt jaarlijks intern budget overgeboekt naar het voor de uitvoering verantwoordelijke agentschap DICTU (€ 3,9 mln).
-
-
-
-
•Na de veiling van frequenties voor mobiele communicatie eind 2012, zijn de mobiele operators versneld nieuwe technologieën zoals 4G gaan uitrollen. Omdat dit kan leiden tot interferentie met het GSM netwerk van het spoor, worden er flexibele filters in de treinontvangers geplaatst. Hiervoor wordt eenmalig een bijdrage verstrekt aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (€ 19 mln).
-
Bijdragen aan agentschappen
Hiervoor wordt verwezen naar het daarover gestelde bij het onderdeel opdrachten.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
De verhoging van de uitgaven bij het CBS betreft onder andere een vergoeding voor de veiligheidsmonitor die door het CBS wordt opgezet.
Bijdragen aan (internationale) organisaties
De lagere uitgaven betreffen onder andere een verrekening met het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de eerder ontvangen bijdrage in het kader van de in 2014 in Den Haag gehouden Nuclear Security Summit (NSS).
Toelichting op de ontvangsten
De toename van begrote ontvangsten heeft met name betrekking op wettelijke rente voor de in 2011 uitgereikte FM-vergunningen voor landelijke commerciële radio en digitale radioomroep. De vergoeding voor deze vergunningen betreft het «eenmalige bedrag» dat in zes jaarlijkse termijnen in rekening wordt gebracht. Hier gaat het om de rente over het verschuldigde maar nog niet betaalde deel van het bedrag.
Budgettaire gevolgen van beleid,
Beleidsartikel 12 Een sterk innovatievermogen Bedragen x € 1.000
Stand vastgestelde begroting 2014 (na nota van wijziging, amendementen en ISB)
Stand 1e suppletoire begroting
2014
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014
Stand 2e suppletoire begroting
2014
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
VERPLICHTINGEN
589.198
735.946
78.883
814.829
UITGAVEN
814.790
847.782
33.825
881.607
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
81%
83%
Leningen
95.814
214.751
17.850
232.601
-
•Innovatiefonds (IF): innovatiekrediet
67.459
80.781
-
-18.223
62.558
-
•IF: risicokapitaal
15.555
17.670
2.923
20.593
-
•IF: Vroege fase / informal Investors / ROM’s
103.500
-
-96.850
6.650
-
•IF: Fund of Funds
12.800
12.800
130.000
142.800
Subsidies
64.577
63.860
11.468
75.328
-
•Innovatie Prestatie Contracten
1.084
1.084
188
1.272
-
•Eurostars
7.916
7.592
493
8.085
-
•Lucht- en Ruimtevaart
20.281
20.282
1.187
21.469
-
•Overig
35.296
34.902
9.600
44.502
Opdrachten
2.633
2.609
-551
2.058
-
•Onderzoek en opdrachten
2.633
2.609
-
-551
2.058
Bijdragen aan agentschappen
64.882
65.907
-187
65.720
-
•RVO
64.741
65.766
-
-259
65.507
-
•Agentschap Telecom
141
141
72
213
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
133.761
125.099
14.213
139.312
-
•TNO
133.761
125.099
14.213
139.312
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
453.123
375.556
-8.968
366.588
-
•Toeslag Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI-toeslag)
101.561
66.534
-
-8.299
58.235
-
•Internationaal Innoveren
4.000
4.000
4.000
-
•Grote Technologische Instituten (GTI’s)
40.973
41.041
1.729
42.770
-
•Topsectoren overig
215.097
186.698
-
-15.797
170.901
-
•Ruimtevaart (ESA)
90.259
76.759
13.399
90.158
-
•Overig (inclusief onderzoeksprojecten)
1.233
524
524
ONTVANGSTEN
49.968
73.495
- 17.189
56.306
-
•Luchtvaartkredietregeling
2.102
2.102
394
2.496
-
•Technische Ontwikkelingsprojecten (TOP)
4.000
4.000
-
-3.150
850
-
•Rijksoctrooiwet
31.212
31.212
31.212
-
•IF: Innovatiekredieten
9.816
9.816
9.816
-
•IF: ontvangsten ROM’s
23.000
-
-20.000
3.000
-
•Eurostars
1.250
1.777
-
-780
997
-
•Diverse ontvangsten
1.588
1.588
6.347
7.935
Toelichting op de verplichtingen
De mutatie op het verplichtingbudget van € 78,9 mln wordt met name veroorzaakt door:
-
-
-
•Het Innovatiefonds € 20,8 mln. Bij 1e suppletoire begroting 2014 zijn de niet benutte middelen op het Innovatiefonds uit 2013 (€ 95 mln) toegevoegd aan de begroting. Omdat het gebruik van de instrumenten meer gefaseerd plaatsvindt wordt dat bedrag nu gedeeltelijk (circa € 88 mln) naar latere jaren verschoven op basis van de jaarlijks verwachte benutting. Het betreft het budget voor Vroegefasefinanciering, Innovatiekrediet en de Seedcapital-regeling. Daarnaast wordt het verplichtingenbudget met € 20 mln verlaagd omdat de voorgenomen herschikking van kapitaal van de ROM’s niet in 2014 zal plaatsvinden. Tegenover deze verlagingen van het verplichtingenbudget staat een verhoging van ruim € 128 mln. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een toevoeging van € 100 mln voor het Dutch Venture Initiative in het kader van het Aanvullend Actieplan MKB-financiering en € 25 mln voor fundamenteel en wetenschappelijk onderzoek in het kader van het Toekomstfonds. Dit laatste budget zal bij Voorjaarsnota worden overgeheveld naar artikel 19 Toekomstfonds, zoals gemeld in de nota van wijziging op de EZ-begroting 2015.
-
-
-
-
•Bijdrage aan TNO € 15,4 mln. Dit betreft voor € 4 mln de bijdrage van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het thema Arbeid en Gezondheid en het maatschappelijk programma Arbo. Een bedrag van € 5,4 mln is ingezet voor TO2 brede samenwerkingsprojecten die gericht zijn op de in Horizon 2020 geformuleerde maatschappelijke uitdagingen, waarover u per brief bent geïnformeerd (TK, 32 637 nr. 146). Tot slot heeft een bedrag van € 4,6 mln betrekking op de TTI-transitie ten behoeve van de topsectoren Chemie, Agrifood en High Tech Systemen en Materialen (TK, 28 753, 32 637 nr. 33).
-
-
-
-
•Bijdragen aan organisaties € 44,9 mln. Het verstrekken van de beschikkingen aan de TO2- instituten zal voor alle TO2-instituten in het jaar voorafgaand aan het uitvoeringsjaar plaatsvinden. In dit kader wordt de verplichtingenruimte voor het aangaan van de beschikking voor 2015 voor MARIN en Deltares (€ 13,1 mln) naar 2014 verschoven. Voor het aangaan van de verplichtingen voor Kourou wordt het ruimtevaartbudget met € 13,4 mln verhoogd. De resterende verhoging van het verplichtingenbudget (€ 18,4 mln) heeft betrekking op de TTI-transitie. Dit bedrag is nodig voor de inbedding van het organiserend vermogen en de netwerkvorming van de TTI’s en voor het inbedden van het strategisch onderzoek van de TTI’s. Per brief (kamerbrief 28 753, 32 637 nr. 33) is het beleid toegelicht ten aanzien van de transitieaanpak van de voormalige TTI’s.
-
Toelichting op de uitgaven
De mutatie op het kasbudget van € 33,8 mln wordt met name veroorzaakt door:
Leningen
De mutatie op het Innovatiefonds bestaat uit een toevoeging van € 100 mln ten behoeve van het Dutch Venture Initiative als onderdeel van het Aanvullend Actieplan MKB-financiering en € 25 mln ten behoeve van fundamenteel en toegepast onderzoek (dit laatste bedrag wordt in de 1e suppletoire begroting 2015 toegevoegd aan artikel 19 Toekomstfonds). Het budget voor Vroegefasefinanciering en Business Angels - dat als onderdeel van het Stimuleringspakket in 2013 aan de EZ-begroting is toegevoegd - is over meerdere jaren verdeeld op basis van de verwachte benutting van het instrumentarium. Hiervoor is het budget in 2014 verlaagd met € 71,5 mln. Dit budget is aan latere jaren toegevoegd. Het budget voor het Innovatiekrediet en Seed is voor een bedrag van € 15,4 mln naar latere jaren verschoven met oog op de verwachte benutting. Tot slot is het budget met € 20 mln verlaagd omdat de voorgenomen herschikking van kapitaal van de ROM’s niet in 2014 zal plaatsvinden.
Subsidies
Subsidies overig € 9,6 mln. Dit betreft met name een verhoging ten behoeve van de regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren met € 4,5 mln. Daarnaast is het budget verhoogd ten behoeve van de uitfinanciering van oude verplichtingen, waaronder € 4,8 mln Smart Mix.
