Gevangenpoortlezing 'Wie kijkt er naar binnen?'

Met dank overgenomen van S.H. (Sophie) in 't Veld i, gepubliceerd op zondag 9 november 2014.

Gevangenpoortlezing, Den Haag 9 november 2014

D66-fractievoorzitter Europees Parlement Sophie in ´t Veld

Vandaag precies vijfentwintig jaar geleden zat ik met een groep internationale studenten geschaard rond een klein zwart-wit TV-tje, in de grote woonkeuken van een universitair instituut in Florence, Italië, waar ik een paar maanden verbleef voor mijn studie. Ademloos volgden we de beelden uit Duitsland. We voelden aan dat er iets heel groots gebeurde, maar eigenlijk konden we op dat moment niet bevatten hóe groots.

De muur werd een paar jaar voor mijn geboorte gebouwd, dus mijn hele jeugd wist ik niet beter dan dat mijn wereld liep tot aan de scheidslijn ergens dwars door Europa. De mensen die achter die muur woonden, kende ik niet. Het waren vreemden voor me, levend in een grauwe wereld, ver weg.

Vandaag, 25 jaar later, zit ik in de bankjes van het Europees Parlement naast collega’s van achter die muur. Die onbekenden van toen, de schimmen achter die muur, zijn nu mijn collega’s en mede-Europeanen. Samen bouwen we aan een sterker Europa. Ik ben me nog elke dag volledig bewust hoe bijzonder dat is. Naast alle dingen waar we graag en veel over klagen in de Europese Unie, soms terecht, moeten we af en toe toch even stilstaan bij waar het ook weer ècht over gaat.

Ik hoop dat vandaag iederéén stil staat bij onze kostbare vrijheid. Dat iedereen zich weer even bewust is dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. En dat onze vrijheid niet alleen wordt bedreigd door griezelige vijanden van buiten, maar dat ze ook van binnenuit, door onszelf, kan worden ondermijnd. Te licht vergeten we dat we het overgrote deel van de gruwelen, bloedvergieten en onderdrukking in het Europa van de twintigste eeuw ons niet werden aangedaan door vreemde mogendheden die ons continent onder de voet liepen, maar dat het “homegrown” was. Van eigen makelij. De oorlogen, genocides, dictaturen en terreur van de 20e eeuw hebben we onszelf aangedaan.

De Europese Unie mag dan een bureaucratische moloch zijn met een democratisch deficit en wat er verder allemaal nog meer mee mis is, maar ik vind het nog steeds een wonder dat we elkaar op de ruïnes van honderd jaar oorlog en onderdrukking de hand hebben gegeven, en besloten hebben samen de toekomst in te gaan. Als ik kijk naar de vele verschrikkelijke brandhaarden en dictaturen in de wereld van vandaag, hoop ik dat de Europese integratie als inspiratie kan dienen.

Vandaag staan we stil bij de val van de Muur. We vieren de democratie en onze vrijheid. We herdenken de moedige mensen die streden voor die democratie en vrijheid, en die daar vaak een hoge prijs voor betaalden. Ik ben die mensen dankbaar. Maar ik maak me zorgen hoe achteloos we omgaan met hun erfenis. Vooral als ik spoken uit dat grauwe verleden weer op zie duiken.

Een paar jaar geleden toonde de geruchtmakende film “Das Leben der Anderen” hoe de DDR haar burgers bespiedde en poogde volledige controle te krijgen over het leven van burgers. Wie denkt dat dat artistieke overdrijving is, moet eens een bezoek brengen aan de oude Stasi-archieven in Berlijn.

Ik hoorde vandaag een interview met een vrouw die als jonge twintiger was gevlucht, midden jaren zeventig. Ze was de rebelse dochter van een hoge functionaris van de regering. Ze kon het systeem niet meer verdragen. Pas n 2010 kreeg ze haar Stasi dossier te zien. Ze was diep geschokt hoe diep de Stasi in haar leven was binnen gedrongen. “Op dat moment werd me mijn jeugd afgenomen”, zei ze. Om kippenvel van te krijgen.

