Dijsselbloem kende de cijfers op 17 oktober en op 24 oktober. (inclusief bronnen) - Hoofdinhoud
Dijsselbloem kende de cijfers op 17 oktober en op 24 oktober. (inclusief bronnen)
Op 17 oktober informeert de commissie de Lidstaten. Zij legt een concept-begrotingswijziging voor, met een bijlage met daarin een voorlopige schatting van wat de lidstaten moeten overmaken op de eerste werkdag van december. Daarin staat voor Nederland het bedrag van 642,7 miljoen euro.
Die zelfde avond gaat er een brief van de ambassade (permanente vertegenwoordiging) in Brussel naar in ieder geval het ministerie van Algemene Zaken (Rutte) en Financien (Dijsselbloem) met deze informatie. Dijsselbloem vertelt dat hij dezelfde avond dit vernam, inclusief de hoogte van het bedrag. De regering wil overigens die brief niet openbaar maken.
Op 23 oktober worden de voorlopige berekeningen definitief door een besluit van het BNI-comité. Uit de notulen van BNI-comité blijkt overigens dat geen enkel statistisch bureau een vraag stelt over de cijfers van enig ander land. De voorlopige schatting wordt daarmee definitief.
In het debat gaf minister Dijsselbloem dat toen hij vernomen had dat de cijfers definitief waren, hij de premier onmiddellijk geïnformeerd heeft. Rutte was toen op de Europese Top. Die top was op 23 oktober.
Een paar uur later, staat de tabel op de site van de Financial Times en breekt een heftig politiek debat los. Let op: de tabel op de site van de Finiancial Times is identiek aan de tabel, die de lidstaten op 17 oktober ontvingen.
Op 24 oktober komt Dijsselbloem zelf in Brussel aan en zegt hij voor de camera: "Blijkbaar is er een tabel op internet gezet terwijl er niets aan lidstaten is gemeld."
De identieke tabel is dus op 17 oktober aan de Lidstaten gestuurd, maar was toen nog voorlopig. Dijsselbloem wist op 24 oktober dat hij definitief was en had daarover zelfs de premier geïnformeerd. Hij kende dus de tabel, omdat die aan de Lidstaten was gemeld.
Over het feit dat hij na 9 dagen nog verbaasd was, heb ik geen oordeel. Dat is een gemoedstoestand. Maar over het feit dat hij toen zei "Blijkbaar is er een tabel op internet gezet terwijl er niets aan lidstaten is gemeld."
In de schriftelijke antwoorden aan het parlement en in de Kamer vertelt minister Dijsselbloem wel precies wanneer hij wat wist.