Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2015 - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34000 VII - Vaststelling begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2015.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2015; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 16-09-2014 |
Publicatiedatum | 16-09-2014 |
Nummer | KST34000VII2 |
Kenmerk | 34000 VII, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2015
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
INHOUDSOPGAVE
blz.
A.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
3
B.
DE BEGROTINGSTOELICHTING
4
1.
Leeswijzer
4
2.
Beleidsagenda
5
Tabel belangrijkste mutaties
12
Tabel beleidsdoorlichtingen
13
3.
Beleidsartikelen
14
-
1.Openbaar bestuur en democratie
14
-
2.Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
20
-
6.Dienstverlenende en innovatieve overheid
24
-
7.Arbeidszaken overheid
31
4.
Niet-beleidsartikelen
37
-
11.Centraal apparaat
37
-
12.Algemeen
40
-
13.Nominaal en onvoorzien
42
-
14.VUT-fonds
43
5.
De Baten-lastenagentschappen
44
5.1 Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR)
44
6.
Bijlagen
51
6.1 Verdiepingsbijlage
51
6.2 Moties en toezeggingen
58
6.3 Specifieke uitkeringen (interdepartementaal)
84
6.4 Evaluatie- en overig onderzoek
90
6.5 ZBO’s en RWT’s
92
6.6 Subsidiebijlage
93
6.7 Afkortingen
96
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ BEGROTINGSWETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. Begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten, en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
B. BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.LEESWIJZER
Op 20 april 2011 is de aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam Verantwoord Begroten in de Tweede Kamer behandeld (Kamerstukken II, 31 865, nr. 26). De nieuwe presentatie geeft meer inzicht in de financiële informatie, de rol en verantwoordelijkheid van de Minister en laat een duidelijke splitsing tussen apparaat en programma zien. In deze begroting zijn alle begrotingsartikelen ingevuld volgens de nieuwe voorschriften, inclusief de aanpassing van de tabel Budgettaire gevolgen van beleid.
Diensten die een baten-lastenstelsel voeren
De begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) kent vanaf 2014 één baten-lastenagentschap, te weten Basisregistratie Persoonsgegevens Reisdocumenten. De paragraaf over de baten-lastenagentschap presenteert de voorgeschreven financiële- en doelmatigheidsoverzichten ter toelichting op de begrotingsstaat van dit agentschap.
De baten-lastenagentschappen Logius, P-direkt, Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk, FMHaaglanden, SSC-ICT, Rijksgebouwendienst, Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf en de Huurcommissie vallen onder de begroting Wonen en Rijksdienst (XVIII).
Specifieke uitkeringen
In paragraaf 6.3 is de bijlage specifieke uitkeringen (interdepartementaal) opgenomen. Hierin geven de departementen aan welke uitkeringen zij doen voor gemeenten en provincies.
Groeiparagraaf
Budgetflexibiliteit
Op grond van CW artikel 5, derde lid, onder c, moet in de begroting per beleidsartikel informatie worden opgenomen over de budgetflexibiliteit.
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt voor de programma-uitgaven vermeld welk deel daarvan juridisch is verplicht voor het jaar 2015.
De peildatum van de gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) is 1 januari 2015.
Voor 2015 wordt voor het eerst de juridische verplichting toegelicht op het niveau van financieel instrument als geheel. Dit komt voort uit de toezegging van de Minister van Financiën tijdens het Algemeen Overleg over Verantwoord Begroten van 6 maart 2013 (Kamerstukken II, 2012-2013, 31 865, nr. 50).
-
2.BELEIDSAGENDA 2015
INLEIDING
Een goed functionerend openbaar bestuur is van belang voor het welbevinden van burgers, voor het draagvlak voor democratie en als basis voor een duurzame economische groei. BZK stelt zich tot doel om het openbaar bestuur blijvend goed te laten functioneren, ook in een veranderende samenleving en overheid. In 2015 treden de decentralisaties in het openbaar bestuur in werking. Vanaf 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp, de langdurige zorg en de begeleiding naar werk. BZK helpt, samen met andere betrokken partijen, gemeenten deze taken goed uit te laten voeren.
Burgers nemen steeds vaker in hun woonomgeving taken over die oorspronkelijk in handen waren van de lokale overheid. Aan de overheid de taak om burgers hiertoe de ruimte te geven en waar nodig en gewenst te helpen. Daarmee verandert de rol van beleidsmakende en uitvoerende organisatie naar een meer vraaggerichte, faciliterende organisatie. De doelstelling is dat burgers en bedrijven in 2017 waar mogelijk hun zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen.
BZK helpt overheden om die nieuwe rol in te vullen door onder meer expertise en informatie te delen en helpt burgers door het wegnemen van knelpunten voor maatschappelijke initiatieven.
Er wordt ruimte gemaakt voor en werk gemaakt van bestuurlijke creativiteit, dynamiek en economische groei in stedelijke gebieden. Het kabinet stelt in 2015 een Agenda Stad op om de concurrentiekracht en leefbaarheid van Nederlandse steden verder te versterken. Bij de veranderende samenleving past ook het experimenteren met andere vormen van democratische legitimatie, zoals de consultatieve democratie. Daarnaast krijgen burgers in Nederland vanaf 2015 de mogelijkheid een raadgevend referendum te organiseren.
Het functioneren van bestuurders speelt een grote rol in de waardering van burgers in onze democratie. Hun integriteit is daarbij een voorwaarde, net als een passende beloning. 2013 was het eerste jaar waarin bestuurders in de (semi)publieke sector aan een salarismaximum gebonden zijn (de WNT-norm: 130% van het ministerssalaris). In 2015 zal de maximale bezoldiging voor topfunctionarissen in de publieke sector worden verlaagd tot het niveau van het ministerssalaris.
Naast een goed functionerend openbaar bestuur staat BZK voor het tijdig onderkennen van risico’s en dreigingen voor onze democratie en rechtsstaat. De Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) is hiervoor mede verantwoordelijk. In 2015 zal het kabinet voorstellen doen om de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV) op een aantal punten aan te passen, in reactie op het in 2013 gepresenteerde rapport van de Commissie Dessens die de WIV, stammend uit 2002, heeft geëvalueerd.
GOED OPENBAAR BESTUUR
Ordening openbaar Bestuur
Decentralisaties sociaal domein
Vanaf 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp, de langdurige zorg en de begeleiding naar werk. Bij de overdracht van taken naar gemeenten is het van belang dat gemeenten de nieuwe taken goed (kunnen) uitvoeren. De randvoorwaarden voor gemeenten moeten goed zijn. Gemeenten moeten daarom bestuurlijk, financieel en organisatorisch in staat zijn om de drie wetten in het sociaal domein goed uit te kunnen voeren.
-
-
-
-BZK en de andere betrokken ministeries ondersteunen samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) de gemeenten bij de uitvoering van de gedecentraliseerde taken. Voorop staat dat mensen die het nodig hebben, kunnen blijven rekenen op zorg en ondersteuning door de overheid.
-
-
-
-
-Gemeenten die dat nodig hebben kunnen op hun beurt rekenen op de ondersteuning van het Rijk. Gemeenten die achterblijven, krijgen extra bestuurlijke ondersteuning. De in 2014 ingestelde onafhankelijke transitiecommissie sociaal domein heeft als opdracht te signaleren of gemeenten de noodzakelijke bestuurlijke, organisatorische en financiële maatregelen hebben getroffen om in staat te zijn de decentralisaties in samenhang uit te voeren.
-
-
-
-
-Voor de bekostiging van de gedecentraliseerde taken worden de middelen voor de uitvoering daarvan overgeheveld naar het Gemeentefonds en «ontschot» aan de gemeenten ter beschikking gesteld.
-
-
-
-
-Om te kunnen zien of het nieuwe stelsel in het sociaal domein goed functioneert, hebben het Rijk en de gemeenten een gezamenlijke informatievoorziening voor het sociaal domein ontwikkeld. Gemeenten en het Rijk gebruiken daarbij dezelfde informatie.
-
Burgers en democratie
Verkiezingen Provinciale Staten 2015
Op woensdag 18 maart 2015 zijn er verkiezingen voor de provinciale staten, de waterschappen en de eilandsraden op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
-
-
-
-Om de opkomst bij de waterschapsverkiezingen te verhogen, vindt deze tegelijk plaats met de verkiezingen voor de provinciale staten. Gemeenten zijn in 2015 voor het eerst verantwoordelijk voor het organiseren van de waterschapsverkiezingen.
-
Permanente registratie kiezers in het buitenland
Kiezers die vanuit het buitenland mogen stemmen, hoeven zich op termijn niet meer voor elke verkiezing te registreren. Toegewerkt wordt naar een permanente registratie. De Kieswet wordt daarvoor aangepast. In de eerste helft van 2015 wordt het ontwerpwetsvoorstel voor advies aan de Raad van State voorgelegd (zie Kamerstukken II, 2012-2013, 31 142, nr. 35 en 36).
Elektronisch stemmen en tellen in het stemlokaal
De commissie Elektronisch stemmen en tellen in het stemlokaal (commissie Van Beek) heeft geadviseerd om elektronisch stemmen en tellen in te voeren. Het kabinet (Kamerstukken II, 2013-2014, 33 829, nr. 3) zal aan het einde van 2014 een besluit nemen over de haalbaarheid hiervan. De planning is erop gericht om de uitkomsten begin 2015 aan de Tweede Kamer voor te leggen.
Raadgevend referendum
De Wet raadgevend referendum wordt in 2015 van kracht. Burgers kunnen voortaan over nieuw aangenomen wetgeving een referendum aanvragen. Het referendum geeft de mogelijkheid zich voor of tegen een bepaalde wet uit te spreken, maar de uitslag is niet bindend.
Voor het initiatief tot een referendum zijn minimaal 10.000 kiesgerechtigden nodig. Het definitieve verzoek moet worden gesteund door ten minste 300.000 kiesgerechtigden. Een voorgenomen vereiste voor de geldigheid van de uitslag is dat de opkomst bij het referendum ten minste dertig procent van het totale aantal kiesgerechtigden bedraagt (zie initiatiefvoorstel Kamerstukken II, 33 934).
-
-
-
-Er komt een referendumcommissie die, wanneer een referendum wordt uitgeschreven, informatie geeft over de voorliggende wet en subsidies verstrekt aan organisaties voor het organiseren van het maatschappelijk debat.
-
Omdat het initiatief voor het referendum bij de burgers ligt, is niet te zeggen hoe vaak een referendum wordt georganiseerd. Het organiseren van een referendum vergt ongeveer dezelfde kosten en inspanning als het organiseren van reguliere verkiezingen.
Herziening Grondwet
Er is een aantal voorstellen ingediend om de Grondwet op een aantal punten te herzien. In 2015 zullen deze voorstellen verder in procedure worden gebracht. Het betreft onder andere:
-
-
-
-De eerste lezing van het initiatiefvoorstel om het bindend referendum op alle bestuurlijke niveaus in te voeren is afgerond. Het initiatiefvoorstel tot deconstitutionalisering van de aanstellingswijze van de burgemeester en de commissaris van de Koning, is door de Tweede Kamer in eerste lezing aanvaard.
-
-
-
-
-Het wetsvoorstel tot modernisering van artikel 13 (onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim) van de Grondwet is in 2014 ingediend bij de Tweede Kamer.
-
-
-
-
-Het voorstel om het recht op een eerlijk proces en de toegang tot de rechter in de Grondwet op te nemen, wordt in het eerste kwartaal van 2015 ingediend.
-
-
-
-
-In 2014 wordt een voorstel in procedure gebracht om in de Grondwet een algemene bepaling op te nemen dat Nederland een democratische rechtsstaat is.
-
Scheiding taken Raad van State en vereenvoudiging stelsel hoogste bestuursrechtspraak
Het kabinet is voornemens de adviserende en de rechtsprekende taken van de Raad van State strikt te scheiden om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtspraak verder te versterken. Verder worden de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven opgeheven om de organisatie van de bestuursrechtspraak overzichtelijker te maken en meer eenheid aan te brengen in bestuursrechtelijke uitspraken. Zaken die nu thuishoren bij de Centrale Raad van Beroep zullen worden behandeld door de vier gerechtshoven. Zaken voor rekening van het College van Beroep voor het bedrijfsleven zullen worden behandeld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Deze voornemens zijn uitgewerkt in een brief die op 26 juni 2014 naar de beide Kamers is verzonden (Kamerstukken I, 2013/14, 30 585, L).
Doe-democratie
Het kabinet wil de doe-democratie in 2015 verder ondersteunen en bevorderen door 1) burgers in positie te brengen en 2) overheden meer te laten aansluiten bij maatschappelijke initiatieven.
-
-
-
-Wegnemen van knelpunten voor maatschappelijke initiatieven, onder andere op het gebied van maatschappelijk aanbesteden, aansprakelijkheid, fiscaliteit en financiering.
-
-
-
-
-Uitvoering van de maatschappelijke versnellingsagenda doe-democratie (Kamerstukken II 2012-2013, 33 400 VII, 79), samen met partners uit de maatschappij en andere overheden.
-
-
-
-
-Ondersteuning van gemeenteambtenaren en rijksambtenaren en bestuurders bij nieuwe vormen van samenwerking met maatschappelijke initiatieven, via leerkringen en experimenten.
-
-
-
-
-De uitbouw van een leernetwerk rondom nieuwe vormen van democratie en nieuwe rollen, houding en gedrag van bestuurders en raadsleden in relatie tot maatschappelijk initiatief.
-
-
-
-
-Ondersteunen van experimenten met vormen van consultatieve democratie (vormen als G1000).
-
Digitale overheid
Digitale dienstverlening
Om de dienstverlening aan burgers en bedrijven beter en efficiënter te maken, wordt het mogelijk om de diensten van de overheid in toenemende mate digitaal af te nemen.
-
-
-
-Er wordt hierbij gewerkt vanuit de «één overheidsfilosofie»; betere, betrouwbare en betaalbare dienstverlening. Burgers en bedrijven plukken daar direct de vruchten van. Aanvragen, vergunningen en andere vormen van dienstverlening kunnen voortaan digitaal worden geregeld. Dat vergt ook dat alle hiervoor benodigde informatie digitaal beschikbaar is, de digitale processen gebruiksvriendelijk zijn ingericht en dat algemene bekendmakingen digitaal worden gedaan.
-
-
-
-
-In 2015 wordt de digitaliseringsagenda verder uitgevoerd. Dit betreft aanpassing van de relevante wetgeving (wetgevingsprogramma EZ-BZK). Daarnaast betreft het de verbetering van de toegang tot digitale dienstverlening (Mijnoverheid.nl) en het berichtenverkeer (berichtenboxen), het verbeteren van de informatieveiligheid binnen de overheid, van de toegankelijkheid van overheidswebsites en van de digivaardigheid van personen die moeite hebben met gebruik te maken van het digitale kanaal.
-
-
-
-
-Uiteindelijk moet het er toe leiden dat de overheidsdienstverlening digitaal, effectief, gewaardeerd en efficiënt is. De digitale overheidsdienstverlening wordt dan ervaren als toegankelijk (op maat, herkenbaar, begrijpelijk, makkelijk bruikbaar), betrouwbaar en veilig. Transacties tussen burgers/bedrijven en de overheid die voorheen alleen langs schriftelijke (papieren) weg werden afgewikkeld, kunnen dan ook digitaal worden afgehandeld. Digitale overheidsdienstverlening wordt samengesteld of geïntegreerd aangeboden aan burgers en bedrijven, vanaf één beginlocatie (één overheid).
-
Generieke Digitale Infrastructuur (GDI)
Goede digitale overheidsdienstverlening vereist een uitstekende Generieke Digitale Infrastructuur (Kamerstukken II, 2013-2014, 26 643, 292). Om dat te borgen heeft het kabinet de Nationaal Commissaris Digitale Overheid (NCDO) aangesteld. De NCDO stelt een overheidsbreed meerjarig Digiprogramma op, gericht op een robuuste en toekomstbestendige generieke digitale infrastructuur voor de digitale overheid.
-
-
-
-De NCDO heeft de opdracht beleidsontwikkeling en vernieuwing aan te jagen, daarmee de totstandkoming van (voorzieningen voor) de digitale overheid te bevorderen, het beheer van essentiële voorzieningen te borgen en het gebruik van die voorzieningen te stimuleren.
-
-
-
-
-De NCDO stuurt op het realiseren en op een effectief gebruik van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI), en stelt de GDI samen uit bestaande en in ontwikkeling zijnde voorzieningen, standaarden, basisregistraties en producten die essentieel zijn voor zowel het functioneren van de overheid als voor haar (digitale) dienstverlening aan burgers en bedrijven.
-
-
-
-
-De NCDO heeft tevens de opdracht om ten behoeve van de GDI een passend governance- en financieringsarrangement tussen medeoverheden, uitvoeringsorganisaties en het Rijk in te richten. Daartoe brengt hij als regisseur de medeoverheden, uitvoeringsorganisaties en het Rijk bij elkaar om zodoende één digitale infrastructuur te creëren.
-
Open overheid
Een digitale overheid is ook een open overheid. Het kabinet voert het Actieprogramma Open overheid (Kamerstukken II, 2013-2014, 32 802, nr. 5) uit.
-
-
-
-Er wordt in 2015 een maatschappelijke kosten/batenanalyse uitgevoerd voor het hele programma Open overheid. De resultaten daarvan ontvangt de Tweede Kamer eind 2015.
-
-
-
-
-Momenteel worden al 6.500 (open) datasets actief aangeboden door de (Rijks)overheid. Dat aantal moet verder omhoog. Open datasets hebben maatschappelijke meerwaarde en de beschikbaarheid van data van de departementen wordt vergroot.
-
-
-
-
-In 2015 wordt ook actief gestimuleerd dat bijvoorbeeld onderzoeksrapporten en inkoopinformatie actief worden geopenbaard.
-
Politici, bestuurders en ambtenaren
Beperken topinkomens (semi)publieke sector
Bij een (semi)publieke functie hoort een passende beloning. De Wet normering topinkomens (WNT) regelt dat. In 2015 worden de uitvoering van de WNT en het toezicht op de naleving van de wet verder versterkt.
-
-
-
-Uitvoering zal worden gegeven aan de afspraak uit het regeerakkoord om het in de WNT vastgelegde bezoldingsmaximum voor topfunctionarissen (130% van een ministerssalaris) te verlagen tot het niveau van 100% van het ministerssalaris (WNT-2).
-
-
-
-
-Verder worden in 2015 maatregelen voorbereid om het toepassingsbereik van de WNT-norm (100% van het ministerssalaris) uit te breiden, zodat deze norm geldt voor het gehele personeel in de (semi)publieke sector (WNT-3).
-
Veilige Publieke Taak
Werknemers met een publieke taak - zoals ambulancemedewerkers, brandweermensen, onderwijzers, medewerkers van de sociale dienst of het UWV, stadswachten en conducteurs - en politieke ambtsdragers moeten hun taak veilig en integer kunnen uitoefenen. Verbaal en fysiek geweld is onacceptabel. In 2015 zijn de speerpunten van het programma Veilige Publieke Taak:
-
-
-
-De lokaal-bestuurlijke aanpak en het ondersteunen van werkgevers en werknemers. De zogenaamde VPT-regio’s worden voortgezet, het Expertisecentrum Veilige Publieke Taak functioneert goed en zelfstandig. Burgemeesters, wethouders en raadsleden krijgen opleiding en training.
-
-
-
-
-Agressie en geweld worden (preventief) bestreden. Er wordt onderzoek gedaan naar frequent slachtofferschap en de rol van omstanders.
-
-
-
-
-Daders worden aangepakt. Werkgevers maken daartoe afspraken met de plaatselijke politie en het Openbaar Ministerie voor een spoedige (strafrechtelijke) afhandeling van VPT-zaken.
-
Integriteit
Integriteit in het openbaar bestuur - zowel bij bestuurders als bij ambtenaren - is een absolute voorwaarde voor een goed werkende overheid en voor het vertrouwen dat burgers in die overheid en in haar bestuurders hebben.
-
-
-
-In 2015 wordt de professionaliteit van de bestuursorganen bij het verrichten van onderzoek naar integriteitskwesties van politieke ambtsdragers versterkt. Het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) geeft daarbij advies en steun bij vragen over aanpak en afhandeling van signalen van integriteitsschendingen.
-
NATIONALE VEILIGHEID
BZK staat voor de borging van onze democratie en rechtsstaat, en voor het tijdig onderkennen van risico’s en dreigingen daarvan. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) doet onder andere onderzoek naar organisaties en personen die een (mogelijk) gevaar vormen voor de Nederlandse democratische rechtsorde. Op basis van resultaten van zijn onderzoeksactiviteiten worden bestuurders, beleidsmakers en andere belanghebbenden op lokaal, nationaal en internationaal niveau geïnformeerd, geadviseerd en gemobiliseerd.
Ontwikkeling dreigingsbeeld
Risico’s en bedreigingen voor de (inter)nationale veiligheidsbelangen van Nederland hebben steeds meer een internationaal karakter gekregen. Dit komt voort uit een in toenemende mate dynamische en onzekere internationale omgeving. Nieuwe terroristische dreigingen kunnen zich op onvoorspelbare wijze, in korte tijd en van buitenaf ontwikkelen.
Daarnaast worden de risico’s en bedreigingen voor de Nederlandse veiligheidsbelangen sterk beïnvloed door de snelle ontwikkelingen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie. De nieuwste toepassingen vinden snel hun weg in de maatschappij, en daarmee ook naar de onderzoeksgebieden van de AIVD. Dit leidt er toe dat de buitenlandse en de binnenlandse veiligheid verweven raken en het dreigingsbeeld diffuser wordt.
De belangrijkste ontwikkelingen voor de nationale veiligheid zijn:
-
-
-
-Jihadistische dreiging, onrust in het Midden-Oosten en radicalisering. Internationale jihadisten die deelnemen aan de strijd in onder andere Syrië en Irak doen ervaringen op en leggen contacten met internationaal opererende jihadistische netwerken. Dit leidt ertoe dat zij met name bij een eventuele terugkeer naar Nederland een dreiging kunnen vormen. Het aantal Nederlandse deelnemers aan de strijd in Syrië en Irak neemt nog steeds toe, evenals het aantal terugkeerders. Terugkeerders vormen niet alleen voor het land van vertrek een risico, maar ook voor andere Europese landen. De aanslag in Brussel dit voorjaar illustreert dit probleem. De AIVD tracht door operationeel onderzoek vroegtijdig voorbereidingen voor aanslagen, ondersteunende en rekruterende activiteiten voor deelname aan de gewelddadige jihad, en pogingen om uit te reizen naar het buitenland teneinde deel te nemen aan de gewelddadige jihad, te onderkennen.
-
-
-
-
-Cyberdreiging. Digitale spionageaanvallen nemen de laatste jaren in aantallen sterk toe en winnen aan complexiteit en impact. Digitale spionage is niet langer meer voorbehouden aan grote, geavanceerde inlichtingendiensten; het is ook bereikbaar voor organisaties of personen die vanuit financiële of politiek-ideologische overwegingen inlichtingen willen vergaren over overheden, bedrijven of burgers. Er is een toename van het aantal digitale spionageaanvallen met een economisch motief. Zo blijken de Nederlandse topsectoren het doelwit te zijn van digitale aanvallen. Digitale spionage tast het verdienvermogen van Nederland aan en heeft daarmee gevolgen voor de economische veiligheid. Het kabinet versterkt in 2015 de cybersecurity.
-
-
-
-
-Onrust buitengrenzen Europa. De instabiliteit aan de oostgrens van de Europese Unie neemt toe nu Rusland een assertiever buitenland- en veiligheidsbeleid voert. Mede door de annexatie van de Krim is de politieke instabiliteit in Oekraïne toegenomen. Het komende jaar besteedt de AIVD extra aandacht aan de gevolgen voor Nederland (en de Europese Unie) van de Russische opstelling, mede in het licht van de ramp met vlucht MH-17 in Oost-Oekraine.
-
Overige ontwikkelingen
De bovenstaande ontwikkelingen in het dreigingsbeeld en de potentiële gevolgen daarvan voor de nationale veiligheid maken dat het kabinet heeft besloten vanaf 2015 het budget van de AIVD met structureel € 25 miljoen te verhogen (zie de brief van 30 juni 2014, Kamerstukken II, 30 977, nr. 104).
Eind 2013 presenteerde de Commissie Evaluatie Wiv 2002 (commissie Dessens) haar rapport. In zijn reactie op het rapport heeft het kabinet aangegeven een wijziging van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv) uit 2002 te zullen entameren. Dit wijzigingsvoorstel zal in de loop van 2015 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.
De samenwerking tussen de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de AIVD wordt verder geïntensiveerd. In 2014 is de gemeenschappelijke eenheid Joint SIGINT Cyber Unit (JSCU) gestart. In 2015 zal vanuit de JSCU gewerkt worden aan het verder integreren van de informatiepositie voor de beide diensten. Dit is gestart vanuit de JSCU, maar heeft op termijn een reikwijdte die op meer vlakken tot samenwerking van de beide diensten zal leiden. Ook wordt in 2015 een gezamenlijke eenheid voor veiligheidsonderzoeken van de MIVD en de AIVD nader onderzocht, conform de kabinetsreactie op het advies van de commissie Dessens. Het is daarnaast de intentie op termijn de AIVD en MIVD op één locatie te huisvesten. In 2015 wordt dit nader uitgewerkt.
Belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar
(ontvangsten, uitgaven en niet-belastingsontvangsten)
Opbouw uitgaven (x € 1.000)
art. nr.
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
631.396
529.041
489.562
449.129
436.513
Mutaties nota van wijziging
4.500
4.000
4.000
4.000
4.000
Mutaties 1e suppletoire begroting
149.941
14.606
19.100
26.465
28.439
4.529
Nieuwe mutaties:
Kasschuif taakstelling AIVD
2
-
-10.000
-
-4.000
2.800
2.800
Voorfinanciering taakstelling
2
5.000
Toekenning additionele middelen
2
25.000
25.000
25.000
25.000
25.000
Centrale bekostiging P-Direkt
11
65.462
64.387
61.499
60.184
Overige mutaties
7.876
17
1.547
3.213
3.050
525.509
Stand ontwerpbegroting 2015
788.713
634.126
603.596
569.306
559.986
557.838
Opbouw ontvangsten (x € 1.000)
art. nr.
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
383.524
807.224
93.724
42.724
42.724
Mutaties nota van wijziging
Mutaties 1e suppletoire begroting
Nieuwe mutaties:
Meerontvangsten Centraal apparaat
11
11.000
Centrale bekostiging P-Direkt
11
2.379
2.340
2.321
2.280
2.246
Overige mutaties
10.060
-
-52.250
-
-3.541
-
-3.550
-
-3.550
39.174
Stand ontwerpbegroting 2015
404.584
757.353
92.523
41.495
41.454
41.420
Uitgaven
Kasschuif taakstelling AIVD
Ten behoeve van de invulling van de restanttaakstelling schuift AIVD de vrijgespeelde middelen vanuit de jaren 2014 en 2015 door de jaren 2018 tot en met 2022.
Voorfinanciering taakstelling
Voorfinanciering van middelen ten behoeve van de invulling van het restant taakstelling AIVD.
Toekenning additionele middelen
Het budget van de AIVD wordt met 25 mln. structureel verhoogd voor de toegenomen dreigingen van «Jihadisten en terugkeerders uit oorlogsgebieden, dreigingen aan de buitengrens van Europa, zoals Oekraïne - en cyberdreiging.
Centrale bekostiging P-Direkt
De toename van de apparaatsuitgaven voor 2015 wordt verklaard doordat de bekostiging van de dienstverlening van P-direkt centraal wordt belegd bij BZK.
Ontvangsten
Meerontvangsten Centraal apparaat
De ontvangsten komen voor 2014 hoger uit doordat in de ramingen voor dat jaar nog geen rekening is gehouden met de ontvangsten voor de huisvesting van de Rgd. De meerontvangsten worden ingezet voor GDI, de taakstelling AIVD en de egalisatieschuld van BZK.
Centrale bekostiging P-Direkt
Mutatie hangt samen met de uitgaven bekostiging P-Direkt.
Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen
Agendering beleidsdoorlichtingen
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Artikel/operationele doelstelling
(planning)
Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie
1.1 Bestuurlijke en financiële verhoudingen
✓
✓
Artikel 2. Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst 1
Artikel 6. Dienstverlenende en innovatieve overheid
6.1 Verminderen regeldruk
✓
6.2 Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen
✓
6.3 Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen
✓
6.4 Burgerschap
✓
6.5 Reisdocumenten en basisadministratie persoonsgegevens
✓
Artikel 7. Arbeidszaken overheid
✓
✓
7.2 Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen 2
Noot 1
Een beleidsdoorlichting is voor artikel 2 op grond van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten niet mogelijk. Wel heeft de commissie Dessens in 2013 de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten geëvalueerd. Ook wordt uitvoering gegeven aan de motie Van Toorenburg/Schouw (30 977, nr.105).
Noot 2
Voor beleidsartikel 7.2 geldt dat pensioenen en uitkeringen zich niet laten toetsen op doeltreffendheid en doelmatigheid. Wel worden in 2016 de uitkeringsduur en de sollicitatieplicht APPA geëvalueerd. Voor de pensioenen loopt momenteel een IBO.
-
3.DE BELEIDSARTIKELEN
Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie
A Algemene doelstelling
Een bijdrage leveren aan een goed functionerend openbaar bestuur en democratie.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het functioneren van het stelsel van het openbaar bestuur. Die verantwoordelijkheid richt zich op de juiste bestuurlijke verhoudingen, het beheer van het Gemeentefonds en interbestuurlijk toezicht. De Minister is verantwoordelijk voor de bestuurlijke organisatie (de Grondwet, de Gemeente- en Provinciewet, de Financiële verhoudingswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen). In het regeerakkoord zijn op dit vlak ambitieuze beleidsvoornemens geformuleerd. Het gaat daarbij in de eerste plaats om de decentralisaties in het sociaal domein die door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in hun onderlinge samenhang worden gecoördineerd en onder de verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van SZW, V&J en VWS worden uitgevoerd. In het verlengde hiervan voert de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een krachtig beleid gericht op het bewerkstelligen van de aanwezigheid van voldoende uitvoeringskracht bij met name de gemeenten. Een tweede pijler van de legitimatie van het Nederlandse openbaar bestuur betreft het democratische en rechtsstatelijke gehalte van de publieke besluitvorming en beleidsvoering. In dat kader waarborgt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het functioneren van het constitutionele bestel, daaronder begrepen het stelsel van de representatieve democratie. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de verkiezingen (de Kieswet) voor vertegenwoordigende lichamen op de verschillende bestuurlijke niveaus. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zorgt tevens voor zodanige toerusting van de Kiesraad dat deze zijn wettelijke taken adequaat kan vervullen. Daarnaast voert de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de op 1 mei 2013 in werking getreden Wet financiering politieke partijen (Wfpp) uit en is hij verantwoordelijk voor de procesvoering met betrekking tot het Europees Burgerinitiatief.