En wie denkt dat dat helemaal verleden tijd is, vergist zich ook. Das Leben der Anderen? Nee, het gaat over ons eigen leven. Maar de geheime diensten hebben tegenwoordig oneindig veel meer technische mogelijkheden om ons te bespioneren dan in de DDR. Was U geschokt door de beelden van Das Leben der Anderen waarin de hoofdpersonen worden gadegeslagen in de intimiteit van hun slaapkamer? Vandaag de dag maken geheime diensten gebruik van technologie om de webcams van onze mobieltjes en iPads op afstand te activeren, zodat ze kunnen meekijken in de intiemste hoeken van ons dagelijks leven. Zonder tussenkomst van een rechter. Zonder gerede verdenking of zelfs maar aanleiding. Dat is geen film, geen science fiction, maar werkelijkheid. Maar het meest schokkende is niet dat geheime diensten zoiets doen. Het meest schokkend is dat wij het voor kennisgeving aannemen. Dat er geen massale straatprotesten zijn uitgebroken tegen zo’n flagrante schending van onze privacy.

Want privacy is een grondrecht en cruciaal in een vrije, democratische samenleving. Privacy betekent vrijheid, vrijheid van meningsuiting, vrijheid je leven te leiden en keuzes te maken zonder inmenging van de overheid. Privacy betekent veiligheid, bescherming voor jezelf en je naasten. Het betekent rechtsbescherming, bescherming tegen willekeur en discriminatie. We gebruiken de termen privacybescherming of bescherming persoonsgegevens. Maar eigenlijk gaat het om de bescherming van mensen.

De overheid heeft toegang tot zo’n beetje alle details van ons dagelijks bestaan. Waar we wonen, met wie we contact hebben, al onze bewegingen, ons koopgedrag en onze levensstijl, onze slechte gewoontes en kleine en grote geheimpjes, onze ziektes en problemen, onze financiële toestand, ons gedrag achter het stuur, onze religieuze overtuigingen, ons lidmaatschap van de vakbond, onze politieke voorkeur. Alles dat op het internet staat of anderszins elektronisch beschikbaar is, is in principe toegankelijk. Vanaf januari worden in het kader van de decentralisering allerlei zeer gevoelige gegevens – medische gegevens, gegevens van jeugdzorg en politie – gedeeld onder hulpverleners. De gemeenten zijn er echter helemaal niet klaar voor, en hebben geen enkel plan voor de bescherming van de privacy. Gegevens van telecom- en internetbedrijven moeten jarenlang worden opgeslagen en beschikbaar zijn voor politie, justitie en veiligheidsdiensten. Zonder gerechtelijk bevel. Banken en moeten verplicht gegevens afstaan over onze financiële activiteiten. Luchtvaartmaatschappijen moeten jarenlang alle gegevens opslaan die we invoeren bij boeken en inchecken, dus potentieel ook gevoelige gegevens als medische informatie of religie. Camera’s overal in de publieke ruimte leggen minutieus al onze bewegingen vast. Slimme camera’s en microfoons analyseren zelfs ons gedrag, en geven een alarm af als we “verdachte” bewegingen maken of onze stem verheffen. Via onze mobiele telefoon worden we overal gevolgd (het jongste voorbeeld: de Bijenkorf volgt en registreert al uw bewegingen vanaf het moment dat U de winkel binnenstapt). Binnenkort krijgt U een “black box” in de auto die automatisch 112 belt als U een ongeluk krijgt, maar die en passant ook vastlegt wat Uw route is en hoe U gaspedaal en rem bedient.

Uw vingerafdrukken worden steeds vaker opgeslagen, of het nu in Uw paspoort is, of in het toegangspoortje van Uw sportschool. Voorstellen voor het opslaan van ieders DNA haalden het niet, maar het is een veeg teken dat serieuze bestuurders van mainstream politieke partijen dergelijke plannen koesteren. Met spyware (ook in bezit van de Nederlandse veiligheidsdiensten) kan worden ingebroken in Uw computer, kunnen al uw aanslagen op uw toetsenbord worden geregistreerd. Wie meent dat hij zijn computer goed heeft beschermd, bijvoorbeeld met versleuteling heeft het mis, want op last van de Amerikaanse geheime diensten zijn er achterdeurtjes ingebouwd in alle telecomsystemen. Regeringen overwegen een verbod op versleuteling. (een beetje alsof de regering U verbiedt een slot op Uw voordeur te plaatsen, zeg maar). En zelfs als U als een kluizenaar in de woestijn zou gaan wonen, ver weg van alle electronica, dan wordt U toch nog gezien en vastgelegd door Google Earth of een drone met camera. Kortom: Big Brother’s natte droom.

