Debat over de opmars van ISIS in Irak - Hoofdinhoud
Zie ook:
Kijk hier het debat terug.
Mijn Inbreng in de eerste termijn van het debat:
Voorzitter, dit debat komt aan het einde van een dag die ik als zeer indrukwekkend heb ervaren. Er zijn petities aangeboden en er is een hoorzitting in maar liefst drie fasen geweest. Wij hebben heel veel informatie gekregen. Het meeste indruk maakte op mij eigenlijk een gesprek dat ik een paar weken geleden in Enschede had met de groep die vandaag een petitie kwam aanbieden. Een vrouw klampte mij daar vast en zei: “ik weet niet waar ze zijn, ik weet niet waar ze zijn.” Ze had het over haar familie in het door ISIS-beheerste gebied in Irak.
En inderdaad, we hebben de beelden wel gezien van de mensen die op de berg liepen en de mensen die in een vluchtelingenkamp kwamen, maar er zijn nog heel veel mensen die in het ISIS-gebied zitten en van wie wij eigenlijk niet precies weten hoe het met ze is en hoe de omstandigheden zijn. Dat signaal gaf in de hoorzitting van vandaag ook het Rode Kruis af. We kunnen tellen hoe groot de nood in de vluchtelingenkampen is, maar we weten niet hoe schrijnend de situatie is in het gebied dat door ISIS zelf wordt beheerst. Ik vrees dat we daar alleen maar naar kunnen gissen.
Het gevaar van ISIS is evident, voor honderdduizenden Irakezen, vooral minderheden, voor de regio, voor buurlanden en voor andere delen van de wereld waar we ISIS-cellen of door ISIS geïnspireerde groeperingen zien opkomen. ISIS is ook gevaarlijk voor onszelf. Het jihadismedebat van vorige week ging daar in feite over. Meer nog dan een terreurbeweging en een machtsfactor met statelijke ambities staat ISIS voor een ideologie die het uiterste tegenbeeld, het dia-negatief, is van de menselijke waardigheid en van de beschaving waar wij in de wereld naar streven.
Als mensenrechten de hoeksteen van het Nederlandse buitenlandse beleid zijn, dan moet het bestrijden van een ideologie die de rechten van mensen wegneemt en de menselijkheid van hele bevolkingsgroepen ontkent, de allerhoogste prioriteit hebben. Mijn partij, de PvdA, wil daarom dat Nederland volop meedoet in de internationale aanpak om de opmars van ISIS te stoppen. Er is een brede coalitie, inclusief landen uit de regio, en een alomvattende strategie nodig om de terreurbeweging een halt toe te roepen. Met instemming hebben wij kennisgenomen van de bijdrage die Nederland tot nu toe heeft geleverd. Het is ook goed om te lezen dat Nederland bereid is deel uit te maken van een internationale coalitie in oprichting in de strijd tegen ISIS. Het is goed dat er nu met bondgenoten wordt overlegd en dat daarbij alle opties bekeken worden.
In het overleg van vandaag wil ik nader ingaan op drie aspecten: de humanitaire nood, hoe ISIS financieel-economisch het leven onmogelijk tet maken en, tot slot, de militaire opties.
We hebben vandaag gehoord hoe groot en schrijnend de humanitaire noodsituatie is. Ik heb zelfs een nieuw woord geleerd: voor al die honderdduizenden vluchtelingen moet het proces van de "winterisation" worden ingezet. Ze moeten worden voorbereid op de komende vrieskou. Dat geldt voor de 200.000 mensen die op dit moment niet eens onderdak hebben en slapen in de open lucht. Ook zijn er 2.000 schoolgebouwen die nu nog functioneren als noodopvang, maar dadelijk ook weer als scholen zullen moeten worden gebruikt. De VN zegt 350 miljoen dollar extra nodig te hebben. Er is veel onduidelijkheid over die VN-fondsen. Collega's hebben al gerefereerd aan de 500 miljoen van Saudi-Arabië die weliswaar is toegezegd maar waarvan onduidelijk is of die ook echt kan worden gebruikt. Wij moeten ook naar onszelf kijken. Welke ruimte ziet het kabinet voor Nederland om extra bij te dragen aan de fondsen van de VN en om in specifieke niches actief te worden wat betreft de humanitaire aspecten?
Het is duidelijk dat ISIS op dit moment financieel goed in de middelen zit. Als wij ISIS willen aanpakken, zullen wij de toevoerroutes resoluut moeten afsnijden. De VN-Veiligheidsraad riep lidstaten al op om bilateraal maatregelen te nemen om financieringsbronnen af te snijden. Wat doen we daarmee? Wat doet de EU precies? Hoe voorkomen we met name dat onze eigen oliemaatschappijen direct of indirect ISIS-olie verhandelen? De VN-resolutie spreekt ook over een "readiness to consider" als het gaat om het opstellen van een lijst individuen, groepen en andere entiteiten die ISIS ondersteunen. Een "readiness to consider" klinkt mij nog heel voorzichtig in de oren. Waarom wachten we nog als deze individuen of groepen wel degelijk te identificeren zijn? Heeft Nederland namen aangedragen voor die VN-lijst? Heeft de EU dat gedaan? Welke instrumenten kan de VN nog meer inzetten om ISIS het leven moeilijker te maken?
Militair houdt mijn fractie alle opties open. Maar de Partij van de Arbeid waakt ervoor om te vervallen in doelredeneringen, om, zoals sommige partijen dat vanavond ook weer deden, direct met een vliegtuig of met een helikopter te gaan zwaaien. Een Nederlandse bijdrage moet logisch volgen op een duidelijke strategie en op een taakverdeling tussen bondgenoten. Ik vraag het kabinet dus hoe het staat met dat overleg. Is in het overleg met de Verenigde Staten en met anderen gesproken over scenario's, over de strategie en over concrete bijdragen?
Één aspect wil ik hier nog uitlichten, namelijk Syrië. Wij weten dat wij, als wij ISIS moeten aanpakken, niet alleen in Irak actief kunnen zijn. Dat brengt tegelijkertijd heel ongemakkelijke vragen op voor ons allen. Daar komen wij misschien later op, als de strategie duidelijk is. Ik wil echter één ding vragen aan het kabinet: is het kabinet het eens met mijn fractie dat het uitgesloten is dat een actie in Syrië op enigerlei wijze bijdraagt aan het legitimeren, laat staan het rehabiliteren van het Assad-regime? Dat regime heeft immers bloed aan zijn handen.
Tot slot wil ik nog van de gelegenheid gebruikmaken om minister Timmermans van harte te feliciteren met zijn kandidatuur voor eerste vicevoorzitter van de Commissie.
Ga terug naar overzicht Kamervragen & debatten.