Bijdragen ZBO/RWT
Dit betreft in het bijzonder een verhoging van ruim € 11 mln voor het voorschot ten behoeve van de 1e maand 2015 dat in december wordt uitbetaald aan TNO. In de begroting 2015 is het budget voor TNO hiertoe reeds spiegelbeeldig met eenzelfde bedrag verlaagd.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
-
-
-
•TKI-toeslag - € 8,3 mln. De aangegane verplichtingen voor de TKI-toeslag in 2013 en 2014 worden over meerdere jaren uitgefinancierd omdat de achterliggende onderzoeksprogramma’s meerjarig van karakter zijn. Als gevolg zal het beschikbare kasbudget 2014 niet volledig voor de TKI-toeslag in dat jaar worden benut. De naar verwachting niet benutte middelen van € 8,3 mln op het budget voor de TKI-toeslag worden daarom aangewend voor de uitfinanciering van het project NanonextNL onder de Topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM). De inbedding van het organiserend vermogen en de netwerkvorming van de voormalige TTI’s bij de TKI’s wordt eveneens op het budget voor de TKI-toeslag verantwoord (TK, 28 753, 32 637 nr. 33).
-
-
-
-
•Topsectoren overig - € 15,8 mln. Dit betreft een overheveling naar artikel 13 van in totaal € 10 mln voor de uitfinanciering van oude verplichtingen van het Valorisatieprogramma en ICT-projecten PRIMA en Logius. Daarnaast is € 4,8 mln overgeheveld ten behoeven van de uitfinanciering van oude verplichtingen Smart Mix (zie ook toelichting subsidies overig) ten laste van een aantal oude Innovatieprogramma’s en diverse projecten zoals Be-Basic en CTMM waarvan de kasuitfinanciering vertraagd verloopt.
-
-
-
-
•Ruimtevaart € 13,4 mln. Dit betreft een verhoging van de uitgaven in het kader van de verplichte ESA-programma’s General Budget en Kourou.
-
Toelichting op de ontvangsten
De mutatie op het ontvangstbudget van - € 17,2 mln wordt met name veroorzaakt door:
-
-
-
•Technische Ontwikkelingsprojecten - € 3,2 mln. Deze ontvangsten zijn afhankelijk van het commerciële succes van in het verleden gegeven bijdragen aan Technische Ontwikkelings Projecten en daardoor moeilijk vooraf in te schatten.
-
-
-
-
•De voorgenomen herschikking van kapitaal van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zal niet in 2014 plaatsvinden waardoor er geen ontvangsten worden gerealiseerd.
-
-
-
-
•Diverse ontvangsten € 6,3 mln. Dit betreft voornamelijk terugontvangsten in het kader van eerder verstrekte innovatiesubsidies.
-
Budgettaire gevolgen van beleid,
Beleidsartikel 13 Een excellent ondernemingsklimaat Bedragen x € 1.000
Stand vastgestelde begroting 2014
Stand 1e suppletoire begroting
2014
Mutaties 2e suppletoire begroting
2014
Stand
2e suppletoire begroting
2014
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
VERPLICHTINGEN
2.377.631
2.399.697
- 518.983
1.880.714
Waarvan garantieverplichtingen
2.190.294
2.189.136
-
-527.886
1.661.250
UITGAVEN
319.466
351.849
62.422
414.271
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
93%
99%
Garanties
97.011
122.353
27.087
149.440
-
•BMKB
65.000
91.500
36.555
128.055
-
•Groeifinancieringsfaciliteit
9.343
9.343
-
-5.800
3.543
-
•Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
13.000
11.842
6.000
17.842
-
•Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering
9.668
9.668
-
-9.668
Subsidies
19.945
35.319
6.555
41.874
-
•Bevorderen ondernemerschap
5.430
18.354
-
-417
17.937
-
•Interdepartementaal Programma Biobased Economy
2.744
2.594
395
2.989
-
•Uitfinanciering subsidies
11.771
14.371
6.577
20.948
Opdrachten
25.669
25.197
-114
25.083
-
•Onderzoek & ontwikkeling
1.043
2.106
282
2.388
-
•ICT-beleid
19.980
18.858
1.386
20.244
-
•Beleidsvoorbereiding en evaluaties
2.316
1.903
-
-1.243
660
-
•Regiegroep Regeldruk/ACTAL
2.330
2.330
-
-539
1.791
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
19.337
20.464
1.232
21.696
-
•NBTC
10.152
10.152
15
10.167
-
•UNWTO
233
239
239
-
•Bijdragen aan instituten
8.952
10.073
1.217
11.290
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
137.042
125.628
24.208
149.836
-
•Kamer van Koophandel / Ondernemerspleinen
137.042
125.628
24.208
149.836
Bijdragen aan agentschappen
20.462
22.888
3.454
26.342
-
•RVO
18.258
20.684
2.170
22.854
-
•Dictu
234
234
-
•Logius
2.204
2.204
1.050
3.254
ONTVANGSTEN
72.087
66.587
- 8.343
58.244
-
•BMKB
38.406
32.906
600
33.506
-
•Groeifinancieringsfaciliteit
8.000
8.000
-
-5.800
2.200
-
•Garantie Ondernemingsfinanciering
13.000
13.000
6.000
19.000
-
•Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering
10.000
10.000
-
-9.950
50
-
•Joint Strike Fighter (JSF)
1.303
1.303
1.303
-
•Diverse ontvangsten
1.378
1.378
807
2.185
Toelichting op de verplichtingen
De mutatie op het verplichtingbudget van - € 519,0 mln wordt met name veroorzaakt door:
-
-
-
•Een mutatie op het garantiebudget van de BMKB regeling van - € 330 mln en een mutatie op het garantiebudget van de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) van - € 200 mln. In het Aanvullend Actieplan MKB-financiering is aangekondigd dat de niet benutte garantieruimte op de bestaande garantie-instrumenten in 2014 en 2015 wordt ingezet voor de nieuwe garanties voor achtergestelde leningenfondsen, alternatieve aanbieders van MKB-financiering en Qredits. Eind oktober heeft EZ in dit kader een oproep geplaatst waarmee partijen worden opgeroepen met goede voorstellen te komen waarmee het aanbod van nieuwe MKB-financiering wordt verbreed en vergroot. Met deze mutatie wordt het budget van de BMKB en de GO verlaagd met de naar verwachting niet benutte ruimte in 2014. Deze ruimte zal in de 1e suppletoire begroting 2015 beschikbaar worden gesteld voor de nieuwe garanties uit het Aanvullend Actieplan MKB-financiering.
-
-
-
-
•Een mutatie op het budget van de Kamer van Koophandel € 10 mln, zie toelichting onder uitgaven.
-
Toelichting op de uitgaven
De mutatie op het kasbudget van € 62,4 mln wordt met name veroorzaakt door:
Garanties
-
-
-
•Een mutatie op het budget voor de BMKB van € 36,6 mln. Dit betreft een voorgenomen storting in de BMKB-reserve van € 26,6 mln voor het opvangen van tegenvallers op de verliesdeclaraties in komende jaren. Daarnaast is de schaderaming voor de BMKB met € 10 mln verhoogd omdat de omvang van de verliesdeclaraties in 2014 naar verwachting hoger uitkomt dan aanvankelijk werd geraamd.
-
-
-
-
•Een mutatie op het budget van de Groeifinancieringsfaciliteit (GF) van - € 5,8 mln. Zowel de uitgaven als de ontvangsten van de GF zijn met € 5,8 mln verlaagd, omdat de premieontvangsten en de schade-uitgaven achterblijven bij de raming. Omdat de benutting van de regeling de afgelopen jaren onder het maximaal beschikbare plafond bleef, worden nu lagere premieontvangsten gerealiseerd en ook lagere schades.
-
-
-
-
•Een mutatie op het budget van de GO van € 6,0 mln. De uitgaven voor de GO-regeling zijn met € 6 mln verhoogd vanwege de verwachte schadebetalingen in 2014. Deze hogere uitgaven worden gedekt uit de interne begrotingsreserve die voor de GO beschikbaar is.
-
-
-
-
•Een mutatie op het budget van de Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouw Financiering (GSF) van - € 9,7 mln. Vanwege het beperkte gebruik van de GSF in de afgelopen jaren worden er geen schades verwacht. Hier staan ook lagere ontvangsten tegenover.
-
Subsidies
-
-
-
•Ten laste van het budget Bevorderen Ondernemerschap wordt € 9 mln gestort in de nieuw op te richten reserve voor garanties voor MKB-financiering die zijn aangekondigd als onderdeel van het Aanvullend Actieplan MKB-financiering.
-
-
-
-
•Een mutatie op het onderdeel Uitfinanciering van subsidies van € 6,6 mln. Dit wordt in het bijzonder veroorzaakt door de hoger dan geraamde uitfinanciering van het instrument Valorisatie.