Maar het gaat niet zomaar over het opslaan van losse gegevens. Door de combinatie van gegevens worden profielen en patronen zichtbaar in onze handel en wandel. De overheid maakt gebruik van de gegevens van bedrijven, en past dezelfde technieken toe om patronen te zoeken en profielen op te stellen waarmee gedrag “voorspeld” kan worden. Maar voorspellen of je een potentiele koper van een product bent, is niet hetzelfde als voorspellen of iemand een potentiele terrorist is.

Overheden hebben een onstilbare gegevenshonger. De wet staat het gebruik van persoonsgegevens uitsluitend toe als daartoe een strikte noodzaak bestaat. Maar tegenwoordig wordt alles opgeslagen vanuit de gedachte “je kan niet weten waar het nog goed voor is”. Van “need to know” naar “nice to know”. Niet meer de noodzaak van bijvoorbeeld een onderzoek naar een misdaad, maar het opslaan van gegevens van onschuldige mensen, voor het geval ze ooit, ergens in de toekomst eens iets zouden mispeuteren. Gegevens die worden opgeslagen voor persoonlijke, sociale of commerciële doeleinden, worden bewijsmateriaal van nog te plegen misdaden. Function creep heet dat. Een sluipende uitbreiding van de doelen waarvoor gegevens worden opgeslagen.

In onze rechtsstaat zijn er in principe strenge regels voor het gebruik van persoonlijke informatie. Het recht op een persoonlijke levenssfeer en bescherming van persoonsgegevens is vastgelegd in internationale mensenrechtenverdragen. Er is een enorm corpus aan nationale, sectorale en Europese wetten voor de bescherming van de privacy en persoonsgegevens. Daarnaast zijn er natuurlijk elementaire principes in de rechtsstaat, zoals het vermoeden van onschuld. Veiligheidsdiensten zijn in principe ook aan strakke regels gebonden.

Maar zoals wel vaker, gaapt er een enorme kloof tussen wetten en werkelijkheid. Zoals overal worden wetten overtreden, of er zitten gaten in. In het internettijdperk valt steeds minder goed te bepalen in welk rechtsgebied persoonsgegevens zich formeel, fysiek bevinden. Daar maken diensten grif gebruik van. En ook door samenwerking en uitwisseling van gegevens, komen veiligheidsdiensten via een omweg aan informatie, die ze in eigen land niet legaal zouden kunnen verkrijgen. In veel landen krijgen veiligheidsdiensten bevoegdheden via noodwetten (recentelijk in Engeland en Frankrijk), een uiterst ongebruikelijke methode in vredestijd. Soms zelfs op basis van geheime wetten, met geheime rechtbanken en processen in het geheim, zoals de zogeheten “FISAA courts” in de Verenigde Staten. Soms overtreden diensten willens en wetens de wet, soms zelfs met de goedkeuring van de Minister. Zoals in het geval van de illegale spyware, aangeschaft door het Nederlandse Ministerie van Justitie, onder verantwoordelijkheid van Minister Opstelten.

Ik zou van een Minister van Justitie toch verwachten dat hij de rechtsstaat verdedigt. Dat is kennelijk een achterhaalde opvatting.

Het is schokkend hoe regeringen er niet naar streven om de wetten en de Grondwet zo goed mogelijk na te leven, naar de letter en de geest, maar welbewust zoeken naar gaten in de wet, bewust misleidend formuleren, of simpelweg maling hebben aan grondwettelijke principes. Ook in Nederland.

Daarbij zien we dat in het tijdperk van Big Data het accent verschuift naar preventie, het voorkomen van bekende bedreigingen, of nog een stap verder: "pre-emption": het voorkomen van onbekende dreigingen. Met Big Data menen we op basis van profielen gevaarlijke personen te kunnen herkennen. Of het nu gaat om terroristen, kinderverkrachters of bijstandsfraudeurs. In plaats van gericht onderzoek naar verdachte personen op grond van hun activiteiten, wordt er een sleepnet uitgeworpen in gegevensbestanden vanuit de gedachte dat bij een visexpeditie altijd wel iets wordt gevonden. Zo verschuift de bewijslast steeds meer naar het individu: U voldoet aan het profiel, dus bewijst U maar eens dat U onschuldig bent! Hiermee slaan we een pijler onder de rechtsstaat weg: het principe van onschuld tot het tegendeel is bewezen.

