Problemen ZZP’ers in de zorg opgelost
Foto Flickr / PvdA
Mensen die palliatieve zorg nodig hebben, moeten die altijd kunnen krijgen. De afgelopen weken waren er veel signalen dat deze zorg in de knel dreigde te komen door problemen tussen zelfstandigen die deze zorg vaak geven en de Belastingdienst. Die problemen zijn nu opgelost.
De problemen waren ontstaan doordat niet duidelijk was wanneer nu sprake is van een onwenselijke schijnconstructie en wanneer van echt ondernemerschap. Ik vind het belangrijk dat onnodige belemmeringen voor echte ZZP’ers in de zorg weggehaald worden en regelgeving duidelijk is. Zo weten ZZP’ers waar ze aan toe zijn en krijgen mensen de zorg die ze nodig hebben.
Om dat te regelen doen we drie dingen:
-
-We gaan praktische belemmeringen voor ZZP’ers wegnemen. Zij lopen vaak tegen het probleem aan dat bijvoorbeeld zorgverzekeraars, die zorg grootschalig inkopen, geen ZZP’ers in dienst kunnen nemen. Ook niet als de zorg die ze leveren net zo goed of soms wel beter is dan de zorg die anderen leveren. Dat lossen we nu op, door met de zorgverzekeraars mogelijk te maken dat zij vanaf 2016 ZZP’ers direct kunnen contracteren.
-
-We nemen juridische belemmeringen in de zorgwetgeving weg. De kwaliteit van zorg is uiteraard erg belangrijk. Daarom hebben we in de wet vastgelegd wat goede kwaliteit is en waar dit aan moet voldoen. Alleen: deze wet ging alleen over zorginstellingen, niet over zelfstandige ondernemers. Met de nieuwe Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg is dit probleem opgelost. Ook hebben we er voor gezorgd dat al voor de inwerkingtreding per 1 juli 2015 gebruik kunnen maken van deze wet.
-
-We maken het makkelijker voor zelfstandigen om in de zorg aan de slag te gaan. Dit doen we door middel van zogenoemde modelovereenkomsten. Op die manier kunnen zij makkelijker in dienst worden genomen onder de juiste voorwaarden.
Door deze besluiten bereiken we kortom drie dingen: dat mensen die van goede zorg afhankelijk zijn deze altijd krijgen, dat mensen die als zelfstandige deze zorg willen bieden niet tegen onnodige belemmeringen aanlopen en dat schijnzelfstandigheid wordt voorkomen.
- 1.Martin van Rijn (1956) was van 23 maart tot 9 juli 2020 tijdelijk minister voor Medische Zorg in het kabinet-Rutte III. Hij doorliep een ambtelijke loopbaan, eerst bij het ministerie van VROM en daarna bij Binnenlandse Zaken en VWS, waar hij directeur-generaal Gezondheidszorg was. Had toen een groot aandeel in totstandkoming van de Zorgverzekeringswet. Als staatssecretaris in het kabinet-Rutte II voerde hij - samen met minister Schippers - grote hervormingen door in de zorg, die gepaard gingen met bezuinigingen en decentralisatie. Bracht in dat kader nieuwe wetgeving tot stand, zoals de Wet langdurige zorg en een nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning. Kwam in politiek zwaar weer vanwege de chaos bij de toekenning van persoonsgebonden budgetten. In de periode 2020-2025 was hij voorzitter van AEDES, de koepel van woningcorporaties.