-
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
Een mutatie op de bijdrage aan de Kamer van Koophandel van € 24,2 mln. Dit betreft voor € 12,2 mln het voorschot aan de Kamer van Koophandel voor de eerste periode in 2015 dat in december 2014 wordt uitbetaald. Verder heeft deze mutatie betrekking op de bijdragen van andere departementen in de (eenmalige) verrekening van daadwerkelijke kosten van het gebruik van het Nieuwe Handelsregister over 2012 en 2013 (pilot inputfinanciering). Met de ingang van inputfinanciering per 1 januari 2014 is meerjarig structureel budget overgeboekt en vindt geen verrekening meer plaats naar rato van gebruik. Daarnaast wordt de bijdrage aan KvK eenmalig met € 10 mln opgehoogd. Per 1 januari 2014 zijn de 12 Kamers van Koophandel, Kamer van Koophandel NL en Syntens opgegaan in één organisatie, de (nieuwe) Kamer van Koophandel (KvK). Dit is vastgelegd in de nieuwe wet op de Kamers van Koophandel die op 12 november 2013 is goedgekeurd door de Eerste Kamer. De activa en passiva van de individuele organisaties zijn per 1 januari 2014 ingebracht in de nieuwe organisatie. Zoals eerder richting de Tweede Kamer aangegeven (Kamerstukken II 2011/12, 32 004, nr 4) is het de inzet om de transitiekosten van deze reorganisatie zoveel mogelijk uit de eigen vermogens van betreffende organisaties te bekostigen. Bij het opmaken van de jaarrekening 2013 van de voormalige stichting Syntens is echter komen vast te staan dat Syntens met een negatief eigen vermogen (- € 18 mln) is ingevaren in de nieuwe Kamer van Koophandel. Met deze mutatie wordt de bijdrage aan de Kamer van Koophandel eenmalig opgehoogd met € 10 mln ter gedeeltelijke compensatie van de additionele transitievoorziening die mede als gevolg hiervan door de Kamer van Koophandel getroffen dient te worden.
Toelichting op de interne begrotingsreserves
Interne begrotingsreserve BMKB Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2014
30.000
+ Geraamde storting
+36.555
-
-Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2014
66.555
De geraamde storting van € 36,6 mln bestaat uit een overheveling vanuit de interne begrotingsreserve Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (€ 10 mln) zoals toegelicht in de Ontwerpbegroting 2015 en een geraamde storting zoals toegelicht onder de uitgaven (€ 26,6 mln).
Interne begrotingsreserve Groeifinancieringsfaciliteit Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2014
+ Geraamde storting
+5.000
-
-Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2014
5.000
De mutatie van € 5 mln bestaat uit een overheveling vanuit de interne begrotingsreserve Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering zoals toegelicht in de Ontwerpbegroting 2015.
Interne begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2014
64.621
+ Geraamde storting
-
-Geraamde onttrekking
-
-9.000
Stand (raming) per 31/12/2014
55.621
De geraamde onttrekking van € 9 mln betreft de dekking van het verschil tussen de verwachte schadebetalingen en premie-ontvangsten zoals toegelicht onder de ontvangsten.
Interne begrotingsreserve Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2014
25.044
+ Geraamde storting
-
-Geraamde onttrekking
-
-15.000
Stand (raming) per 31/12/2014
10.044
De mutatie van - € 15 mln bestaat uit een overheveling naar de interne begrotingsreserve BMKB (€ 10 mln) en de interne begrotingsreserve Groeifinancieringsfaciliteit (€ 5 mln) zoals toegelicht in de Ontwerpbegroting 2015.
Interne begrotingsreserve Garantie MKB-financiering Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2014
+ Geraamde storting
+9.000
-
-Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2014
9.000
De geraamde storting van € 9 mln is ter dekking van toekomstige schadebetalingen op garanties voor MKB-financiering zoals toegelicht onder de uitgaven.
Toelichting op de ontvangsten
De mutatie op het ontvangstbudget van - € 8,3 mln wordt met name veroorzaakt door:
-
-
-
•Een mutatie op het budget van de Groeifinancieringsfaciliteit van - € 5,8 mln. Zie de toelichting op de uitgaven
-
-
-
-
•Tegenover lagere premieontvangsten van € 3 mln, vanwege de lager dan geraamde benutting in de afgelopen jaren, staat een onttrekking uit de begrotingsreserve voor de GO van € 9 mln ter dekking van de verwachte schades. Per saldo is sprake van € 6 mln hogere ontvangsten.
-
-
-
-
•Vanwege het beperkte gebruik van de Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF) worden de ontvangsten met € 10 mln naar beneden bijgesteld.
-
Budgettaire gevolgen van beleid,
Beleidsartikel 14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening Bedragen x € 1.000
Stand vastgestelde begroting 2014
Stand 1e suppletoire begroting
2014
Mutaties 2e suppletoire begroting
2014
Stand 2e suppletoire begroting
2014
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
VERPLICHTINGEN
3.899.850
3.977.621
234.476
4.212.097
Waarvan garantieverplichtingen
43.500
43.500
UITGAVEN
1.538.633
1.503.521
- 47.474
1.456.047
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
86%
90%
Subsidies
1.331.133
1.285.493
-93.876
1.191.617
-
•Topsectoren Energie
45.787
44.163
1.220
45.383
-
•Energie-innovatie (IA)
19.749
19.749
11.642
31.391
-
•Green Deal
28.692
24.627
-
-21.828
2.799
-
•Energieakkoord
35.000
30.805
-
-26.575
4.230
-
•MEP
470.000
452.200
-
-4.250
447.950
-
•SDE
417.496
400.540
0
400.540
-
•SDE+
171.060
171.060
0
171.060
-
•Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)
78.000
77.000
-
-19.500
57.500
-
•CCS
39.047
39.047
-
-33.847
5.200
-
•Hoge Flux Reactor
7.250
7.250
0
7.250
-
•Elektrisch rijden
2.210
2.210
-
-160
2.050
-
•Caribisch Nederland
11.500
11.500
-
-4.520
6.980
-
•Overige subsidies
5.342
5.342
3.942
9.284
Garanties
8.700
8.700
-
•Geothermie
8.700
8.700
Opdrachten
27.268
24.144
3.647
27.791
-
•O&O bodembeheer
666
1.206
4.960
6.166
-
•Joint implementation
2.308
1.343
-
-943
400
-
•Straling
11.456
8.757
-
-480
8.277
-
•Pallas
9.100
9.100
788
9.888
-
•Onderzoek en opdrachten
3.738
3.738
-
-678
3.060
Bijdragen aan agentschappen
34.998
49.902
-781
49.121
-
•RVO
31.012
44.966
-
-787
44.179
-
•NVWA
693
693
1
694
-
•Kern Fysische Dienst
3.293
3.293
5
3.298
-
•KNMI
950
950
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
113.106
111.716
2.584
114.300
-
•Doorsluis COVA heffing
111.000
111.000
111.000
-
•TNO bodembeheer
2.106
716
2.584
3.300
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
32.128
32.266
32.252
64.518
-
•ECN/NRG
31.347
31.604
32.314
63.918
-
•Diverse instituten
781
662
-
-62
600
ONTVANGSTEN
12.165.411
11.661.411
-586.902
11.074.509
-
•COVA
111.000
111.000
111.000
-
•SDE+
200.000
200.000
200.000
-
•Aardgasbaten
11.850.000
11.346.000
-
-596.000
10.750.000
-
•Ontvangsten zoutwinning
1.761
1.761
713
2.474
-
•Diverse ontvangsten
2.650
2.650
8.385
11.035
Toelichting op de verplichtingen
De verhoging van de verplichtingen (€ 234,5 mln) hangt met name samen met:
-
-
-
•Garantiebudget voor de ondersteuning van aardwarmte (Geothermie) (€ 43,5 mln).
-
-
-
-
•Aan het Energieonderzoek Centrum Nederland en haar dochter de Nuclear Research and Consultancy Group (ECN/NRG) wordt door het Rijk een krediet verstrekt om de continuïteit van hun bedrijfsvoering te verzekeren (€ 82,0 mln hoofdsom + € 13,9 mln basisrente).
-
-
-
-
•Overloop van niet aangegane verplichtingen vanuit 2013 naar 2014 ten behoeve van een aan de Stichting Pallas verstrekte lening (€ 38,8 mln).
-
-
-
-
•Als gevolg van een positieve beslissing op een bezwaar inzake SDE dient een in 2013 ingetrokken verplichtingenbedrag weer beschikbaar te komen voor 2014 (€ 117,3 mln).
-
-
-
-
•Vanuit het budget SDE+ worden middelen overgeheveld ten behoeve van de Topsectoren Energie. Deze aanwending van SDE+ middelen vindt plaats in het kader van het ondersteunen van innovatieprojecten, die passen binnen de programmalijnen van de Topsector Energie. Uitgangspunt hierbij is dat deze projecten bijdragen aan het kosteneffectiever bereiken van de doelstelling van 16% duurzame energie in 2023. Veel ingediende projecten zijn na toetsing door de programmacommissies afgewezen, omdat deze niet voldeden aan de kwaliteitseisen die de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) hebben gesteld (onder andere onvoldoende bijdrage aan de doelstellingen van de TKI-programma’s en het niet voldoen aan de SDE+-voorwaarden). Derhalve wordt € 32,3 mln beschikbare verplichtingruimte niet benut.
-
-
-
-
•Een lagere verplichtingenrealisatie wordt verwacht op de onderwerpen CCS en ETS-compensatie. Voor een toelichting wordt verwezen naar het daarover gestelde onder de subsidie-uitgaven (€ 41,5 mln).
-
Toelichting op de uitgaven
Subsidies
De lagere uitgaven (€ 93,9 mln) hangen met name samen met:
-
-
-
•Een hogere uitgavenraming als gevolg van een groot aantal vertraagde energie innovatie projecten uit het verleden in het kader van de Innovatie Agenda Energie (IA) die naar verwachting dit jaar tot uitbetaling gaan komen (€ 11,6 mln).
-
-
-
-
•Het bijstellen van de raming van de Green Deal omdat in 2014 € 4,3 mln wordt overgeheveld naar Gemeente- en Provinciefonds (dit veroorzaakt een verlaging van de begrotingsstand) en daarnaast zijn er in 2014 minder Green Deals afgesloten dan beoogd (€ 17,5 mln).