Het is tegenwoordig mode om te roepen om minder Europese regels, een Europese Unie die zich meer op haar "kerntaken" concentreert. Sommige partijen hameren op " een slanke overheid". De paradox is dat juist die partijen verantwoordelijk zijn voor een vloedgolf aan extra "veiligheidsmaatregelen", die op ondoorzichtige, ondemocratische wijze zijn doorgedrukt, zonder publiek debat, sluipenderwijs, zonder degelijke onderbouwing van de noodzaak, zonder evaluatie van de resultaten, en zonder helder kostenplaatje. Het is eigenaardig dat in tijden van bezuinigingen op zorg en onderwijs, we miljarden uitgeven aan beleid waarvan de effecten volstrekt onduidelijk zijn. Diezelfde partijen die naar eigen zeggen "kritisch" zijn op de EU, zijn maar al te happig om de Europese Unie te gebruiken voor "policy laundering": wetten langs Europese weg doordrukken die er op nationaal niveau niet doorkomen.

Dat geldt bij uitstek voor wetgeving op het terrein van terreurbestrijding. Zo werd een EU Richtlijn Bewaarplicht Telecomgegevens doorgedrukt door de Britten. Die Richtlijn werd onlangs door de Europese rechter nietig verklaard, maar de lidstaten, ook Nederland, houden de bewaarplicht recht overeind, de uitspraak van d rechter gevoeglijk negerend. Voorstellen voor een EU systeem voor de opslag van passagiersgegevens stuitte zowel in het Europees Parlement als in de Tweede Kamer op een “njet”. Maar de nationale regeringen gaan onverstoorbaar door met het opslaan van die gegevens, dan maar zonder rechtsbasis. Ook Nederland. Het is onaanvaardbaar dat regeringen stoïcijns hun data-graaien doordrukken, waarbij ze parlement en rechter negeren.

Er is nog een zorgelijke verschuiving: sinds 9/11 valt terreurbestrijding in een ander wettelijk kader, waarbij burgers steeds minder rechtsbescherming genieten. Vroeger was terreurbestrijding een zaak voor politie en justitie, zoals andere misdaadbestrijding. Sinds 9/11 is het een zaak van nationale veiligheid geworden. De term "war on terror" gaf niet alleen aan dat het om iets belangrijks ging, maar ook dat de normale wettten niet gelden. Net als in een oorlogssituatie. Het begrip “nationale veiligheid” is steeds meer opgerekt. Nationale veiligheid is niet hetzelfde als de fysieke veiligheid van U en mij. Het is de veiligheid van de staat als systeem. Voor de bescherming daarvan gaan individuele rechten opzij. Het is dan ook heel zorgelijk hoe losjes wordt omgesprongen met het begrip.

Talloze maatregelen op EU niveau en internationale akkoorden over samenwerking tegen terreur en misdaad, verwijzen naar “nationale veiligheid” als grond voor uitzonderingen op de normale rechtsstatelijke principes. Echter: er bestaat geen definitie van “nationale veiligheid” in EU context. Het kan verwijzen naar de definities in elk van de 28 lidstaten, maar ook naar die van niet-EU landen. Niet is vastgelegd wie bepaalt wanneer die uitzonderingsgrond kan worden ingeroepen. Met andere woorden: Uw en mijn burgerrechten kunnen worden opgeschort op een volstrekt willekeurige grond door autoriteiten waar we geen enkele zeggenschap over hebben. Onze wetten kunnen worden opzij gezet met verwijzing naar de nationale veiligheid van – pakweg – de Verenigde Staten, Rusland of voor mijn part Zimbabwe.