C Beleidswijzigingen
De voorgenomen decentralisatie van taken in het sociale domein naar de gemeenten betekent voor de gemeenten een aanzienlijke taakuitbreiding, Het gaat om de formele overheveling van verantwoordelijkheden van het Rijk voor jeugdhulp, ondersteuning en participatie. Van gemeenten wordt gevraagd om integraal te gaan werken in het sociaal domein met het doel een meer samenhangend beleid te voeren en werkprocessen rondom een hulpvraag van mensen efficiënter te organiseren.
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in 2014 een onafhankelijke Transitiecommissie Sociaal Domein ingesteld. De Transitiecommissie Sociaal Domein werkt in gezamenlijke opdracht van de regietafel decentralisaties onder voorzitterschap van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze commissie beziet of gemeenten de noodzakelijke bestuurlijke, organisatorische en financiële maatregelen hebben getroffen om de taken in het sociale domein in overeenstemming met de wet uit te kunnen voeren. De commissie wordt voor een periode van twee jaar ingesteld.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is bij de decentralisaties verantwoordelijk voor een slagvaardige gemeente waar burgers op kunnen vertrouwen en op de integraliteit van de maatregelen die gemeenten straks gaan uitvoeren. Het afgelopen jaar zijn de kaders geformuleerd waarlangs kabinetsbreed wordt gewerkt om de decentralisaties te laten slagen (Kamerstukken II, 33 400 VII, nr. 59). Deze kaders zijn aanvullend ten opzichte van de decentralisatiewetgeving die door de betreffende departementen aan het Parlement is aangeboden.
Een voorbeeld van een aanvullend kader is de ontschotting van budgetten in een integratie-uitkering sociaal domein. Met ingang van 2015 worden gemeenten op grond van de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet integraal verantwoordelijk voor het sociaal domein. De decentralisaties gaan in 2015 gepaard met een toevoeging van middelen aan het gemeentefonds. De uitkering bestaat uit de middelen die per 2015 voor de Wmo 2015 (het nieuwe deel) en voor jeugd naar gemeenten gaan en uit het participatiebudget zoals dat per 2015 voor de Participatiewet beschikbaar komt. De middelen worden voor drie jaar verstrekt via één integratie-uitkering en blijven apart zichtbaar op de gemeentefondsbegroting. Na drie jaar gaan de middelen over naar de algemene uitkering van het gemeentefonds, tenzij dit om verdeelsysteemtechnische redenen niet mogelijk is.
Verder heeft BZK samen met de gemeenten, de VNG en de betrokken departementen gewerkt aan inrichting van de informatievoorziening binnen het sociaal domein voor de periode na 1 januari 2015. Hierbij is toegewerkt naar één gegevensverzamelpunt waaruit zowel de gemeenten als het Rijk de bij eigen verantwoordelijkheden behorende relevante gegevens kunnen ontvangen. De betrokken departementen van informeren de Tweede Kamer op basis van de gegevens vanuit het gegevensverzamelpunt en de resultaten van bijbehorend verdiepend onderzoek. De «overall monitor sociaal domein brengt de uitkomsten van de monitoring gerelateerd aan de drie decentralisatiewetten bij elkaar en voegt daar de uitkomsten van de bestuurlijke monitoring en de zogenaamde «sociaal domein index», waarin centraal staat wat de effecten van de decentralisaties zijn voor (kwetsbare) burgers, aan toe.
Tot slot geldt dat de decentralisaties vereisen dat er bij gemeenten voldoende bestuurskracht aanwezig is. Veel van de taken zullen door gemeenten lokaal worden uitgevoerd. Er zijn ook taken in het sociaal domein die (boven)regionaal worden opgepakt om op die manier voldoende schaal, expertise en financiële slagklacht te organiseren. BZK ondersteunt, samen met de VNG en de betrokken departementen, gemeenten bij de vorming van deze gemeentelijke samenwerkingsverbanden. Dit landsdekkende, en zoveel mogelijk congruente, veld van samenwerkingsverbanden versterkt de positie van gemeenten, bijvoorbeeld op het punt van financieel risicoverevening bij de inkoop en uitvoering van de decentralisaties.
De 3D-operatie zorgt voor een uitbreiding van taken, meer gemeentelijke samenwerking en een andere manier van samenwerking met de samenleving. In overleg met de beroepsverenigingen (wethouders, raadsleden, griffiers, gemeentesecretarissen en burgemeesters) en de VNG wordt een ondersteuningsprogramma opgericht met als doel de kwaliteit van het lokaal bestuur te versterken en het bestuurlijk samenspel te bevorderen tussen de gemeentelijke actoren onderling en met de samenleving.
Om de Nederlandse steden op het gebied van concurrentiekracht en leefbaarheid in de wereldtop te houden, is het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen met de Ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken gestart met de Agenda Stad. De agenda Stad krijgt in 2015 verder vorm en inhoud en loopt parallel aan de Urban Agenda die in Europees verband onder aanvoering van BZK wordt opgesteld, ook met het oog op het EU-voorzitterschap in de eerste helft van 2016.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 1 Openbaar bestuur en democratie
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen:
45.581
43.414
30.383
29.452
29.430
29.395
29.395
Uitgaven:
30.373
43.414
30.383
29.452
29.430
29.395
29.395
Waarvan juridisch verplicht
90%
1.1
Bestuurlijke en financiele verhouding
11.947
19.708
10.163
9.849
9.827
9.810
9.810
Subsidies
6.794
3.251
3.583
3.583
3.575
3.558
3.558
Communicatie, kennisdeling en onderzoek
13
28
28
28
28
28
28
Diverse subsidies
605
0
332
332
330
330
330
Oorlogsgravenstichting (OGS)
6.176
3.223
3.223
3.223
3.217
3.200
3.200
Opdrachten
5.016
16.240
6.263
5.949
5.935
5.935
5.935
Communicatie, kennisdeling en onderzoek
5.016
16.240
6.263
5.949
5.935
5.935
5.935
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
137
217
317
317
317
317
317
Bijdragen internationaal
137
217
317
317
317
317
317
1.2
Participatie
18.426
23.706
20.220
19.603
19.603
19.585
19.585
Subsidies
15.749
17.021
17.534
17.034
17.034
17.034
17.034
Politieke partijen
15.749
17.021
17.534
17.034
17.034
17.034
17.034
Opdrachten
2.677
6.685
2.686
2.569
2.569
2.551
2.551
Kiesraad
245
420
336
219
219
201
201
Verkiezingen
2.432
6.265
2.350
2.350
2.350
2.350
2.350
Ontvangsten:
24.816
24.865
21.965
21.965
21.965
21.965
21.965
D2 Budgetflexibiliteit
Subsidies
De subsidies zijn voor 100% juridisch verplicht. Het betreft financiering van de politieke partijen en oorlogsgravenstichting.
Opdrachten
Het budget voor opdrachten is voor 67% juridisch verplicht. Het betreft hier middelen onder andere voor de verkiezingen, kenniscentra en onderzoeken door derden.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
De bijdragen zijn voor 79% verplicht. Het betreft middelen om uitvoering de kunnen geven aan de EU-verordening nr. 211/2011 i over het (Europees) burgerinitiatief.
E Toelichting op de instrumenten
1.1 Bestuurlijke en financiële verhoudingen
Subsidies
Communicatie, kennisdeling en onderzoek
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt subsidies en bijdragen aan onderzoeksinstellingen, universiteiten of particulieren voor verkenningen en onderzoek van het openbaar bestuur.
Diverse subsidies
Het Kenniscentrum Europa Decentraal ontvangt een subsidie. Dit is een gezamenlijk initiatief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Ministerie van Economische Zaken, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen dat zich richt op toepassing en verspreiding van kennis en expertise over Europees recht bij de decentrale overheden.
Oorlogsgravenstichting (OGS)
Namens de Nederlandse overheid onderhoudt de Oorlogsgravenstichting wereldwijd ongeveer 50.000 graven van Nederlandse oorlogsslachtoffers. Deze graven liggen in meer dan 50 landen, verspreid over vijf continenten. Het zwaartepunt ligt daarbij in Indonesië. Tevens verzorgt de Stichting ruim 10.000 graven van militairen van de geallieerde strijdkrachten in Nederland. Daarvoor ontvangt de Oorlogsgravenstichting een subsidie.
Opdrachten
Communicatie, kennisdeling en onderzoek
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zet zich in voor kennisdeling en kennisvermeerdering. Verschillende publicaties, congressen en onderzoeken op het terrein van het functioneren van het openbaar bestuur worden gefinancierd. Ook financiert het Ministerie onderzoeken door derden, zoals het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO).
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Bijdragen internationaal
Sinds 1 april 2012 is het voor EU-burgers mogelijk om een Europees burgerinitiatief te organiseren en op die wijze een onderwerp op de agenda van de Europese Commissie te plaatsen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een verantwoordelijkheid voor het certificeren van online verzamelsystemen van organisatiecomités en voor het verifiëren en certificeren van ingediende steunbetuigingen.
1.2 Participatie
Subsidies
Politieke partijen
Politieke partijen krijgen subsidie op grond van de Wet financiering politieke partijen. Een politieke partij komt voor subsidie in aanmerking als zij voldoet aan een aantal in deze wet genoemde voorwaarden. In 2014 ontvangen elf politieke partijen subsidie.
Tabel 1.2 Subsidies politieke partijen
Prestatie indicator
Subsidies op grond van de Wet subsidiering politieke partijen
Partij
Waarde 2011
(in €)
Waarde 2012
(in €)
Te verlenen subsidie 2013
(in €) 1
Te verlenen subsidie 2014
(in €)1
VVD
2.737.052
2.743.998
3.629.949
3.695.138
PvdA
2.769.171
2.780.432
3.538.686
3.592.977
SP
1.696.472
1.666.193
1.606.728
1.635.827
CDA
2.129.837
2.110.184
1.710.428
1.657.960
D66
1.273.866
1.273.909
1.530.066
1.539.011
CU
855.600
849.163
921.981
918.024
GL
1.149.221
1.137.367
833.945
798.546
SGP
737.401
738.740
855.725
882.093
PvdD
538.847
540.732
613.973
616.147
50PLUS
224.936
377.943
441.608
492.688
OSF
377.161
376.975
360.890
366.529
Noot 1
Het betreft hier voorlopige bedragen voor het uitvoeringsjaar 2014. 80% daarvan is inmiddels uitgekeerd. Uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het subsidiejaar moeten partijen een definitieve subsidieaanvraag indienen. Als bij de beoordeling daarvan blijkt dat de partijen voldoen aan de voorwaarden, wordt de resterende 20% uitgekeerd.
Opdrachten
Kiesraad
De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europese Parlement, registreert partijaanduidingen, nummert kandidatenlijsten en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen vast. De Kiesraad is daarnaast het adviesorgaan voor het kabinet en parlement op het terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Verder verschaft de Kiesraad informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers en media over kiesrecht en verkiezingen.
De kiesraad krijgt een aanvullende taak voor het verzamelen, tellen en controleren van initiële verzoeken en ondersteuningsverklaringen voor het referendum.
Verkiezingen
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de inrichting van het verkiezingsproces en voor de daarbij behorende wet- en regelgeving. Dit heeft betrekking op de verkiezingen die in Nederland worden gehouden (dit is inclusief de verkiezingen in Caribisch Nederland). Op 18 maart 2015 vindt de verkiezing plaats van de leden van provinciale staten. Op die datum vindt gelijktijdig ook de waterschapsverkiezing plaats. Het Ministerie van BZK is voor deze verkiezingen verantwoordelijk voor de uitvoering van de landelijke voorlichtingscampagne en het faciliteren van de gemeenten bij de uitvoering van de verkiezingen.
In vervolg op het standpunt 1 over het rapport van de commissie Van Beek zal eind 2014 het traject worden afgerond om de haalbaarheid te onderzoeken van het stemmen met een stemprinter en het elektronisch tellen van de papieren stembiljetten. Definitieve besluitvorming over de invoering van elektronisch stemmen en tellen in het stemlokaal zal plaatsvinden aan de hand van de uitkomsten omtrent de haalbaarheid, ook van de financiering. Bij een positieve uitkomst kan een volgende stap bijvoorbeeld zijn het voorbereiden van testen in de tweede helft van 2015.
Ontvangsten
De ontvangsten betreffen de bijdragen van de waterschappen ten behoeve van de Waarderingskamer.
Artikel 2. Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
A Algemene doelstelling
Tijdige onderkenning van niet direct waarneembare dreigingen en risico’s voor de (inter)nationale veiligheidsbelangen van de Nederlandse staat en samenleving, en daarop gebaseerde informatieverstrekking aan de partners van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), die daardoor worden aangezet om passende maatregelen te nemen.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de taakuitvoering van de AIVD. De AIVD staat voor de nationale veiligheid door tijdig dreigingen, politieke ontwikkelingen en risico’s te onderkennen die niet direct zichtbaar zijn. De AIVD verricht onderzoek in binnen- en buitenland met behulp van algemene inlichtingenmiddelen (open bronnen) en bijzondere inlichtingenmiddelen. Op basis van de bevindingen informeert en adviseert de AIVD zijn afnemers met ambtsberichten en analyses (waaronder openbare publicaties) en door gericht relatiemanagement.
De Minister legt zo veel als mogelijk in het openbaar verantwoording af aan de Tweede Kamer. Waar dat niet kan, vanwege geheimhoudingsnoodzaak, gebeurt dit via de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer.
Tabel 2.1 Kengetallen
Waarde 2012
Waarde 2013
Aantal openbare publicaties
6
3
Aantal ambtsberichten exportcontroles 1
38
30
Aantal ambtsberichten aan het Openbaar Ministerie
42
42
Aantal ambtsberichten (overige afnemers)
23
35
Aantal dreigingsinformatie-producten ten behoeve van stelsel bewaken en beveiligen (art 6.2.e Wiv 2002) 2
163
115
Aantal dreigingsinformatie-producten ten behoeve van beveiligingsbevorderende taak (art 6.2.c Wiv 2002)
12
13
Aantal inlichtingenproducten over ontwikkelingen in de landen van het aanwijzingsbesluit buitenland
530
427
Aantal aangewezen vertrouwensfuncties
63.948
61.417
Aantal door AIVD in behandeling genomen veiligheidsonderzoeken
8.497
7.929
Aantal geweigerde Verklaringen van Geen Bezwaar (VGB)
990
716
Bron: AIVD
Noot 1
Dit zijn berichten in het kader van exportcontrole op strategische goederen (o.a. dual use) aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Directoraat-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen DGBEB.
Noot 2
De gerapporteerde stelselproducten bewaken en beveiligen zijn: dreigingsinschatting, dreigingsanalyse, risicoanalyse en mededelingen.
C Beleidswijzigingen
Reorganisatie en invulling taakstelling
Met het Herfstakkoord is de taakstelling op de AIVD bijgesteld naar € 34 mln. structureel vanaf 2018. Van deze taakstelling is reeds € 23 mln. ingevuld met een combinatie van efficiencymaatregelen, versobering en een beperkte taakbijstelling op het primaire proces. Daarmee wordt € 23 mln. van de in totaal € 34 mln. bezuiniging gerealiseerd en neemt de formatie van de dienst met circa 200 fte af. Voor de dekking van de resterende € 11 mln. is de intentie uitgesproken te komen tot een co-locatie van de AIVD en de MIVD. Naar de exacte omvang van de opbrengst en het moment waarop deze beschikbaar kan komen wordt op dit moment onderzoek verricht.
Voor het beperkte deel van de taakstelling dat niet wordt afgedekt door de opbrengst van de co-locatie, wordt een deel van de € 25 mln. ingezet, die het kabinet vanaf 2015 structureel heeft toegevoegd aan het budget van de AIVD. Dit betekent dat de geplande operationele taakbijstelling niet hoeft te worden doorgevoerd. Deze aanvullend beschikbaar gestelde middelen zijn in de eerste plaats voor de ontwikkelingen zoals benoemd in de beleidsagenda, en zullen onder andere gebruikt worden voor extra onderzoekscapaciteit (analisten en bewerkers), operationele inzet (zoals bijvoorbeeld extra mensen en middelen voor observatie- en de volgploegen) en technische middelen.
Cyber Security
In de beleidsagenda zijn de drie belangrijkste ontwikkelingen voor het dreigingsbeeld uiteenzet, waaronder digitale aanvallen. De AIVD draagt bij aan een actueel cyber dreigingsbeeld door onderzoek naar digitale aanvallen, heeft een alerterende rol en geeft daarnaast advies over informatiebeveiliging en beveiligingsproducten. Daarnaast draagt de AIVD bij aan de uitvoering van de Nationale Cyber Security Strategie 2, de totstandkoming van het Cyber Security Beeld Nederland en nationale samenwerking via een liaisonconstructie met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). De komende jaren zet de AIVD in op een betere detectie van digitale aanvallen en een betere informatie-uitwisseling. Daartoe participeert de AIVD in het Nationaal Detectie Netwerk, waarbij de AIVD zich met name richt op de meer geavanceerde aanvallen en aanvallen door statelijke actoren. Door het internationale netwerk en bijzondere bevoegdheden beschikt de AIVD over informatie die slechts in zeer beperkte kring bekend zijn. Ook werkt de AIVD met het NCSC, de Nationale Politie (NP) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) aan een veilige en betrouwbare omgeving om informatie over digitale aanvallen te kunnen uitwisselen en opvolging te kunnen afstemmen.
De activiteiten van de dienst op het gebied van cybersecurity richten zich zowel op de (rijks)overheid als op de vitale sectoren, omdat deze door de afhankelijkheid van ICT-netwerken en internetgekoppelde systemen ernstig verstoord of beschadigd worden. Het verstoren van bijvoorbeeld de financiële -, telecom- en energiesector, kan leiden tot maatschappelijke ontwrichting en grote schade. Nederland is een belangrijk fysiek (Schiphol, Rotterdamse haven) en digitaal (Ams-IX) knooppunt voor Europa. Dat maakt Nederland niet alleen een aantrekkelijk doelwit, maar ook een belangrijke doorvoerhaven voor digitale aanvallen elders.
Veiligheidsonderzoeken
Op het gebied van de veiligheidsonderzoeken worden in 2015, conform de resultaten van de herijking, de aangevraagde veiligheidsonderzoeken voor het private domein getarifeerd. Hiervoor is een wijziging van de Wet Veiligheidsonderzoeken in 2014 noodzakelijk (Kamerstukken II, vergaderjaar 2012-2013, 33 673, nr. 1). De samenwerking met de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) op het terrein van veiligheidsonderzoeken, staat in 2015 in het teken van de adviezen van de Commissie Dessens (Kamerstukken II, vergaderjaar 2013-2014, 33 820, nr. 2). In de «Verkenning Unit Veiligheidsonderzoeken» worden de mogelijkheden van een gezamenlijke AIVD/MIVD-unit Veiligheidsonderzoeken onderzocht.
Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
In de loop van 2015 zal het wijzigingsvoorstel voor de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv) aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Een belangrijk onderdeel van dit wetsvoorstel is de versterking van het toezicht op de AIVD en de MIVD. De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) zal de bevoegdheid krijgen om bindende oordelen in de klachtprocedure uit te spreken. Tevens zal bij de inzet van bijzondere bevoegdheden de mogelijkheid van onmiddellijk toezicht en een bijbehorende heroverwegingsplicht van de Minister(s) worden geïntroduceerd. Een ander onderdeel is het vastleggen in de wet van de waarborgen inzake de samenwerking met buitenlandse collegadiensten. Criteria als het mensenrechtenbeleid van het desbetreffende land, de democratische inbedding van de collegadienst krijgen een plek in de nieuwe Wiv. Ook zal in het wetsvoorstel aandacht uitgaan naar het volgens de Commissie Dessens niet langer relevante onderscheid tussen wel- versus niet-kabelgebonden ongerichte interceptie. Het kabinet bestudeert nog hoe bij de grote technische veranderingen dit onderscheid kan worden vervangen door een nieuwe norm, waarbij de privacy van Nederlandse burgers blijft gewaarborgd. Het kabinet zal de Tweede Kamer hierover eind 2014 berichten.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 2 Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen:
197.486
197.774
212.743
200.157
189.370
189.744
189.744
Uitgaven:
195.142
197.774
212.743
200.157
189.370
189.744
189.744
Waarvan juridisch verplicht
100%
2.1
Apparaat
185.758
188.548
203.644
191.057
180.270
180.644
180.644
Apparaat
185.758
188.548
203.644
191.057
180.270
180.644
180.644
Apparaat
185.758
188.548
203.644
191.057
180.270
180.644
180.644
2.2
Geheim
9.384
9.226
9.099
9.100
9.100
9.100
9.100
Apparaat
9.384
9.226
9.099
9.100
9.100
9.100
9.100
Apparaat
9.384
9.226
9.099
9.100
9.100
9.100
9.100
Ontvangsten:
7.440
12.714
12.714
12.714
12.714
12.714
12.714
D2 Budgetflexibiliteit
Omdat het budget als apparaat wordt aangemerkt, is het gehele budget juridisch verplicht verondersteld.
E Toelichting op de instrumenten
Vanwege het bijzondere karakter van dit begrotingsartikel en de gedeeltelijk geheime uitgaven zijn de uitgaven niet nader uitgesplitst en zijn de apparaatsuitgaven niet opgenomen in het centraal apparaatsartikel.
Ontvangsten
De ontvangsten van de AIVD hebben grotendeels betrekking op de tarifering van de veiligheidsonderzoeken.
Artikel 6. Dienstverlenende en innovatieve overheid
A Algemene doelstelling
Een zo goed, eenvoudig en betrouwbaar mogelijke dienstverlening aan burgers door te zorgen voor veilige en betrouwbare voorzieningen voor efficiënt gebruik van overheidsinformatie en -gegevens, verbeteren van de informatiepositie van de burger, minder regeldruk en het bevorderen van maatschappelijk initiatief (actief burgerschap).
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een belangrijke rol als het gaat om de relatie tussen samenleving en overheid. Deze rol komt op verschillende manieren tot uitdrukking.
Zo heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een regisserende rol voor het verminderen van administratieve lasten en regeldruk voor burgers en professionals. Voor het verankeren van het burgerperspectief (rechten en plichten) in het informatiebeleid heeft de Minister een coördinerende rol ten aanzien van de verschillende overheden en de relatie tussen overheden en burgers. Tevens heeft de Minister een stimulerende rol bij het bevorderen van de doe-democratie (programma burgerschap) en ten aanzien van open overheid en (her)gebruik van open overheidsdata.
De Minister stelt voor de Basisregistratie Personen (BRP) het beleid vast en is verantwoordelijk voor de uitvoering. De Minister is verantwoordelijk voor een goed functionerende Wet Basisregistratie Personen (BRP) en verantwoordelijk voor betrouwbare reis- en identiteitsdocumenten.
Net als voor de fysieke infrastructuur heeft de overheid de verantwoordelijkheid voor een beschikbare en veilige digitale infrastructuur waarvan burgers en bedrijven gebruik maken en die randvoorwaardelijk is voor het functioneren van de overheid zelf. In de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) moeten basisregistraties, digitaal berichtenverkeer, identificatie en authentificatie een plaats krijgen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is beleidsverantwoordelijk voor deze digitale voorzieningen.
C Beleidswijzigingen
Nationaal Commissaris Digitale Overheid
Eind 2014 is de implementatie van het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (kortweg i-NUP), het fundament van de generieke digitale infrastructuur, afgerond. In 2015 worden de generieke voorzieningen en bijbehorende kennis die binnen i-NUP zijn ontwikkeld, in beheer genomen.
Om de digitale overheid structureel te bevorderen, heeft het kabinet in 2014 besloten tot de aanstelling van de Nationaal Commissaris Digitale Overheid (NCDO). De NCDO heeft de opdracht beleidsontwikkeling en vernieuwing aan te jagen en daarmee de totstandkoming van (voorzieningen voor) de digitale overheid te bevorderen, het beheer van essentiële voorzieningen te borgen en het gebruik van die voorzieningen te stimuleren. De NCDO geeft dit vorm door het leggen van verbindingen met en tussen alle betrokken partijen (Rijk, decentrale overheden, uitvoeringsorganisaties, beheerorganisaties en private partijen).
De NCDO stuurt op het realiseren en op een effectief gebruik (baten) van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI). De Nationaal Commissaris stelt de GDI samen uit bestaande en in ontwikkeling zijnde voorzieningen, standaarden, basisregistraties en producten die essentieel zijn voor zowel het functioneren van de overheid als voor haar (digitale) dienstverlening aan burgers en bedrijven.
De NCDO organiseert en regisseert hiervoor de interbestuurlijke besluitvorming. Dit betreft onder andere de bijbehorende governance- en financieringsarrangementen tussen medeoverheden, uitvoeringsorganisaties en het Rijk, met als doel een solide en toekomstbestendige digitale overheid.
eID
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt (in overleg met de Minister van Economische Zaken en de Minister voor Wonen en Rijksdienst) samen met het bedrijfsleven aan een mogelijke standaard voor toegang tot online dienstverlening: het eID Stelsel. Dit eID stelsel moet het mogelijk maken dat burgers, consumenten en ondernemers online zaken kunnen doen met de overheid en het bedrijfsleven, met één of meer inlogmiddelen. Het kabinet besluit eind 2014 over de invoering en bekostiging van het eID stelsel. In 2015 zal het kabinet de Tweede Kamer daarover informeren.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 6 Dienstverlenende en innovatieve overheid
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen:
102.722
118.634
88.885
85.786
82.269
80.769
80.770
Uitgaven:
125.526
118.634
88.885
85.786
82.269
80.769
80.770
Waarvan juridisch verplicht
93%
6.1
Verminderen regeldruk
2.849
1.984
2.439
0
0
0
0
Opdrachten
2.004
1.641
2.279
0
0
0
0
Vermindering regeldruk en administratieve lasten
2.004
1.641
2.279
0
0
0
0
Bijdragen aan baten-lastenagentschappen
845
343
160
0
0
0
0
Vermindering regeldruk en administratieve lasten
845
343
160
0
0
0
0
6.2
Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen
31.562
34.109
18.351
20.137
20.115
20.098
20.098
Opdrachten
27.429
33.009
17.001
19.037
19.015
18.998
18.998
(door)ontwikkeling e-overheidvoorzieningen
15.065
20.964
14.251
16.037
16.015
15.998
15.998
Aanpak fraudebestrijding
5.270
3.000
2.750
3.000
3.000
3.000
3.000
Implementatie NUP (VNG)
7.094
9.045
0
0
0
0
0
Bijdragen aan baten-lastenagentschappen
4.133
1.100
1.350
1.100
1.100
1.100
1.100
(door)ontwikkeling e-overheidvoorzieningen (Logius)
58
0
0
0
0
0
0
Aanpak fraudebestrijding
0
1.100
1.350
1.100
1.100
1.100
1.100
Baten-lastenagentschap Logius
4.075
0
0
0
0
0
0
6.3
Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen
52.073
58.139
44.959
43.188
40.962
39.988
39.989
Opdrachten
7.270
2.218
4.824
4.775
4.741
4.579
4.579
Beheer e-overheidsvoorzieningen
3.630
0
2.606
2.557
2.523
2.361
2.361
Officiële publicaties en wettenbank
3.640
2.218
2.218
2.218
2.218
2.218
2.218
Bijdragen aan baten-lastenagentschappen
44.803
55.921
40.135
38.413
36.221
35.409
35.410
Baten-lastenagentschap BPR
7.393
10.512
5.446
5.446
5.433
5.434
5.435
Baten-lastenagentschap Logius
32.897
40.107
30.420
28.868
26.905
26.177
26.177
Baten-lastenagentschap Werkmaatschappij
4.513
5.302
4.269
4.099
3.883
3.798
3.798
6.4
Burgerschap
6.324
5.596
5.036
4.786
4.786
4.786
4.786
Subsidies
5.533
5.132
4.286
4.286
4.286
4.286
4.286
Comité 4/5 mei
109
107
106
106
106
106
106
ProDemos
5.019
4.792
4.180
4.180
4.180
4.180
4.180
Programma burgerschap
405
233
0
0
0
0
0
Opdrachten
791
464
750
500
500
500
500
Programma burgerschap
791
464
750
500
500
500
500
6.5
Reisdocumenten en basisadministratie personen
32.718
18.806
18.100
17.675
16.406
15.897
15.897
Subsidies
40
10
0
0
0
0
0
Beleid GBA en reisdocumenten
40
10
0
0
0
0
0
Opdrachten
20.581
6.394
6.065
4.520
3.251
2.759
2.759
Beleid GBA en reisdocumenten
5.840
2.128
2.128
1.908
1.908
1.908
1.908
Modernisering GBA
14.741
4.266
3.937
2.612
1.343
851
851
Bijdragen aan baten-lastenagentschappen
12.097
12.402
12.035
13.155
13.155
13.138
13.138
Baten-lastenagentschap BPR
12.097
12.402
12.035
13.155
13.155
13.138
13.138
Ontvangsten:
17.480
4.588
0
0
0
0
0
D2 Budgetflexibiliteit
Opdrachten
Van de opdrachten is 74% juridisch verplicht. Het betreft de uitfinanciering van verplichtingen die tot en met 2014 zijn aangegaan.
Bijdragen aan baten-lastendiensten
De bijdragen aan baten-lastendiensten zijn voor 100% juridisch verplicht. Het betreft verplichtingen die aangegaan zijn voor het beheren en doorontwikkelen van diverse voorzieningen, zoals DigiD, BSN, GBA, wettenbank.
Subsidies
De subsidies zijn 100% verplicht. Het gaat om subsidies aan ProDemos en comite 4/5 mei.