-
-
-
-
•Lagere uitgaven op het onderdeel Energieakkoord zijn met name het gevolg van subsidietoezeggingen in het kader van de regeling Demonstratie energie-innovatie (DEI) die pas laat in het jaar hebben plaats gevonden en niet meer leiden tot kasuitgaven in 2014.
-
-
-
-
•Een verlaging van de raming voor de MEP-subsidie met € 4,3 mln vanwege een meevaller bij de afrekening in 2014 van de in 2013 geproduceerde energie. Deze meevaller is het gevolg van gunstigere gemiddelde energieprijzen in 2013 dan waar bij het opstellen van de ramingen mee was gerekend.
-
-
-
-
•Een lagere uitgavenraming Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS) (€ 19,5 mln). Het beroep op de regeling lag lager dan het beschikbare bedrag. Dit restant zal overlopen naar 2015.
-
-
-
-
•Lagere uitgavenraming op het onderdeel Carbon Capture and Storage (CSS) (€ 33,8 mln). Dit betreft met name het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD), omdat de finale investeringsbeslissing nog niet genomen is en het voor 2014 geraamde budget voor bevoorschotting daarom niet benut kan worden.
-
-
-
-
•Lagere uitgaven voor Caribisch Nederland (€ 4,5 mln) omdat de investeringen in duurzame energie in tegenstelling tot eerdere verwachting niet zijn gedaan in 2014.
-
Van het beschikbare kasbudget in 2014 voor duurzame energie (MEP/SDE/SDE+) blijft naar verwachting circa € 370 mln onbenut, met name als gevolg van vertraging in enkele grote wind op zee projecten en het windproject in de Noordoostpolder (NOP). Deze onbestede middelen zullen ultimo 2014 worden gestort in de begrotingsreserve duurzame energie, waardoor de middelen beschikbaar blijven tot het moment dat ze alsnog zullen worden uitbetaald.
De begrotingsreserve is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij projecten waaraan reeds subsidie is toegekend en reeds verplichte projecten die niet tot uitvoering komen en door andere projecten moeten worden vervangen met het oog op het bereiken van de doelstelling.
Garanties
Het garantiebudget voor de ondersteuning van aardwarmte (Geothermie) is verhoogd, zie verplichtingenmutatie. Als dekking voor eventuele toekomstige uitgaven wordt in 2014 een bedrag van € 8,7 mln gestort in een interne begrotingsreserve.
Opdrachten
De hogere uitgaven zijn met name toe te schrijven aan aanvullende- en vervolgonderzoeken inzake de aardgaswinning in Groningen.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
De bijdrage aan TNO wordt verhoogd met € 2,6 mln ten behoeve van uit te voeren werkzaamheden bodembeheer.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Aan het Energieonderzoek Centrum Nederland en haar dochter de Nuclear Research and Consultancy Group (ECN/NRG) wordt door het Rijk een krediet verstrekt (voor 2014 € 25 mln) om de continuïteit van hun bedrijfsvoering te verzekeren. Daarnaast wordt een risicopremie betaald
(€ 6,6 mln) die weer terugontvangen wordt wanneer het krediet is afgelost.
Toelichting op de interne begrotingsreserves
Interne begrotingsreserve Geothermie Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2014
10.831
+ Geraamde storting
8.700
-
-Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2014
19.531
Een toelichting is opgenomen onder de categorie «Garanties».
Interne begrotingsreserve Duurzame energie Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2014
225.007
+ Geraamde storting
370.000
-
-Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2014
595.007
Een toelichting is opgenomen onder de categorie «Subsidies».
Interne begrotingsreserve risicopremie lening ECN/NRG Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2014
-,-
+ Geraamde storting
6.560
-
-Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2014
6.560
Een toelichting is opgenomen onder de categorie «Bijdragen aan (inter)nationale organisaties».
Toelichting op de ontvangsten
-
-
-
•Aardgasbaten: De raming van de aardgasbaten voor 2014 is gebaseerd op de concept-Macro Economische Verkenningen (concept-MEV) van het Centraal Plan Bureau (CPB).
-
-
-
-
•Diverse ontvangsten: de hogere ontvangsten zijn met name toe te schrijven aan verrekeningen met het agentschap RVO.
-
Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens Bedragen x € 1.000
Stand vastgestelde begroting 2014
Stand 1e suppletoire begroting
2014
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014
Stand 2e suppletoire begroting
2014
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
VERPLICHTINGEN
659.135
767.489
39.266
806.755
Waarvan garantieverplichtingen
138.000
UITGAVEN
565.726
670.418
- 4.191
666.227
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
84%
99%
Subsidies
48.576
93.074
-12.194
80.880
-
•Agrarisch ondernemerschap (16.1)
5.688
7.584
1.310
8.894
-
•Duurzame veehouderij (16.1)
4.775
19.321
-
-14.165
5.156
-
•Mestbeleid (16.1)
2.550
2.819
-
-2.819
0
-
•Plantaardige productie (16.1)
14.386
16.549
2.381
18.930
-
•Agrarische innovatie en overig (16.1)
3.140
3.035
39
3.074
-
•Visserij (16.1)
4.039
1.560
5.599
-
•Cofinanciering GLB/GVB (16.1)
8.760
2.500
-
-2.500
0
-
•Dierenwelzijn productiedieren en gezelschapsdieren (16.3)
2.008
2.008
2.000
4.008
-
•Apurement (16.5)
7.269
35.219
0
35.219
Garanties
17.800
24.000
0
24.000
-
•Bijdrage begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit (16.1)
3.000
3.000
0
3.000
-
•Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit (16.1)
14.800
21.000
0
21.000
Opdrachten
134.701
162.101
-805
162.906
-
•Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij (16.1)
11.606
26.346
-
-1.409
24.937
-
•Borgen voedselveiligheid- en kwaliteit(16.2)
5.943
8.913
-
-1.993
6.920
-
•Plant- en diergezondheid (16.3)
14.237
15.457
-
-3.155
12.302
-
•Kennisontwikkeling en innovatie (16.4)
101.047
109.017
5.008
114.025
-
•Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid (16.5)
1.868
2.368
2.354
4.722
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
123.393
114.608
-9.108
105.500
-
•College Toelating Bedrijdingsmiddelen en Biociden (16.3)
456
1.546
1.461
3.007
-
•Dienst Landbouwkundig Onderzoek (16.4)
72.118
73.905
3.059
76.964
-
•ZON-mw (dierproeven) (16.4)
300
0
305
305
-
•Medebewind productschappen (16.5)
50.519
39.157
-
-13.933
25.224
Bijdragen aan andere begrotingshoofd-
stukken
3.650
3.650
-114
3.536
-
•Diergezondheidsfonds
3.650
3.650
-
-114
3.536
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
7.915
8.797
2.739
11.536
-
•UNEP, FAO en overige contributies
7.915
8.797
2.739
11.536
Bijdragen aan agentschappen
229.691
264.188
13.681
277.869
-
•NVWA
95.485
128.486
1.793
130.279
-
•RVO
125.959
127.455
11.871
139.326
-
•DLG
222
222
0
222
-
•Rijksrederij
8.025
8.025
17
8.042
ONTVANGSTEN
292.779
366.022
26.941
392.963
-
•Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij (16.1)
22.581
66.000
13.421
79.421
-
•Borgen voedselveiligheid- en kwaliteit(16.2)
430
430
-
-80
350
-
•Plant- en diergezondheid (16.3)
500
500
2.954
3.454
-
•Kennisontwikkeling en innovatie (16.4)
10.584
12.458
8.788
21.246
-
•Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid (16.5)
258.684
286.634
1.858
288.492
Toelichting op de verplichtingen
De hogere verplichtingen houden voor circa € 27 mln verband met een verplichtingenverschuiving van latere jaren naar 2014. Deze verschuiving is noodzakelijk aangezien in 2014 de opdracht voor het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) aan het Landbouw Economisch Instituut (LEI) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in één keer verstrekt is voor de gehele periode 2014 - 2020. Voorts worden de verplichtingen verhoogd met € 7 mln voor de openstelling van de subsidieregeling Duurzaamheidsinvesteringen (module Investeringsregeling Energiebesparing, IRE). Het resterende verschil hangt samen met een deel van de mutaties op de uitgaven.
Toelichting op de uitgaven
Subsidies
-
-
-
•Van de middelen die op het onderdeel Duurzame veehouderij beschikbaar zijn voor de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) komt een groot deel in latere jaren tot betaling, omdat betalingen op verstrekte subsidies meestal pas in de jaren ná de subsidieverstrekking plaatsvinden. Daarom worden de uitgaven voor 2014 verlaagd.
-
-
-
-
•Op het onderdeel Mestbeleid werden tot nu toe de uitgaven geraamd voor de subsidieregeling Duurzaamheidsinvesteringen1 (Nieuwe Uitdagingen). Gezien de aard van deze regeling zijn de hiervoor beschikbare middelen overgeheveld naar het onderdeel Plantaardige productie.
-
-
-
-
•Op het onderdeel «Cofinanciering GLB/GVB» worden geen uitgaven gerealiseerd omdat pas in de loop van 2014 duidelijk is geworden dat de Garantieregeling Markt-Innovaties (GMI) niet in 2014 opengesteld kon worden.