Sommige mensen reageren daarop met schouderophalen. De Amerikanen zijn toch nette mensen? But Brutus is an honorable man…Het argument wordt gebruikt door talloze regeringen, ook de ondemocratische. Met verwijzing naar nationale veiligheid heeft Rusland alle communicatiegegevens rondom de Olympische Spelen in Sotchi voor jarenlang opgeslagen. China heeft met een groeiende telecomsector ook steeds meer mogelijkheden alle eigen burgers te bespieden, maar ook Europeanen, Amerikanen en anderen. Het inperken van de burgervrijheden met beroep op veiligheid is klassiek. Maar het risico van een glijdende schaal is groot. Niet alleen in dictaturen, maar ook in een democratische samenleving. Veiligheidsdiensten zijn lastig te controleren, toezichtmechanismen zijn zwak, en het is nu eenmaal de menselijke natuur om zich met onbeperkte macht onaantastbaar te wanen. Het zelfbeperkend vermogen is gering. Steeds weer blijkt dat veiligheidsdiensten over de schreef gaan, zoals in het wereldbekende geval van de NSA, aan het licht gebracht door Edward Snowden. Of erger, zoals de misdragingen van de CIA, tot en met marteling aan toe (marteling die in notities van topjuristen van de regering werd gereduceerd tot juridisch, bureaucratisch jargon). Maar de afgelopen jaren is het toezicht op de diensten niet versterkt, terwijl de bevoegdheden en middelen fors zijn uitgebreid. Nieuw element is dat geheime diensten vroeger vooral spioneerden op andere landen, maar nu gezamenlijk optrekken tegen de burgers, waarbij potentieel alle burgers als verdacht worden gezien.

In de sfeer van angst en wantrouwen van de afgelopen jaren, hebben overheden schier onbeperkte bevoegdheden gekregen, terwijl de democratische controle daarop is afgekalfd en de rechtsbescherming van burgers wordt uitgehold. Checks and balances, de kern van een democratische rechtsstaat, worden geëlimineerd als "hinderlijk" voor overheden. Het is zorgelijk dat wordt betoogd dat de rechtsstaat de strijd tegen terroristen en criminelen in de weg staat. Kennelijk zijn we vergeten dat we diezelfde rechtsstaat nu juist hebben opgetuigd ter bescherming van burgers. De machtsverhouding tussen burger en staat is ernstig scheef gegroeid, in het nadeel van de individuele burger.

Bij de term Big Brother hebben we associaties met grauwe jaren vijftig beelden van communistische en sovjet dictaturen. Big Brother is een figuur uit een roman van George Orwell. Maar zoals zo vaak is het echte leven veel vreemder dan fictie. De naam van het Amerikaanse programma waarmee enorme massa's gegevens van alle burgers werden opgeslagen en doorzocht, was "Total Information Awareness". Laat dat even tot U doordringen: Total. Information. Awareness. Met andere woorden: de overheid wil ALLES van U weten. Zonder enige beperking. Total Information Awareness. Het programma werd later omgedoopt, omdat zelfs Amerikanen hier een ongemakkelijk gevoel bij hadden, maar het programma bleef in essentie overeind. De gedachte die erachter zit is geen andere dan die van Big Brother.

De overheid wil alles van U weten, U kunt zich nergens meer verbergen voor het alziend oog van de regering. Het is geen toeval dat oorden “total” en “totalitair” dezelfde stam hebben.

Wat doet het met onze samenleving? Wat doet het met mensen die zich nergens onbespied weten? Proberen ze, als Wilson uit Big Brother, een hoekje te vinden waar ze buiten het blikveld van de overheid zijn? Maar dat is in het internettijdperk niet meer mogelijk. Of gaan ze zich gedwee gedragen, uit angst op te vallen door afwijkend gedrag? Wat doet het met onze democratie, als politici hun onafhankelijkheid verliezen, gechanteerd kunnen worden met informatie die politieke machthebbers zonder enige moeite kunnen verkrijgen? Wie is er nog de waakhond van de democratie, de luis in de pels, als journalisten, advocaten, maatschappelijke organisaties of klokkenluiders niet meer in vrijheid kunnen opereren, niet meer vertrouwelijk kunnen communiceren of zelfcensuur toepassen? Natuurlijk, ook voor het internettijdperk konden overheden informatie verkrijgen over hun critici, of hun gangen laten nagaan. Maar vandaag de dag zijn massa's informatie eenvoudig te verkrijgen, op afstand, en zonder enige rechterlijke toetsing.