E Toelichting op de instrumenten
6.1 Verminderen regeldruk
Opdrachten
Vermindering regelruk en administratieve lasten
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt aan de vermindering van regeldruk en administratieve lasten voor burgers en professionals. De doelstelling is om de rijksbrede regeldruk voor bedrijven, burgers en professionals in de periode tot 2017 te verminderen met € 2,5 miljard. Dit is een rijksbrede opgave. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een coördinerende rol richting andere departementen om deze doelstelling voor wat betreft burgers en professionals te realiseren. Deze kwantitatieve doelstelling wordt gerealiseerd door het vereenvoudigen en afschaffen van overbodige regels, door de vermindering van toezichtlasten en door een merkbare vermindering van regeldruk in die domeinen waar er een stapeling is van wet- en regelgeving (zogenaamde «domeinaanpak»).
6.2 Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen
Opdrachten
(door)ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen
Onder het credo «de burger centraal, de kosten minimaal, de overheid digitaal» geeft het kabinet invulling aan de ambitie uit het Regeerakkoord om de digitale dienstverlening aan bedrijven en voor burgers te versterken. De Tweede Kamer is in 2013 geïnformeerd over de visie van het kabinet over beleidsontwikkelingen om tot een digitale overheid te komen (Kamerstukken II, 26 643 VII, nr. 280). In 2015 zal in dit kader uitvoering gegeven worden aan de Roadmap, zoals gemeld aan de Tweede Kamer. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Economische Zaken zullen als coördinerende departementen waar nodig (beleids)kaders en randvoorwaarden meegeven voor de invoering van de digitalisering. Tevens wordt de ontwikkeling van een hulpstructuur gefaciliteerd voor burgers die minder digivaardig zijn.
Met het Ministerie van Economische Zaken wordt samengewerkt aan de wettelijke basis van de e-overheid.
Het kabinet heeft in september 2013 (Kamerstukken II, 32 802 VII, nr. 5) besloten om openheid in te zetten om openbaar bestuur en publieke dienstverlening te verbeteren. In 2014 is gestart met de acties, zoals beschreven in het bijbehorende actieplan. Deze acties beslaan 2 jaar en in 2015 zal dat voortgezet worden. De initiatieven gaan onder andere over meer open (financiële) verantwoording afleggen en het geven van een impuls aan de open data-praktijk, onder andere middels het opgezette Leer- en expertisecentrum Open Overheid. In 2015 komt het accent bij open data te liggen op het gebruik van de data om zo ook de economische en maatschappelijke meerwaarde aan te tonen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt netwerkgericht samen ten behoeve van het op gang brengen van deze beweging met een aanzienlijk aantal andere overheden, uitvoeringsinstanties en maatschappelijke organisaties. Nederland heeft zich aangesloten bij het Open Government Partnership.
Een derde belangrijke pijler bij de (door)ontwikkeling van eOverheidsvoorzieningen betreft de (informatie)veiligheid. De verankering van het bestuurlijke en operationele besef van het belang van informatieveiligheid is onderdeel van de maatregelen die getroffen worden om de veiligheid en betrouwbaarheid van de vitale digitale infrastructuur te kunnen blijven waarborgen, zeker gezien de toename van (dreiging van) digitale aanvallen en inbraakpogingen op de voorzieningen binnen de digitale infrastructuur. Een belangrijk middel hierbij zijn de DigiDassessments, die in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitgevoerd worden.
Aanpak fraudebestrijding
Het kabinet heeft in december 2013 de Tweede Kamer geïnformeerd over de rijksbrede aanpak van fraude. Daarbij wordt de nadruk gelegd op gemeenschappelijke aanpak over de grenzen van de departementen heen van het verschijnsel fraude. Door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt de komende jaren een extra inspanning gepleegd om er aan bij te dragen dat identiteitsproducten zoals DigiD, de basisregistratie personen en de identiteitsdocumenten (paspoort en Nederlandse Identiteitskaart) in de keten niet bijdragen aan het mogelijk plegen van fraude. Deze inspanningen vormen een aanvulling op de lopende activiteiten gericht op verdere verhoging van de kwaliteit van de basisregistratie personen en de andere identiteitsproducten. Dit wordt gerealiseerd door het mogelijk maken van adresonderzoeken en huisbezoeken door gemeenten, het verhogen van het aantal en de bruikbaarheid van de terugmeldingen door gebruikers van de gegevens, het terugdringen van het aantal zogenaamde «spookburgers», betere inzage voor burgers in de registratie en gebruik van hun gegevens en de deskundigheidsbevordering van de burgerzaken-ambtenaren.
6.3 Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen
Opdrachten
Beheer e-overheidsvoorzieningen
Overheidsorganisaties maken steeds meer gebruik van de generieke voorzieningen van de infrastructuur van de e-overheid en daarmee zijn zij ook meer afhankelijk van de levering van verschillende e-overheidsvoorzieningen. Er is voor alle overheden een bruikbare, veilige en efficiënte generieke digitale infrastructuur nodig.
Net als voor de fysieke infrastructuur heeft de overheid de verantwoordelijkheid voor een continu beschikbare en veilige digitale infrastructuur van de overheid, waarvan burgers en bedrijven gebruik maken en die randvoorwaardelijk is voor het functioneren van de overheid en de maatschappij zelf.
Met de inwerkingtreding van de Wet Basisregistratie personen (Wet BRP) per 6 januari 2014 verstrekt BPR jaarlijks, namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een vergoeding aan de RNI-loketgemeenten voor de inschrijving van niet-ingezetenen.
Officiële publicaties en wettenbank
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor verschillende elektronische publicaties waaronder Wetten.nl en de Staatscourant alsmede voor de coördinatie van alle officiële publicaties. Dit betreft een wettelijke taak. De productie vindt plaats bij Sdu en het strategisch beheer wordt verricht door het baten-lastenagentschap UBR.
Bijdragen aan baten- en lastenagentschappen
Baten-lastenagentschap BPR
Baten-lastenagentschap BPR (Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten) ontvangt voor de beheervoorziening Burgerservicenummer een bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met de inwerkingtreding van de Wet Basisregistratie personen (Wet BRP) per 6 januari 2014 ontvangt BPR van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een bijdrage voor het beheer van de registratie niet-ingezetenen (RNI).
Baten-lastenagentschap Uitvoering Bedrijfsvoering Rijk (UBR)
UBR ontvangt een bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het beheer van diverse elektronische publicaties op overheid.nl (Staatscourant, centrale en decentrale wettenbank, tuchtrecht, open data) en voor de standaard van metadata voor de overheid. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is tevens verantwoordelijk voor het publiek openbaar stellen van open data van de overheid. Dit gebeurt via de open data portal bij KOOP, onderdeel van UBR.
Baten-lastenagentschap Logius
Logius ontvangt een bijdrage welke aangewend wordt voor het beheer en exploitatie van essentiële e-overheidvoorzieningen, die onderdeel uitmaken van de GDI. Dit betreft onder andere DigiD en DigiD Machtigen (inclusief DigiD-buitenland), de stelselvoorzieningen Digikoppeling, Digimelding, Digilevering en Stelselcatalogus, Public Key Infrastructure voor de overheid (PKI overheid), webrichtlijnen, Samenwerkende Catalogi, Overheidsorganisaties, Overheid.nl en het ten uitvoer brengen van DDOS-maatregelen.
De meetbare gegevens zijn opgenomen in de bijlage baten- en lastenagentschappen van BPR en Logius (H XVIII).
6.4 Burgerschap
Subsidies
Comité 4/5 mei en ProDemos
Voor het bevorderen van burgerschap, democratie en rechtsstaat worden subsidies gegeven aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei en ProDemos. Beide stichtingen wenden de subsidie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan voor het bevorderen van kennis en debat over democratie en burgerschap.
Opdrachten
Doe-democratie (Programma burgerschap)
Burgerschap is van de samenleving. Voor de realisatie van «meer burger, minder overheid» is het noodzakelijk dat overheden en maatschappelijke instellingen meer ruimte geven aan maatschappelijk initiatief en daar beter bij aansluiten (Kamerstukken II, 33 400 VII, nr. 79).
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt in het kader van de transitie naar meer doe-democratie samen met tal van netwerken die zich middenin de samenleving inzetten voor maatschappelijke vernieuwing en sociaal ondernemerschap. Om het aansluitingsvermogen van overheden te vergroten, werkt het Ministerie tevens samen met de andere departementen, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het KwaliteitsInstituut Nederlandse Gemeenten (KING), de provincies en met netwerken van professionals zoals de Vereniging van Gemeentesecretarissen en van Raadsgriffiers.
6.5 Reisdocumenten en basisadministratie personen
Opdrachten
Beleid GBA en reisdocumenten
Voor burgers zijn reisdocumenten belangrijke documenten voor het vaststellen van hun identiteit en bevatten privacygevoelige gegevens. Belangrijk aandachtspunt in dit kader is het voorkomen van fraude. Dit krijgt vorm in het kader van de kabinetsvisie Identiteitsfraude «slim voorkomen, vlot herstellen» (Kamerstukken II, 2013-2014, nr. 26 643, 301). Daarnaast zet de Minister zich in om de administratieve lasten voor burgers op dit gebied te verlagen middels een tweetal proeftuinen rondom de aangifte van vermissingen en thuisbezorgen. Daarnaast wordt het in steeds meer (grens) gemeenten voor niet-ingezetenen mogelijk om een reisdocument aan te vragen.
In 2015 wordt verder gewerkt aan de kwaliteit van de PIVA bevolkingsadministraties in Caribisch Nederland. Wat betreft de beoogde overgang van de openbare lichamen naar onder andere de BRP, worden in 2015 de vervolgstappen bepaald voor de invoering van de nieuwbouw van de BRP.
Modernisering GBA (Operatie BRP)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is opdrachtgever voor Operatie BRP. Doel is de realisatie van het 24 uur per dag online beschikbaar maken van actuele en betrouwbare persoonsgegevens voor geautoriseerde gebruikers. Dit levert een gestandaardiseerde en moderne uitwisseling van de persoonsgegevens op en een betere controle op de kwaliteit van de gegevens. Dit is vastgelegd in het bestuurlijk akkoord met de VNG op 5 maart 2009 (Kamerstukken II, 27 859 VII, nr. 17).
Bijdragen aan baten-lastenagentschap
Baten-lastenagentschap BPR
Aan het baten-lastenagentschap BPR wordt een bijdrage verstrekt voor het gebruik van de Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten door afnemers die onder het in 2008 afgesproken systeem van budgetfinanciering vallen en voor het beheer van de PIVA-V en de sédula.
Artikel 7. Arbeidszaken overheid
A Algemene doelstelling
Een (compacte) overheid met voldoende en goed gekwalificeerde, integere medewerkers en politieke ambtsdragers tegen verantwoorde kosten.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor de werking van het stelsel waarin (organisaties van) werkgevers en werknemers in verschillende overheids- en onderwijssectoren afspraken over de collectieve arbeidsvoorwaarden maken. Dit is vastgelegd in de Ambtenarenwet, de Algemene Pensioen wet Politieke Ambtsdragers en de Wet privatisering ABP. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stimuleert de doorvertaling van kabinetsbeleid naar afspraken over arbeidsvoorwaarden in en tussen de sectoren. De Minister is tevens verantwoordelijk voor het arbeidsmarktbeleid in de publieke sector en werkt aan het vergroten van de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever, het vergroten van de participatie en het vergroten van de productiviteit.
De Minister wil een aantrekkelijke werkgever zijn en goede medewerkers aantrekken. De kwaliteit van de publieke sector valt of staat met de input en inzet van haar medewerkers, de bestuurders en ambtenaren, die binnen de publieke sector hun werk doen. Tegelijkertijd is het werken voor de overheid bijzonder, want de overheid heeft bijzondere taken. Dit vraagt om een bijzonder soort medewerkers, namelijk medewerkers die goed kunnen omgaan met de publieke taak en verantwoordelijkheid van de overheid. De publieke verantwoordelijkheid van de overheid vraagt om het tegengaan van excessieve beloningen in de publieke en semi-publieke sector. Bij goed werkgeverschap hoort het beschermen van het personeel. De Minister voert daarom de regie over de landelijke aanpak van agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak. De Minister creëert ook voorwaarden ter bescherming van klokkenluiders binnen de publieke sector en gaat excessieve beloningen in de publieke en semi-publieke sector tegen.
De Minister is uitvoeringsverantwoordelijk voor de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers, de pensioenregelingen van Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen, de (her-)benoemingen en ontslagen van onder andere burgemeesters, commissarissen der Koning en leden van de Raad van State, het decoratiestelsel en voor de toekenning van Koninklijke onderscheidingen.
C Beleidswijzigingen
Ambtelijke rechtspositie
Het initiatiefvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren (Kamerstukken II, 32 550) is op 4 februari 2014 in de Tweede Kamer aanvaard. Door dit initiatiefwetsvoorstel wordt - conform het regeerakkoord (pagina 41) - het ontslagrecht van ambtenaren in overeenstemming gebracht met het ontslagrecht van werknemers buiten de overheid. Het wetsvoorstel is nu in behandeling bij de Eerste Kamer. Indien dit wetsvoorstel ook in de Eerste Kamer wordt aanvaard, duurt het ongeveer 2,5 jaar voor het initiatiefvoorstel daadwerkelijk in werking kan treden. Er zal de nodige aanpassings- en invoeringswetgeving tot stand moeten worden gebracht. Daarnaast moeten er nog veel meer implementatieactiviteiten worden verricht om een verantwoorde inwerkingtreding mogelijk te maken. Te denken valt aan:
-
-
-
-het afsluiten van echte cao’s ter vervanging van de huidige rechtspositieregelingen;
-
-
-
-
-communicatie en voorlichting, opleiding van personeelsfunctionarissen;
-
-
-
-
-aanpassing van hrm-systemen;
-
-
-
-
-voorbereiding op de stelselovergang door het UWV en de rechterlijke macht.
-
Vanwege het initiatiefvoorstel wordt het huidige stelsel waarbinnen collectieve arbeidsvoorwaarden in de publieke sector tot stand komen - het zogenaamde sectorenmodel - opnieuw bezien.
De overheid is een bijzondere werkgever. Dat heeft ook zijn weerslag op de mensen die er werken. Zij moeten hun werk integer, objectief en zonder persoonlijke voorkeur uitoefenen. Aan de Tweede Kamer is het ambtenarenstatuut toegezegd waarin de aspecten van het ambtelijk vakmanschap worden vastgelegd. Het opschrijven van kernwaarden is één ding, het gaat erom dat het in de praktijk wordt gebracht. Dat is een verantwoordelijkheid voor werkgevers en werknemers samen. Instrumenten zoals de ambtseed, het hrm-traject en opleidingsmodules spelen hierbij een rol.
Uitvoering WNT
Naast de intensiveringen op het vlak van het topinkomensbeleid, ter uitvoering van het regeerakkoord (zie de Kamerbrief ter zake van 10 juli 2013, Kamerstukken 30 111, nr. 64), geeft de Minister algemene voorlichting over de bestaande wet- en regelgeving inzake inkomens van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (WNT). Het Ministerie oefent daarnaast daadwerkelijk toezicht uit op de naleving van de WNT en treedt zo nodig ook handhavend op.
In 2014 is een gespecialiseerd bureau ingericht om de naleving van de WNT te versterken. Ten behoeve van de verbeterde uitvoering van de WNT wordt in 2015 bovendien de toerusting van instellingen die onder de wet vallen, verder verbeterd met heldere regelgeving en uitvoeringskaders. Ook accountants worden tijdig voor de jaarcontroles geïnformeerd en beter toegerust om hun controletaken in het kader van de uitvoering van de wet te vervullen. In 2015 zal met een verduidelijkt, juridisch verbeterd en aangescherpt normenkader beter kunnen worden opgetreden tegen overtredingen van de wet.
Appa
Een politieke ambtsdrager komt nu op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) voor een voortgezette uitkering van maximaal tien jaar in aanmerking. Dit is het geval als hij of zij gedurende een periode van twaalf jaar die direct aan het ontslag of aftreden voorafgaat ten minste tien jaar een politiek ambt als bedoeld in de Appa heeft bekleed. Bedoeling is de duur van de voortgezette uitkering terug te brengen tot een maximale duur van vijf jaar tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Daardoor komt ook de ingangsleeftijd voor de voortgezette uitkering op maximaal vijf jaar vóór de pensioengerechtigde leeftijd te liggen.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 7 Arbeidszaken overheid
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen:
32.136
36.202
35.546
34.420
35.042
34.958
34.958
Uitgaven:
40.146
36.202
35.546
34.420
35.042
34.958
34.958
Waarvan juridisch verplicht
94%
7.1
Overheid als werkgever
14.099
11.764
12.460
10.498
10.295
10.278
10.278
Subsidies
9.534
5.894
7.192
5.737
5.657
5.657
5.657
Diverse subsidies
2.634
2.984
2.854
2.779
2.779
2.779
2.779
Programma Veilige Publieke Taak
1.175
1.065
860
80
0
0
0
Subsidies Overlegstelsel
5.541
1.660
3.295
2.695
2.695
2.695
2.695
Subsidies internationaal
184
185
183
183
183
183
183
Opdrachten
4.200
5.870
5.268
4.761
4.638
4.621
4.621
Arbeidsmarktbeleid
3.338
4.184
3.841
3.445
3.345
3.345
3.345
Programma Veilige Publieke Taak
102
300
200
80
0
0
0
Zorg voor politieke ambtsdragers
760
1.386
1.227
1.236
1.293
1.276
1.276
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
365
0
0
0
0
0
0
bijdrage aan de NOM
365
0
0
0
0
0
0
7.2
Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen
26.047
24.438
23.086
23.922
24.747
24.680
24.680
Inkomensoverdracht
8.214
8.544
8.944
8.744
8.744
8.744
8.744
Pensioenen en uitkeringen Politieke ambtsdragers
8.214
8.544
8.944
8.744
8.744
8.744
8.744
Bijdragen aan ZBO's / RWT's
17.833
15.894
14.142
15.178
16.003
15.936
15.936
Regelingen voor Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen (SAIP)
17.833
15.894
14.142
15.178
16.003
15.936
15.936
Ontvangsten:
1.769
1.465
820
820
820
820
820
D2 Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget is 97% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van tot en met 2014 aangegane verplichtingen op subsidieregelingen en incidentele subsidies.
Opdrachten
Van het beschikbare budget is 70% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van verplichtingen die tot en met 2014 zijn aangegaan.
Inkomensoverdracht
Van het beschikbare budget 2014 is 100% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers.
Bijdragen ZBO’s/RWT’s
Van het beschikbare budget 2014 is 100% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van de pensioenregelingen van (voormalige) Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen.
E Toelichting op de instrumenten
7.1 Overheid als werkgever
Subsidies
Diverse subsidies
Integriteit en professionalisering
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt aan de bevordering van integriteit en professionalisering binnen de overheid. In dat kader worden het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) en het Professionaliseringsfonds voor burgemeesters gesubsidieerd. BIOS richt zich op het versterken van het integriteitsbesef en het bevorderen van een evenwichtig en samenhangend integriteitsbeleid bij publieke organisaties door nationale en internationale kennisdeling en -uitwisseling. Dit krijgt vorm door het organiseren van integriteitsbijeenkomsten, het geven van presentaties, het ontwikkelen van instrumenten en leidraden en het faciliteren van diverse opleidingen en workshops.
Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters dat het Professionaliseringsfonds voor burgemeesters uitvoert, ontvangt jaarlijks een bijdrage voor diverse activiteiten ten behoeve van de verdere professionalisering van de uitoefening van de burgemeestersfunctie. Een deel van de bijdrage is afkomstig uit de arbeidsvoorwaardenruimte voor burgemeesters.
Arbeidsmarktbeleid
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bevordert modern en goed werkgeverschap binnen de publieke sector. Voor het openbaar bestuur (rijk, gemeenten, provincies, waterschappen) vervult het Ministerie hierin een verbindende rol: met de afzonderlijke sectoren wordt bezien waar gemeenschappelijk optrekken meerwaarde biedt.
Programma Veilige Publieke Taak
Publieke taken moeten goed en veilig uitgevoerd kunnen worden. Een goede werkgever treft maatregelen om veilig werken mogelijk te maken. Het programma Veilige Publieke Taak draagt hieraan bij door enerzijds de preventie van agressie en geweld en anderzijds het versterken van de bestuurlijke regierol van gemeenten. Het expertisecentrum Veilige Publieke Taak levert diensten en instrumenten aan werkgevers en werknemers met een publieke taak, om hen te ondersteunen in hun aanpak van agressie en geweld.
Subsidies overlegstelsel
Door het subsidiëren van de Stichting Verdeling Overheidsbijdragen (SVO), het Verbond Sector-werkgevers Overheid (VSO) en de Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel wordt bijgedragen aan het in stand houden van een adequaat overlegstelsel inzake arbeidsmarktbeleid.
Subsidies internationaal
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt onder andere een subsidie aan het European Institute of Public Administration, die wordt aangewend ter bevordering van de vaardigheden van overheidsfunctionarissen bij het afhandelen van zaken van de Europese Unie.
Opdrachten
Arbeidsmarktbeleid
De Minister heeft op het gebied van arbeidsmarktbeleid een regisserende rol met een formele basis. Een excellente kennispositie is noodzakelijk voor het vergroten van de gezaghebbendheid om zo effectieve beleidsinterventies te plegen. Essentiële informatie is bijvoorbeeld: «wie werken er in de publieke sector» en «wat vinden zij». De Minister ondersteunt hiermee werkgevers en werknemers in het voeren van een toekomstbestendig arbeidsmarktbeleid.
De Minister werkt aan het vergroten van de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever, het vergroten van de participatie en het vergroten van de productiviteit. Mobiliteit is een belangrijk thema, en er wordt bezien of belemmeringen voor mobiliteit kunnen worden opgelost.
De kennisbasis wordt ook gebruikt voor het uitwerken van scenario’s van de toekomst van het overlegstelsel. Actuele ontwikkelingen, zoals de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren, vragen om een heldere en gedragen visie op de totstandkoming van arbeidsvoorwaarden in de toekomst. Ook de arbeidsvoorwaarden van bestuurders worden toekomstbestendig ingevuld. Aan de topinkomens van de publieke sector is een maximum verbonden. De informatie over de topinkomens in de publieke sector wordt verzameld en gerapporteerd aan de Kamer.
De normalisering van de rechtspositie van ambtenaren heeft impact op het arbeidsmarktbeleid in de publieke sector. Met name van werkgevers wordt inspanning verwacht voor de implementatie.
Aan de Tweede Kamer is toegezegd een statuut te maken waarin de aspecten van het ambtelijk vakmanschap worden vastgelegd. De Minister legt daartoe samen met werkgevers en werknemers de gemeenschappelijke kernwaarden vast van vakmanschap in de publieke sector.
Programma Veilige Publieke Taak
Publieke taken moeten goed en veilig uitgevoerd kunnen worden. Een goede werkgever treft maatregelen om veilig werken mogelijk te maken. Het programma Veilige Publieke Taak draagt hieraan bij door enerzijds de preventie van agressie en geweld en anderzijds het versterken van de bestuurlijke regierol van gemeenten. Meer dan voorheen zal het accent liggen op de implementatie en borging van de aanpak op landelijk, regionaal en lokaal niveau en de eigen verantwoordelijkheid van de werkgever.
Zorg voor politieke ambtsdragers
De kwaliteit van het openbaar bestuur is onlosmakelijk verbonden met de kwaliteit van de functievervulling door politieke ambtsdragers. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties faciliteert de hiervoor benodigde activiteiten onder andere op het gebied van de professionalisering.
Tabel 7.1 Overheid als werkgever
Waarde 2008
Waarde 2009
Waarde 2010
Waarde 2011
Waarde 2012
Waarde 2013
Waarde 2014
-
1.Jaarlijkse afwijking in loonontwikkeling overheid t.o.v. de markt.
0,10%
0,00%
0,40%
-
-1,40%
-
-0,90%
-
-1,00%
-
-1,05%
-
2.Percentage af te dragen pensioenpremies ten opzichte van de bruto loonsom.
21,1%
21,6%
21,4%
22,0%
23,5%
25,0%
22,0%
-
3.Gemiddelde uitstroomleeftijd naar pensioen
61,7
62,3
62,6
63,0
63,2
63,3
1
Bronnen:
-
-voor de indicator 1 CPB (bewerking BZK);
-
-voor indicatoren 2 en 3 ABP (bewerking BZK).
Noot 1
Bij het opleveren van de begroting was dit cijfer niet bekend.
Een belangrijk uitgangspunt voor de beleidsinspanning binnen dit begrotingsartikel is - binnen de budgettaire mogelijkeden - de gelijkwaardigheid van de arbeidsvoorwaardenontwikkeling in de marktsectoren en bij de overheid. Omdat er de afgelopen jaren sprake is geweest van een nullijn voor de overheidssectoren is in die jaren de jaarlijkse afwijking in contractloonontwikkeling tussen markt en overheid negatief geweest.
Op het gebied van pensioenen worden de komende jaren aanzienlijke veranderingen doorgevoerd. Onder andere betreft dit de versobering van de pensioenopbouw (versobering Witteveenkader) en de doorvoering van het nieuw financieel toezichtskader (nFTK). De als tweede genoemde indicator, het percentage af te dragen pensioenpremies ten opzichte van het bruto loon, laat zien dat na jaren van stijgende pensioenpremies er in 2014 een daling optreedt als gevolg van voor dat jaar voor de ABP-regeling afgesproken versobering van de pensioenopbouw. De versobering van de pensioenopbouw hangt samen met het door het kabinet wenselijk geachte langer doorwerken van ondere andere overheidswerknemers. De derde indicator, gemiddelde uitstroomleeftijd naar pensioen, laat zien dat overheidswerkenemers gemiddeld inderdaad later met pensioen gaan.
7.2 Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen
Inkomensoverdracht
Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers
Uit deze middelen worden de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers gefinancierd.
Bijdragen aan ZBO’s / RWT’s
Regelingen voor Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen (SAIP)
Dit betreft de pensioenregelingen van (voormalige) Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen.
Ontvangsten
De ontvangsten betreffen de gelden de Garantiewet Surinaamse Pensioenen van de SAIP. BZK verrekent jaarlijks een deel van dit bedrag met het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
-
4.DE NIET-BELEIDSARTIKELEN
Artikel 11. Centraal apparaat
11.1 Apparaatsuitgaven kerndepartement
Op dit artikel worden naast alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het kerndepartement ook de apparaatsuitgaven van de AIVD (zie artikel 2) en de baten-lasten agentschappen gepresenteerd. Aanvullend wordt de taakstelling op de apparaatsbudgetten nader onderverdeeld naar het kerndepartement, de batenlasten-agentschappen en de Zelfstandige Bestuursorganen.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 11 Centraal apparaat
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen:
270.261
271.207
253.792
241.221
226.989
220.640
218.401
Uitgaven:
272.083
270.553
252.326
241.221
226.989
220.640
218.401
11.1
Apparaat (excl. AIVD)
272.083
270.553
252.326
241.221
226.989
220.640
218.401
Personele uitgaven
150.878
155.431
135.145
127.857
118.122
114.397
108.190
Eigen personeel
141.399
144.354
126.622
120.219
111.658
108.483
102.099
Externe inhuur
4.396
6.968
5.633
4.996
4.099
3.597
3.774
Overig personeel
0
4.109
2.890
2.642
2.365
2.317
2.317
Materiële uitgaven
121.205
115.122
117.181
113.364
108.867
106.243
110.211
Bijdrage SSO P-direkt
0
0
64.937
63.342
62.007
60.480
59.229
Bijdrage SSO`s
80.022
79.024
35.619
33.973
32.026
31.305
31.317
ICT
298
2.900
0
0
0
0
0
Overig materieel
0
33.198
16.625
16.049
14.834
14.458
19.665
Ontvangsten:
91.404
85.452
6.054
6.024
5.996
5.955
5.921
In deze tabel zijn de apparaatsuitgaven van het kerndepartement opgenomen, inclusief de Kiesraad. De reeks is exclusief de apparaatsuitgaven van de AIVD. Deze zijn vanwege het specifieke karakter begroot op het beleidsartikel 2. Op de apparaatsuitgaven is als gevolg van de verwerking van de taakstellingen vanaf 2015 een sterke daling te zien. Deze neerwaartse beweging weerspiegelt de voortgaande afslanking van het kerndepartement.
De uitgaven voor materieel dalen net als de uitgaven voor personeel als gevolg van taakstellingen.
In het kader van het programma Herinrichting Governance Bedrijfsvoering worden voorstellen uitgewerkt voor een effectieve aansturing van de SSO’s. Een van de voorstellen is om vanaf 2015 de dienstverlening door P-Direkt centraal te bekostigen. Het centrale opdrachtgeverschap, inclusief budget, wordt belegd bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
11.2 Totaal overzicht Apparaatsuitgaven en -kosten BZK
De apparaatskosten van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties bestaan uit de apparaatsuitgaven voor het kerndepartement, de AIVD en negen baten- en lasten agentschappen. In tabel 11.2 staan de structurele apparaatsuitgaven van het kerndepartement en de AIVD aangegeven.
Tabel 11.2 Totaal apparaatsuitgaven ministerie
(x € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Totaal apparaatsuitgaven ministerie BZK
457.841
459.101
455.970
432.278
407.259
401.284
399.045
Kerndepartement
272.083
270.553
252.326
241.221
226.989
220.640
218.401
AIVD
185.758
188.548
203.644
191.057
180.270
180.644
180.644
Tabel 11.3 geeft een overzicht van de apparaatskosten van de baten-lasten agentschappen, de Zelfstandige BestuursOrganen (ZBO’s) en de Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s).