-
-
-
-
•De verhoging op het onderdeel Dierenwelzijn productiedieren en gezelschapsdieren van € 2 mln houdt verband met hogere uitgaven voor de opvang van in beslag genomen landbouwhuisdieren en gezelschapsdieren in het kader van de regeling «In beslag genomen goederen (IBG)»
-
Opdrachten
-
-
-
•De verlaging op het onderdeel Plant- en diergezondheid houdt voornamelijk verband met minder uitgaven voor dierenwelzijn, crisisorganisatie en management, plantgezondheid en gewasbescherming (- € 1,8 mln), een overheveling naar de bijdrage van DLO voor onderzoeksprojecten (- € 0,8 mln), een bijdrage aan het Ministerie van VWS voor de stichting Q-support in het kader van de bestrijding van de Q-koorts (- € 0,8 mln) en een bijdrage van het Ministerie van VWS voor het Dutch Wildlife Health Center (+ € 0,3 mln).
-
-
-
-
•De verhoging op onderdeel Kennisontwikkeling en innovatie houdt voor € 6,7 mln verband met een onderzoeksproject in Afghanistan. Dit onderzoek heeft als doel landbouwontwikkeling in Afghanistan te bevorderen. De middelen worden ontvangen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (zie ontvangsten). Hiertegenover wordt dit onderdeel verlaagd met € 1,4 mln als bijdrage aan het Ministerie van I&M voor de basisfinanciering van het Planbureau voor de Leefomgeving.
-
-
-
-
•De hogere uitgaven op onderdeel Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid houdt voor € 1,6 mln verband met het volgende. Eind 2012 is een subsidie verstrekt aan de Wereldbank ten behoeve van de organisatie van de internationale conferentie rond de Global Partnership on Oceans (GPO). Omdat in de loop van 2013 is besloten om de conferentie in Den Haag plaats te laten vinden, heeft het Ministerie van EZ de organisatie op zich genomen. Dit leidt tot hogere uitgaven in 2014 die worden gecompenseerd uit het teruggevorderde voorschot aan de Wereldbank. Tevens wordt dit onderdeel met € 0,7 mln verhoogd in verband met een convenant dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van EZ in 2014 hebben gesloten inzake samenwerking op het gebied van voedselzekerheid. In dit kader levert het Ministerie van Buitenlandse Zaken een bijdrage voor het project «access to seeds» (zie ontvangsten).
-
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
-
-
-
•De hogere bijdrage aan het College Toelating Bedrijdingsmiddelen en Biociden (CTGB) houdt voor € 0,6 mln verband met de reguliere bijdrage van het Ministerie van I&M en voor € 0,9 mln met aanvullende opdrachten vanuit de ministeries aan het CTGB voor beleidsadvisering, bezwaren en beroep alsmede uitfinanciering van lopende opdrachten.
-
-
-
-
•De hogere bijdrage aan Dienst Landbouwkundig Onderzoek houdt voor € 4 mln verband met het in stand houden van High Containment Unit te Lelystad. Dit betreft een hermetisch afgesloten onderzoeksruimte voor bestrijding van besmettelijke dierziekten. Hiertegenover is de bijdrage verlaagd met € 1 mln met een generale taakstelling op de onderzoeksbudgetten.
-
-
-
-
•De verlaging op het onderdeel Medebewind productschappen houdt voor € 4,5 mln verband met het lager uitvallen van de kosten van het uitvoeren van taken door productschappen in het kader van het markt- en prijsbeleid van de EU. Verder wordt dit onderdeel verlaagd met € 9,6 mln ten gunste van de bijdrage aan RVO aangezien vanaf 1 oktober 2014 medewerkers van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisaties (PBO’s) zijn overgekomen naar de RVO voor de uitvoering van medebewinds- en autonome taken alsmede projectkosten in verband met de transitie van PBO-taken.
-
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
-
-
-
•De meeruitgaven op Bijdrage (inter)nationale organisaties houden onder meer verband met hogere bijdragen aan de instituten «Grenada Spice Institute» en «Integrated Seed Sector Development». Deze uitgaven stonden geraamd op de bijdrage aan de RVO, maar vallen thans onder het programmabudget.
-
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
De bijdrage NVWA wordt verhoogd met € 1,1 mln aangezien vanaf 1 oktober 2014 medewerkers van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisaties (PBO’s) zijn overgekomen naar de NVWA voor de uitvoering van medebewinds- en autonome taken en transitiekosten ter voorbereiding van de overname van PBO-taken. Ook vindt een verhoging plaats met € 0,7 mln voor onder meer schadeclaims.
Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO)
De bijdrage RVO wordt verhoogd met € 9,6 mln in verband met de reeds bij de NVWA genoemde overkomst van PBO-medewerkers, alsmede voor projectkosten in verband met de transitie van PBO-taken. Ook wordt de bijdrage verhoogd met € 0,6 mln ten behoeve van de overgang van de uitvoering van visserij-regelingen naar de RVO. Tevens vindt verhoging plaats met € 4,2 mln voor hogere uitvoeringskosten door de RVO van de uitvoering van subsidieregelingen op het agro-terrein. Hiertegenover vindt verlaging plaats met € 2,8 mln naar «Bijdragen aan (inter)nationale organisaties (zie toelichting).
Toelichting op de interne begrotingsreserves
Interne begrotingsreserve Visserij Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2014
20.459
+ Geraamde storting
-
-Geraamde onttrekking
7.239
Stand (raming) per 31/12/2014
13.220
De geraamde onttrekking bestaat uit € 5,3 mln die bij Voorjaarsnota 2014 is verwerkt voor visserijregelingen die onder het Europees Visserijfonds vallen. Dit bedrag wordt bij Najaarsnota 2014 aangevuld met € 1,9 mln. Van het totaal van € 7,2 mln heeft € 0,9 mln betrekking op uitgaven in 2014 voor de aanpassing van de communautaire visserijvloot, € 0,7 mln op uitgaven op het gebied van aquacultuur en binnenvisserij en voor € 5,6 mln op uitgaven voor visserijmaatregelen van algemeen belang.
Interne begrotingsreserve Landbouw Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2014
57.257
+ Geraamde storting
5.000
-
-Geraamde onttrekking
32.580
Stand (raming) per 31/12/2014
29.677
Er wordt een storting van € 5 mln gedaan, waarvan € 2 mln voor de reservering pelsdierhouderij en € 3 mln als reguliere jaarlijkse storting.
Van de geraamde onttrekking van € 32,6 mln is € 1,2 mln bij Miljoenennota 2014 opgenomen voor de subsidieregeling jonge agrariërs. De resterende € 31,4 mln is bij Voorjaarsnota 2014 verwerkt ten behoeve van de ten behoeve van de uitfinanciering van diverse regelingen op het agro-terrein waaronder de regeling Marktintroductie Energie Innovaties (MEI), de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en de regeling Fijnstofmaatregelen.
Interne begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2014
58.064
+ Geraamde storting
-
-Geraamde onttrekking
19.200
Stand (raming) per 31/12/2014
38.864
Van de geraamde onttrekking is € 13 mln bij Miljoenennota 2014 opgenomen en € 6,2 mln bij Voorjaarsnota 2014. De onttrekkingen zijn noodzakelijk om in 2014 de verliesdeclaraties van banken op basis van de borgstellingsfaciliteit op te vangen.
Interne begrotingsreserve apurement Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2014
177.792
+ Geraamde storting
-
-Geraamde onttrekking
27.950
Stand (raming) per 31/12/2014
149.842
Ultimo december 2013 is de Tweede Kamer geïnformeerd (TK, 21 501-32, nr. 762) over twee correcties die de Europese Commissie heeft toegepast op de door Nederland ingediende declaraties bij Europese landbouwfondsen. Deze correcties hebben betrekking op het perceelsregister voor de periode 2008-2010 en op het debiteurenbeheer van betaalorganen in de periode 1988-2006. De correctie op het perceelsregister bedraagt € 29,9 mln en de correctie op het debiteurenbeheer € 5,3 mln. Ten behoeve van de betaling van deze correcties wordt € 27,9 mln aan de interne begrotingsreserve onttrokken. Dit is bij Voorjaarsnota 2014 verwerkt.
Toelichting op de ontvangsten
De hogere ontvangsten op het onderdeel Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij houden verband met het volgende.
-
-
-
•In het kader van het 5e actieprogramma nitraat is afgesproken dat de agrariërs die profiteren van de nieuwe derogatieregeling opnieuw een bijdrage leveren aan de kosten van de derogatiemonitoring in het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM). De ontvangsten zijn in verband hiermee met € 5,6 mln verhoogd.
-
-
-
-
•In verband met een afrekening van de bijdrage van het Productschap Tuinbouw (PT) aan energieregelingen tot en met 2009 wordt de ontvangstenbegroting met € 3,2 mln verhoogd. Deze ontvangsten worden ingezet voor de overnamekosten door EZ van het PT-aandeel in het Stallingsbedrijf Glastuinbouw Nederland (SGN).
-
-
-
-
•Ten behoeve van uitgaven aan visserijregelingen onder het Europees Visserijfonds wordt € 1,9 mln onttrokken uit de interne begrotingsreserve visserij.
-
-
-
-
•De ontvangsten worden met € 2,7 mln verhoogd in verband met terugbetalingen van te veel betaalde subsidievoorschotten.
