Radicalisering - column voor Politiek Café GroenLinks 13-11-2014 - Hoofdinhoud
Radicalisering. Het alarmwoord van 2014. Niet voor niks natuurlijk, want we hebben er uiteraard grote moeite mee dat jongeren uit Nederland afreizen om elders in de wereld mensen te gaan vermoorden. Of het nou Joran van der Sloot is of Tanja Niemeijer of een van de vaak naamloze jihadstrijders. Maar juist bij alarmwoorden is het wel goed om even stil te staan en na te denken - ze noemen de Eerste Kamer niet voor niets de chambre de reflection, de nadenkkamer. En dan zijn er opeens heel wat vragen.
Zoals: wat is radicalisering eigenlijk? En wat is het verschil met idealisme? Waarom vinden we Faiza Oulahsen een heldin, Joran van der Sloot een narcistische crimineel, Tanja Niemeijer een ideologisch verdwaasde terrorist en de naamloze jihadstrijders een bedreiging van onze rechtsorde? Waarom hebben Faiza, Joran en Tanja een naam een gezicht en zijn onze jihadi’s naamloos en gezichtsloos? Hoe komt het dat we ons bij Faiza afvragen of wij het ook zouden durven en bij Joran en Tanja of wij ook zo zouden kunnen ontsporen, maar dat we die vraag niet eens stellen bij onze jihadstrijders die bij ons om de hoek opgroeien, bij onze kinderen op school zitten en bij de Albert Heijn de vakken vullen? En wat heeft hun radicalisering te maken met het feit dat ze voor ons altijd maar weer naamloos blijven? Vragen.
Waar komt die radicalisering eigenlijk vandaan? Hoe zien jihadstrijders zichzelf en wat drijft hen? Volgens de Franse politicoloog Dominique Moïsi zijn er ook in geopolitieke verhoudingen emotionele grondtonen te herkennen. Hij beschrijft het Westen als gedreven door angst, Azië als gedreven door hoop en verlangen, en de Arabische wereld als gedreven door vernedering en woede. Maar klopt het beeld wel dat de identiteit van jihadi’s uit woede voortkomt, of is het toch eerder verlangen naar een betere wereld en betrokkenheid met geloofsgenoten? Vragen.
En wat heeft het met de Islam te maken? Want ook als we niet zo makkelijk over de Islam praten, alleen de term ‘jihad’ gaat daar natuurlijk wel over. Welke inspiratie vinden de jihadi’s in de Islam? Hoe komt het dat Jihad niet meer wordt opgevat als de individuele spirituele strijd tegen het kwaad in het eigen leven maar als de collectieve fysieke strijd tegen het kwaad in de wereld? Welke charismatische leiders inspireren hen bij deze uitleg van het woord jihad? Welke heilsstaat zien radicaliserende jongeren eigenlijk voor zich als ze op pad gaan naar het IS-kalifaat? Wat betekent het dat ze onze westerse liberale of neoliberale vrijzinnige of losgeslagen heilsstaat de rug toekeren? En kunnen we ons er iets bij voorstellen dat ze een andere ideale wereld voor ogen hebben? Vragen.
Het is niet zo moeilijk om te zeggen dat het verkeerd is als jongeren radicaliseren en afreizen om aan een of ander gewapend conflict mee te gaan doen - ook al is dat van alle tijden. Het is helemaal niet moeilijk om te zeggen dat de barbaarse praktijken van IS volstrekt haaks staan op de waarden van onze samenleving. Ik zal het allebei zeggen zo vaak dat nodig is en ik steun de inzet om IS te overwinnen en jihadstrijders tegen te houden. Maar juist daarom wil ik al deze vragen stellen om te begrijpen wat er gebeurt.
Radicalisering als het alarmwoord van 2014. Maar Attila de Hun was net zo radicaal als Mahatma Gandhi. Adolf Hitler was net zo radicaal als Martin Luther King. En een beetje idealist is net zo radicaal als de gemiddelde jihadstrijder. De echte vraag is niet of je radicaal bent. De echte vraag is waar je verlangen naar een ideale wereld destructief wordt. En misschien gaan we dat pas zien als we allereerst willen verstaan wat jihadi’s eigenlijk drijft en naar welke heilsstaat ze verlangen.