De deugd van het onvolmaakte - Hoofdinhoud
Het woord ‘radicaal’ heeft mij altijd erg aangesproken. Het stamt af van het Latijnse woord voor ‘wortel’ en het wil zeggen dat je tot de wortel wilt gaan. Geen genoegen nemen met half werk maar de zaken grondig aanpakken. Het betekent ook dat je je eigen principes serieus neemt en waar nodig de consequenties van die principes accepteert. Tot het uiterste. Wereldverbeteraars als Gandhi, King en Jezus waren radicaal. Maar genocideplegers als Genghis Khan, Adolf Hitler en Abu Bakr al-Baghdadi van IS ook. Radicaal wil namelijk nog niet zeggen dat je het goede kiest. Je kunt ook radicaal de verkeerde weg gaan.
Die laatste drie hebben overigens nog iets gemeen. Niet alleen zijn het allemaal voorbeelden van extreem en barbaars geweld, ze hadden ook alle drie het doel om een nieuw rijk te stichten en ze waren daar kortere of langere tijd succesvol in. Hun totalitaire heerschappij die talloze levens kostte, was erop gericht een staat te scheppen waar alles - radicaal - volgens hun principes verliep. Het idee van het ‘kalifaat’, de Islamitische heilsstaat, is precies daarom aantrekkelijk voor sommige gelovigen.
De filosoof Walter Benjamin beschrijft hoe geweld niet alleen een bedreiging is van naties en samenlevingen maar ook nieuwe naties sticht. Waarschijnlijk zijn de meeste naties met geweld ontstaan. Maar om te kunnen functioneren, moeten ze vervolgens het geweld wel beteugelen. Dat is de reden dat in goed functionerende samenlevingen alleen de overheid geweld mag gebruiken. Dat is ook de reden dat in de rechtsstaat die macht van de overheid vervolgens weer wordt beteugeld door de wet. Burgers moeten beschermd worden tegen de macht en het geweld van de overheid.
Maar niet alleen het radicale geweld leidt tot nieuwe samenlevingen. Ook de radicale geweldloosheid van Gandhi, King en Jezus heeft de wereld tot op de grondvesten veranderd. Geweldloosheid, zo zag ook Benjamin, is een andere manier om een samenleving te transformeren, een andere manier om je tot het geweld van de staat te verhouden. Want voor deze drie gold dat ze tegenover een machtige en onderdrukkende overheid stonden en niet weken voor hun principes, wat het henzelf ook zou kosten.
Misschien is dat wel het verschil. De drie geweldloze wereldverbeteraars waren radicaal, wat het henzelf ook zou kosten. De drie gewelddadigen waren radicaal, wat het anderen ook zou kosten. De eerste drie hadden voortdurend het welzijn van de kwetsbaarsten en uitgestotenen op het oog. De laatste drie de macht van de machtigen.
Het woord ‘radicaal’ heeft mij altijd erg aangesproken. Maar het maakt wel uit hoe het gestalte krijgt. Daarom oefen ik graag in de deugd van het onvolmaakte. Ik ben in goed gezelschap: de socioloog Kees Schuyt beschrijft tolerantie als een onvolmaakte deugd voor een onvolmaakte samenleving. Het verdraagt dat er iets blijft bestaan dan men afkeurt en in die zin is het geen volmaakte deugd. Maar het is wel een deugd precies omdat die samenleving niet volmaakt is en ook niet wil worden. Wie dat niet kan verdragen, ontkomt er niet aan totalitair en dus gewelddadig te worden. Daarom verzette de filosoof Isaiah Berlin zich tegen “de mythe van de ideale maatschappij” en prees hij de onvolmaaktheid als deugd (aldus Ger Groot).
Ik oefen in de deugd van het onvolmaakte. Of beter gezegd: ik oefen me erin om te accepteren dat de wereld niet volmaakt is en ook niet zal worden. Dat is niet alleen een ethische of spirituele oefening; het heeft rechtstreeks gevolgen voor politieke keuzes. Telkens weer moet ik mijzelf de vraag stellen hoe ver ik wil gaan in het wegnemen van wat ik verkeerd vind. Tot welk punt gebruik ik mijn macht - hoe beperkt ook - om anderen te dwingen? De vraag is niet alleen wat voor mijn stad, land, wereld het beste zou zijn. De vraag is ook hoe ver ik wil gaan om het onvolmaakte te laten verdwijnen.
Uiteindelijk heeft deze deugd van de onvolmaaktheid alles te maken met compassie. Compassie is het besef dat we verbonden zijn, wederzijds afhankelijk. En dat betekent dat we oog willen houden voor de ander, ons door de ander willen laten aanspreken en verantwoordelijkheid nemen voor het welzijn van de ander. Tegenover het rationeel-westerse individualisme staat dan het besef van verbondenheid dat de Afrikanen Ubuntu noemen. Maar die radicale compassie betekent dan ook dat we een rem zetten op onze dadendrang als we beseffen dat anderen daaronder moeten lijden. Jeder Konsequenz führt zum Teufel.
Het verhaal gaat dat de wevers van Perzische tapijten met opzet ergens een foutje aanbrengen omdat alleen Allah volmaakt is. Die mooie gedachte herinnert ons aan onze beperkingen, maar de paradox is dat zij kennelijk expres een fout moeten maken en dus eigenlijk wel volmaakt zijn. Ik hou het maar bij het oefenen in het verdragen van het onvolmaakte dat er hoe dan ook is.