Het is in zekere zin geruststellend dat we ons niet druk maken over de data-honger van de overheid. Het is een positief signaal dat we blijkbaar veel vertrouwen hebben in onze overheid. Vertrouwen is essentieel voor een samenleving. Maar vertrouwen moet niet omslaan in naïviteit. De kwaliteit van onze democratie hangt niet af van een blind vertrouwen in de goede bedoelingen van onze bestuurders, maar in de effectiviteit van de democratische controlemechanismen.

Onze democratie wordt in deze onzekere tijden op de proef gesteld. In een klimaat van angst is de roep om een Sterke Man luid.

In Europa is de democratie robuust. Maar niet immuun voor autoritaire of anti-democratische tendenzen. Overal in Europa zijn populistische en extremistische partijen van links en rechts aan een opmars bezig. Het zijn geen marginale partijen meer, maar ze komen steeds dichter bij de macht. Hongarije wordt bestuurd door wat we gerust een autocratische leider mogen noemen, met Jobbik als tweede partij van het land. In Frankrijk is het Front National een van de grootste partijen. In Nederland, Denemarken, Zweden, Groot Brittannië zijn de populisten groot. Zelfs in Duitsland is het taboe doorbroken, en zijn populistische en neo-fascistische partijen doorgebroken bij de verkiezingen. In Griekeland is de Gouden Dagenraad een quasi-fascistische partij. Maar ook partijen met extreem links gedachtengoed komen op tegen de achtergrond van de economische malaise.

In dit politieke klimaat moeten we democratische waarborgen versterken, niet afzwakken. Geen enkele samenleving is volledig immuun voor autoritaire tendensen. Mass surveillance, het bewaken van alle burgers, zonder onderscheid en zonder toetsing van de rechter, en de grootschalige opslag van persoonsgegevens en informatie over mensen, is disproportioneel. Onbeperkte bevoegdheden die niet aan democratische controle van enige betekenis zijn onderworpen, vormen een risico voor de democratie.

Onze democratische systemen functioneren behoorlijk goed. Maar niet feilloos. Victor Orbán probeert zijn critici de mond te snoeren. Verregaande bevoegdheden om zijn tegenstanders te bespieden en informatie te vergaren lijken me bij hem niet in goede handen. Maar ook onze Britse en Amerikaanse vrienden gebruiken bevoegdheden onder de anti-terreurwetten om lastige journalisten of activisten het zwijgen op te leggen. In naam van de nationale veiligheid. Bradley/Chelsea Manning bracht misdragingen van het Amerikaanse leger aan het licht. Hij zit nu 35 jaar celstraf uit. Edward Snowden, die onthulde hoe de NSA zo ongeveer de hele wereld stiekem gadesloeg, wordt opgejaagd als een prooidier door een meute schuimbekkend jachthonden. De levenspartner van Glenn Greenwald, de journalist die het allemaal opschreef, werd op grond van anti-terreurwetten gearresteerd. En dit zijn alleen de bekende zaken. Ik heb er met diverse kennis gemaakt die minder in de schijnwerpers staan, maar op dezelfde wijze worden opgejaagd in een drijfjacht. Ik vind dat diep beschamend. Een volledige verloochening van onze democratische waarden.

De paradox is dat er steeds meer veiligheidsmaatregelen worden genomen, maar dat angst en wantrouwen alleen maar lijken toe te nemen. Want hebben we voor dit alles nu daadwerkelijk grotere veiligheid terug gekregen? Dat is maar zeer de vraag. Bij elke nieuwe aanslag komt er een nieuwe maatregel, nog meer persoonsgegevens moeten worden opgeslagen. Maar er wordt gemakshalve vergeten dat er al schier onbeperkte toegang is tot zo’n beetje al onze persoonsgegevens, en dat ondanks dat er nog steeds aanslagen zijn. Bij alle recente grote aanslagen in de wereld waren de daders vooraf al bekend bij politie en veiligheidsdiensten. 9/11, Londen, Madrid, Toulouse, Brussel, Oslo, Mumbai, Boston, de Dönermoorden, en ga zo maar door. Het probleem was steeds niet een tekort aan persoonsgegevens, maar gebrek aan samenwerking en uitwisseling van informatie. Uiteraard moeten we nieuwe technologieën gebruiken voor opsporing en bestrijding van misdaad en terreur. Tenslotte bedienen de schurken zich ook van de modernste ICT technieken. Maar te vaak wordt gedacht dat het een wondermiddel is. Als we nu maar alles van iedereen weten (Total Information Awareness), dan hoeven we maar op de “enter” knop te drukken en we krijgen een lijstje van mensen met snode plannen. Overigens valt op dat degenen die de besluiten nemen, bewindslieden en zo, zelf van een generatie zijn die nauwelijks benul heeft van ICT. Misschien verklaart dat hun bijkans magische geloof in massale gegevensopslag.