Tabel 11.3 Totaal apparaatskosten agentschappen en ZBO’s/RWT’s
(x € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Totaal apparaatskosten BLA's
658.198
722.947
724.322
720.483
709.681
697.049
660.653
Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten
93.226
98.951
97.448
107.138
106.201
94.871
62.477
Logius
96.650
92.864
101.057
98.076
95.339
96.656
99.755
P-Direkt
56.524
58.145
58.088
56.626
55.434
54.053
52.960
UBR (voorheen De Werkmaatschappij)
106.761
106.805
107.626
107.810
107.997
108.437
108.474
FMHaaglanden
111.887
104.343
108.135
108.186
106.337
106.388
106.438
SSC-ICT 1
90.668
157.788
149.000
143.000
143.000
143.000
143.000
Rijksgebouwendienst
68.531
70.916
70.981
70.389
68.104
67.215
61.119
Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf
20.852
21.949
21.663
20.621
19.337
18.878
18.878
Dienst van de Huurcommissie
13.099
11.186
10.324
8.637
7.932
7.551
7.552
Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's 2
694
771
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen 3
694
771
Noot 1
GDI is per 1 januari overgekomen en geïntegreerd bij de stand van SSC-ICT.
Noot 2
De apparaatskosten van de ZBO’s Kiesraad en Huurcommissie zijn niet opgenomen, omdat ze worden bekostigd vanuit het secreatriaat van de Kiesraad (artikel 1) en baten-lastendienst Dienst van de Huurcommissie.
Noot 3
De apparaatskosten zijn alleen voor 2013 en 2014 opgenomen omdat over verdere jaren de informatie ontbreekt.
Om de Tweede Kamer inzicht te bieden in de apparaatsuitgaven per beleidsterrein wordt in tabel 11.4 weergegeven wat de apparaatsuitgaven zijn per onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Tabel 11.4 Apparaatsuitgaven per beleidsonderdeel (x 1 000 euro)
Directoraat-Generaal
2015
Beleidsartikelen
Totaal apparaat
252.326
Kiesraad
1.477
1
Bestuur en Koninkrijksrelaties
29.303
1, 6 en 7
Dienst concernstaf en bedrijfsvoering
82.388
Niet-beleidsartikel 11
Wonen en Bouwen
23.683
1, 2 (H18)
Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk
88.957
3 (H18)
Bureau Algemene Bestuursdienst (inclusief Top Management Groep (TMG) van het Rijk
25.839
3 (H18)
Rijksvastgoedbedrijf
729
6 (H18)
11.3 Invulling departementale taakstelling
De totale opgave voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (begrotingshoofdstukken IV, VII en XVIII) loopt op tot ruim € 64 mln. structureel vanaf 2018. De taakstelling is als volgt verdeeld.
Tabel 11.5 Totaal overzicht taakstelling BZK (HIV, HVII en HXVIII)
(x € 1.000)
2016
2017
2018
Structureel
Departementale taakstelling (Totaal)
23.582
53.110
64.563
64.563
Kerndepartement 1
17.634
39.556
47.037
47.037
Baten-lastenagentschappen
AGNL (opdrachtgever BZK)
1.000
1.000
Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten
984
2.235
2.727
2.727
Dienst van de Huurcommissie
427
970
1.183
1.183
FMHaaglanden
333
759
926
926
Logius
1.456
3.305
4.033
4.033
P-Direkt
67
153
186
186
SSC-ICT
427
973
1.187
1.187
Rijksgebouwendienst
688
1.604
1.950
1.950
Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf
980
2.223
2.710
2.710
UBR (voorheen De Werkmaatschappij)
586
1.332
1.624
1.624
Totaal Agentschappen
5.948
13.554
17.526
17.526
ZBO's 2
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen
0
0
0
0
Totaal ZBO's
0
0
0
0
Noot 1
De taakstelling ZBO Kiesraad is opgenomen bij het kerndepartement, omdat de kiesraad wordt bekostigd vanuit het secretariaat van de Kiesraad (artikel 1). Daarnaast maakt ook de generieke taakstelling AIVD onderdeel uit van de taakstelling kerndepartement.
Noot 2
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen is overgekomen naar het kerndepartement. Dit resulteert in een neerwaartse bijstelling van de ZBO bijdrage en een verhoging van de departementale taakstelling.
Een deel van de taakstelling op het kerndepartement betreft Koninkrijksrelaties (€ 1,2 mln.) en de invulling van dit deel van de taakstelling is in begrotingshoofdstuk IV opgenomen.
De invulling van de taakstelling wordt op het ogenblik uitgewerkt langs de lijnen zoals verwoord in de begroting van 2014.
-
-
-
-De taakstelling op het kerndepartement wordt naast continuering van de efficiencykorting van 1,5% per jaar in de jaren 2016,2017 en 2018 ingevuld met onder andere de resultaten van het programma’s Complacte Rijksdienst en Governance en sourcing van de bedrijfsvoering en door verlaging van de loonkosten en kosten voor externe inhuur en inbesteding.
-
-
-
-
-De taakstelling van de baten-lastenagenstchappen is ingeboekt op de budgetten van de opdrachtgevers (bij het betreffende DG). De invulling vindt plaast in de driehoek van eigenaar, opdrachtgever en opdrachtnemer.
-
-
-
-
-De taakstelling op de huisvesting is ingeboekt bij de budgetten van de opdrachtgevers en is onderdeel van de Rijksbrede taakstelling op huisvesting. Onder regie van de Rgd wordt in overleg met alle departementen, deze taakstelling ingevuld.
-
Artikel 12. Algemeen
Beleidsartikel 12 Algemeen
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen:
331
119.842
1.304
4.017
4.045
4.045
4.017
Uitgaven:
2.870
120.556
3.689
4.031
4.017
4.017
4.017
12.1
Algemeen
627
119.856
1.510
1.496
1.482
1.482
1.482
Subsidies
334
427
373
373
373
373
373
Diverse subsidies
155
250
200
200
200
200
200
Koninklijk Paleis Amsterdam
179
177
173
173
173
173
173
Opdrachten
293
1.047
1.137
1.123
1.109
1.109
1.109
Internationale Samenwerking
0
374
374
360
346
346
346
Opdrachten
293
673
763
763
763
763
763
Bijdragen aan baten-lastenagentschappen
0
118.382
0
0
0
0
0
Apparaatsgeld bestemd voor Egalisatievordering Rijk IenM
0
25.003
0
0
0
0
0
Apparaatsgeld bestemd voor Egalisatievordering Rijk BZK
0
11.329
0
0
0
0
0
Apparaatsgeld bestemd voor Egalisatievordering Rijk FIN
0
41.441
0
0
0
0
0
Apparaatsgeld bestemd voor Egalisatievordering Rijk SZW
0
498
0
0
0
0
0
Apparaatsgeld bestemd voor Egalisatievordering Rijk VWS
0
426
0
0
0
0
0
Apparaatsgeld bestemd voor Egalisatievordering Rijk VenJ
0
39.685
0
0
0
0
0
12.2
Verzameluitkeringen
2.243
700
2.179
2.535
2.535
2.535
2.535
Bijdragen aan medeoverheden
2.243
700
0
0
0
0
0
IPSV en impulsbudget
2.243
700
0
0
0
0
0
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
0
0
2.179
2.535
2.535
2.535
2.535
IPSV en impulsbudget
0
0
2.179
2.535
2.535
2.535
2.535
12.1 Algemeen
Subsidies
Diverse subsidies
In navolging van het besluit van het presidium van de Tweede Kamer om een subsidie te verstrekken aan de Stichting Parlementaire Geschiedenis, stelt BZK een aanvullende subsidie beschikbaar voor exploitatie van het Centrum Parlementaire Geschiedenis (CPG).
Koninklijk Paleis Amsterdam
Jaarlijkse subsidie ten behoeve van het onderhoud van het Koninklijk Paleis.
Opdrachten
Internationale Samenwerking en opdrachten
Het budget wordt aangewend voor kennis, onderzoek en internationale zaken. Het gaat om strategisch, beleidsondersteunend en evaluatief onderzoek dat raakvlakken heeft met meerdere beleidsterreinen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De vier kerntaken hierbij zijn:
-
-
-
-strategisch onderzoek en advies;
-
-
-
-
-guidance en coördinatie van onderzoek bij de decentrale eenheden;
-
-
-
-
-kennismanagement;
-
-
-
-
-ontwikkelen sturingsinformatie.
-
Verder zijn hier de budgetten opgenomen voor het onderhouden en uitbreiden van internationale relaties op de beleidsterreinen van het Ministerie. Het betreffen de uitgaven voor:
-
-
-
-het coördineren en voorbereiden van Europese besluitvorming op de beleidsterreinen van het Ministerie;
-
-
-
-
-gevolg geven aan de verplichtingen die voortvloeien uit internationale verdragen;
-
-
-
-
-het opstellen en (mede) implementeren van besluiten, programma’s en projecten in het kader van in het bijzonder de samenwerking binnen de Europese Unie;
-
-
-
-
-Voorbereiding en coördinatie EU-voorzitterschap 2016.
-
Bijdrage aan baten-lastenagentschappen
Apparaatsgeld bestemd voor Egalisatievordering
Het kabinet heeft besloten tot een nieuwe vormgeving van het Rijkshuisvestingsstelsel per 1-1-2016 (Kamerstukken II, 2011-2012, 31 490 nr. 75). Onderdeel van dit nieuwe Rijkshuisvestingstelsel is bijvoorbeeld een vaste gebruikersvergoeding voor departementen per m2 en het voorkomen van leegstand door centrale sturing. De een-op-een relatie uit het oude huisvestingstelsel tussen de (huur)prijs van het pand en het behuizen van een pand wordt met het nieuwe Rijkshuisvestingsstelsel losgelaten, waardoor de huidige huurcontracten voortijdig worden opengebroken. Gedurende de looptijd van het huurcontract heeft de Rijksgebouwendienst (RGD) een vordering op de balans (zogenaamde egalisatievordering). Deze werd in de loop der tijd afgelost door het departement. Doordat de huurcontracten voortijdig moeten worden opengebroken vanwege de overgang naar het nieuwe huisvestingsstelsel, dienen departementen deze egalisatievordering voortijdig af te lossen.
12.2 Verzameluitkeringen
Bijdragen aan medeoverheden
IPSV en impulsbudget
De verzameluitkering kent zijn wettelijke grondslag in de Financiële verhoudingswet en keert uit aan de decentrale overheden. Aanleiding voor de invoering van de verzameluitkering is de behoefte aan een wijze van middelenverstrekking aan de medeoverheden die ruimte biedt voor lokaal maatwerk en onnodige administratieve lasten voorkomt. Dit te meer gezien de geringe omvang van de middelen.
De in de tabel opgenomen reeks betreft de uitfinanciering van in het verleden aangegane verplichtingen om een impuls te geven aan de stedelijke vernieuwing, ondermeer in de vorm van innovatieve projecten.
Artikel 13. Nominaal en onvoorzien
Beleidsartikel 13 Nominaal en onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen:
0
1.580
10.554
8.529
2.189
463
553
Uitgaven:
0
1.580
10.554
8.529
2.189
463
553
13.1
Loonbijstelling
0
0
0
0
0
0
0
Algemeen
0
0
0
0
0
0
0
Apparaat
0
0
0
0
0
0
0
13.2
Prijsbijstelling
0
0
0
0
0
0
0
Algemeen
0
0
0
0
0
0
0
Apparaat
0
0
0
0
0
0
0
13.3
Onvoorzien
0
1.580
10.554
8.529
2.189
463
553
Algemeen
0
1.580
10.554
8.529
2.189
463
553
Apparaat
0
1.580
10.554
8.529
2.189
463
553
13.3 Onvoorzien
Algemeen
Apparaat
Deze middelen worden op een later moment toegekend aan de relevante beleidsartikelen. De toename van het budget in 2015 en 2016 wordt deels verklaard door de overheveling van het resterende deel aan loon- en de prijsbijstelling naar Onvoorzien.
Artikel 14. VUT-fonds
In de zomer van 2005 hebben de sociale partners bij de overheid een akkoord gesloten over VUT/prepensioen/levensloop (VPL). Een belangrijke afspraak uit dit akkoord vormde het gegeven dat de toekomstige premie van het VUT-fonds zoveel mogelijk stabiel zou moeten blijven. Hierdoor ontstond een liquiditeitsbehoefte bij het fonds voor de periode van de looptijd van het fonds. Hiervoor is een leenovereenkomst tussen de Staat en het fonds gesloten die voor het laatst is herzien in 2009. De overeenkomst bevat een leningplafond van maximaal € 1,8 mld. Het fonds kan op ieder gewenst moment een beroep doen op uitbetaling van een tranche van deze lening. Daarnaast is zij bevoegd een tranche geheel of gedeeltelijk vervroegd af te lossen. Deze werkwijze stelt het fonds in staat in te spelen op actuele liquiditeitsbehoeften. In 2016 dient VUT volledig terugbetaald te zijn. In onderstaande tabel zijn de huidige ramingen opgenomen.
Beleidsartikel 14 VUT-fonds
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen:
140.000
0
0
0
0
0
0
Uitgaven:
140.000
0
0
0
0
0
0
14.1
VUT-fonds
140.000
0
0
0
0
0
0
Algemeen
140.000
0
0
0
0
0
0
Algemeen
140.000
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten:
18.816
275.500
715.800
51.000
0
0
0
-
5.DE BATEN-LASTENAGENTSCHAPPEN
5.1 Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR)
Inleiding
BPR beheert de stelsels van de identiteitsgegevens en zorgt daarmee voor een betrouwbare levering van persoonsgegevens en reisdocumenten.
BPR is verantwoordelijk voor de volgende stelsels:
-
-
-
•de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP);
-
-
-
-
•de beheervoorziening burgerservicenummer (BV-BSN);
-
-
-
-
•het systeem van aanvraag, productie en distributie van reisdocumenten;
-
-
-
-
•de persoonsinformatievoorziening van het Caribisch gebied (PIVA);
-
-
-
-
•het Register Niet Ingezetenen (RNI) met ingang van eind 2013.
-
Verder beheert BPR de volgende registers:
-
-
-
•het register Paspoortsignalering (RPS),
-
-
-
-
•het Basisregister Reisdocumenten (BRR) en
-
-
-
-
•het Verificatieregister Reisdocumenten (VR).
-
Begin 2014 is een geheel vernieuwde technische infrastructuur in gebruik genomen bij het Rijksdatacenter (ODC Noord) met als doel te komen tot een generieke infrastructuur waarbij housing, hosting en technisch beheer voor alle stelselsystemen op eenduidige wijze ingericht wordt. Met deze vernieuwde infrastructuur is BPR ook in de toekomst in staat op een zeer hoog niveau van informatiebeveiliging, performance en schaalbaarheid diensten te leveren. In 2014 is er een hernieuwde sourcingsstrategie opgesteld, eind 2014 zullen diverse (applicatie) contracten opnieuw worden aanbesteed en in 2015 worden geïmplementeerd.
BRP
Op 6 januari 2014 is de Wet Basisregistratie Personen (Wet BRP) in werking getreden. De Wet BRP vervangt de Wet Gemeentelijke Basisadministratie (Wet GBA), waardoor het GBA-stelsel opgevolgd wordt door het BRP-stelsel. Deze overgang betekent niet dat alle onderdelen van het GBA-stelsel vanaf dat moment vervangen zijn. De invoering vindt gefaseerd plaats. Direct met de inwerkingtreding van de Wet BRP zijn de loketten van de Registratie niet-ingezetenen (RNI) geopend.
Onderstaand de speerpunten van de BPR werkzaamheden in het kader van de BRP.
-
-
-
-De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de Registratie niet-ingezetenen. Het beheer van de RNI is in 2014 ondergebracht bij BPR. Voor de benodigde uitvoeringskosten van de RNI zal door de opdrachtgever gezocht worden naar meerjarige financieringsmogelijkheden. De registratie van niet-ingezetenen is één van de basisregistraties en vormt samen met de registratie van ingezetenen de Basis Registratie Personen (BRP) en is daarmee een kernproduct uit de BPR-productportfolio.
-
-
-
-
-BPR participeert met kennis en expertise en levert daarnaast ondersteuning bij de voorbereiding op de implementatie en integratie van het Programma Operatie BRP. Met de komst van het Operatie BRP vinden er aanpassingen van het systeemlandschap plaats waaronder het uitfaseren van bestaande systemen en moeten er voorbereidingen getroffen worden voor de overname van de beheertaken. Door de opdrachtgever (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) is BPR aangewezen als beoogd beheerder van de BRP.
-
-
-
-
-In 2015 voorziet BPR een transitie van verschillende applicaties en zal gestart worden met het uitfaseren van aanpalende systemen.
-
-
-
-
-In 2014 is de kwaliteitsmonitor BRP in gebruik genomen. Het betreft een jaarlijkse kwaliteitsmeting die deels uit een zelfevaluatie en deels uit een bestandscontrole bestaat. Ook in 2015 dienen alle gemeenten deze kwaliteitsmeting onder toezicht van BPR uit te voeren.
-
Reisdocumenten
Het Nederlandse paspoort en de Nederlandse identiteitskaart (NIK) heeft met ingang van maart 2014 een geldigheidsduur van 10 jaar indien de aanvrager 18 jaar of ouder is. De financiële consequenties van dit besluit zijn in kaart gebracht. Met het Ministerie van Financiën is overeenstemming over het opstellen van een egalisatierekening ter opbouw van een reserve voor de jaren waarin de aanvragen reisdocumenten sterk zullen teruglopen.
-
-
-
-De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot het toezicht op het aanvraag- en uitgifte proces en de productie van het paspoort en de NIK zullen onder verantwoordelijkheid van BPR worden uitgevoerd. In 2015 start de aanbesteding van de biometrische aanvraagstations en wordt een begin gemaakt met de nieuwe infrastructuur voor reisdocumenten. Gemeenten zijn verplicht een jaarlijkse kwaliteitsmeting voor hun reisdocumententaak uit te voeren. Daar waar gemeenten beneden de gestelde norm scoren oefent BPR een verscherpt toezicht uit.
-
-
-
-
-Het project Check ID- Stop ID zal in 2015 bijdragen aan de fraudebestrijding van reisdocumenten door het, door de burger, sneller als vermist of gestolen kunnen opgeven van het reisdocument (StopID) en ook het online kunnen controleren of een reisdocument in omloop mag zijn (CheckID).
-
Caribisch gebied
Ter voorbereiding van de beoogde overgang van het Caribisch gebied van PIVA naar BRP wordt een kwaliteitsverbeteringsprogramma uitgevoerd. Er wordt aandacht geschonken aan de bestuurlijke verankering, organisatorische-, technische- en kwalitatieve verbeteringen. Tevens wordt in 2014 gezamenlijk gewerkt aan de verdere kwaliteitsverbetering van de bevolkingsadministratie. Doel is om meer rijksdiensten op PIVA-V aan te sluiten.
Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI)
Het CMI begeleidt slachtoffers van identiteitsfraude. Tevens begeleidt het CMI burgers met fouten in hun persoonsgegevens. Het aantal meldingen neemt jaarlijks gestaag toe. Er is een plan opgesteld voor doorontwikkeling van het Meldpunt. In 2015 zal een keuze gemaakt worden over de toekomst van het Meldpunt. Het CMI is tot eind 2015 bij BPR ondergebracht.
BPR vervult een centrale rol in de Hervormingsagenda Rijkdienst. Hierbij wordt samengewerkt met betrokken overheidsinstanties en koepelorganisaties. Daarnaast functioneert BPR als de uitvraag organisatie voor de identiteitsinfrastructuur.
Staat van baten en lasten
Baten-lastenagentschap BPR
Begroting van baten-lastenagentschap voor het jaar 2015 (Bedragen x € 1.000)
2013 Stand Slotwet
2014 Vastgestelde begroting
2015
2016
2017
2018
2019
Baten
Omzet moederdepartement
19.468
25.121
17.731
17.482
17.469
17.557
17.454
Omzet overige departementen
0
0
0
0
0
0
0
Omzet derden
79.456
75.334
82.843
90.303
89.831
78.245
38.462
Rentebaten
41
50
50
50
50
50
50
Vrijval voorzieningen
0
0
0
0
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
0
0
0
0
Totaal baten
98.965
100.505
100.624
107.835
107.350
95.852
55.966
Lasten
Apparaatskosten
93.226
97.455
97.448
104.571
103.630
92.283
52.846
-
-personele kosten
9.419
11.980
12.493
12.746
13.005
13.269
13.538
- waarvan eigen personeel
6.525
9.280
9.273
9.461
9.653
9.849
10.049
- waarvan externe inhuur
2.894
2.563
3.220
3.284
3.351
3.419
3.489
-
-materiële kosten
83.807
85.475
84.955
91.825
90.625
79.014
39.308
- waarvan apparaat ICT
134
0
150
150
150
150
150
- waarvan bijdrage SSO's
131
0
150
150
150
150
150
Rentelasten
1
450
376
264
120
120
120
Afschrijvingskosten
322
2.600
2.800
3.000
3.600
3.450
3.000
-
-materieel
322
2.600
2.800
3.000
3.600
3.450
3.000
- waarvan apparaat ICT
0
0
0
0
0
0
0
-
-immaterieel
0
0
0
0
0
0
0
Overige kosten
0
0
0
0
0
0
0
-
-dotaties voorzieningen
0
0
0
0
0
0
0
-
-bijzondere lasten
0
0
0
0
0
0
0
Totaal lasten
93.549
100.505
100.624
107.835
107.350
95.852
55.966
Saldo van baten en lasten
5.416
0
0
0
0
0
0
De kosten voor het beheren van de BRP worden doorberekend aan de gebruikers door middel van een kostendekkend tarief in de vorm van een abonnementsprijs. In het kader van financiering basisregistraties 2016 zal deze financieringsmethodiek mogelijk worden aangepast. In het programma van stelsel basisregistraties (PSB) wordt namelijk gesproken over een rijksbrede financiering van alle basisregistraties. De kosten voor het beheren van de reisdocumentenketen, innovatie, investering en de kosten van de productie en distributie worden gedekt uit het tarief dat BPR in rekening brengt bij de uitgevende instanties. De overige opdrachten worden betaald door de opdrachtgever, namelijk het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Toelichting op baten en lasten
Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van BPR is een kostendekkende exploitatie.
Voor het jaar 2015 zijn de lasten van de voorzieningen die in beheer zijn bij BZK gelijk gemaakt aan de beschikbare begroting. Als gevolg hiervan wordt een rem gezet op zowel het beheer en de doorontwikkeling van de huidige voorzieningen (RNI, CNL), als nieuwe ontwikkelingen.
De baten en lasten bedragen in 2015 € 101 mln. Het grootste gedeelte van de lasten (€ 85 mln.) betreft de kosten die worden gemaakt voor de productie en distributie van de reisdocumenten, het in stand houden van het BRP-netwerk, het beheer van de centrale verstrekkingvoorziening van de BRP (GBA-V) en de beheervoorziening BSN, RNI, CMI, PIVA-V en Sedula. De personele lasten bedragen zo’n € 12 mln. in 2015. Hierin is rekening gehouden met de rijksbrede doelmatigheidskorting van 1,5%, de additionele taakstelling van € 0,1 mln. De taakstelling Rutte-II zal door de opdrachtgevers worden ingevuld en is meegenomen in de cijfers. Voor de uitvoering van de taken maakt BPR gebruik van geautomatiseerde systemen die werken op een technische infrastructuur. De technische infrastructuur en het beheer daarvan zijn vervangen en uitgebreid. Hiermee sluit BPR aan op de doelstellingen van de compacte rijksdienst en de informatiestrategie (I-strategie). Op de materiële activa wordt in 2015 € 2,8 mln. afgeschreven. Dit betreft de afschrijving op de investering van de vernieuwde BPR-infrastructuur.
De omzet van het moederdepartement (€ 17,7 mln.) bestaat uit:
-
-
-
-de abonnementen voor het gebruik van de BRP door de afnemers die met ingang van 1 januari 2008 onder de budgetfinanciering vallen (€ 11 mln.);
-
-
-
-
-de bijdrage in de kosten van de BV-BSN (€ 2,6 mln.);
-
-
-
-
-de bijdrage in de kosten voor de voorziening PIVA-V en Sedula (€ 0,9 mln.);
-
-
-
-
-de bijdrage voor het beheer van de RNI (€ 2,9 mln.);
-
-
-
-
-de bijdrage CMI (€ 0,25 mln.).
-
De omzet van derden (€ 83 mln. In 2015) bestaat voornamelijk uit:
-
-
-
-de opbrengsten van de afnemers van de BRP die niet onder budgetfinanciering vallen (€ 7 mln.);
-
-
-
-
-de leges voor de reisdocumenten die de uitgevende instanties aan BPR afdragen (€ 76 mln.).
-
Om te voorkomen dat er grote fluctuaties in de kostprijs van reisdocumenten ontstaan als gevolg van de invoering van de 10-jarige geldigheid, maakt BPR gebruik van een egalisatierekening. Dit maakt realisatie van kostendekkendheid over 10 jaar mogelijk. Het vullen van deze rekening vindt plaats in de jaren voor 2019. Hierdoor kunnen vanaf 2019 de baten vanuit de egalisatierekening worden aangevuld. Dit betreft voor 2019 € 15,9 mln.
Kasstroomoverzicht
Baten-lastenagentschap BPR
Kasstroomoverzicht over het jaar 2015 (Bedragen x € 1.000)
2013 Stand Slotwet
2014 Vastgestelde begroting
2015
2016
2017
2018
2019
1.
Rekening courant RHB 1 januari 2015 + depositorekeningen
45.710
30.047
30.447
30.447
30.447
30.447
30.447
2.
Totaal operationele kasstroom
-
-2.765
4.000
2.800
3.000
3.600
3.450
3.300
-
-/- totaal investeringen
-
-9.553
-
-1.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen
0
0
0
0
0
0
3.
Totaal investeringskasstroom
-
-9.553
-
-1.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
0
0
0
0
0
0
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
0
0
0
0
0
0
0
Aflossingen op leningen (-/-)
0
-
-2.600
-
-2.800
-
-3.000
-
-3.600
-
-3.450
-
-3.300
Beroep op leenfaciliteit (+)
10.000
0
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
4.
Totaal financieringskasstroom
10.000
-
-2.600
200
0
-
-600
-
-450
-
-300
5.
Rekening courant RHB 1 januari 2015 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 miljoen euro)
43.392
30.447
30.447
30.447
30.447
30.447
30.447
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
Het operationele kasstroomoverzicht toont de meerjarige ontwikkeling van de rekening courant. De kasstroom wordt bepaald door het jaarlijkse bedrijfsresultaat, de investeringen, aflossingen op leningen en overige financiële transacties.
Investeringskasstroom
Voor 2015 wordt de omvang van de investeringen geraamd op € 3 mln. Het grootste deel van de investeringen betreft investeringen ten behoeve van de technische infrastructuur. Desinvesteringen worden niet verwacht.
Aflossingen op leningen
Deze bedragen betreffen de aflossingen van de aangegane leningen om investeringen te financieren.
Beroep op leenfaciliteit
Het beroep op leenfaciliteit omvat de door BPR bij het Ministerie van Financiën geleende bedragen. Het beroep op de leenfaciliteit wordt gedaan ter financiering van investeringen.
Doelmatigheid
Baten-lastenagentschap BPR
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Omschrijving Generiek Deel
Kostprijzen per product (groep)
*BRP tarief klasse B
1.100
1.200
1.100
1.100
1.100
1.100
1.100
*Reisdocumenten
-
-Paspoort 18+ (in euro’s)
20,80
20,05
37,11
37,11
37,11
37,11
37,11
-
-Identiteitskaart 18+ (in euro’s)
15,35
14,21
29,89
29,89
29,89
29,89
29,89
Omzet per productgroep
*BRP
17.369
17.025
18.500
18.500
18.500
18.500
18.500
*Reisdocumenten
65.175
73.379
75.448
82.908
82.436
70.850
15.172
FTE-totaal (excl. externe inhuur)
95
119
109
109
109
109
109
Saldo van baten en lasten (%)
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Omschrijving Specifiek Deel ICT diensten
Kwaliteitsindicatoren
Beschikbaarheid GBA netwerk
100%
99,9%
100%
100%
100%
100%
100%
Beschikbaarheid GBA -V
99,9%
99,0%
99,9%
99,9%
99,9%
99,9%
99,9%
Responstijd GBA-V
<3 sec
<3 sec
<3 sec
<3 sec
<3 sec
<3 sec
<3 sec
Beschikbaarheid Basisregister
99,9%
99,3%
99,9%
99,9%
99,9%
99,9%
99,9%
Beschikbaarheid Verificatieregister
99,9%
99,7%
99,9%
99,9%
99,9%
99,9%
99,9%
Beschikbaarheid BSN
99,9%
99,8%
99,9%
99,9%
99,9%
99,9%
99,9%
Klanttevredenheid
7,4
7,4
7,4
Nvt
7,4
Nvt
7,4
Doorlichting
2014
Toelichting op de doelmatigheidsindicatoren
De doelmatigheid van BPR wordt inzichtelijk gemaakt door het opnemen van de tarieven voor de reisdocumenten en de BRP en indicatoren met betrekking tot de kwaliteit van deze producten.
Kostprijs per product
De hoogte van de leges is gelijk aan de kostprijs van de documenten die BPR in rekening brengt bij de uitgevende instanties, zoals de gemeenten, de buitenlandse posten en de Caribische gemeenten (Bonaire, Eustatius en Saba). De gepresenteerde kostprijs is exclusief de gemeentelijke leges en eventuele spoedtoeslagen. In de stijgingen van de kosten voor de komende jaren is rekening gehouden met een prijsindexcijfer.
Het BRP-tarief is onder andere door doelmatigheidsresultaten uit efficiëntere inkoop en aanbesteding stabiel. Het maximale tarief opgenomen in de abonnementen voor 2015 is € 0,12 per bericht. Gebruik binnen de bandbreedte van het abonnement leidt tot een lagere prijs per bericht (staffel). De bandbreedte van het meest gebruikte abonnement B bedraagt 10.000 - 100.000 berichten (maximale tarief € 12 cent minimaal € 1,2 cent).
FTE-totaal
De verwachting voor het aantal fte vanaf 2015 is stabiel en de impact van het in beheer nemen van de BRP en andere opdrachten zou kunnen leiden tot een aanpassing van de benodigde fte de komende jaren.
Beschikbaarheid
De doelstelling in 2015 voor de beschikbaarheid van de netwerken is het halen van de gestelde normen.
Klanttevredenheid
Tweejaarlijks vindt er een klanttevredenheidsonderzoek plaats.
-
6.BIJLAGEN
6.1 Verdiepingsbijlage
In de onderstaande tabellen is bij de nieuwe mutaties voor het jaar 2019 tevens de extrapolatiestand voor het artikelonderdeel meegenomen.