-
De hogere ontvangsten op het onderdeel Plant- en diergezondheid houden voornamelijk verband met extra ontvangsten in verband met het doorberekenen van opvangkosten van in beslag genomen landbouwhuisdieren en gezelschapsdieren en opgelegde boetes in het kader van de Regeling bestuurlijke boetes Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD).
De hogere ontvangsten op het onderdeel Kennisontwikkeling en innovatie houden voor € 6,7 mln verband met ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor een onderzoeksproject in Afghanistan (zie ook de toelichting bij de uitgaven), voor € 1,5 mln met aflossing van aan DLO verstrekte leningen en voor € 0,5 mln met een bijdrage van de productschappen aan sanitair schelpdieronderzoek bij DLO. Het gaat hier om het in kaart brengen van voedselveiligheidsrisico’s van schelpdieren in de Nederlandse kustwateren.
Budgettaire gevolgen van beleid,
Beleidsartikel 17 Groen onderwijs van hoge kwaliteit Bedragen x € 1.000
Stand vastgestelde begroting 2014
Stand 1e suppletoire begroting
2014
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014
Stand 2e suppletoire begroting
2014
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
VERPLICHTINGEN
847.506
869.194
- 476
868.718
UITGAVEN
795.701
817.389
- 10.655
806.734
Waarvan juridisch verplicht
89%
98%
Bekostiging
718.296
736.944
-304
736.640
-
•Wageningen Universiteit
167.020
171.166
-
-1.846
169.320
-
•HBO-groen
79.496
80.713
185
80.898
-
•MBO-groen
148.885
153.304
802
154.106
-
•Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten (VOA)
11.600
12.733
12.733
-
•Wachtgelden
13.009
13.924
27
13.951
-
•VMBO-groen
290.681
297.378
515
297.893
-
•Aequor
7.605
7.726
13
7.739
Subsidies
74.793
77.783
-10.309
67.474
-
•Groene Kennis Coöperatie
4.030
4.030
-
-598
3.432
-
•School als Kenniscentrum
33.828
33.828
-
-8.417
25.411
-
•Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs
1.547
1.547
3
1.550
-
•Aanvullende onderwijssubsidies
31.482
34.472
-
-1.366
33.106
-
•Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit
2.394
2.394
12
2.406
-
•Educatie
1.512
1.512
57
1.569
Opdrachten
1.112
1.162
-44
1.118
-
•Kennisverspreidingsprojecten
1.112
1.162
-
-44
1.118
Bijdragen aan agentschappen
1.500
1.500
2
1.502
-
•RVO
1.500
1.500
2
1.502
Leningen
-
•Schatkistbankieren
ONTVANGSTEN
75
75
7
82
Toelichting op de uitgaven
Subsidies
School als Kenniscentrum. De mutatie van - € 8,4 mln is het gevolg van vertraging in de uitfinanciering van reeds aangegane verplichtingen op de regelingen Praktijkleren en groene plus. De uitgaven verschuiven naar de komende jaren.
Budgettaire gevolgen van beleid,
Beleidsartikel 18 Natuur en regio Bedragen x € 1.000
Stand vastgestelde begroting 2014
Stand 1e suppletoire begroting
2014
Mutaties 2e suppletoire begroting
2014
Stand 2e suppletoire begroting
2014
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
VERPLICHTINGEN
402.156
430.260
- 29.199
401.061
Waarvan garantieverplichtingen
50.509
UITGAVEN
432.349
318.878
26.332
345.210
Waarvan juridisch verplicht (percentage)
97%
99%
Subsidies
75.334
76.044
4.117
80.161
-
•Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)
69.597
69.997
4.100
74.097
-
•Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2)
2.000
2.000
233
2.233
-
•Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)
3.737
4.047
-
-216
3.831
Leningen
31.500
30.429
0
30.429
-
•Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)
31.500
30.429
0
30.429
Opdrachten
43.200
38.467
-6.307
32.160
-
•Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)
710
710
-
-215
495
-
•Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2)
23.501
21.561
3.687
25.248
-
•Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)
18.989
16.196
-
-9.779
6.417
Bijdragen aan medeoverheden
153.652
41.245
-4.037
37.208
-
•Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)
20.005
22.630
0
22.630
-
•Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2)
32.147
17.115
-
-3.337
13.778
-
•Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)
101.500
1.500
-
-700
800
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
26.350
26.350
254
26.604
-
•Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)
26.350
26.350
254
26.604
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
888
1.252
-21
1231
-
•Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)
888
1.252
-
-21
1.231
Bijdragen aan agentschappen
101.425
105.091
32.326
137.417
-
•DLG
56.590
56.667
18.714
75.381
-
•RVO
36.980
40.089
12.799
52.888
-
•NVWA
7.855
8.335
813
9.148
ONTVANGSTEN
86.282
91.797
24.285
116.082
-
•Landinrichtingsrente
42.161
42.161
3.034
45.195
-
•Bijdragen van derden
0
-
•EU-bijdragen
2.096
2.096
0
2.096
-
•Jachtakten
1.031
1.031
0
1.031
-
•Verkoop gronden
40.000
40.000
18.200
58.200
-
•Overige
994
6.509
3.051
9.560
Toelichting op de verplichtingen
De lagere verplichtingen houden verband met het feit dat de regeling subsidies Particuliere terreinbeherende Natuurbeschermingsorganisaties (PNB-regeling) per 1 januari 2014 is ingetrokken. Daarom is het bedrag aan garantieverplichtingen van € 50,5 mln dat verband houdt met deze leningen afgeboekt. Het resterende verschil hangt grotendeels samen met de uitgavenmutaties.
Toelichting op de uitgaven
Subsidies
De verhoging op onderdeel Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren houdt verband met het volgende.
In het kader van het versnellen van de bevoorschotting aan het Samenwerkingsverband Noord-Nederland ten behoeve van het programma Pieken in de Delta wordt dit onderdeel verhoogd met € 5 mln. Tevens vindt verhoging plaats voor de uitfinanciering van het Regio Infrastructuur Programma van € 1,6 mln. Hiertegenover vindt een verlaging plaats van € 2,5 mln in verband met een overheveling naar de begroting van het Ministerie van Financiën voor de opdrachtverlening aan de Audit Autoriteit EFRO in het kader van de controleactiviteiten voor de EFRO-programma’s 2007-2013 alsmede voor de ontwikkeling van de auditstrategie 2014-2020.
Opdrachten
De verhoging van het onderdeel Wederzijds versterken van ecologie en economie houdt verband met een versnelling op het programma NURG/Maaswerken van € 1,7 mln en uitgaven op het programma Natuurvisie van € 1 mln. Tevens vindt een verhoging plaats van € 1 mln voor de afwikkeling van klassieke landinrichtingsprojecten.
De verlaging op het onderdeel Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur houdt grotendeels verband met een compensatie voor een hogere bijdrage aan de RVO ten behoeve van uitvoerings- en investeringskosten van het nieuwe stelsel ANLb. Zie de toelichting bij RVO.
Bijdragen aan medeoverheden
De verlaging op onderdeel Wederzijds versterken van ecologie en economie houdt voornamelijk verband met een overboeking van € 1,6 mln naar de begroting van I&M ten behoeve van de Stichting Bureau Commissie voor de milieueffectrapportage (MER). Tevens wordt voor € 1,3 mln compensatie geboden voor een hogere bijdrage aan de RVO voor het nieuwe stelsel ANLb. Zie de toelichting bij de RVO.
Bijdragen aan agentschappen
Dienst Landelijk Gebied (DLG)
In 2014 vindt een additionele bijdrage aan DLG plaats van € 18,2 mln die wordt ingezet voor de transitiekosten als gevolg van het besluit tot opsplitsing van de DLG. De dekking hiervoor bestaat uit een meevaller die in 2014 is opgetreden bij de ontvangsten uit de taakstelling verkoop gronden (zie toelichting op de ontvangsten). De resterende verhoging van € 0,5 mln houdt verband met additionele uitvoeringskosten voor onder meer de evaluatie van de Natuurschoonwet en de bescherming van de biodiversiteit.
Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO)
De bijdrage aan de RVO wordt verhoogd met € 10,8 mln. Deze bijdrage is bedoeld voor zowel de uitvoeringskosten van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) als de investeringskosten die noodzakelijk zijn voor de implementatie van het nieuwe collectieve stelsel van ANLb per 1 januari 2016. In het kader van het Natuurpact en de implementatie van het nieuwe GLB hebben Rijk en provincies afspraken gemaakt voor dit transitietraject naar een efficiënter en effectiever stelsel voor ANLb.
Verder vindt verhoging plaats met € 1,2 mln verband met het feit dat de provincies een bijdrage leveren ten behoeve van de werkzaamheden die de RVO verricht met betrekking tot het Plattelands Ontwikkelingsprogramma. De resterende verhoging van € 0,8 mln houdt onder meer verband met diverse additionele uitvoeringskosten in het kader van het natuurbeleid.
NVWA
De bijdrage wordt verhoogd voor uitvoeringskosten van het werkplan invasieve Exoten 2014.
De werkzaamheden richten zich onder andere op vroegtijdige signalering, monitoring, risicocommunicatie en coördinatie van bestrijdingsacties van invasieve exoten.
Toelichting op de ontvangsten
Landinrichtingsrente
De hogere landinrichtingsrente houdt verband met het feit dat in 2013 vertraging is ontstaan bij het innen van de landinrichtingsrente. De betreffende bedragen zijn in 2014 ontvangen.