D66 maakt zich al bijna een halve eeuw druk om de kwaliteit van de democratie, ne de machtsverhouding tussen de burger en de overheid. Een robuuste, vitale democratie vergt permanent onderhoud. De geschetste ontwikkelingen zijn de uitdagingen voor de democratische rechtsstaat in de 21e eeuw. Democratie is meer dan alleen verkiezingen (verkiezingen vinden ook plaats in dictaturen, en dienen dan alleen om de bestaande macht te legitimeren). De essentie van democratie is checks and balances. Macht en tegenmacht. Controle op de macht. De recente ontwikkelingen hebben de balans verstoord, en het is hoog tijd dat we het evenwicht herstellen.

Allereerst moeten privacy bescherming en burgerrechten worden aangescherpt en strikt nageleefd. De huidige tendens om privacy en burgerrechten af te doen als een linkse hobby is misplaatst. Burgerrechten zijn niet links of rechts, maar van iedereen. Ze kunnen niet naar believen opzij worden geschoven omdat het toevallig niet past bij het beleid van de regering van het moment.

Ze vormen een broodnodige rem op ongebreidelde uitbreiding van bevoegdheden, onderdeel van de tegenmacht. Ik vind in dat opzicht de voorstellen van de Britse regering om uit de conventie voor de rechten van de mens te stappen zeer zorgwekkend. Die Conventie werd opgesteld in 1948, toen ons nog vers in het geheugen lag tot welke gruwelen wij Europeanen in staat zijn.

Het toezicht op inlichtingendiensten moet drastisch worden verbeterd. Ook in tijden van verhoogde dreiging, moet toezicht op de veiligheidsdiensten adequaat zijn. Het wetgevingsproces moet open en democratisch zijn, wetten moeten tot stand komen na uitvoerig publiek debat, en politici moeten rekenschap afleggen. De burgers moeten veel meer en steviger instrument krijgen om zelf controle uit te oefenen en de tegenmacht te vormen. Niet in de laatste plaats door een radicale omslag in de openbaarheid van bestuur. Terwijl de burger tegenwoordig een glazen huis is, wordt de overheid steeds ondoorzichtiger en geheimzinniger. Openbaarheid van bestuur geeft individuele burgers, journalisten, activisten of advocaten de mogelijkheid om de veiligheidsdiensten in het spoor te houden. Klokkenluiders moeten niet worden opgejaagd in een heksenjacht, maar ze moeten steun krijgen als luis in de pels van de democratie en de rechtsstaat.

25 jaar geleden viel de Berlijnse Muur. Enkele dagen eerder gaf de plaatsvervangende Minister voor Staatsveiligheid van de DDR, Generaloberst Rudi Mittig, een interview. Ik citeer de slotzinnen: “Der “totale Überwachungsstaat”, das “allgegenwärtige Spitzelsystem” existieren nur in der Phantasie westlicher Medien. Das Ministerium für Staatssicherheit “überwacht” nicht das Volk, es arbeitet mit den Bürgern zusammen. […]” Weet U het nog: Total Information Awareness?...

Dit is nog maar 25 jaar geleden, in een regio die nu onderdeel van de Europese Unie is. Dank zij moedige mensen destijds, die zich verzetten tegen de alomtegenwoordige, almachtige en onbetrouwbare staat, verspreidden democratie en vrijheid zich over ons hele continent. Maar de verworvenheden waar de mensen toen voor streden, staan onder druk. Onze democratie is aan een ingrijpende onderhoudsbeurt toe. Ook wij moeten ons uitspreken voor de democratie en de vrijheid. Democratie en vrijheid bestaan bij de gratie van onze inzet. We mogen niet zwijgend aanzien hoe de democratische verworvenheden sluipenderwijs worden ondermijnd. Daarom spreek ik me uit. En zal ik me steeds uitspreken. En met extra overtuiging op de dag van de Val van de Muur.

Foto: Creative Commons, Sean MacEntee