Verdiepingsbijlage Hoofdstuk VII
Artikel 1 Openbaar bestuur en democratie
Uitgaven (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
32.629
29.963
29.032
29.010
28.975
0
1.1
Bestuurlijke en financiele verhouding
11.938
9.743
9.429
9.407
9.390
0
1.2
Participatie
20.691
20.220
19.603
19.603
19.585
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
12.588
488
488
488
488
488
1.1
Bestuurlijke en financiele verhouding
8.488
488
488
488
488
488
1.2
Participatie
4.100
0
0
0
0
0
Nieuwe mutaties
-
-1.803
-
-68
-
-68
-
-68
-
-68
28.907
1.1
Bestuurlijke en financiele verhouding
-
-718
-
-68
-
-68
-
-68
-
-68
9.322
1.2
Participatie
-
-1.085
0
0
0
0
19.585
Stand ontwerpbegroting 2015
43.414
30.383
29.452
29.430
29.395
29.395
1.1
Bestuurlijke en financiele verhouding
19.708
10.163
9.849
9.827
9.810
9.810
1.2
Participatie
23.706
20.220
19.603
19.603
19.585
19.585
Ontvangsten (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
24.865
21.965
21.965
21.965
21.965
0
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
21.965
Stand ontwerpbegroting 2015
24.865
21.965
21.965
21.965
21.965
21.965
Uitgaven (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
198.892
187.553
160.967
140.180
135.754
0
2.1
Apparaat
189.666
178.454
151.867
131.080
126.654
0
2.2
Geheim
9.226
9.099
9.100
9.100
9.100
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
3.882
4.190
14.190
24.190
26.190
2.190
2.1
Apparaat
3.882
4.190
14.190
24.190
26.190
2.190
Nieuwe mutaties
-
-5.000
21.000
25.000
25.000
27.800
187.554
2.1
Apparaat
-
-5.000
21.000
25.000
25.000
27.800
178.454
waarvan
-
a.Kasschuif taakstelling AIVD
-
-10.000
-
-4.000
2.800
2.800
-
b.Voorfinanciering taakstelling
5.000
-
c.Toekenning additionele middelen
25.000
25.000
25.000
25.000
25.000
2.2
Geheim
0
0
0
0
0
9.100
Stand ontwerpbegroting 2015
197.774
212.743
200.157
189.370
189.744
189.744
2.1
Apparaat
188.548
203.644
191.057
180.270
180.644
180.644
2.2
Geheim
9.226
9.099
9.100
9.100
9.100
9.100
Ontvangsten (x €1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
12.714
12.714
12.714
12.714
12.714
0
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
12.714
Stand ontwerpbegroting 2015
12.714
12.714
12.714
12.714
12.714
12.714
Toelichting
-
-
-
a.Kasschuif taakstelling AIVD
Ten behoeve van de invulling van de restanttaakstelling schuift AIVD de vrijgespeelde middelen vanuit de jaren 2014 en 2015 door de jaren 2018 tot en met 2022.
-
-
-
-
b.Voorfinanciering taakstelling
Voorfinanciering van middelen ten behoeve van de invulling van het restant taakstelling AIVD.
-
-
-
-
c.Toekenning additionele middelen
Het budget van de AIVD wordt met 25 mln. structureel verhoogd voor de toegenomen dreigingen van «Jihadisten en terugkeerders uit oorlogsgebieden, dreigingen aan de buitengrens van Europa, zoals Oekraïne - en cyberdreiging.
-
Artikel 6 Dienstverlenende en innovatieve overheid
Uitgaven (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
100.258
87.690
84.591
81.073
79.572
0
6.1
Verminderen regeldruk
2.500
2.439
0
0
0
0
6.2
Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen
25.983
18.351
20.137
20.115
20.098
0
6.3
Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen
45.391
40.914
39.143
36.916
35.941
0
6.4
Burgerschap
5.106
5.036
4.786
4.786
4.786
0
6.5
Reisdocumenten en basisadministratie personen
21.278
20.950
20.525
19.256
18.747
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
7.293
-
-950
-
-950
-
-950
-
-950
-
-950
6.1
Verminderen regeldruk
-
-400
0
0
0
0
0
6.2
Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen
7.301
0
0
0
0
0
6.3
Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen
2.448
1.900
1.900
1.900
1.900
1.900
6.4
Burgerschap
420
0
0
0
0
0
6.5
Reisdocumenten en basisadministratie personen
-
-2.476
-
-2.850
-
-2.850
-
-2.850
-
-2.850
-
-2.850
Nieuwe mutaties
11.083
2.145
2.145
2.146
2.147
81.720
6.1
Verminderen regeldruk
-
-116
0
0
0
0
0
6.2
Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen
825
0
0
0
0
20.098
6.3
Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen
10.300
2.145
2.145
2.146
2.147
38.089
waarvan
-
a.Loketkosten RNI
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
6.4
Burgerschap
70
0
0
0
0
4.786
6.5
Reisdocumenten en basisadministratie personen
4
0
0
0
0
18.747
Stand ontwerpbegroting 2015
118.634
88.885
85.786
82.269
80.769
80.770
6.1
Verminderen regeldruk
1.984
2.439
0
0
0
0
6.2
Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen
34.109
18.351
20.137
20.115
20.098
20.098
6.3
Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen
58.139
44.959
43.188
40.962
39.988
39.989
6.4
Burgerschap
5.596
5.036
4.786
4.786
4.786
4.786
6.5
Reisdocumenten en basisadministratie personen
18.806
18.100
17.675
16.406
15.897
15.897
Ontvangsten (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
3.350
3.350
3.350
3.350
3.350
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
1.738
-
-2.850
-
-2.850
-
-2.850
-
-2.850
-
-2.850
Nieuwe mutaties
-
-500
-
-500
-
-500
-
-500
-
-500
2.850
Stand ontwerpbegroting 2015
4.588
0
0
0
0
0
Toelichting
-
-
-
a.Loketkosten RNI
Betreft bijdrage voor de vergoeding aan loketgemeenten RNI in het kader van het Register Niet-ingezetenen (RNI).
-
Artikel 7 Arbeidszaken overheid
Uitgaven (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
37.897
34.944
34.823
33.126
32.939
0
7.1
Overheid als werkgever
12.471
12.370
10.418
10.240
10.223
0
7.2
Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen
25.426
22.574
24.405
22.886
22.716
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
-
-761
602
-
-1.408
-
-433
-
-433
-
-433
7.1
Overheid als werkgever
-
-273
90
80
55
55
55
7.2
Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen
-
-488
512
-
-1.488
-
-488
-
-488
-
-488
Nieuwe mutaties
-
-910
0
1.005
2.349
2.452
35.391
7.1
Overheid als werkgever
-
-410
0
0
0
0
10.223
7.2
Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen
-
-500
0
1.005
2.349
2.452
25.168
Stand ontwerpbegroting 2015
36.226
35.546
34.420
35.042
34.958
34.958
7.1
Overheid als werkgever
11.788
12.460
10.498
10.295
10.278
10.278
7.2
Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen
24.438
23.086
23.922
24.747
24.680
24.680
Ontvangsten (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
820
820
820
820
820
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
600
0
0
0
0
0
Nieuwe mutaties
45
0
0
0
0
820
Stand ontwerpbegroting 2015
1.465
820
820
820
820
820
NIET BELEIDSARTIKELEN
Artikel 11 Centraal apparaat
Uitgaven (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
192.827
183.912
174.012
162.898
157.864
0
11.1
Apparaat (excl. AIVD)
192.827
183.912
174.012
162.898
157.864
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
78.919
2.952
2.822
2.592
2.592
2.769
11.1
Apparaat (excl. AIVD)
78.919
2.952
2.822
2.592
2.592
2.769
Nieuwe mutaties
-
-1.193
65.462
64.387
61.499
60.184
215.632
11.1
Apparaat (excl. AIVD)
-
-1.193
65.462
64.387
61.499
60.184
215.632
waarvan
-
a.Centrale bekostiging P-Direkt
65.462
64.387
61.499
60.184
Stand ontwerpbegroting 2015
270.553
252.326
241.221
226.989
220.640
218.401
11.1
Apparaat (excl. AIVD)
270.553
252.326
241.221
226.989
220.640
218.401
Ontvangsten (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
3.875
3.875
3.875
3.875
3.875
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
70.577
-
-200
-
-200
-
-200
-
-200
-
-200
Nieuwe mutaties
11.000
2.379
2.349
2.321
2.280
6.121
Stand ontwerpbegroting 2015
85.452
6.054
6.024
5.996
5.955
5.921
Toelichting
a. Centrale bekostiging P-Direkt
De toename van de apparaatsuitgaven voor 2015, in vergelijking tot de stand zoals gepresenteerd in de ontwerpbegroting van 2014, wordt verklaard doordat de bekostiging van de dienstverlening van P-direkt centraal wordt belegd bij BZK.
Artikel 12 Algemeen
Uitgaven (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
2.164
3.639
3.981
3.967
3.967
0
12.1
Algemeen
1.464
1.460
1.446
1.432
1.432
0
12.2
Verzameluitkeringen
700
2.179
2.535
2.535
2.535
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
107.063
50
50
50
50
50
12.1
Algemeen
107.063
50
50
50
50
50
Nieuwe mutaties
11.329
0
0
0
0
3.967
12.1
Algemeen
11.329
0
0
0
0
1.432
12.2
Verzameluitkeringen
0
0
0
0
0
2.535
Stand ontwerpbegroting 2015
120.556
3.689
4.031
4.017
4.017
4.017
12.1
Algemeen
119.856
1.510
1.496
1.482
1.482
1.482
12.2
Verzameluitkeringen
700
2.179
2.535
2.535
2.535
2.535
Artikel 13 Nominaal en onvoorzien
Uitgaven (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
1.229
5.340
6.156
2.875
1.442
0
13.1
Loonbijstelling
0
0
0
0
0
0
13.2
Prijsbijstelling
0
0
0
0
0
0
13.3
Onvoorzien
1.229
5.340
6.156
2.875
1.442
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
10.957
7.274
3.908
528
502
592
13.1
Loonbijstelling
645
629
562
508
491
491
13.2
Prijsbijstelling
1.003
418
305
303
294
384
13.3
Onvoorzien
9.309
6.227
3.041
-
-283
-
-283
-
-283
Nieuwe mutaties
-
-10.606
-
-2.060
-
-1.535
-
-1.214
-
-1.481
-
-39
13.1
Loonbijstelling
-
-645
-
-629
-
-562
-
-508
-
-491
-
-491
13.2
Prijsbijstelling
-
-1.003
-
-418
-
-305
-
-303
-
-294
-
-384
13.3
Onvoorzien
-
-8.958
-
-1.013
-
-668
-
-403
-
-696
836
Stand ontwerpbegroting 2015
1.580
10.554
8.529
2.189
463
553
13.1
Loonbijstelling
0
0
0
0
0
0
13.2
Prijsbijstelling
0
0
0
0
0
0
13.3
Onvoorzien
1.580
10.554
8.529
2.189
463
553
Artikel 14 VUT-fonds
Uitgaven (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
70.000
0
0
0
0
0
14.1
VUT-fonds
70.000
0
0
0
0
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
-
-70.000
0
0
0
0
0
14.1
VUT-fonds
-
-70.000
0
0
0
0
0
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
0
14.1
VUT-fonds
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015
0
0
0
0
0
0
14.1
VUT-fonds
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten (x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
337.900
764.500
51.000
0
0
0
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014
-
-62.400
-
-48.700
0
0
0
0
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015
275.500
715.800
51.000
0
0
0
6.2 Moties en toezeggingen
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
A.1 In behandeling zijnde moties
Omschrijving motie
Vindplaats
Stand van zaken
Motie Recourt en Schouw; Verzoekt de regering de mogelijkheden voor internationale procedures ter bescherming van internationale klokkenluiders te onderzoeken
Parlementair agenda punt [07-11-2013] - AIVD (AO d.d. 6/11)
De Tweede Kamer zal voor het Herfstreces worden geïnformeerd.
Gewijzigde motie Segers c.s.; Verzoekt de regering, in overleg te treden met de decentrale overheden en spoedig met een voorstel te komen dat het mogelijk maakt dat decentrale overheden eigen normen stellen met betrekking tot het bezoldigingsmaximum, waar het gaat om door deze overheden (mede)gefinancierde instellingen
Parlementair agenda punt [30-01-2014] - Aanpassingswet Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (33 715)
De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2014 geïnformeerd.
Motie Tanamal c.s.: Verzoekt de regering bij de evaluatie van deze wet nadrukkelijk aandacht te besteden aan: de verhouding tussen de advies- en de onderzoeksfunctie van het Huis voor klokkenluiders; de voor- en nadelen van het onderbrengen van het Huis voor klokkenluiders bij de Nationale ombudsman
Parlementair agenda punt [11-12-2013] - Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Voortman, Segers, Ouwehand en Klein, houdende de oprichting van een Huis voor klokkenluiders (Wet Huis voor klokkenluiders (33 258) tweede termijn
De behandeling van het wetsvoorstel is geschorst. Een novelle is in voorbereiding. Na het zomerreces vindt overleg plaats tussen initiatiefnemers en de Minister. Vervolgens gaat het ontwerp naar de Raad van State.
Motie Recourt en Gesthuizen: Verzoekt de regering, een digitaal paspoort te ontwikkelen opdat het contact op internet tussen burger en overheid optimaal beveiligd is.Verzoekt de regering tevens, te onderzoeken voor welke toepassingen dit digitale paspoort eveneens kan worden gebruikt over de ontwikkeling van een digitaal paspoort
Parlementair agenda punt [26-04-2012] - Cyber security en veiligheid overheidswebsites (AO d.d. 10/04)
De afhandeling van de motie hangt samen met de besluitvorming over het publieke eID-middel, die is voorzien voor het najaar 2014.
Motie Szabo c.s; Verzoekt de regering over te gaan tot introductie van 1 uniforme elektronische identiteitskaart voor alle overheidsdiensten waarvoor authenticatie is vereist, invoering en gebruik van deze kaart voor burgers en bedrijven dient niet later plaats te vinden dan 1 januari 2007
Parlementair agenda punt [04-02-2004] - Modernisering van de overheid (brief van 1-12-2003); visie en actieprogramma «Andere Overheid» (29 362, nr. 1)
De afhandeling van de motie hangt samen met de besluitvorming over het publieke eID-middel, die is voorzien voor het najaar 2014.
Motie Toorenburg en Schouw; Verzoekt de regering in de afzonderlijke wetsvoorstellen voor de decentralisatieoperaties uitdrukkelijk in te gaan op de samenhang met elk van de beide andere wetsvoorstellen
Parlementair agenda punt [28-11-2013] - Begrotingsbehandeling BZK (hoofdstuk VII, IIA en IIB antwoord, re- en dupliek)
De Tweede Kamer wordt eind augustus 2014 geïnformeerd.
Motie Schouw en Taverne; Verzoekt de regering bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel in te dienen om de Zondagswet in te trekken
Parlementair agenda punt [19-12-2012] - Begroting BZK rest
Kabinet is in beraad over de uitvoering van de motie.
Motie Engels c.s.; Verzoekt de Minister een of meer modellen voor een stelsel van financiële verhoudingen tussen rijk en gemeenten te ontwikkelen waarin rekening wordt gehouden met zowel de effecten van de voorgenomen decentrali-saties als met voortgaande processen van gemeentelijke herindeling
Parlementair agenda punt [18-06-2013] - Inrichting openbaar bestuur
In de kabinetsreactie op de vervolgnotitie motie Schouw van het CPB is ingegaan op de financiering van gemeenten. Het Kabinet beraadt zich over toekomstige financieringsmodellen voor decentrale overheden.
A.2 Uitgevoerde moties
Omschrijving motie
Vindplaats
Stand van zaken
Motie Heijnen c.s.; Verzoekt de regering de mogelijkheid te verkennen van een onafhankelijke instelling voor onderzoek naar mogelijke integriteitsschendingen in het openbaar bestuur
Kamerdebat 19-12-2012 Begroting BZK rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 844 nr. 75).
Motie Bosma; Verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat bij bedreiging dan wel agressie en/of geweld tegen ambtenaren altijd aangifte wordt gedaan door de werkgever
Kamerdebat 12-02-2013
Agressie en geweld tegen publieke ambtsdragers (AO d.d. 30/1)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 juni 2013 per brief door min BZK en min V&J geïnformeerd (TK 2012-2013, 28 684 nr. 388).
Motie Schouw en Klein; Verzoekt de regering om een bestuurlijke afspraak te maken met de waterschappen, provincies en gemeenten om ten minste een keer per jaar het onderwerp integriteit te agenderen en hierover in het jaarverslag te rapporteren
Kamerdebat 06-03-2013
VAO Integriteit in het openbaar bestuur
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 844 nr. 75).
De motie Heijnen; Verzoekt de regering, uiterlijk 1 januari 2014 een wetsvoorstel te presenteren dat voorziet in deze aanscherping (zodat WNT-norm 100% van een ministersalaris wordt en zodat alle medewerkers en niet alleen topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector onder de WNT vallen)
Kamerdebat 19-06-2013 Jaarverslag ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2012
Afgedaan. MBZK heeft de motie mondeling uitgevoerd tijdens het AO over de WNT d.d. 6 maart 2014
Motie Elissen; Verzoekt de regering, om te zorgen voor wetgeving waarmee gemeenten verplicht worden om alle gegevens in de Gemeentelijke Basisadministratie van een verstrekkingsbeperking te voorzien, zodat uitsluitend rechthebbenden deze gegevens kunnen inzien
Kamerdebat 26-04-2012
VAO Cyber security en veiligheid overheidswebsites
Afgedaan. De wet BRP is op 6 januari 2014 in werking getreden (Staatsblad 2013-494)
Motie Heijnen c.s.; Verzoekt de regering om nut en noodzaak, de effectiviteit, van genoemde normen op Europees niveau aan de orde te stellen
Kamerdebat 07-06-2012
VAO Geldigheid kinderbijschrijvingen in het paspoort van de ouder(s) cq de voogd
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 25 764 nr. 77).
Motie Voortman c.s.; Verzoekt de regering het principe dat de burger in beginsel toegang heeft tot overheidsinformatie («ja, tenzij») als uitgangspunt te nemen in dit actieplan
Kamerdebat 19-12-2012 Begroting BZK rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 september 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 32 802 nr. 5).
Motie Schouw c.s.; Verzoekt de regering in kaart te brengen en af te wegen of deze automatische verstrekking (van gegevens uit GBA aan derden) niet moet worden vervangen door een vorm van expliciete toestemming vooraf door de betrokken burgers en hierover voor het zomerreces 2013 aan de Kamer te rapporteren
Kamerdebat 10-04-2013
Wet basisregistratie personen (33 219) rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 219 nr. 27).
Motie Voortman c.s.; Verzoekt de regering in haar reactie te concretiseren of en zo ja, op welke manier zij van plan is zeggenschap over te dragen aan burgers en hoe zij deze overdracht wil bevorderen op lokaal niveau
Kamerdebat 19-12-2012
Begroting BZK rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 400-VII nr. 79).
Motie Oosenbrug en Van der Linde; Verzoekt de regering- voor nieuwe zzp'ers een btw-identificatienummer te gebruiken dat niet gekoppeld is aan het burgerservicenummer; - bestaande zzp'ers de mogelijkheid te bieden, een nieuw btw-identificatienummer aan te vragen
Kamerdebat 28-11-2013 Begrotingsbehandeling BZK (hoofdstuk VII, IIA en IIB antwoord, re- en dupliek)
Afgedaan. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering is op 31 maart 2014 overgedragen aan min FIN.
Gewijzigde motie Voortman c.s.; Verzoekt de Minister van BZK, na ruggespraak met zijn collega’s bij voorjaarsnota met een visie op de decentralisaties en de inclusieve samenleving te komen vanuit de uitgangspunten participatie, toegankelijkheid, zelfstandigheid en kwaliteit van bestaan
Kamerdebat 19-12-2012 Begroting BZK rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 oktober 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 750-VII nr. 12).
Motie Koopmans en Heijnen; Verzoekt de regering een overzicht op te stellen van de aan te passen wetgeving op alle beleidsterreinen met een planning voor de realisatie daarvan en de Kamer daarover voor 1 januari 2012 te informeren.
Kamerdebat 14-09-2011
VAO Bestuursakkoord
Afgedaan. Acties die nodig waren voor uitvoering van deze motie zijn inmiddels achterhaald door de bestuurlijke hervorming van het huidige kabinet
Motie Schouw; Verzoekt de regering voor het zomerreces 2013 in kaart te brengen welke alternatieven, bijvoorbeeld het uitstellen van de verkiezingen voor de provinciale staten in de drie betrokken provincies, mogelijk zijn voor de dubbele verkiezingen en de Kamer hierover te infomeren
Kamerdebat 21-05-2013
Debat over de visie op de bestuurlijke inrichting van Nederland
Afgedaan. De Eerste Kamer en Tweede Kamer zijn op 4 juli 2013 per brief geïnformeerd (EK 2012-2013, CII nr. F en TK 2012-2013, 33 047 nr. 20)
Motie Vliegenthart c.s.; Roept de regering op om met een nadere analyse te komen over nut, noodzaak en democratische wenselijkheid van de door haar publiek gemaakte voornemens (op korte termijn de bestuurlijke inrichting van Nederland op lokaal, regionaal en provinciaal niveau ingrijpend te veranderenen), (een analyse van) het voorziene tijdpad en verzoekt de regering tot dan op dit terrein geen onomkeerbare stappen te zetten
Kamerdebat 18-06-2013 Inrichting openbaar bestuur
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 14 november 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, CII, H).
Motie Van Toorenburg c.s.; Verzoekt de regering voorstellen te doen om de bevoegdheden van rekenkamers en rekenkamercommissies voor samenwerkingsverbanden (anders dan op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen) uit te breiden en daarbij het gezamenlijk belang van de deelnemende gemeenten als uitgangspunt te nemen
Kamerdebat 28-11-2013 Begrotingsbehandeling BZK (hoofdstuk VII, IIA en IIB antwoord, re- en dupliek)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 januari 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 597 nr. 9).
Motie Lokin-Sassen c.s.; Dringt er bij de regering op aan om in de Grondwet een artikel op te nemen, waarbij een algemeen recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter wordt opgenomen
Kamerdebat 07-02-2012 Kabinetsreactie van 24 oktober 2011 (TK 31 570, nr. 20) op het advies van de Staatscommissie Grondwet (31.570)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juni 2013, mede namens min V&J, per brief geïnformeerd (EK 2012-2013, 31 570 nr. G)
Motie Engels c.s.; Verzoekt de regering, met inachtneming van het advies van de Staatscommissie en van de kabinetsreactie, vóór 1 oktober 2012 een voorstel te (doen) ontwikkelen voor de formulering van een algemene bepaling in de Grondwet, waarin wordt uitgedrukt dat Nederland een democratische rechtsstaat is, zo mogelijk uitgewerkt dan wel aangevuld met nadere voorschriften
Kamerdebat 07-02-2012 Kabinetsreactie van 24 oktober 2011 (TK 31 570, nr. 20) op het advies van de Staatscommissie Grondwet (31 570)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juni 2013, mede namens min V&J, per brief geïnformeerd (EK 2012-2013, 31 570 nr. G)
Motie Heijnen; Verzoekt de regering jaarlijks binnen een termijn van uiterlijk 60 dagen de Kamer een reactie op de jaarrapportage van het college te doen toekomen, die als basis voor debat tussen Kamer en regering kan dienen
Kamerdebat 12-04-2011
Vervolg plenair debat behandeling wetsvoorstel oprichting College rechten van de mens
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 september 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 400-VII nr. 83)
Motie Schouw c.s.; Verzoekt de regering de CTIVD opdracht te geven in volgende rapportages een precies oordeel te vellen over de rechtmatigheid van de informatiewinning van de AIVD en de MIVD, en de nodige maatregelen te treffen om dat oordeel mogelijk te maken
Kamerdebat 28-11-2013 Begrotingsbehandeling BZK (hoofdstuk VII, IIA en IIB antwoord, re- en dupliek)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 820, nr. 2).
Motie Segers c.s.; Verzoekt de regering met een brief te komen met haar visie op de fundamentele vraagstukken rondom het werk van onze inlichtingendiensten en specifiek op de verhouding tussen de overheidsverantwoordelijkheid voor veiligheid en het recht van burgers op privacy
Kamerdebat 28-11-2013 Begrotingsbehandeling BZK (hoofdstuk VII, IIA en IIB antwoord, re- en dupliek)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 820, nr. 2).
B.1 In behandeling zijnde toezeggingen
Omschrijving
Vindplaats
Stand van zaken
De Minister zegt toe met CdK’s te zullen spreken over agressie en geweld tegen burgemeesters en de Kamer daarover te informeren
Parlementair agenda punt [04-06-2014] - Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele bepalingen) (33 691)
De Minister zal in zijn regulier overleg met CdK’s in september 2014 de aanpak van agressie en geweld tegen burgemeesters bespreken. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2014 geïnformeerd.
De Minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Koole (PvdA) en Huijbregts-Schiedon (VVD), toe om in overleg te treden met de VNG over eigen maximumsalarissen van lokale overheden en de uitkomst van dat overleg per brief aan de Eerste Kamer mede te delen (T01605)
Parlementair agenda punt [06-11-2012] - Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (32 600)
De Eerste Kamer wordt verzocht de deadline te verschuiven naar 18 december 2014.
De Minister zegt toe, nav motie Segers c.s., met in overleg te treden met de decentrale overheden en spoedig met een voorstel te komen dat het mogelijk maakt dat decentrale overheden eigen normen kunnen stellen met betrekking tot het bezoldigingsmaximum. Er moet echter wel ruimte zijn om open met de decentrale overheden te overleggen. Daarnaast zullen Justitie en VWS bij dit overleg betrokken worden.
Parlementair agenda punt [30-01-2014] - Aanpassingswet Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (33 715)
De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2014 geïnformeerd.
De Minister zegt toe dat als uit nieuwe voorbeelden blijkt dat het minimumbedrag van 500.000 euro ontoereikend is, dit bedrag zou kunnen worden herzien bij de behandeling van de Wnt 2 (normverlaging).
Parlementair agenda punt [30-01-2014] - Aanpassingswet Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (33 715)
De toezegging zal tijdens de behandeling van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT, sinds 1 juli aanhangig bij de Tweede Kamer, worden behandeld.
De Minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Van Bijsterveld, Ester, Engels en De Boer, toe dat hij binnen twee jaar met de evaluatie van de effecten van de wet zal komen, en daarbij aandacht zal besteden aan:
-
-de effecten op de zorgsector;
-
-het sanctieregime;
-
-de kwaliteit van nieuw aangetrokken topfunctionarissen;
-
-het effect op het loongebouw.(T01603)
Parlementair agenda punt [06-11-2012] - Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (32 600)
De toezegging zal naar verwachting worden ingepast in de jaarlijkse WNT-rapportage die de Minister uitbrengt, te beginnen met de WNT-rapportage over 2013 die voor het einde van 2014 zal verschijnen.
De Minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe de werknemersorganisaties te betrekken bij de uitvoering van de onderdelen van het regeerakkoord over maximering van salarissen (T01604)
Parlementair agenda punt [06-11-2012] - Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (32 600)
Het nog niet voldane deel heeft betrekking op een wetsvoorstel waarmee de WNT wordt uitgebreid naar alle werknemers. Dit tweede wetsvoorstel is nog niet in procedure en heeft een beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2017. De Eerste Kamer wordt verzocht de deadline te verschuiven naar 1 juli 2016.
De Minister zegt de Eerste Kamer een integrale evaluatie in 2016 toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen, van de effecten van de eerdere wijzigingen van de Appa-uitkeringsaanspraken uit 2010 (verkorting uitkeringsduur en invoering sollicitatieplicht) voor alle Appa-gerechtigden (T01602)
Parlementair agenda punt [11-09-2012] - Wet aanpassing uitkeringsduur Appa (33.298)
De evaluatie van de Appa maatregelen vindt plaats eind 2015. De Kamer zal in het voorjaar van 2016 worden geïnformeerd.
De Minister zegt toe over 3 jaar (in 2016) weer een Metamonitor uit voeren, waarbij gegevens uit de sectoren centraal komen te staan, aangevuld met gegevens uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden
Brief TK d.d. 12 december 2013 «Aanbieding Rapport Metamonitor Veilige Publieke Taak 2013»
De Metamonitor VPT vindt eens per drie jaar plaats. In oktober 2016 wordt de volgende Metamonitor uitgevoerd.
De Tweede Kamer wordt eind 2016 geïnformeerd.
De Minister zegt toe op het daartoe geëigende moment, dus na een eventuele aanvaarding van dit wetsvoorstel door de Staten-Generaal, over de wijze van invoering en uitvoering van die wet in overleg treden met de bonden
Parlementair agenda punt [23-01-2014] - Initiatiefvoorstel Van Weyenberg/Van Hijum; Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (32 550) 2e termijn antwoord
Het initiatief wetsvoorstel is nog in behandeling bij de Eerste Kamer.
De Minister zegt toe dat er gelijktijdig met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel een ambtenarenstatuut met flankerend beleid zal worden ingevoerd
Parlementair agenda punt [23-01-2014] - Initiatiefvoorstel Van Weyenberg/Van Hijum; Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (32 550) 2e termijn antwoord
Het initiatief wetsvoorstel is nog in behandeling bij de Eerste Kamer.
De Minister zegt toe dat de invoeringskosten die gepaard gaan met het initiatiefwetsvoorstel niet ten koste zullen gaan van de arbeidsvoorwaarden van de ambtenaren
Parlementair agenda punt [23-01-2014] - Initiatiefvoorstel Van Weyenberg/Van Hijum; Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (32 550) 2e termijn antwoord
Het initiatief wetsvoorstel is in behandeling bij de Eerste Kamer.
Op de vraag van de heer Heijnen over een protocol voor ambtenaren, stelt de Minister dat als het gaat om een code of een andere nog nader te vinden vorm, hij dat toezegt.
Parlementair agenda punt [19-12-2012] - Begroting BZK rest
In februari 2014 is het wetsvoorstel aanvaard in de Tweede Kamer. Het voorstel is in behandeling bij de Eerste Kamer.