Verkoop gronden
In 2014 is een meevaller opgetreden bij de ontvangsten uit de taakstelling verkoop natuurgronden. Het in 2013 niet ontvangen deel van de taakstelling (€ 18,2 mln) is in 2014 alsnog door de provincies betaald.
Overige
De hogere ontvangsten houden onder meer verband met € 1,5 mln verkoopopbrengsten in het kader van verrekeningen voortvloeiende uit de in 2001 tussen partijen aangegane Deelafspraak Grondverwerving De Maaswerken (project Zandmaas 1), € 1,2 mln ontvangsten van de provincies ten behoeve van de werkzaamheden die de RVO verricht met betrekking tot het Plattelands Ontwikkelingsprogramma en € 0,3 mln als gevolg van de afwikkeling van klassieke landinrichtingsprojecten
-
4.De niet-beleidsartikelen
Budgettaire gevolgen van beleid,
Artikel 40 Apparaat Bedragen x € 1.000
Stand vastgestelde begroting 2014
Stand
1e suppletoire
begroting
2014
Mutaties
2e suppletoire
begroting 2014
Stand
2e suppletoire
begroting
2014
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
VERPLICHTINGEN
368.972
376.567
16.715
393.282
UITGAVEN
367.581
376.761
16.521
393.282
Personele uitgaven kerndepartement
202.782
187.862
2.001
189.863
-
•waarvan eigen personeel
158.022
143.102
2.001
145.103
-
•waarvan externe inhuur
5.800
5.800
5.800
Materiële uitgaven kerndepartement
102.055
105.902
10.273
116.175
-
•waarvan ICT
6.580
6.580
5.346
11.926
-
•waarvan bijdrage aan SSO’s (excl.DICTU)
22.052
25.753
25.753
-
•waarvan SSO DICTU
39.124
39.124
4.927
44.051
Personele uitgaven buitendiensten
41.889
56.486
6.503
62.989
-
•waarvan eigen personeel
39.199
53.796
6.503
60.299
-
•waarvan externe inhuur
2.690
2.690
2.690
Materiële uitgaven buitendiensten
20.855
26.511
- 2.256
24.255
-
•waarvan ICT
3.315
3.315
3.315
-
•waarvan bijdrage aan SSO’s
4.147
4.147
4.147
ONTVANGSTEN
14.943
31.682
7.847
39.529
Toelichting op de verplichtingen en de uitgaven
Personele uitgaven kerndepartement
Op dit onderdeel heeft een herschikking van budget plaatsgevonden in verband met een onderschrijding van het budget Sociaal flankerend beleid. Deze is ingezet voor knelpunten binnen de organisatie. Per saldo is het budget bijgesteld met € 2 mln voor onder meer de inzet van topconsult, transforce, overgang van een aantal medewerkers van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisaties en additionele werkzaamheden FM-Haaglanden.
Materiële uitgaven kerndepartement
De verhoging van de uitgaven en verplichtingen met € 10,2 mln hangt samen met de overheveling van het uitvoeringsbudget voor het ondernemingsdossier ICT, de verplichte omschakeling van Windows XP naar Windows 7 en Office 2010 en de bijdrage voor ICT aanpassingen van RVO.
Daarnaast is vanuit materieel kerndepartement de egalisatievordering Rijkshuisvestingsstelsel € 16 mln overgeboekt naar het Ministerie van W&R. Het kabinet heeft besloten tot een nieuwe vormgeving van het Rijkshuisvestingstelsel per 1-1-2016 (2011-2012 TK, 31 490 nr. 75). Een van de gevolgen hiervan is dat de huidige huurcontracten voortijdig worden opengebroken. Gedurende de looptijd van het huurcontract heeft de Rijksgebouwendienst (RGD) een vordering op de balans (zogenaamde egalisatievordering), dit werd in de loop der tijd afgelost door het departement als gebruiker van een pand. Doordat de huurcontracten voortijdig moeten worden opengebroken vanwege de overgang het nieuwe huisvestingsstelsel, dienen departementen deze egalisatievordering voortijdig af te lossen. EZ lost nu bij 2e suppletoire begroting 2014 de egalisatievordering af.
Personele uitgaven buitendiensten
De verhoging van de uitgaven en verplichtingen met € 6,5 mln hangt samen met extra werkzaamheden bij het CPB voor tweeden voor additionele statistieken en de onderzoeksagenda motie Schouw, bij Staatstoezicht op de mijnen (Sodm) voor toezichtwerkzaamheden bij olieputten en boorplatforms en bij ACM voor werkzaamheden voor de vervoerskamer.
Materiële uitgaven buitendiensten
De verlaging bij de uitgaven en verplichtingen met € 2,2 mln houdt verband met de overheveling van materieel budget naar het personele budget van CPB en ACM in verband met het uitvoeren werkzaamheden met personele inzet.
Toelichting op de ontvangsten
De verhoging van de ontvangsten met € 7,8 mln hangt samen met de verwerking van desalderingen van eigen vermogen RVO en de bijdrage vanuit het arbeidsongeschiktheidsfonds.
Budgettaire gevolgen van beleid,
Artikel 41 Nominaal en onvoorzien Bedragen x € 1.000
Stand vastgestelde begroting 2014 (na nota van wijziging, amendementen en ISB)
Stand
1e suppletoire
begroting
2014
Mutaties
2e suppletoire
begroting 2014
Stand
2e suppletoire
begroting
2014
(1)
(2)
(3)
(4)=(2+3)
VERPLICHTINGEN
250
8.780
- 8.780
0
UITGAVEN
250
8.780
- 8.780
0
41.10 Prijsbijstelling
2.855
-
-2.855
0
41.20 Loonbijstelling
5.592
-
-5.592
0
41.30 Onvoorzien
250
0
0
0
41.40 Nog te verdelen
333
-
-333
0
Toelichting
De prijsbijstelling en de loonbijstelling voor sociale lasten is bij de 2e suppletoire begroting toegedeeld aan de relevante onderdelen.
De nagekomen loonbijstelling op het onderdeel «Nog te verdelen» is eveneens toegedeeld aan het relevante onderdeel.
-
5.Agentschapsparagrafen
Dienst ICT Uitvoering (DICTU)
Suppletoire begroting 2014 (Najaarsnota), Bedragen x € 1.000
Omschrijving
(1)
(2)
(3)
(4)=(1)+(2)+(3)
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Mutaties
(+ of -) 1e suppletoire begroting
Mutaties
(+ of -) tot en met 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd
Baten
Omzet moederdepartement
158.244
17.009
175.253
Omzet overige departementen
4.400
3.156
7.556
Omzet derden
0
0
Rentebaten
0
0
Vrijval voorzieningen
0
0
Bijzondere baten
0
7.850
7.850
Totaal baten
162.644
28.015
190.659
Lasten
Apparaatskosten
-
-Personele kosten
70.784
28.015
98.799
Waarvan eigen personeel
34.481
616
35.097
Waarvan externe inhuur
1.800
5.000
6.800
-
-materiële kosten
76.900
0
76.900
Waarvan apparaat ICT
35.600
0
35.600
Waarvan bijdrage aan SSO’s
3.650
0
3.650
Rentelasten
1.000
0
1.000
Afschrijvingskosten
-
-materieel
8.518
0
8.518
Waarvan apparaat ICT
8.518
0
8.518
-
-immaterieel
5.442
0
5.442
Overige kosten
-
-dotaties voorzieningen
0
0
0
-
-bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
162.644
28.015
190.659
Saldo van baten en lasten
0
0
0
Toelichting
Baten
De omzet van het moederdepartement neemt met € 17,0 mln toe. De stijging van de omzet is onder andere het gevolg van de uitvoering van de ICT-taken voor Tenderned (€ 4,2 mln) en de uitvoering van het ondernemingsdossier voor de directie regeldruk en ICT beleid (€ 3,2 mln). Daarnaast is bij 1e suppletoire begroting structureel € 9,0 mln overgeheveld van materieel kerndepartement naar het bijdrage onderdeel ten behoeve van de reguliere leveringsovereenkomst kerndepartement.
De omzet van overige departementen neemt met € 3,2 mln toe. De grootste omzet stijging houdt verband met het uitvoeren van de ICT-taken voor het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten.
De omzet van bijzondere baten neemt met € 7,8 mln toe. Dit houdt verband met eenmalige kosten voor vernieuwing van kantoorautomatisering voor heel EZ.
Lasten
De personele kosten nemen toe met € 28,0 mln als gevolg van extra opdrachten die aan DICTU zijn gegeven, zowel vanuit het kerndepartement als overige departementen.
Kasstroomoverzicht
Bedragen x € 1.000
Omschrijving
(1)
(2)
(3)
(4)= (1)+(2)+
(3)
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Mutaties
(- of +) 1e suppletoire begroting
Mutaties (+ of -) 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd
1.
Rekening-courant RHB 1 januari 2014
0
0
0
2.
Totaal operationele kasstroom
10.387
0
10.387
-
-/- totaal investeringen
-
-10.387
-
-10.387
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen
Exploitatie effect
0
-
-5.264
3.
Totaal investeringskasstroom
- 10.387
0
- 10.387
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
0
Aflossingen op leningen (-/-)
-
-10.387
-
-10.387
Beroep op leenfaciliteit (+)
10.387
10.387
4.
Totaal financieringskasstroom
0
0
0
5.