De Minister zegt toe om jaarlijks, tot en met 2016, de gegevens uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden te gebruiken om de Tweede Kamer te informeren over het algemene beeld mbt ontwikkelingen op het gebied van de Veilige Publieke Taak
Brief TK d.d. 12 december 2012 «Aanbieding Rapport Metamonitor Veilige Publieke Taak 2013»
De Minister zal de Tweede Kamer in het najaar 2014 informeren over de ontwikkelingen op het gebied van Veilige Publieke Taak aan de hand van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden.
De Minister zegt toe de aard en omvang van de mogelijke publieke beschikbaarheid van de persoonskaarten in de archieven van FamilySearch in Utah nader te verifiëren, en op basis daarvan, indien nodig, tot een duurzame oplossing te komen om veilig te stellen dat toegang tot deze persoonsgegevens ook in de toekomst beperkt blijft. De Tweede Kamer zal hierover begin 2013 worden geïnformeerd.
Antwoorden op Kamervragen van lid Oosenbrug (PvdA) d.d. 10 december 2012
BZK is in gesprek met de mormonen over de definitieve tekst van de overeenkomst.
Na afronding volgt ondertekening.
Het kabinet zoekt - samen me de ARK - naar de wijze waarop het beschikbaar stellen van open data kan worden versneld en vergroot. Het kabinet zal in de Miljoenennota 2015 concrete stappen zetten bij het onsluiten van informatie, ook informatie die is verbonden met de begroting (Van Hijum houdt hierop zijn motie 33 930, nr. 7 aan)
Parlementair agenda punt [28-05-2014] - Verantwoordingsdebat 2013
De interdepartementale afstemming vindt plaats op financieel en inhoudelijk vlak. De Tweede Kamer zal in het najaar van 2014 worden geïnformeerd.
De Minister zegt toe alle beschikbare relevante informatie, waaronder jurisprudentie, over het doorberekenen van de kosten van de WOB aan de Tweede Kamer beschikbaar te stellen. Dit zal gebeuren voorafgaand aan de bespreking van de nieuwe voorstellen WOB
Parlementair agenda punt [14-11-2011] - BZK Begroting (33 000-VII)
Ofschoon de Hoge Raad de langlopende discussie over het heffen van leges heeft beslecht, zal naar de strekking van de toezegging de relevante informatie voorafgaand aan de plenaire behandeling van het initiatiefwetvoorstel de relevante informatie aan de Kamer worden toegezonden. De plenaire behandeling van het initiatiefwetsvoorstel wordt niet voor september/oktober 2014 verwacht.
De Minister zegt toe bij de Begrotingsbehandeling 2015 de voortgang van de webrichtlijnen te melden
Parlementair agenda punt [25-06-2014] - Digitale overheid
In aanloop naar de begrotingsbehandeling 2015 zal de Tweede Kamer nader geïnformeerd worden over de toepassingen van de webrichtlijnen van websites van de overheid.
De Minister zegt toe eind 2014 de Tweede Kamer de voortgang te rapporteren over de website www.wiekrijgtmijngegevens.nl
Parlementair agenda punt [25-06-2014] - Digitale overheid
De Tweede Kamer wordt voor 31 december 2014 per brief geïnformeerd over de voortgang van de website wiekrijgtmijngegevens.nl.
Daarnaast wordt de Tweede Kamer vóór het AO van 10 september 2014 geïnformeerd over de digitale inzage (van verstrekkingsgegevens uit de BRP) bij gemeenten.
De Minister zegt toe de Tweede Kamer in het najaar 2014 te rapporteren over gesprekken met de markt over de ontwikkeling van eID, incl. een internationale vergelijking
Parlementair agenda punt [25-06-2014] - Digitale overheid
De Tweede Kamer wordt in het najaar 2014 gerapporteerd over de stand van zaken.
De Minister zegt toe de Tweede Kamer in mei 2015 te rapporteren over de broncode en gebleken interesse
Parlementair agenda punt [25-06-2014] - Digitale overheid
De Minister zal de Tweede Kamer in mei 2015 rapporteren over de ervaringen met de beschikbaarstelling van de broncode BRP.
De Minister zegt toe de Tweede Kamer regelmatig te informeren gedurende het programma dat de BRP bouwt en voorwaarde is voor het slagen van de modernisering GBA. Dit informeren gebeurt in ieder geval bij alle faseovergangen en minimaal twee maal per jaar.
Brief TK d.d. 28 oktober 2013
De toezegging - regelmatig informeren van de Tweede Kamer - wordt meegenomen in het reguliere BZK-beleid. De eerste rapportage is op 16 april 2014 naar de TK verzonden. Er volgt in 2014 minstens nog één rapportage.
De Minister van Binnenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Engels (D66), toe dat hij in zijn aan de Kamer te sturen beschouwing over een aantal elementen uit de visienota ook aandacht zal besteden aan heel Hoofdstuk 7 van de Grondwet, met name aan de in de motie-Engels c.s. genoemde elementen (T01721)
Parlementair agenda punt [18-06-2013] - Inrichting openbaar bestuur
Reactie op toezegging hangt samen met de aan de Tweede Kamer toegezegde notitie over tussentijdse raadsontbinding. Beide Kamers zullen eind 2014 worden geïnformeerd.
De Minister zegt toe door middel van halfjaarlijkse rapportages de Kamer te informeren over de voortgang van de voorbereiding op de decentralisaties in het sociale domein tot aan invoering per 2015. Deze voortgang geschiedt in samenhang met inhoudsspecifieke informatie van de betrokken departementen en de rapportage van het CPB.
Brief TK d.d. 18 oktober 2013
Met de brief aan de Kamer d.d. 2 juli 2014 inzake de Transitiecommissie Sociaal Domein is deels invulling gegeven aan deze toezegging. Na het zomerreces zal de Kamer verder worden geïnformeerd over de voortgang door middel van een vervolg-voortgangsrapportage.
De Minister zegt toe bij de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 het onderzoek naar de toegankelijkheid van stemlokalen te herhalen om te meten wat de vorderingen zijn
Brief aan TK d.d. 17 januari 2013
Begin september 2014 wordt de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen en de Europees Parlementsverkiezingen aan de Tweede Kamer gestuurd.
De Minister zegt toe in september een evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen en de Europese verkiezingen 2014 aan de Tweede Kamer te sturen. In de evaluatie zal specifiek aandacht worden besteed aan het commissieverzoek over de verhouding tussen de omvang van gemeenten en het opkomstpercentage en aan de relatie tussen opkomstpercentage en gemeentelijke herindelingen.
Brief min BZK d.d. 4 april 2014 «Uw verzoek naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen»
De evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen en van de verkiezingen voor het Europees parlement zal voor het herfstreces aan de Kamer worden toegezonden, inclusief een korte toelichting op de opkomstcijfers. De gevraagde analyse van de opkomst(cijfers) zal worden gecombineerd met de toezegging om de Kamer in het najaar te berichten over de mogelijkheden om in samenwerking met betrokken partijen te komen tot een versterking van de lokale democratie.
De Minister zegt toe, vanwege de uitbreiding van de gemeentelijke taken voor het sociaal domein per begrotingsjaar 2015, de komende jaren opnieuw in kaart te laten brengen wat de aard van de afgegeven accountantsverklaringen is. De Tweede Kamer zal over de uitkomsten dit najaar, wanneer de resultaten over begrotingsjaar 2013 beschikbaar zijn, worden geïnformeerd.
Brief MBZK d.d. 24 april 2014 «Beantwoording Kamervragen over de berichten «Stadsbestuur let onvoldoende op de centen» en «We zijn geen applausmachine van het college»
De Tweede Kamer zal voor het Herfstreces 2014 per brief worden geïnformeerd over de uitkomsten van de inventarisatie van afgegeven controleverklaringen door de accountant bij de jaarrekening 2013.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe de mogelijkheid van een instrumentondersteuning voor lokale politieke partijen ten behoeve van financiële rapportage te betrekken bij de voorbereiding van het wetsvoorstel dat de financiering van deze partijen regelt (T01688)
Parlementair agenda punt [26-02-2013] - 32 752 Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen)
De Eerste Kamer is bij brief van 18 december 2013 (EK 2013-2014, 32 752, nr. J) gemeld dat de zij hierover nader geïnformeerd wordt op het moment dat het wetsvoorstel wordt ingediend bij de Kamer. De streefdatum daarvoor is 1 november 2014.
De Minister zegt toe voor het eind van 2013 de Kamer informeren over de uitkomsten van het empirisch onderzoek naar de ontwikkeling van het burgemeesterschap en daarbij verslag doen van- Overleg met het NGB over de ondersteuning van (ook ervaren) burgemeesters bij crisissituaties;- Overleg met de CdK’s over het benoemen van waarnemers en de inbreng van gemeenteraden daarbij;- Overleg met het NGB en de CdK’s over de ontwikkeling van herbenoemingprocedures
Parlementair agenda punt [06-06-2013] - Taken en verantwoordelijkheden burgemeesters
De Kamer wordt in het najaar van 2014 geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek.
De Minister zegt toe twee jaar na inwerkingtreding een eerste tussenevaluatie van de wet uit te zullen voeren en de Tweede Kamer daarover te informeren
Parlementair agenda punt [14-09-2011] - Wet revitalisering generiek toezicht (32 389)
De Tweede Kamer zal, na de inwerkingtreding per 1 oktober 2012, een tussenevaluatie ontvangen ca. twee jaar na de inwerkingtreding
De Minister zegt toe voor het einde van 2014 de aanbevelingen van de commissie uit te werken en waar nodig verder te onderzoeken, waarbij ook externe experts worden betrokken en de Kamer hierover te informeren
Brief min BZK d.d. 21 maart 2014 «Kabinetsstandpunt over rapport elektronisch stemmen in het stemlokaal en internetstemmen voor kiezers in het buitenland»
De uitvoering van het kabinetsstandpunt is gaande. De planning is erop gericht dat het kabinet eind 2014 een besluit neemt over de haalbaarheid van de invoering van de stemprinter en elektronisch tellen. De Tweede Kamer wordt over de uitkomsten van de besluitvorming geïnformeerd.
De Minister zegt toe nieuwe informatie met betrekking tot gemeenten die de artikel 12 - status hebben of hebben aangevraagd, of onder preventief toezicht staan of komen te staan aan de Kamer zenden. Tevens wordt nader onderzoek gedaan naar de grondposities van gemeenten, de risico's en PPS - constructies waarover de Tweede Kamer in het najaar van 2014 zal worden geïnformeerd
Parlementair agenda punt [16-04-2014] - Ruimtelijke Ordening
In december zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd over of en welke nieuwe gemeenten een aanvraag hebben ingediend voor een aanvullende uitkering artikel 12.
In het najaar zal de Tweede Kamer ook worden geïnformeerd over de resultaten van het vervolg onderzoek naar de financiële situatie bij de gemeentelijke grondbedrijven alsook over het onderzoek naar grondexploitatie in geval van PPS-constructies.
De Minister zegt toe CdK’s en burgemeesters van handelingsperspectief inzake bestuurlijke integriteit te voorzien en de Kamer hierover te informeren
Parlementair agenda punt [04-06-2014] - Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele bepalingen) (33 691)
De wet waarop de toezegging aan de Tweede Kamer berust, moet dit najaar eerst nog door de EK worden aangenomen.
De Minister zegt toe de Tweede Kamer een notitie over de mogelijkheden voor tussentijdse raadsontbinding te sturen
Parlementair agenda punt [12-03-2009] - Staat van dualisering
De beschouwing inzake H 7 Grondwet is nog niet gereed, vergt meer tijd alsook bestuurlijke consultatie/afstemming.
De Minister zegt toe de Kamer in het najaar te berichten over de mogelijkheden om in samenwerking met alle betrokken partijen de lokale democratie te versterken. Hierin wordt ook ingegaan op de interpretatie van opkomstcijfers voor het vertrouwen in de democratie, en op de vraag welke factoren van invloed zijn op de opkomst bij lokale verkiezingen.
Brief min BZK d.d. 4 april 2014 «Uw verzoek naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen»
De Kamer zal in het najaar 2014 een agenda ter versterking van de lokale democratie worden toegezonden. Hierin zal de gevraagde nadere informatie en duiding over de opkomst(cijfers) bij de gemeenteraadsverkiezingen worden verstrekt.
De Minister zegt toe onderzoek te doen naar de relatie tussen schaalgrootte (bijvoorbeeld als gevolg van een herindeling) en het opkomstpercentage bij verkiezingen en de Kamer hierover te informeren
Parlementair agenda punt [15-04-2014] - Herindeling van de gemeenten 's-Hertogenbosch, Maasdonk en Oss (33 786) + Samenvoeging van de gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen (33 787) + Samenvoeging van de gemeenten Bernisse en Spijkenisse (33 789) + Samenvoeging van de gemeenten Alkmaar, Graft-De Rijp en Schermer (33 790) + Samenvoeging van de gemeenten Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist (33 788)
De Tweede Kamer is op 2 juli jl. geïnformeerd over de adviesaanvraag aan het CPB. Op basis hiervan zal een vervolgbrief aan de Kamer volgen in het najaar van 2014.
De Minister neemt zich voor de waterschapsverkiezingen te organiseren op basis van de Kieswet. Aangezien deze verkiezingen nu plaatsvinden op grond van de Waterschapswet, dient de Kieswet veranderd te worden.
Parlementair agenda punt [19-12-2012] - Begroting BZK rest
De Kieswet is per 1 juli 2014 gewijzigd in verband met de uitvoering van de Waterschapsverkiezingen door de gemeenten (Stb. 2014, 184). De waterschapverkiezingen worden op 18 maart 2015 voor het eerst door de gemeenten uitgevoerd, gelijktijdig met de provinciale Statenverkiezingen.
De Minister zegt toe de werking van de wet, binnen de jaarschijven die het indienen van jaarverslagen en de controle daarop van accountants met zich meebrengen, na de eerstvolgende Tweede Kamerverkiezingen te evalueren
Parlementair agenda punt [25-01-2012] - Wet financiering politieke partijen (32 752) + Wijziging van de Wet subsidiëring politieke partijen met het oog op verlaging van de subsidies (31 906) 1e termijn
De Minister van BZK neemt de toezegging mee in de evaluatie van de wet, die naar verwachting eind 2017 zal worden afgerond.
De Minister zegt toe dat de evaluatie aandacht zal schenken aan de aanwijzing van lokale afdelingen als neveninstellingen en het eventueel doorsluizen van giften aan lokale afdelingen naar landelijke partijen.
Parlementair agenda punt [25-01-2012] - Wet financiering politieke partijen (32 752) + Wijziging van de Wet subsidiëring politieke partijen met het oog op verlaging van de subsidies (31 906) 1e termijn
De Minister van BZK neemt de toezegging mee in de evaluatie van de wet, die naar verwachting eind 2017 zal worden afgerond.
De Minister zegt toe als onderdeel in de evaluatie van de wet mee te nemen in hoeverre de toezichthouders sectorspecifieke instructies en meetlatten, eventueel onder een andere benaming, alsnog toepassen.
Parlementair agenda punt [14-09-2011] - Wet revitalisering generiek toezicht (32 389)
De Minister van BZK neemt de toezegging mee in de evaluatie die daartoe wordt opgesteld. Einddatum van de evaluatie is 1 oktober 2017.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Bijsterveld (CDA), toe de keuze voor het sanctiestelsel te betrekken bij de evaluatie van de wet (T01686)
Parlementair agenda punt [26-02-2013] - 32 752 Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen)
De Eerste Kamer wordt eind 2017 geïnformeerd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Graaf (D66), toe de lacune van kandidaten die zich hebben afgesplitst, zich niet als vereniging organiseren en daardoor niet (direct) onder de wet vallen, bij een volgende gelegenheid te dichten, wanneer dit in de praktijk voorkomt (T01687)
Parlementair agenda punt [26-02-2013] - 32 752 Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen)
De Eerste Kamer wordt eind 2017 geïnformeerd. De toezegging zal worden meegenomen bij de evaluatie van de wet, die voor over enkele jaren voorzien is.
De Eerste Kamer wordt verzocht de deadline te verschuiven naar 1 januari 2018.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe bij de evaluatie over vijf jaar het principe van gelijkheid van kansen mee te wegen en te bezien of dit tot een giftenmaximum moet leiden (T01682)
Parlementair agenda punt [26-02-2013] - 32 752 Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen)
De Eerste Kamer wordt eind 2017 geïnformeerd.
De Minister van Veiligheid & Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Broekers-Knol en Lokin-Sassen, toe om samen met de Minister van BZK deskundigen te benoemen die nog in 2013 in goed overleg een breed gedragen handleiding zullen maken voor de omgang met verzoeken tot nadeelcompensatie (T01662)
Plenair debat Wetsvoorstel Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten)(32 621) d.d. 29 januari 2013
Het voortouw ligt bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In overleg met Rijkswaterstaat wordt bezien of kan worden gekomen tot een handleiding voor wegafsluitingen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Duthler (VDD) en Engels (D66), toe voor 1 april 2014 een brief naar de Kamer te sturen met het standpunt van de regering over herziening van de organisatie van de bestuursrechtspraak in hoogste instantie, inclusief het beoogde tijdpad. In de brief zal aandacht worden besteed aan het advies van de Raad voor de rechtspraak en de reactie daarop van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (T01905)
Parlementair agenda punt [11-03-2014] - Staat van de rechtsstaat
De Eerste Kamer is op 26 juni 2014 per brief geïnformeerd en beschouwt de toezegging als deels afgedaan.
De Minister zegt toe dat ter uitvoering van de motie Lokin-Sassen c.s. de voorbereidende werkzaamheden die reeds gaande zijn te laten resulteren in een concept wetsvoorstel tot wijziging van de Grondwet dat in (internet)consultatie kan worden gegeven. Bovendien zal het proefschrift van de heer Leeuw betrokken worden bij de formulering van een grondwetsartikel over het recht op een eerlijk proces en het recht op toegang tot de rechter (T01776)
Brief EK d.d. 25 september 2013
De Eerste Kamer is op 17 maart 2014 (EK 2013-2014, 31 570, J) over de nadere tijdsplanning geïnformeerd. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2015 bij de Tweede Kamer ingediend.
De Minister van BZK komt - zo mogelijk voor de zomer van 2014 - met een notitie die een inventarisatie bevat van de verschillende opties voor de verhouding tussen de Eerste en Tweede Kamer. Ook zal daarin een internationale vergelijking met verschillende stelsels worden opgenomen. Ook de suggesties die in het debat zijn gedaan, zullen bij de notitie worden betrokken
Parlementair agenda punt [29-10-2013] - Algemene Politieke Beschouwingen
De toezegging is in november 2013 in behandeling genomen.
De Minister zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Swagerman (VVD), diens suggesties inzake horizontale werking en notificatieplicht te betrekken bij het wetsvoorstel tot wijziging van artikel 13 Grondwet (31.570) (T01442)
Parlementair agenda punt [07-02-2012] - Kabinetsreactie van 24 oktober 2011 (TK 31 570, nr. 20) op het advies van de Staatscommissie Grondwet (31 570)
Het wetsvoorstel is geagendeerd voor de RMR van 11 juli 2014. En zal naar verwachting half juli 2014 worden ingediend bij de Tweede Kamer.
De Minister zegt toe dat een voorstel tot wijziging van de Awgb betreffende het opnemen van een uitzondering inhoudende dat direct onderscheid naar geslacht bij de levering van goederen en diensten niet is verboden, mits daarvoor een objectieve rechtvaardiging bestaat, in de eerste helft van 2014 in procedure zal worden gebracht.
Brief aan de EK en TK d.d. 2 december 2013
Beantwoording van de toezegging vergt meer tijd i.v.m. consultatie en afstemming.
De Minister zegt toe het overzicht van internationale aanbevelingen aan Nederland voor de zomer van 2014 aan de TK te zenden
Parlementair agenda punt [10-04-2014] - Mensenrechten
Afhandeling van het overzicht bevindt zich in de eindfase. Het streven is er op gericht het voor het zomerreces 2014 naar de Tweede Kamer te sturen.
De Minister zegt toe het belang van mensenrechten bij de Regiegroep Decentralisatie aan de orde te stellen
Parlementair agenda punt [10-04-2014] - Mensenrechten
Toezegging is in behandeling genomen. Aan de uitvoering ervan wordt gewerkt.
De Minister zegt toe de tussenrapportage over de uitvoering van het Nationaal Actieplan Mensenrechten eind 2014 aan de TK te verzenden
Parlementair agenda punt [10-04-2014] - Mensenrechten
Het document wordt aan het einde van het jaar naar de Tweede Kamer gestuurd.
De Minister zegt toe vanaf het najaar van 2012 een jaarlijkse discriminatiebrief aan de Tweede Kamer te sturen waarin het kabinet zal rapporteren over de ontwikkelingen bij de bestrijding van discriminatie en over de concrete acties om discriminatie terug te dringen (motie Van der Staaij, 30 950, nr. 25).
Brief TK d.d. 18 december 2012 Discriminatiebrief
De Voortgangsbrief Discriminatie 2014 zal naar verwachting in het najaar 2014 aan de Tweede Kamer worden gezonden.
De minster zegt toe dat gemeenten op de hoogte gesteld zullen worden dat het overbodig is om een BABS voor 1 dag vóór zijn benoeming te vragen of hij alle huwelijken wil sluiten
Parlementair agenda punt [27-05-2014] - Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking tot ambtenaren van de burgerlijke stand die onderscheid maken als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling (33 344)
Na de inwerkingtreding van de wet (met ingang van de eerste dag van de vierde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst) zal er door de Minister van BZK een brief naar gemeenten worden gezonden, conform de toezegging.
De Minister zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Bijsterveld (CDA), dat het gebruik van het wettelijke inlichtingenrecht door het College voor de Rechten van de Mens wordt geëvalueerd (T01425)
Parlementair agenda punt [15-11-2011] - Wetsvoorstel 32 467 Wet College voor de rechten van de mens
De toezegging wordt meegenomen in de kleine evaluatie in 2014 en zal naar verwachting, in breder verband worden geëvalueerd bij de vijfjaarlijkse evaluatie in 2017.
De Minister zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid De Boer (GroenLinks), bij de evaluatie na twee jaar te onderzoeken wat het College voor de Rechten van de Mens niet heeft kunnen uitvoeren vanwege beperkingen in de financiële capaciteit, en daarbij te bepalen wat de structurele financieringsbehoefte is (T01423)
Parlementair agenda punt [15-11-2011] - Wetsvoorstel 32 467 Wet College voor de rechten van de mens
De Minister van Veiligheid en Justitie is akkoord met de overname van deze toezegging. Op 23 juli 2014 is de Griffie Eerste Kamer op de hoogte gebracht van de overdracht, het wachten is op akkoord van de Eerste Kamer ter afdoening van de toezegging.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Engels (D66), toe de voorliggende grondwetsherzieningen op een rij te zetten en ze in hun samenhang aan de Kamer te presenteren, inclusief de opvatting, voor zover zij die op dit moment heeft, van de regering (T01904)
Parlementair agenda punt [11-03-2014] - Staat van de rechtsstaat
Toezegging is in behandeling genomen. Aan de uitvoering ervan wordt gewerkt.
De Minister zegt toe met een voorstel te komen om invulling te geven aan art. 12a Statuut; regering streeft naar 1 januari 2011 (toezegging gedaan door MinJus Hirsch Ballin)
Parlementair agenda punt [12-04-2010] - Staatkundige verhoudingen Koninkrijk
Tijdens de Koninkrijksconferentie 2014 is afgesproken dit onderwerp weer te agenderen voor de Koninkrijksconferentie 2015.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ten Horn (SP), toe om een koninklijk besluit dat ziet op het vervallen van de rijkswet financieel toezicht ook voor te hangen bij de Eerste Kamer (T01220)
Parlementair agenda punt [06-07-2010] - Consensus rijkswetsvoorstellen (32 017 t/m 32 0020, 32 026, 32 041, 32 178 en 32 179, 32 186, 32 213)
De toezegging gaat pas spelen als op grond van een evaluatie voor 10-10-2015 wordt besloten dat de rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten kan vervallen. Een daartoe strekkend ontwerpbesluit zal ook aan de Eerste Kamer worden gezonden.
De minster zegt toe bij de volgende evaluatie van de Awgb de uitzondering in artikel 5 lid 2 sub d Awgb serieus aan de orde te stellen (en mogelijk te heroverwegen)
Parlementair agenda punt [27-05-2014] - Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking tot ambtenaren van de burgerlijke stand die onderscheid maken als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling (33 344)
De eerstvolgende evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling zal in 2017 plaatsvinden (op grond van artikel 22 Wet College voor de rechten van de mens; evaluatie iedere 5 jaar). De wet op het College van de rechten van de mens is op 1 oktober 2012 aangenomen.
De Minister zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Schrijver (PvdA), toe te evalueren of de gelijkebehandelingsfunctie goed is ingebed bij het College voor de Rechten van de Mens (T01421)
Parlementair agenda punt [15-11-2011] - Wetsvoorstel 32 467 Wet College voor de rechten van de mens
De Eerste Kamer zal vijf jaren na de oprichting van het College voor de rechten van de mens, in 2017, door middel van een evaluatie worden geïnformeerd over de inbedding van de gelijke behandelingsfunctie bij het College. De Eerste Kamer wordt verzocht de einddatum te verschuiven naar 1 oktober 2017.
De Minister zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Engels (D66), De Boer (GroenLinks) en Kox (SP), dat bij de evaluatie over 5 jaar wordt meegenomen of het College voor de Rechten van de Mens oordeels- en de procesbevoegdheid moet krijgen (T01422)
Parlementair agenda punt [15-11-2011] - Wetsvoorstel 32 467 Wet College voor de rechten van de mens
De Eerste Kamer zal vijf jaren na de oprichting van het College voor de Rechten van de Mens, in 2017, door middel van een evaluatie worden geïnformeerd over een mogelijke oordeels- en procesbevoegdheid van het College. De Eerste Kamer wordt verzocht de einddatum te verschuiven naar 1 oktober 2017.
De Minister zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Bijsterveld (CDA), dat bij de evaluatie over vijf jaar wordt beoordeeld of de balans van grondrechten daadwerkelijk is gerealiseerd (T01424)
Parlementair agenda punt [15-11-2011] - Wetsvoorstel 32 467 Wet College voor de rechten van de mens
De Eerste Kamer zal vijf jaren na de oprichting van het College voor de Rechten van de Mens, in 2017, door middel van een evaluatie worden geïnformeerd over de eventuele realisatie van een balans van grondrechten. De Eerste Kamer wordt verzocht de einddatum te verschuiven naar 1 oktober 2017.
De Minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen (CDA), toe de formulering van de artikel 93 en 94 Grondwet te betrekken in een meer integrale grondwetsherziening (31.570) (T01443)
Parlementair agenda punt [07-02-2012] - Kabinetsreactie van 24 oktober 2011 (TK 31 570, nr. 20) op het advies van de Staatscommissie Grondwet (31 570)
Deze toezegging heeft betrekking op een algehele herziening van de Grondwet. De uitvoering van deze toezegging wordt op langere termijn meegenomen.
De Minister zegt toe de Tweede Kamer na de zomer te informeren over het beleidsstandpunt over kabelgebonden ongerichte interceptie
Brief MBZK en MDEF d.d. 30 juni 2014 «Diverse toezeggingen en moties AIVD»
De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2014 geïnformeerd.
B.2 Uitgevoerde toezeggingen
Omschrijving
Vindplaats
Stand van zaken
De Minister zegt toe eerst de systematiek om bestuurskosten openbaar te maken verder uit te werken. Als deze systematiek operationeel is, zal worden bezien of met terugwerkende kracht de bestuurskosten van bewindspersonen over 2012 openbaar kunnen worden gemaakt
Kamerdebat 21-06-2012] Declaraties bewindspersonen en topambtenaren
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 juni 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 28 479, nr. 67)
De Minister zegt toe te gaan kijken naar het functioneren van de Vertrouwenslijn bij M en zal de bevindingen hierover in de halfjaarlijkse voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer rapporteren
Kamerdebat 30-01-2013
Agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers en overheidsmedewerkers
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 684, nr. 395)
De Minister zegt toe zich extra in te zetten voor de aanpak van agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers («tandje erbij») en de Tweede Kamer hierover in de halfjaarlijkse voortgangsrapportages Veilige Publieke Taak te informeren
Kamerdebat 30-01-2013]
Agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers en overheidsmedewerkers
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 684, nr. 395)
De Minister zegt toe na te gaan hoe het zit met de registratie, de analyse ervan en hoe verbetering in gang gezet kan worden en de Tweede Kamer hierover in de halfjaarlijkse rapportages van het programma Veilige Publieke Taak te informeren
Kamerdebat 30-01-2013
Agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers en overheidsmedewerkers
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 684, nr. 395)
De Minister zegt toe de problemen die zich voordoen met betrekking tot het doen van aangifte door de werkgever onder de aandacht te brengen van de Minister van V&J. Ook het serieus nemen van een aangifte van een bestuurder door de politie zal daarin betrokken worden. De Tweede Kamer zal hierover in de halfjaarlijkse rapportages worden geïnformeerd
Kamerdebat 30-01-2013
Agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers en overheidsmedewerkers
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 684, nr. 395)
De Minister zegt toe dubbel te checken of de informatie die is verstrekt over de kosten voor het beveiligen van burgemeesters correct is en de Tweede Kamer hierover in de halfjaarlijkse rapportages Veilige Publieke Taak te informeren
Kamerdebat 30-01-2013
Agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers en overheidsmedewerkers
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 684, nr. 395)
De Minister zegt toe op verzoek van de heer Heijnen (PvdA) erop toe te zien dat gemeenschappelijke regelingen, en alle entiteiten die daaronder ressorteren, ook onder de Wet Normering Topinkomens zullen vallen. Daartoe zal hij dit punt onder de bijzondere aandacht brengen van het Adviescollege normeringsbeleid topfunctionarissen.
Kamerdebat 19-12-2012 Begroting BZK rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 30 111, nr. 65)
De Minister zegt toe dat hij zijn eerste bevindingen na een half jaar WNT aan de Tweede Kamer zal rapporteren. Dan zal eveneens een eerste uitwerking van het voornemen in het Regeerakkoord tot verlaging van het plafond van 130% naar 100% aan de orde komen. Over de periodiciteit van het uitbrengen van navolgende voortgangsrapportages zal dan een besluit volgen.
Kamerdebat 14-02-2013
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens(Wopt)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 30 111, nr. 65)
De Minister zegt toe in overleg te gaan met Vereniging Raadslid.Nu over de stand van zaken mbt de ontwikkeling van het pre employment screening instrument
Kamerdebat 13-02-2013 Integriteit in het openbaar bestuur
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 844, nr. 75)
De Minister zegt toe met de voorzitters van de koepels te bespreken dat bestuurders 1 x per jaar in gesprek gaan met hun besturen over integriteit en dit in hun jaarverslagen laten terugkomen. Hieronder valt ook de bespreking van de mogelijke rol van lokale rekenkamers bij integriteit
Kamerdebat 13-02-2013
Integriteit in het openbaar bestuur
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 844, nr. 75)
De Minister zegt een aangepaste handreiking voor bestuurlijke integriteit toe, een leidraad voor een zorgvuldige aanpak bij onderzoek naar integriteitskwesties en subsidies aan beroepsorganisaties voor activiteiten op het gebied van integriteit.
Kamerdebat 19-12-2012
Begroting BZK rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 844, nr. 75)
Op verzoek van Kamerlid Schouw (D66) geeft de Minister aan te bekijken of er meer lijn kan komen in de manier waarop bij het vermoeden vanintegriteitsschendingen een zaak wordt uitgezocht en opgepakt. Daartoe zal de Minister eerst overleg plegen met VNG en het Ministerie van Veiligheid & Justitie. De Minister (van BZK) komt hier in een brief op terug.
Kamerdebat 19-12-2012 Begroting BZK rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 844, nr. 75)
Het kabinet is - bij de behandeling van de SZW-begroting - bereid te bezien of er mogelijkheden zijn voor een generieke premieverlaging voor werkgevers die jongeren in dienst nemen. Het kabinet wil ook bekijken wat de voor- en nadelen zijn van maatregelen die gericht zijn op specifieke groepen (zoals GL voorstelt).
Kamerdebat 26-09-2013
Algemene Politieke Beschouwingen (rest)
Afgedaan. De toezegging is afgerond bij het Herfstakkoord.
De Minister zegt toe, op verzoek van het lid Toorenburg, om in de voorbereiding van de tweede termijn aandacht te besteden aan de casus waarin de Nationale Onderzoeksraad Voor Veiligheid onderzoek doet naar de vleessector. Dit in het kader van de discussie over uitbreiding van bevoegdheden van de Nationale ombudsman naar de private sector
Kamerdebat 31-10-2013
Voorstel van wet van de leden Van Raak, Heijnen, Schouw, Voortman, Segers, Ouwehand en Klein, houdende de oprichting van een Huis voor klokkenluiders (Wet Huis voor klokkenluiders) (33 258) antwoord 1e termijn
Afgedaan. De Tweede Kamer heeft op 17 december 2013 het initiatiefwetsvoorstel Huis voor Klokkenluiders aangenomen en de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer is begonnen.
De Minister zegt toe de wens tot verdere verankering van normstelling bij toekenning van de «NBI-status» zo snel mogelijk bij de Staatssecretaris van Financien onder de aandacht te brengen. Daarbij is het ook belangrijk om de urgentie van dit onderwerp toe te lichten.
Kamerdebat 30-01-2014 Aanpassingswet Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (33 715)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 februari 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 715, nr. 18)
De Minister zegt toe de trend te zullen volgen over de mate waarin de rechterlijke macht de strafeis volgt van het OM op het gebied van VPT delicten en zal de Tweede Kamer hierover in de halfjaarlijkse rapportage van het programma Veilige Publieke Taak informeren
Kamerdebat 30-01-2013
Agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers en overheidsmedewerkers
Afgedaan. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de toezegging is op 30 september 2013 overgedragen aan min V&J
De Minister zegt toe contact op te nemen met de VNG over het cursusaanbod inzake VPT voor raadsleden en de Tweede Kamer hierover in de halfjaarlijkse rapportages van het programma Veilige Publieke Taak te informeren
Kamerdebat 30-01-2013
Agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers en overheidsmedewerkers
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 684, nr. 403)
De Minister heeft aangegeven dat een belangrijk doel van de Aanpassingswet plus toelichting is meer helderheid te scheppen en toegezegd een helder kader te stellen voor de accountants, zodat men weet waar men aan toe is.
Kamerdebat 30-01-2014 Aanpassingswet Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (33 715)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 februari 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 715, nr. 17)
De Minister zegt toe na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart a.s. 4 bijeenkomsten ism Raadslid.NU te organiseren voor alle nieuwe raadsleden en wethouders en de Kamer hierover te informeren in de volgende rapportage Veilige Publieke Taak
Kamerdebat 18-02-2014 Mondelinge vraag van het lid VAN TOORENBURG (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Honderden raadsleden overwogen opstappen»
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 684, nr. 403)
De Minister zegt toe de Kamer te infomeren over de definitieve resultaten van het onderzoek naar de omvang en schade van identiteitsfraude onder burgers. Met dit onderzoek is beoogd inzicht te creëren in de ernst van het probleem identiteitsfraude en de verschijningsvormen daarvan.
Brief aan TK d.d. 2 april 2013
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 26 643, nr. 281)
De Minister zegt toe voor de zomer de Tweede Kamer het toepassingskader webrichtlijnen te sturen
Kamerdebat 03-04-2013
Gebruik ICT-mogelijkheden door de overheid
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 26 643, nr. 283)
Op verzoek van mevr. Voortman (GL) zal de Minister in een beleidsreactie zijn visie geven op de praktische realisatie van burgerinitiatieven
Kamerdebat 19-12-2012 Begroting BZK rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 400-VII, nr. 79)
De Minister zegt toe zijn notitie over burgerparticipatie, toegezegd aan de Tweede Kamer, ook aan de Eerste Kamer te doen toekomen (T01663)
Kamerdebat 29-01-2013
33 017 Afschaffing bevoegdheid gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 9 juli 2013 per brief geïnformeerd (EK 2012-2013, 33 017, E)
De Minister zegt toe bij de Staatssecretaris Financiën aan te kaarten of nogmaals gekeken kan worden naar het gebruik van BSN’s als BTW-nummer door ZZP’ers
Kamerdebat [10-04-2013] - Toekomstbestendigheid identiteitsinfrastructuur
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 augustus 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 26 643, nr. 288)
De Minister zegt toe te laten onderzoeken of het BSN in het, nog in te voeren nieuwe model van de reisdocumenten, op een andere plaats (niet bij de rest van de persoonsgegevens) in het paspoort vermeld kan worden en de Kamer hierover te informeren
Kamerdebat 10-04-2013 Toekomstbestendigheid identiteitsinfrastructuur
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 september 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 25 764, nr. 70)
De Minister zegt toe de Kamer te informeren inzake het amendement Van der Linde mbt het bijschrijven van de namen van gezaghebbers in paspoort minderjarige kinderen
Kamerdebat 18-09-2013
Wijziging van de Paspoortwet in verband met onder meer de status van de Nederlandse identiteitskaart (33 440)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 september 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33440-(R1990), nr. 11)
De Minister zegt toe de Kamer dmv een brief te informeren over de voortgang van de mGBA, waarin oorzaken en maatregelen worden benoemd en specifiek ook antwoord wordt gegeven op het gebruik van de GBA-V als basis.
Kamerdebat 29-05-2013 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie (mGBA)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 oktober 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 27 859, nr. 68)
De Minister zegt toe de gesignaleerde problemen bij een specifiek onderdeel van de voortgang van de modernisering Gemeentelijke Basisadministratie (mGBA), namelijk bij de bouw van de ICT-voorziening Basisregistratie Personen (BRP) in een extern onderzoek te laten onderzoeken
Brief TK d.d. 3 juli 2013
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 oktober 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 27 859, nr. 68)
De Minister van Economische Zaken zegt toe nog voor de Begrotingsbehandeling EZ, de Tweede Kamer te informeren over de beschikbaarheid en toegankelijkheid van open data. Bovendien wordt in de brief ingegaan op de mogelijkheden om ook mede-overheden te betrekken bij het beschikbaar stellen van open data.
AO ICT EZ d.d. 10 oktober 2013
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 26 643, nr. 293)
De Minister zegt toe medio 2013 met een plan van aanpak naar de Tweede Kamer te komen ten aanzien van welke additionele functionaliteiten binnen MijnOverheid.nl redelijkerwijs zijn te realiseren met betrekking tot GBA-gegevens
Brief aan TK d.d. 28 september 2012 (TK 2012-2013, 26 643, nr. 254)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 26 643, nr. 292)
De Minister zegt toe vóór de begrotingsbehandeling BZK de Tweede Kamer schriftelijk te informeren over de beschikbare middelen en inspanningen van BZK en andere departementen op open data en open overheid. De Kamer vraagt ook of het mogelijk is een aanvulling te maken op het actieplan met de acties voor open data per ministerie, in het bijzonder VWS en SZW.
Kamerdebat 07-11-2013
Digitale overheid 2017/Basisregistratie Personen
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 32 802, nr. 6)
De Minister zegt toe, op verzoek van het lid Van Oosenbrug om in overleg met de Nederlandse gemeenten de regie te nemen in de ontwikkeling van een format voor digitale loketten die allemaal met hetzelfde systeem beveiligd zijn, en aan de webrichtlijnen voldoet. De Minister gaat hierover met de VNG in gesprek en zal de Tweede Kamer informeren
Kamerdebat 03-04-2013
Gebruik ICT-mogelijkheden door de overheid
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 26 643, nr. 292)
De Minister zegt toe de verschillende maatregelen tegen identiteitsfraude in onderlinge samenhang te plaatsen in een brede visie op de aanpak van identiteitsfraude en de Kamer hierover te informeren
Kamerdebat 10-04-2013 Toekomstbestendigheid identiteitsinfrastructuur
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 26 643, nr. 301)
De Minister zegt toe de Kamer na de zomer de Kamer nader te informeren over de vervolgstappen en -producten inzake de inrichting van het beheer van de Webrichtlijnen in het algemeen en de uitwerking in het toepassingskader en het verantwoordingsmodel in het bijzonder
Brief aan TK d.d. 28 juni 2013
Afgedaan. Minister BZK heeft de toezegging mondeling uitgevoerd in het Algemeen Overleg Digitale overheid 2017/BasisRegistratie Personen d.d. 7 november 2013
De Minister zegt toe toe te werken naar 99% betrouwbaarheid van het GBA (Gemeentelijke Basisadministratie) en de invoering bestuurlijke boete voor te bereiden.
Kamerdebat 26-11-2007 Begrotingsbehandeling BZK H VII
Afgedaan. De wet BRP is op 6 januari 2014 in werking getreden (Staatsblad 2013-949)
De Minister zegt toe, onder voorbehoud van snelle afdoening van het wetsvoorstel door Tweede en Eerste Kamer, in januari 2014 te stoppen met het opnemen van vingerafdrukken bij de aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart en de Kamer hierover te informeren
Kamerdebat 18-09-2013
Wijziging van de Paspoortwet in verband met onder meer de status van de Nederlandse identiteitskaart (33 440)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 januari 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 25 764, nr. 73)
De Minister zegt toe dat de Kamer zal worden geïnformeerd nadat de tarieven van de 10 jaar geldige documenten door de Rijksministerraad zijn bepaald
Kamerdebat 18-09-2013 Wijziging van de Paspoortwet in verband met onder meer de status van de Nederlandse identiteitskaart (33 440)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 januari 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 25 764, nr. 73)
De Minister zegt toe na te gaan welk deel van de Bulgaren zich via een paspoort of via een ander identificatiebewijs bij de GBA inschrijving heeft aangemeld
Kamerdebat 15-01-2014
Fraude met toeslagen
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 februari 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 17 050, nr. 464)
De Minister zegt toe de Kamer te informeren over de discrepantie die volgens het lid Omtzigt ligt bij een vergelijking van de aantallen alleenstaanden volgens het CBS en alleenstaanden toeslagen volgens de belastingdienst, ook ná informatie ogv het verzoek uit de RvW d.d. 14 januari 2014
Kamerdebat 15-01-2014
Fraude met toeslagen
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 februari 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 17 050, nr. 464)
De Minister zegt toe de Kamer nader te informeren over het werkbezoek van het Rijk aan de gemeente Bronckhorst ivm de discrepantie tav 100 vermoedens van fraude volgens de gemeente Bronckhorst waarbij vaders van pasgeboren kinderen zich op een ander adres laten registreren om een hogere toeslag te krijgen voor de moeder. De gemeente Bronckhorst wil geen informatie verschaffen over deze gegevens, terwijl de Belastingdienst hierom heeft gevraagd
Kamerdebat 15-01-2014
Fraude met toeslagen
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 februari 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 17 050, nr. 464)
De Minister zegt toe de broncode van de (werkende versie van) BRP op verzoek ter beschikking te stellen
Kamerdebat 07-11-2013
Digitale overheid 2017/Basisregistratie Personen
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 26 643, nr. 307)
De Minister zegt toe de Tweede Kamer schriftelijk te informeren over het al dan niet openbaar maken van impact assessments, oftwel de Bedrijfs Effectentoets (BET).
Kamerdebat 07-11-2013
Digitale overheid 2017/Basisregistratie Personen
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 32 802, nr. 6)
De Minister zegt toe de Kamer te informeren gedurende de looptijd van het programma eID over een tijdelijke governance voor het eID Stelsel waarin publieke en private partijen samenwerken
Kamerdebat 05-03-2014
DigiD
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 26 643, nr. 310)
De Minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de voortgang van het inzetten van studenten bij hacktesten.
Kamerdebat 10-04-2012
Cyber Security en Veiligheid overheidswebsites (Voorheen Veiligheid overheidswebsites en daarvoor Cybersecurity)
Afgedaan. Toezegging gaat op in het Responsible Disclosure beleid, waarmee geïnteresseerden en ict-experts, waaronder ook studenten en ethische hackers de mogelijkheid wordt geboden bij te dragen aan het verbeteren van de veiligheid van overheidsict en dat inmiddels Rijksbreed is geïmplementeerd.
De Minister zegt toe na behandeling van wet BRP in de Tweede Kamer met de Tweede Kamer te spreken over het gebruik van de RNI om de registratieplicht voor de kiezers in het buitenland af te schaffen
Kamerdebat 01-02-2012 Verkiezingsaangelegenheden
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 juni 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 31 142, nr. 35)
De Minister zegt toe ter uitvoering van de eerder aangenomen motie van de heren Schouw en Heijnen een wetsvoorstel in te dienen om de rol van de burgemeester en de commissaris van de Koningin in het integriteitsbeleid centraal te stellen.
Kamerdebat 19-12-2012 Begroting BZK rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 691, nr. 1-4)
De Minister zegt toe samen met de VNG te bekijken of er een mogelijkheid is een modelverordening op te stellen waarin transparantieregels worden gesteld voor giften aan politieke partijen op gemeentelijk niveau. Wellicht dat ook provincies en waterschappen dit model kunnen gebruiken
Kamerdebat 25-01-2012
Wet financiering politieke partijen (32 752) + Wijziging van de Wet subsidiëring politieke partijen met het oog op verlaging van de subsidies (31 906) 1e termijn
Afgedaan. De toezegging is door het in het regeerakkoord geuite voornemen om de Wet financiering politieke partijen uit te breiden naar het lokale niveau niet actueel meer. Wel is met de VNG afgesproken dat zij geconsulteerd zullen worden bij deze uitbreiding
De Minister zegt toe in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel waarin rol burgemeester/cdK voor integriteit wordt vastgelegd, in te gaan op mogelijke invulling (interventies) van deze rol.
Kamerdebat 13-02-2013 Integriteit in het openbaar bestuur
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 691, nr. 3)
De Minister zegt toe de Kamer per brief te informeren over de stand van zaken en de voortgang van de onderhandelingen en in deze brief tevens in te gaan op de volgende vragen van de Kamer:1) De vraag (van Bisschop) of er al gestemd is over amendement 25 (inzake het niet langer meetellen van onafhankelijke leden van de Europese politieke partijen bij het bepalen of een partij voldoende leden heeft). Het antwoord op deze vraag is overigens dat er nog niet plenair over gestemd is;2) De vraag (van Van Raak) wat het verschil is bij de Europese verkiezingen tussen een Europese politieke partij en een partij die wel actief is in het Europees Parlement maar niet de status van Europese politieke partij heeft.
Kamerdebat 05-06-2013
Statuut en financiering Europese politieke partijen
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 22 112, nr. 1646)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Nagel (50PLUS) en Thissen (GroenLinks), toe een notitie over de problematiek van dubbele statenverkiezingen ook aan de Eerste Kamer te zenden (T01719)
Kamerdebat 18-06-2013 Inrichting openbaar bestuur
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 4 juli 2013 per brief geïnformeerd (EK 2012-2013, CII, F)
De Minister zegt toe de Kamer per brief te informeren over de stand van zaken en de voortgang van de onderhandelingen en in deze brief tevens in te gaan op de volgende vragen van de Kamer:1) De vraag (van lid Bisschop) of er al gestemd is over amendement 25 (inzake het niet langer meetellen van onafhankelijke leden van de Europese politieke partijen bij het bepalen of een partij voldoende leden heeft). Het antwoord op deze vraag is overigens dat er nog niet plenair over gestemd is;2) De vraag (van lid Van Raak) wat het verschil is bij de Europese verkiezingen tussen een Europese politieke partij en een partij die wel actief is in het Europees Parlement maar niet de status van Europese politieke partij heeft.
Kamerdebat 05-06-2013
Statuut en financiering Europese politieke partijen
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 22 112, nr. 1646)
De Minister zegt toe dat, indien de Kamer inderdaad van mening is dat extra bezuinigingen die door dit wetsvoorstel worden gerealiseerd door gemeenten moeten worden gebruikt voor scholing en vorming van raadsleden, hij hierover in overleg zal treden met de VNG.
Kamerdebat 12-02-2013
33084 Voorstel van wet van het lid Heijnen tot wijziging van de Gemeentewet in verband met het terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden tot op het niveau van voor de dualisering van het gemeentebestuur
Afgedaan. Deze toezegging is niet meer relevant, aangezien de Eerste Kamer niet met het wetsvoorstel zal instemmen.
De Minister zegt toe met de VNG in gesprek te gaan om te inventariseren wat ten grondslag ligt aan de verdubbeling van het aantal gemeenten waar het proces van de WOZ-taxatie kan worden verbeterd en de Tweede Kamer daarover vervolgens te informeren.
Kamerdebat 12-03-2013 Mondelinge vraag van het lid VAN TOORENBURG (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat er veel mis is met het vaststellen van de WOZ-waarde (Nos.nl, 9 maart 2013)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 462, nr. 7)
De Minister zegt toe te informeren bij de VNG of er meer bezwaarschriften komen en de Tweede Kamer daarover te rapporteren
Kamerdebat 12-03-2013 Mondelinge vraag van het lid VAN TOORENBURG (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat er veel mis is met het vaststellen van de WOZ-waarde (Nos.nl, 9 maart 2013)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 462, nr. 7)
De Minister zegt toe de Kamer te informeren over de voortgang van de vorming van samenwerkingsverbanden door gemeenten. De financiële gevolgen van het uittreden worden hierin meegenomen. Er wordt in samenspraak met de VNG gestreefd naar congruentie waar dat kan
Kamerdebat 24-04-2013 Samenvoeging van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude (33 482)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 400-VII, nr. 81)
Op verzoek van de heer Bosma (PVV) zal de Minister bekijken in hoeverre hij kostenreducties die provinciale fusies met zich meebrengen nader kan substantiëren.
Kamerdebat 19-12-2012 Begroting BZK rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2013 door middel van het ter inzage leggen van het herindelingsontwerp, geïnformeerd.
De Minister zegt toe op verzoek van de Tweede Kamer voorlichting te vragen aan de Afdeling advisering van de Raad van State omtrent twee voorstellen van de Kamer, te weten:- het schrappen van de mogelijkheid om lijstcombinaties aan te gaan voor alle verkiezingen;- het treffen van een regeling voor de vervanging van volksvertegenwoordigers die niet bij machte zijn hun positie te vervullen, maar ook niet in staat zijn zelf een verzoek te doen om (tijdelijk) te worden vervangen als volksvertegenwoordiger.
Kamerdebat 06-03-2013
33 268 Wijziging van de Kieswet houdende maatregelen om het eenvoudiger te maken voor Nederlanders in het buitenland om hun stem uit te brengen, wijziging van de wijze van inlevering van de kandidatenlijsten, aanpassing van de datum van kandidaatstelling en stemming
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 268, nr. 21)
De Minister zegt toe dat het wetsvoorstel afschaffing Wgr-plus zal worden ingediend niet later dan het moment waarop de herindelingsvoorstellen ter inzage worden gelegd
Kamerdebat 21-05-2013
Debat over de visie op de bestuurlijke inrichting van Nederland
Afgedaan. Het wetsvoorstel is op 17 juni 2013 aan de Tweede Kamer aangeboden
De Minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de kosten die uittreding van een Wgr-samenwerkingsverband voor gemeenten met zich meebrengt
Kamerdebat 03-07-2013
Nieuw Beleidskader gemeentelijke herindeling
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 268, nr. 21)
De Minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over hogere zorgkosten als gevolg van BTW-heffing binnen samenwerkingsverbanden
Kamerdebat 03-07-2013
Nieuw Beleidskader gemeentelijke herindeling
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 268, nr. 21)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Vliegenthart (SP), toe een reactie op de aanbevelingen van de GRECO te zullen geven en daarbij aan te geven wat wordt overgenomen en wat niet, inclusief de argumenten daarvoor (T01681)
Kamerdebat 26-02-2013
32 752 Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 23 september per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 32 752, nr. 1)
De MP heeft toegezegd dat Minister BZK binnen enkele weken met een brief komt over decentralisatie die het informatieprotocol beschrijft voor overdracht van taken aan medeoverheden.
Kamerdebat 16-05-2013 Verantwoordingsdebat
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 oktober 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-VII, nr. 12)
De Minister zegt toe de Kamer in september 2013 te informeren over de fasering decentralisatie en tevens over hoe en met welke regelmaat de Kamer geïnformeerd zal blijven
Kamerdebat 19-06-2013 Jaarverslag ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2012
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 oktober 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-VII, nr. 12)
De Minister zegt toe naar aanleiding van de reactie van het ROB de gemeenten te adviseren de taken integraal op te pakken.
Kamerdebat 22-05-2013 Decentralisaties op het terrein van ondersteuning, participatie en jeugd
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 oktober 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-VII, nr. 12)
De Minister is bereid tot het geven van zo veel mogelijk informatie inzake de precieze vormgeving van de overheveling van taken - o.a. jeugdzorg, langdurige zorg, sociale werkvoorziening - van Rijk naar gemeenten mits dit niet tot vertraging leidt.
Kamerdebat 26-09-2013 Algemene Politieke Beschouwingen (rest)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 oktober 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-VII, nr. 8)
De Minister zegt toe de Tweede Kamer vóór de Begrotingsbehandeling BZK schriftelijk te informeren over de onderwerpen:
-
1.effectiviteit van de voorlichtingscampagne voor kiezers buiten Nederland inclusief de kosten voor die campagne bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2012;
-
2.voortgang van de studie naar stemmen via internet;
-
3.reactie op de zaak OPA-Alkmaar (naamgeving lokale politieke partijen) n.a.v. een vraag van Van Toorenburg (CDA).
Kamerdebat 05-11-2013 Verkiezingsaangelegenheden
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 31 142, nr. 38)
De Minister zegt toe een kabinetsreactie voor te bereiden op de in de Eerste Kamer aangenomen motie Vliegenthart waarin wordt gevraagd om een nadere analyse van nut, noodzaak en democratische wenselijkheid van de kabinetsvoornemens rond openbaar bestuur. Deze notitie zal spoedig aan de Kamers worden gezonden
Kamerdebat 29-10-2013 Algemene Politieke Beschouwingen
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 14 november 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, CII, nr. H)
De Minister zegt toe de overwegingen om niet tot erkenning van het Nedersaksisch onder deel III te komen nog eens op een rij te zetten en de Kamer hierover te informeren
Kamerdebat 29-05-2013
Wet gebruik Friese taal (33 335)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-VII, nr. 42)
De Minister zegt toe het IPO te vragen of het in de rest van Nederland wil sonderen hoe men tegenover landsdeelvorming staat, opdat daar een vergelijkbare discussie op gang kan komen. Dit traject zal niet eerder dan in een volgende kabinetsperiode zijn beslag krijgen, maar het kan al wel worden doorlopen.
Kamerdebat 21-05-2013
Debat over de visie op de bestuurlijke inrichting van Nederland
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 november 2013 per brief geïnformeerd (afschrift EK 2013-2014, CII, nr. H)
De Minister zegt toe voor eind 2013 een wetsvoorstel naar de Kamer te sturen waarmee de regels voor de registratie en de openbaarmaking van giften en schulden van toepassing worden op politieke partijen die vertegenwoordigd zijn in gemeenteraden, provinciale staten en algemene besturen van waterschappen
Kamerdebat 19-06-2013 Jaarverslag ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2012
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-VII, nr. 43)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid De Graaf (D66), toe dat hij de verhouding tussen het ook voor lokale politieke partijen geldende giftenreglement van de Wet financiering politieke partijen en de toekomstige regeling van de financiering van lokale politieke partijen in het nog in te dienen wetsvoorstel zal bezien en de Kamer daarover zal informeren (T01685)
Kamerdebat 26-02-2013
32 752 Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 20 december 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 32 752, nr. J)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Koole (PvdA) en De Graaf (D66), toe de adviezen van de Commissie toezicht financiën politieke partijen die hij niet opvolgt openbaar te maken, tenzij het gaat om «veiligheidsadviezen» (art. 35, lid 3, sub b). Tevens zegt hij toe de Kamer per brief te zullen informeren over het onderwerp van de openbaarmaking van adviezen van de commissie (T01683)
Kamerdebat 26-02-2013
32 752 Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 13 januari 2014 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 32 752, nr. K)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Koole (PvdA), toe te overwegen of de landelijke commissie die toezicht houdt op de financiering van landelijke politieke partijen ook toezicht kan houden op de naleving van de nog vast te stellen wetgeving voor het lokale niveau (T01684)
Kamerdebat 26-02-2013
32 752 Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 20 december 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 32 752, nr. J)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Vliegenthart (SP), toe om bij een volgende verkiezing ook waarnemers van de Raad van Europa uit te nodigen (T01707)
Kamerdebat 25-06-2013 Wijziging van de Kieswet houdende maatregelen om het eenvoudiger te maken voor Nederlanders in het buitenland om hun stem uit te brengen, wijziging van de wijze van inlevering van de kandidatenlijsten, aanpassing van de datum van kandidaatstelling en stemming, alsmede regeling van andere onderwerpen (33 268)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 4 september 2013 per brief geïnformeerd (EK 2012-2013, 33 268, F)
De Minister zegt toe, naar aanleiding van de berichtgeving in de media over de voornemens ter zake, in overleg te treden met de gemeente Amsterdam en de Kamer over de uitkomsten hiervan te berichten.
Brief TK Beantwoording Kamervragen over het voornemen in Amsterdam om leden van bestuurscommissies exorbitante beloningen te geven d.d. 22 augustus 2013
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 oktober 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 296)
De Minister zegt toe de Kamer het advies van de commissie te doen toekomen zodra de commissie haar opdracht, om binnen 6 maanden haar advies uit te brengen, heeft volbracht.
Brief van min BZK d.d. 26 april 2013
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 829, nr. 1)
De Minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de leden De Graaf en Nagel, toe dat hij terug zal komen op het onderwerp van elektronisch stemmen (T01665)
Kamerdebat 29-01-2013
32 191 Wijziging Kieswet met betrekking tot Eerste Kamerverkiezingen
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 25 juni 2013 tijdens de plenaire behandeling van de wijziging van de Kieswet geïnformeerd (nr. 32, item 9, blz. 29-39)
De Minister zegt toe naar aanleiding van de brief van het CBP de Tweede Kamer te informeren over het gesprek dat met het CBP gepland staat voor het einde van 2013
Kamerdebat 30-10-2013 Decentralisatieproject
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 februari 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-VII, nr. 45)
De Minister zegt toe naar aanleiding van het aanstellen van de drie ambassadeurs de Tweede Kamer in januari 2014 te informeren over hun ervaringen
Kamerdebat 30-10-2013 Decentralisatieproject
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 februari 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 31 839, nr. 343)
De Minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomst van het onderzoek naar het stemmen per internet voor de kiezers in het buitenland
Brief min BZK d.d. 8 november 2013
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 februari 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 829, nr. 2)
De Minister zegt een inspanningsverplichting toe tot het schenken van aandacht aan een robuust systeem van internetstemmen.
Kamerdebat 19-12-2012 Begroting BZK rest
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 februari 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 829, nr. 2)
De Minister zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid De Vries-Leggedoor, dat het kernenbeleid van de nieuwe gemeente en de gevolgen hiervan voor de inwoners onderdeel zal vormen van de voor 2013 beoogde evaluatie van de herindeling Súdwest Fryslân (T01199)
Kamerstukken II 2009/10, 31840/32 242/32 246, C, p. 10
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 31 maart 2014 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 32 242, nr. F)
De Minister zegt toe ernaar te streven om zo snel mogelijk een kabinetsstandpunt over het advies van de commissie Onderzoek elektronisch stemmen voor te bereiden. De planning is er op gericht om het kabinetstandpunt in maart 2014 aan de Tweede Kamer te zenden
Brief TK d.d. 18 december 2013 «Advies commissie elektronisch stemmen in het stemlokaal»
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 829, nr. 3)
De Minister zegt toe om tegelijk met het kabinetstandpunt over het rapport van de commissie Onderzoek elektronisch stemmen in het stemlokaal, in casu in maart 2014, de Kamer tevens het kabinetsstandpunt over de uitkomsten van het onderzoek naar het stemmen per internet voor kiezers in het buitenland te doen toekomen.