Rekening-courant RHB 31 december 2014 (=1+2+3+4)
0
0
0
Toelichting
De omzet zal met € 28,0 mln toenemen en de kosten nemen eveneens toe met € 28,0 mln. Vandaar dat het exploitatie-effect per saldo € 0 mln is.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Suppletoire begroting 2014 (Najaarsnota), Bedragen x € 1.000
Omschrijving
(1)
(2)
(3)
(4)=(1)+(2)+(3)
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Mutaties
(+ of -) 1e suppletoire begroting
Mutaties (+ of -) 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd
Baten
Omzet moederdepartement
279.813
40.926
320.739
Omzet overige departementen
70.486
16.795
87.281
Omzet derden
25.676
-
-13.790
11.886
Rentebaten
10
-
-10
0
Vrijval voorzieningen
0
8.000
8.000
Totaal baten
375.985
51.921
427.906
Lasten
Apparaatskosten
personele kosten
208.177
26.230
234.407
-
-waarvan eigen personeel
170.062
20.346
190.408
-
-waarvan externe inhuur
33.805
5.194
38.999
materiële kosten
151.154
33.682
184.836
-
-waarvan apparaat ICT
0
0
0
-
-waarvan bijdrage aan SSO’s
70.695
12.305
83.000
Rentelasten
167
60
227
Afschrijvingskosten
-
-materieel
2.756
-
-1.142
1.614
-
-immaterieel
13.731
-
-6.385
7.346
Overige lasten
-
-dotaties voorzieningen
0
0
0
-
-bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
375.985
52.445
428.430
Saldo van baten en lasten
0
- 524
- 524
In de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 was RVO nog niet opgenomen. Bij de eerste suppletoire begroting zijn de begrotingen 2014 van Agentschap NL en Dienst Regelingen, zoals opgenomen in de rijksbegroting 2014 (EZ), samengevoegd. Het doorvoeren van mutaties hierop geschiedt met deze tweede suppletoire begroting. De mutaties bij de omzet moederdepartement hebben betrekking op zaken die bij de ontwerpbegroting 2014 nog niet waren voorzien of waarvan de financiële omvang nog onvoldoende bekend was. Ook is sprake van meerjarige doorwerking van mutaties die bij tweede suppletoire begroting 2013 zijn verwerkt (zoals overdracht betaalorgaantaken DLG). Daarnaast is de opdracht van overige departementen uitgebreid.
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement stijgt per saldo met € 40,9 mln. Deze stijging wordt voor € 13,8 mln veroorzaakt door een herrubricering vanuit de omzet derden vanwege de voorfinanciering door het moederdepartement van de provinciale bijdrage voor de SNL. Bij de vastgestelde begroting was dit als omzet derden opgenomen. Daarnaast is sprake van een toename van de omzet die enerzijds wordt veroorzaakt door de uitvoering van nieuwe taken en anderzijds wijzigingen in bestaande opdrachten. Het gaat daarbij onder meer om de uitvoering van het Energie-akkoord (€ 3,9 mln), Green Deal (€ 3,2 mln), Duurzame Energie (€ 2,0 mln), Energie-Innovatie (€ 1,6 mln), Straling (€ 1,3 mln), ETS (€ 1,0 mln), de Digital Gateway (€ 1,2 mln), extra openstelling art. 68 (€ 1,5 mln), Interventieregeling Rusland (€ 1,0 mln) en de organisatie van de Hannover Messe (€ 1,1 mln). Verder zijn uitvoeringstaken in het kader van de subsidieafhandeling POP-2 overgekomen van Dienst Landelijk Gebied (€ 2,6 mln). Recent zijn de medebewindstaken vanuit de Productschappen en de Visserijregelingen aan het opdrachtenpakket toegevoegd. Voor de hiermee samenhangende uitvoerings- en transitiekosten wordt € 10,2 mln overgeheveld. Tenslotte is de Eindejaarsmarge HGIS (€ 2,5 mln) en de loon- en prijsbijstelling toegekend (€ 0,9 mln).
Anderzijds is sprake van lagere opbrengsten. Oorzaken hiervan zijn onder meer technische herschikkingen van diverse budgetten (-/- € 5,2 mln) en de overheveling van taken naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken (-/- € 1,8 mln).
Omzet overige departementen
Bij de omzet overige departementen heeft bijstelling plaatsgevonden naar het niveau van de uiteindelijke opdrachtverstrekking. Dit betreft onder meer de uitbreiding van de opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in verband met het Dutch Good Growth Fund (DGGF, € 2,2 mln) en de organisatie van de Hannover Messe (€ 1,6 mln) en de uitbreiding van een aantal bestaande opdrachten (circa € 6,2 mln). Voor het Ministerie van OCW is de opdracht Subsidieregeling Praktijkleren aan het pakket toegevoegd (€ 2,6 mln). Ook bij de opdrachten voor het Ministerie van I&M, V&J en BZK is sprake van bijstelling naar het niveau van de goedgekeurde opdrachten.
Omzet derden
De mutatie van circa -/- € 13,8 mln hangt volledig samen met de herrubricering van de provinciale bijdrage voor de SNL (zie toelichting Omzet moederdepartement). Bij de vastgestelde begroting was dit als omzet derden opgenomen. Dit wordt nu gecorrigeerd.
Vrijval voorzieningen
In verband met de verambtelijking van een deel van de ingehuurde medewerkers, valt de eerder gevormde voorziening voor afkoop van inhuurkrachten grotendeels vrij. Deze vrijval bedraagt circa € 8 mln.
Lasten
Apparaatskosten
Personele- en materiële kosten
De hogere kosten voor het personeel en materieel houden grotendeels verband met een stijging van het opdrachtenpakket. Daarnaast zijn de kosten voor ingehuurd personeel hoger dan begroot in verband met een later dan voorziene verambtelijking van een deel van deze medewerkers. Verder valt de bijdrage aan SSO’s hoger uit door hogere automatiseringskosten en zijn er aanvullende kosten in verband met de overgekomen taken (medebewind, taken POP-2 en Visserijregelingen). Deze hogere kosten waren in de oorspronkelijk vastgestelde begroting niet voorzien.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten voor 2014 vallen fors lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een lager dan begroot investeringsniveau in 2013 en 2014 met name in ICT.
Kasstroomoverzicht
Bedragen x € 1.000
Omschrijving
(1)
(2)
(3)
(4)= (1)+(2)+(3)
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Mutaties (+ of -) 1e suppletoire begroting
Mutaties (+ of -) 2e suppletoire begroting
Stand 2e suppletoire begroting
1.
Rekening-courant RHB 1 januari 2014
81.787
29.477
111.264
2.
Totaal operationele kasstroom
13.582
- 16.051
- 2.469
Totaal investeringen (-/-)
-
-11.950
1.810
-
-10.140
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
0
0
3.
Totaal investeringskasstroom
- 11.950
1.810
- 10.140
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
-
-4.615
-
-4.615
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
0
0
0
Aflossingen op leningen
(-/-)
-
-5.416
0
-
-5.416
Beroep op leenfaciliteit (+)
0
0
0
4.
Totaal financieringskasstroom
- 5.416
- 4.615
- 10.031
5.
Rekening-courant RHB 31 december 2014 (=1+2+3+4)
78.003
10.621
88.624
In de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 was RVO nog niet opgenomen. Bij de eerste suppletoire begroting zijn de kasstroomoverzichten 2014 van Agentschap NL en Dienst Regelingen, zoals opgenomen in de rijksbegroting 2014 (EZ), samengevoegd. In de eerste suppletoire begroting zijn geen mutaties doorgevoerd.
Toelichting
De stand liquide middelen was per 1 januari 2014 € 29,5 mln. hoger dan begroot, onder meer door een lager investeringsniveau in 2013.
In de vastgestelde begroting was rekening gehouden met een break-even resultaat voor 2014, € 16,5 mln aan afschrijvingen en een afname schulden / toename vorderingen, per saldo met circa € 2,9 mln. Dit gaf een begroot totaal operationele kasstroom van € 13,6 mln. In afwijking van de oorspronkelijk vastgestelde begroting wordt bij de stand tweede suppletoire begroting 2014 rekening gehouden met een negatief saldo van baten en lasten van € 0,5 mln, een totaal afschrijvingskosten van circa € 9,0 mln en een vrijval van de voorzieningen van circa € 8,0 mln (zie toelichting bij de baten en lasten). Dit leidt per saldo tot een lagere operationele kasstroom, ad -/- € 2,5 mln.
Op basis van het investeringsplan vallen de investeringen in 2014 € 1,8 mln lager uit dan eerder begroot, van € 11,95 mln naar € 10,1 mln.
In verband met een hoger dan het toegestane eigen vermogen van 5% ultimo 2013, dient RVO het surplus aan het moederdepartement af te dragen. Deze mutatie, ad € 4,615 mln is opgenomen onder de «Eenmalige uitkering aan moederdepartement».
Met deze mutaties stijgt de geprognosticeerde liquide middelenstand ultimo 2014 ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting met € 10,6 mln tot € 88,6 mln. Voor 2014 is sprake van een afname van de liquide middelen ten opzichte van werkelijke stand 1 januari 2014 (€ 111,3 mln) met € 22,6 mln (stand 31 december 2014: € 88,6 mln).
Noot 1
Deze subsidieregeling staat ook bekend als «Investeringsregeling Milieuvriendelijke Maatregelen (IMM)».