Brief d.d. 31 januari 2014 «Internetstemmen voor kiezers die vanuit het buitenland mogen stemmen»
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 829, nr. 3)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Van Bijsterveld (CDA) en Duthler (VVD), en in reactie op het lid Vliegenthart (SP), toe het gedeelte van het wetsvoorstel inzake kiesrecht voor niet-Nederlanders op de BES-eilanden niet in werking te laten treden en dit onderdeel te repareren in een nieuw wetsvoorstel dat vóór 1 januari 2014 wordt ingediend (T01710)
Kamerdebat 25-06-2013 Wijziging van de Kieswet houdende maatregelen om het eenvoudiger te maken voor Nederlanders in het buitenland om hun stem uit te brengen, wijziging van de wijze van inlevering van de kandidatenlijsten, aanpassing van de datum van kandidaatstelling en stemming, alsmede regeling van andere onderwerpen (33 268)
Afgedaan. Het wetsvoorstel is op 24 maart 2014 ingediend (TK 2013-2014, 33 900, nr. 2)
De Minister is voornemens in 2013 een breed empirisch onderzoek te laten uitvoeren naar de ontwikkeling van het burgemeestersambt in de afgelopen decennia en de beleving van het ambt door burgemeesters zelf. Daarbij worden belanghebbende partijen betrokken, zoals in ieder geval het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Tweede Kamer zal te zijner tijd hierover nader worden geïnformeerd.
Brief min BZK d.d. 28 januari 2013
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-VII, nr. 52)
De Minister zegt toe, op verzoek van het lid Van Tongeren, aan zijn collega-ministers mee te geven om in de brief van april, toegezegd door min V&J, de kosten van de jaarwisseling mee te nemen
Kamerdebat 14-01-2014 Mondelinge vraag van het lid OUWEHAND (PvdD) aan de Minister BZK over de wens van de meerderheid van lokale bestuurders om te komen tot een vuurwerkverbod (Directresearch.nl, 8 januari 2014).
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 april 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-VI, nr. 118)
De Minister zegt toe de Tweede Kamer komend voorjaar bij brief te informeren over de stappen om te komen tot een standpunt op het rapport «Vertrouwen, verdelen, verantwoorden».
Brief TK van 7 februari 2012, Herijking gemeentefonds en Rfv-rapport
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 mei 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-B, nr. 15)
De Minister zegt toe de varianten voor het vaste bedrag uit het Gemeentefonds uiteen te zetten en de Kamer hierover te informeren
Kamerdebat 24-04-2013 Wijziging van de gemeentelijke indeling in een deel van de provincie Fryslân (33 496)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 mei 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 28 750, nr. 58)
De Minister zegt toe om, voorafgaand aan een Privacy Impact Assessment (PIA) over het sociale domein, dit voorjaar een visie met richtlijnen voor de ontwikkeling van de gemeentelijke praktijk aan de Tweede Kamer te sturen
Brief d.d. 10 februari 2014 «Gesprek met CBP over gegevensdeling en privacy in het kader van de decentralisaties»
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 32 761, nr. 62)
Het kabinet is bereid en ziet ruimte om binnen de financiële kaders van VWS te bezien of gemeenten passende middelen hebben om mantelzorgers bij te staan en te waarderen.
Kamerdebat 26-09-2013 Algemene Politieke Beschouwingen (rest)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 mei 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 31 839 nr. 384)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Van Bijsterveld (CDA), Vliegenthart (SP) en Thom de Graaf (D66), een notitie toe over de verschillende (constitutionele) varianten bij het kiesrecht en de verkiezingen voor de eilandsraden op de BES, waaronder de «ontvlechtingsvariant» (T01709)
Kamerdebat 25-06-2013 Wijziging van de Kieswet houdende maatregelen om het eenvoudiger te maken voor Nederlanders in het buitenland om hun stem uit te brengen, wijziging van de wijze van inlevering van de kandidatenlijsten, aanpassing van de datum van kandidaatstelling en stemming, alsmede regeling van andere onderwerpen (33 268)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 11 november 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 33 268, I)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Schouwenaar (VVD), toe de ontwikkelingen rond de overdracht van bevoegdheden aan bestuurscommissies te volgen (T01664)
Kamerdebat 29-01-2013
33 017 Afschaffing bevoegdheid gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 25 april 2014 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 33 017, F)
De Minister zegt toe een deelfonds in te richten voor de bekostiging van de te decentraliseren verantwoordelijkheden naar gemeenten in het sociaal domein
Decentralisatiebrief (TK, 33 400 VII, nr. 59) d.d. 19 februari 2013
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-VII, nr. 9)
De Minister zegt toe dat ook bij de komende verkiezingen het mogelijk zal blijven zich te identificeren met een maximaal vijf jaar verlopen identiteitsdocument. De wijze waarop dit moet worden geregeld is onderwerp van gesprek met de Minister van Veiligheid en Justitie.
Kamerdebat 01-02-2012 Verkiezingsaangelegenheden
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 december 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 31 142, nr. 40)
De minster van V&J zegt toe, op verzoek van het lid Schouw (D66) om samen met Minister BZK een brief op te stellen «om de Amerikanen duidelijk te maken wat de Nederlandse regels zijn». Nuance van min V&J: «Wij zullen een brief schrijven, die de inhoud krijgt die in ons vermogen ligt om aan de Kamer te melden».
Kamerdebat 11-06-2013 Mondelinge vraag van het lid het lid SCHOUW (D66) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de VS toegang heeft tot alle data (inclusief foto’s, e-mails en chatberichten) van grote internetbedrijven als Google, Facebook en Microsoft (Washingtonpost.com, 6 juni 2013)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 juni 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 30 977, nr. 56)
De Minister zegt toe voorlichting te vragen aan de Afdeling advisering van de Raad van State inzake gewetensbezwaren mede in het licht van het advies van de Commissie gelijke behandeling in relatie tot ambtenaren, in het bijzonder ambtenaren van de burgerlijke stand en de Tweede Kamer een reactie te doen toekomen
Brief d.d. 12 december 2011 inzake beantwoording motie- Van Gent over een wettelijke regeling tegen gewetensbezwaarde trouwambtenaren (27 017, nr. 77) (2011-2000550096)
Afgedaan. Met het steunen van het initiatiefwetsvoorstel is het niet meer nodig om te reageren op de voorlichting van de Raad van State
De Minister zegt toe de Tweede Kamer schriftelijk te informeren zodra bekend is wat de Europese Commissie vindt van artikel 3 Awgb (uitzondering voor kerkgenootschappen). Daarbij zal ook ingegaan worden op de stand van zaken rond de inbreuk-procedure van de Herschikkingsrichtlijn, te weten het punt over het recht op terugkeer in de eigen functie na zwangerschap
Kamerdebat 19-01-2012 Evaluatie Algemene wet gelijke behandeling
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 juli 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 28 481, nr. 21)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Thom de Graaf, toe na te gaan of bij het interdepartementaal juristenoverleg, dat bedoeld is om tussen de departementen de legislatieve terughoudendheid te bewaken, de Rijksvertegenwoordiger dan wel andere vertegenwoordigers van de Rijksdienst Caribisch Nederland aanwezig kunnen zijn (T01749)
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 25 maart 2014 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 33 750-IV, nr. R)
De Minister zegt op korte termijn een brief toe waarin de procedure voor het in gang zetten van de grondwetsherziening op basis van de motie-Lokin-Sassen wordt vastgelegd en waarin aangegeven wordt wanneer de uitvoering van de motie-Engels zal plaatsvinden. De internetconsultatie voor de grondwetsherziening wordt gestart in het voorjaar van 2014.
Kamerdebat 10-09-2013 Behandeling herziening Grondwet; brief inzake uitvoering moties Grondwet (31 570)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 30 september 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 31 570, nr. H)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Engels (D66) en Lokin-Sassen (CDA), toe de motie-Engels c.s. (31 570, B) uit te voeren. Hij stuurt de Kamer op korte termijn een brief over de (termijnen voor de) uitvoering van deze motie en de motie-Lokin-Sassen c.s. (31 570, C)(T01775)
Kamerdebat 10-09-2013 Behandeling herziening Grondwet; brief inzake uitvoering moties Grondwet (31 570)
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 18 februari 2014 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 31 570, nr. I)
De Minister zegt toe de uitvoering van de motie-Engels (D66) inzake een algemene bepaling in de Grondwet opnieuw in de ministerraad onder de aandacht te brengen
Kamerdebat 11-03-2014
Staat van de rechtsstaat
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2014 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 31 570, J)
De Minister zegt toe na de zomer (september) een brief aan de Tweede Kamer te sturen over de aanpak financieel beheer. In deze brief eveneens een uitleg waarom SSC’s niet onder de norm van 10% externe inhuur kan komen. Hierbij zal een onderscheid worden gemaakt tussen inhuur van managers en andere functionarissen. Tot slot zal in de brief aandacht besteed worden aan systeemverantwoordelijkheid BZK Caribische Rijksdienst (RCN) door actief onderwerpen op te pakken en contact te houden met de eilanden
Kamerdebat 19-06-2013 Jaarverslag ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2012
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 september 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012-2013, 33 400-VII, nr. 84)
Het kabinet is bereid - samen met de oppositie - te bezien of de bezuiniging op de AIVD met 10 mln. euro vanaf 2014 kan worden teruggedraaid, inclusief dekking
Kamerdebat 26-09-2013
Algemene Politieke Beschouwingen (rest)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-VII, nr. 15)
De Minister zegt toe dat hij bij de Begroting van 2014 een procedurevoorstel zal doen over hoe hij de Kamer zal informeren betreffende het traject van de 45 miljoen. Hij zal daarbij rekening houden met de wens van de Kamer om tijdig geïnformeerd te worden over het traject.
Kamerdebat 05-06-2013
IVD-aangelegenheden
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 750-VII, nr. 15)
De Minister zegt toe het rapport van de commissie Dessens met betrekking tot het toezicht op de veiligheidsdiensten direct na aanbieding aan het kabinet naar de Kamer te sturen.
Kamerdebat 28-11-2013 Begrotingsbehandeling BZK (hoofdstuk VII, IIA en IIB antwoord, re- en dupliek)
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 december 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 33 820, nr. 1)
De Minister zegt toe een reactie van het kabinet op de bevindingen en aanbevelingen in het rapport Dessens binnen de gebruikelijke termijn van drie maanden aan de Kamer aan te bieden
Brief TK en EK d.d. 2 december 2013
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 29 924, nr. 105)
De Minister zegt toe om het onderzoeksrapport van de Commissie voor Toezicht van de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) met reactie in januari 2014 aan de Tweede Kamer te sturen
Kamerdebat 06-11-2013
AIVD
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013-2014, 29 924, nr. 105)
6.3 Specifieke uitkeringen Overzicht Specifieke Uitkeringen (bedragen in miljoen euro's)
Num mering in SiSa bijlage
Toelichting
Rijksbegroting
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Ontvangende partij(en)
Hoofdstuk
Korte omschrijving uitkering
Artikelonderdeel
Vindplaats regelgeving
A2
Veiligheidregio's
VI Veiligheid en Justitie
175,200
175,200
175,200
175,200
175,200
175,200
Brede doeluitkering Rampenbestrijding
36.2
Besluit Veiligheidsregio’s (Stb. 2010, nr. 255)
http://wetten.overheid.nl/BWBR0027844
A3
VI Veiligheid en Justitie
nb
nb
nb
nb
nb
nb
Rijksbijdrage bijstands- en bestrijdingskosten (uitkering vindt alleen plaats in geval van calamiteiten en achteraf. Omvang daarvan vooraf niet te ramen)
D9
Gemeenten met onderwijsachterstandleerlingen
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
361,000
361,000
362,000
362,000
362,000
362,000
OAB: Onderwijs achterstanden beleid. Doel van deze uitkering is de ontwikkelingsachterstanden bij kinderen weg te nemen door meer en betere voorschoolse educatie in zowel de kinderopvang als de peuterspeelzalen aan te bieden.
1
Wet Ontwikkelkansen door Kwaliteit en Educatie
D1
Gemeenten
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
32,400
32,400
32,400
32,400
32,400
32,400
Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten. De RMC-functie heeft tot taak met de niet meer kwalificatieplichtige dreigende vsv’ers uit VO en MBO contact te leggen en het zoveel mogelijk terug te begeleiden naar school en/of werk. De daarvoor beschikbare middelen worden over de RMC- regio’s verdeeld volgens een verdeelsleutel die is vastgelegd in het «Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten». Het bedrag per regio wordt uitgekeerd aan de RMC-contactgemeente van de regio
4
Artikel 8.3.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs
nb
Gemeenten
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
53,400
53,900
54,300
54,300
54,300
54,300
Sinds 1 januari 2009 maakte het educatiebudget onderdeel uit van het Participatiebudget, een specifieke uitkering voor gemeenten. Het wetsvoorstel tot wijziging van onder meer de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake het invoeren van een specifieke uitkering educatie en het vervallen van de verplichte besteding van educatiemiddelen bij regionale opleidingencentra is door de Eerste Kamer aanvaard. Hierdoor zal met ingang van 1 januari 2015 het educatiebudget per specifieke uitkering verstrekt worden aan de samenwerkende gemeenten binnen een regio (via de contactgemeente). Hierbij wordt de huidige verplichte besteding bij roc’s binnen een aantal jaren afgebouwd en wordt het mogelijk voor gemeenten maatwerk te bieden voor de diverse doelgroepen van de volwasseneneducatie.
4
E03
Gemeenten, Provincies en WGR
XII Infrastructuur en milieu
21,145
23,941
22,783
22,635
27,909
26,305
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (incl. bestrijding spoorweglawaai)
20.01.04
http://wetten.overheid.nl/BWBR0020731
E10
Gemeenten, Provincies en WGR
XII Infrastructuur en milieu
0,500
0,800
Tijdelijke subsidieregeling innovatieprogramma Mooi Nederland
13.01.04
http://wetten.overheid.nl/BWBR0025727
E11
Gemeenten, Provincies en WGR
XII Infrastructuur en milieu
1,150
1,250
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)
20.01.04
http://wetten.overheid.nl/BWBR0024593
E27
Provincies en WGR
XII Infrastructuur en milieu
1.989,794
1.782,405
1.825,530
1.809,209
1.795,339
1.795,236
Brede doeluitkering verkeer en vervoer
25.01
http://wetten.overheid.nl/BWBR0018113
E29
Gemeenten, Provincies en WGR
XII Infrastructuur en milieu
0,000
0,632
0,404
1,531
0,741
Tijd.reg. eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water
12.01.04
http://wetten.overheid.nl/BWBR0026073
PM
Gemeenten
VII Binnenlandse Zaken
Innovatieprogramma stedelijke vernieuwing
12.2
0,700
2,200
2,500
2,500
2,500
2,500
Regeling verzameluitkering
G1
Gemeenten
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
2.385,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
Gebundelde uitkering
2
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Per 1 januari 2015 vervangt de Participatiewet de uitkeringen G1 en G5.
G2
Gemeenten
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
6.227,000
5.800,000
5.800,000
5.700,000
5.600,000
nb
Gebundelde uitkering
2
(WWB+IOAW+IOAZ+levens-onderhoud beginnende zelfstandigen Bbz 2004)
G3
Gemeenten
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
51,000
51,000
51,000
51,000
51,000
nb
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
2
G5
Gemeenten
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
689.000,000
600.000,000
600.000,000
600.000,000
500.000,000
nb
Wet participatiebudget (Wpb)
2
G7
Gemeenten
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
5.362.000,000
5.362.000,000
5.362.000,000
5.362.000,000
5.362.000,000
nb
Verzameluitkering
2
beleidsthema Stimulering Handhaving.
H1
Gemeenten
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
14,300
14,300
14,300
14,300
14,300
14,300
Ministeriële regeling heroïnebehandeling
1
http://wetten.overheid.nl/BWBR0020561
H3
Gemeenten
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
32,600
32,600
32,600
32,600
32,600
32,600
Seksualiteitscoördinatie- en hulpverlening + aanvullende curatieve SOA bestrijding
1
http://wetten.overheid.nl/BWBR0018743
H4
Gemeenten en WGR
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
0,800
0,300
0,300
0,300
0,300
0,300
Regeling Verzameluitkering
9
http://wetten.overheid.nl/BWBR0025902
H8
Provincies
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
1.269,200
1.195,200
1.009,000
1.045,800
1.045,700
1.045,700
Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg)
5
http://wetten.overheid.nl/BWBR0017751
F2
XIII Economische Zaken
113.000
Beeindigd
Horst aan de Maas
Sisa-2012-061507
Staphorst
Sisa-2012-060180
Buren
Sisa-2012-060214
F3
XIII Economische Zaken
Gemeente Zeewolde
20.000
Provincies
1.500.000
1.500.000
1.500.000
F4
Provincie Zuid-Holland
XIII Economische Zaken
7.099.000
7.249.000
7.389.000
7.539.000
7.679.000
6.529.000
F7
Bedrijven, organisaties en een klein deel aan gemeenten
XIII Economische Zaken
11.174.000
10.817.000
6.226.000
0
0
0
F10
Gemeente Eindhoven.
XIII Economische Zaken
14.775.000
4.750.000
4.750.000
0
0
0
(Omzetting DU niet mogelijk. Looptijd tot en met 2012)
Korte omschrijving uitkering
Artikelonderdeel
Nota Ruimte Project Eindhoven Brainport
U1810.301100
F15
Verdeling onbekend
XIII Economische Zaken
37.547.000
37.425.000
12.387.000
0
0
0
Korte omschrijving uitkering
Artikelonderdeel
Doelstelling 2 programma's van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
U1810.301100
Uitfinanciering periode 2007-2013.
F15
Verdeling onbekend
XIII Economische Zaken
10.080
17.120
17.120
31.159
31.569
35.535
Korte omschrijving uitkering
Artikelonderdeel
Doelstelling 2 programma's van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
U1810.301100
Uitfinanciering periode 2014-2020.
6.4 Evaluatie- en overig onderzoek
Soort onderzoek
Titel/onderwerp
Artikel
Start
Afronding
Vindplaats
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid
1a. Beleidsdoorlichtingen
Bestuurlijke en financiële verhoudingen
1.1
2013
2013
Beleidsdoorlichting Interbestuurlijke verhoudingen - verzending TK
Verminderen regeldruk
6.1
2015
2015
Informatiebeleid en ontwikkeling e-voorzieningen
6.2
2015
2015
Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen
6.3
2015
2015
Burgerschap
6.4
2017
2017
Reisdocumenten en basisadministratie persoonsgegevens
6.5
2014
2014
Beleidsdoorlichting
Overheid als werkgever
7.1
2013
2014
Beleidsdoorlichting art.7 Integriteit afstemming def.concept
Overheid als werkgever
7.1
2018
2018
1b. Effectenonderzoek Ex-post
Evaluatie herindeling Zuidwest Friesland
1.1
2011
2014
Evaluatie herindeling Súdwest-Fryslân
Evaluatie gemeenteraadsverkiezingen en Europees Parlement verkiezingen
1.2
2014
2014
Evaluatie experiment met centrale stemopneming
1.2
2014
2014
Evaluatie experiment nieuw stembiljet voor kiezers in het buitenland
1.2
2014
2014
Verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de paragrafen 3, 4 en 5 van de WFPP
1.2
2018
2018
Evaluatie Wet subsidiëring politieke partijen
1.2
2018
2018
Participatie
1.2
2018
2018
Evaluatie naar de effecten van de opeenvolgende bezuinigingsvoorstellen op de organisatie en het werk van de AIVD
2
2014
2015
DigiD buitenland - evaluatie pilot
6.3
2013
2014
Evaluatie Pilot DigiD - buitenland Deelrapport : Pilotlocaties Meting 1
Evaluatie protocol flexibel inzetbare pool Koninklijke Marechaussee
7.1
2012
2013
Evaluatie subsidierelatie CAOP
7.1
2013
2014
CAOP 2013 Evaluatie subsidieregeling
Effectmeting HALT trajecten VPT onderwijs
7.1
2013
2014
Effectmeting vpt-pilot persoonlijkheidsprofielen
7.1
2013
2014
Evaluatie klokkenluidersregelingen publieke sector, OIO en Adviespunt Klokkenluiders
7.1
2014
2014
Effectmeting Project voorkomen agressie en geweld voor docenten in het voortgezet onderwijs
7.1
2014
2014
Verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
7.1
2015
2015
Verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
7.1
2020
2020
2. MKBA's
3. Overige onderzoeken
Tussenmeting Revitalisering Generiek Toezicht
1.1
2014
2015
Evaluatie Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV)
2
2013
2013
https://www.aivd.nl/publicaties?ActLbl=commissie-dessens&ActItmIdt=3035
Evaluatie Wet aanpassing uitkeringsduur Appa (33 298) m.b.t. verkorting uitkeringsduur en sollicitatieplicht
7.2
2016
2016
Evaluatie Wet College Rechten van de Mens
11
2017
2017
Doorlichting agentschap BPR
2014
2014
6.5 ZBO’s en RWT’s
Bijlage Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen
Tabel 1: Overzicht Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen (vallend onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
Naam organisatie
RWT
ZBO
Functie
Begrotingsartikel
Begrotingsramingen (x € 1.000,-)
Verwijzing (URL-link) naar website RWT/ZBO
Kiesraad
x
Adviseren van de regering en de beide Kamers der Staten-Generaal in uitvoeringstechnische aangelegenheden die het kiesrecht of de verkiezingen betreffen (artikel A 2 Kieswet)
Optreden als centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van: a. de Tweede Kamer (artikel E II, tweede lid, Kieswet); b. de Eerste Kamer (artikel S I, eerste lid, Kieswet); c. het Europees Parlement (artikel Y 9, eerste lid, Kieswet).
Artikel 1 «Openbaar bestuur en democratie» Artikel 11 «Centraal apparaat»
336 1.477
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)
x
x
Zorg dragen voor de uitvoering van de verplichting tot voldoening van de weduwepensioenen en wezenonderstanden aan de nagelaten betrekkingen van gewezen overheidspersoneel van Indonesië. Namens de Minister nemen van beslissingen ter uitvoering van de regelingen en aangelegenheden welke verband houden met zogenaamde overzeese pensioenen en uitkeringen.
Artikel 7 «Arbeidszaken Overheid»
14.142
6.6 Subsidiebijlage Tabel Subsidies (Bedragen x € 1.000)
Begro tings arti kel
Naam subsidie(regeling) (met hyperlink naar vindplaats)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Aantal verleningen jaar 2013
Laatste evaluatie (jaartal) (met hyperlink naar vindplaats)
Volgende evaluatie (jaartal)
Einddatum subsidie (regeling) (jaartal)
Openbaar bestuur en democratie
1.1
6.176
3.223
3.223
3.223
3.217
3.200
3.200
1
Nvt
2015
2017
1.1
Kenniscentrum Europa decentraal
499
0
332
332
330
330
330
1
2016
2017
1.1
Actieprogramma lokaal bestuur 1
100
1
Nvt
zie toelichting1
2014
ALB-subsidie is in 2014 afgelopen.
1.1
Bijdrage European Urban Knowledge Network1
6
1
Nvt
zie toelichting1
2014
incidentele subsidieverstrekking
1.1
Thorbecke Leerstoel
13
28
28
28
28
28
28
1
Nvt
Nnb. In afwachting van wettelijk voorschrift
Regeling wordt opgesteld en dan ook voorzien van een einddatum.
1.2
Subsidiering Politieke partijen 2
15.749
17.021
17.534
17.034
17.034
17.034
17.034
11
Nvt
zie toelichting2
2017
Dienstverlenende en innovatieve overheid
6.4
109
107
106
106
106
106
106
1
Nvt
2016
2017
6.4
5.019
4.792
4.180
4.180
4.180
4.180
4.180
1
Nvt
2016
2017
6.4
Programma Burgerschap 3
405
233
1
Nvt
zie toelichting3
2014
6.5
Beleid GBA en reisdocumenten3
40
10
1
Nvt
zie toelichting3
2014
Arbeidszaken overheid
7.1
Stichting Verbond Sectorwerkgevers (VSO)
205
205
205
205
205
205
1
Nvt
2018
2017
7.1
Stichting Verdeling Overheidsbijdragen (SVO)
1.475
1.455
1.440
1.440
1.440
1.440
1.440
1
Nvt
Nnb. In afwachting van wettelijk voorschrift
Regeling wordt opgesteld en dan ook voorzien van een einddatum.
7.1
Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP)
4.066
1.650
1.050
1.050
1.050
1.050
1
Nvt
2014
2015
7.1
1.175
1.065
860
80
18
Nvt
2016
2014
incidentele subsidieverstrekking
7.1
Professionaliseringsfonds burgemeesters
889
889
889
889
889
889
889
1
Nvt
2016
2015
7.1
NGB-orientatieprogramma3
120
100
100
100
100
100
100
1
Nvt
zie toelichting1
2014
7.1
Subsidie vereniging Raadsleden3
156
250
250
250
250
250
250
2
Nvt
zie toelichting1
2014
7.1
Vereniging Wethouders - professionalisering3
395
250
250
250
250
250
250
1
Nvt
zie toelichting1
2014
7.1
Wethoudersvereniging - decentralisatie3
29
25
25
Nvt
zie toelichting1
2014
7.1
Subsidie Vereniging Gemeentesecretarissen1
200
1
Nvt
zie toelichting1
2013
incidentele subsidieverstrekking
7.1
ACOM1
10
1
Nvt
zie toelichting1
2013
incidentele subsidieverstrekking
7.1
Stichting Beroepseer3
45
30
0
1
Nvt
zie toelichting1
2014
7.1
Subsidie Arbeidsmarkt ouderen1
25
1
Nvt
zie toelichting1
2013
incidentele subsidieverstrekking
7.1
Stichting Arbeidsmobiliteitscentrum1
77
2
Nvt
zie toelichting1
2013
incidentele subsidieverstrekking
7.1
Stichting Jonge Ambtenaren1
5
5
1
Nvt
zie toelichting1
2014
incidentele subsidieverstrekking
7.1
NL Kennisland1
145
78
1
Nvt
zie toelichting1
2014
incidentele subsidieverstrekking
7.1
Subsidie arbeidsmarkt3
273
530
82
150
150
150
150
11
Nvt
zie toelichting1
2014
7.1
Vereniging voor overheidsmanagement3
100
100
1
Nvt
zie toelichting1
2014
7.1
Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) 1
1.150
1.110
1.110
1.110
1.110
1
Nvt
zie toelichting1
2015
7.1
Expertgroep klokkenluiders1
125
0
0
1
Nvt
zie toelichting1
2015
7.1
Stichting Transfercentrum1
775
Nvt
zie toelichting1
2014
7.1
Stichting M (Meld misdaad anoniem) 3
40
30
30
30
30
30
30
1
Nvt
zie toelichting1
2013
7.1
European Institute for Public Administration1
184
185
183
183
183
183
183
1
Nvt
Nnb. In afwachting van wettelijk voorschrift
Regeling wordt opgesteld en dan ook voorzien van een einddatum.
Algemeen
12.1
Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam
179
177
173
173
173
173
173
1
Nvt
2015
2017
12.1
Nederlandse School voor Openbaar Bestuur3
155
150
1
Nvt
2014
2014
12.1
Subsidie CZW3
100
200
200
200
200
200
Nvt
zie toelichting1
2014
37.984
31.735
32.968
31.013
30.925
30.908
30.908
Noot 1
Omdat het hier gaat om incidentele subsidies die vallen onder het kaderbesluit BZK subsidies, zijn er geen afzonderlijke evaluatiemomenten voorzien.
Beleidsevaluatie van het Kaderbesluit BZK subsidies wordt gepland voor 2018, waarbij de subsidies gebundeld geëvalueerd worden. Het Kaderbesluit BZK subsidies heeft geen einddatum.
Hierbij de link naar het kaderbesluit BZK subsidies.
Noot 2
Doorlopend, op basis van de huidige Wet financiering politieke partijen. Er moet nog een besluit worden genomen over de evaluatiedatum.
Noot 3
Het subsidieverzoek wordt jaarlijks ingediend, beoordeeld en vastgesteld. Jaarlijks wordt op basis van de verantwoording geevalueerd.
6.7 Afkortingen
AIVD
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
AZ
Algemene Zaken
BD
Belastingdienst
BES
Bonaire, Sint Eustatius, Saba
BIOS
Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector
BPR
Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten
BRP
Basisregistratie Personen
BSN
Burger Service Nummer
BZK
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
BZ
Buitenlandse Zaken
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CIVD
Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
COELO
Centrum voor onderzoek v/d Economie v/d Lagere Overheden
CRM
Customer Relationship Management
DGOBR
Directoraat-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk
DigiD
Digitale identificatie
DUO
Dienst Uitvoering Onderwijs
DWR
Digitale Werkplek Rijk
EZ
Economische Zaken
eNIK
Elektronische Nederlandse IdentiteitsKaart
EU
Europese Unie
EUKN
European Urban Knowledge Network
FCIB
Functioneel Controleren, Inregelen en Beproeven
Fte
Fulltime-equivalent
GBA
Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens
GBA-V
GBA-Verstrekkingen
HR
Human Resource
HRM
Human Resources Management
IAR
Individuele arbeidsrelatie
ICT
Informatie- en Communicatietechnologie
IPO
Interprovinciaal Overleg
KBA
Kosten en Baten Analyse
LFMO
Landelijk Facilitair Management Overleg
mGBA
Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie
NICIS
Netherlands Institute for City Innovation Studies
Nirov
Nederlands instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting
NMa
Nederlandse Mededingingsautoriteit
NUP
Nationaal Uitvoeringsprogramma
JBZ Raad
Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken
OCW
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OGS
Oorlogsgravenstichting
OGP
Open Government Partnership
PIVA
Personeelsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba
PKI
Public Key Infrastructure
POMO
Personeelsontwikkeling en Mobiliteitsonderzoek
PPS
Publiek Private Samenwerking
Rgd
Rijksgebouwendienst
RNI
Register Niet-Ingezetenen
RWS
Rijkswaterstaat
RWT
Rechtspersoon wettelijke taak
SBR
Standard Business Reporting
SCP
Sociaal en Cultureel Planbureau
SSC-ICT
Shared Service Centrum-ICT
SSO
Shared Services Organisatie
SZW
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
UvW
Unie van Waterschappen
VGB
Verklaring van geen bezwaar
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VPT
Veiligheid Publieke Taak
VSO
Verbond Sectorwerkgevers Overheidspersoneel
VUT
Vervroegde Uittreding
VWN
Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland
VWS
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wiv
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
ZBO
Zelfstandig Bestuursorgaan
Noot 1
Kamerstukken II, 2014-2015, 33 828 nr. 3