Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2015 - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34000 J - Vaststelling begroting Delta-fonds 2015.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2015; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 16-09-2014 |
Publicatiedatum | 16-09-2014 |
Nummer | KST34000J2 |
Kenmerk | 34000 J, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 000 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2015
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Inhoudsopgave
Blz.
A.
ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN
2
Wetsartikel 1
2
B.
BEGROTINGSTOELICHTING
3
1.
Leeswijzer
3
2.
Agenda Deltafonds
9
3.
De Productartikelen
14
4.
Bijlagen
56
-
1.Voeding van het Deltafonds en begrotingstaat per productartikelonderdeel
56
-
2.Verdiepingsbijlage
60
-
3.Overzicht Hoogwaterbeschermingsprogramma
85
-
4.Begroting beheer, onderhoud, vervanging en renovatie RWS
88
-
5.Lijst van afkortingen
97
A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk jaar afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
B. BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.LEESWIJZER
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) stelt de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Begroting hoofdstuk XII) op van de Rijksbegroting, de begroting van het Infrastructuurfonds en de begroting van het Deltafonds.
Voor u ligt de begroting van het Deltafonds.
Door een apart fonds voor water kan beter invulling worden gegeven aan de doelstellingen zoals vastgelegd in de Waterwet (artikel 7.22a t/m 7.22d), te weten de bekostiging van maatregelen, voorzieningen en onderzoeken op het gebied van waterveiligheid, zoetwatervoorziening en vanaf 1 januari 2015 ook waterkwaliteit. Zo mag het fonds jaarlijkse saldi (meer of minder uitgaven in enig jaar) overhevelen - in tegenstelling tot de beleidsbegroting van IenM - waardoor (kasmatige) vertragingen en versnellingen van projecten niet hoeven te leiden tot budgettaire knelpunten.
Het Deltafonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de Begroting hoofdstuk XII (artikelonderdeel 26.02). Daarnaast betalen de waterschappen gezamenlijk de helft van de jaarlijkse bijdrage aan het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en de afronding van het HWBP-2. Tevens worden voor een aantal projecten uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere departementen, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie.
In het Deltaprogramma zijn de maatregelen, voorzieningen en onderzoeken voor de korte termijn (eerstvolgende zes jaren) beschreven en wordt een doorkijk gegeven voor de voorbereidingen die voor de langere termijn worden getroffen om ons land nu en in de (verre) toekomst adequaat te beschermen tegen hoog water en van voldoende zoet water te blijven voorzien.
Het Deltaprogramma is het jaarlijkse bijstuk bij de Deltafondsbegroting. Het biedt een overzicht van alle maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening en daarmee van alle projecten die geheel of gedeeltelijk uit het Deltafonds worden gefinancierd. Ook gaat het Deltaprogramma in op de middellange en lange termijn strategieën op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. In de periode tot en met 2014 is in het Deltaprogramma in jaarlijkse stappen gewerkt aan de voorbereiding van hoofdkeuzes op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening (de deltabeslissingen) en de maatregelen die daar uit voortvloeien.
Verantwoord Begroten
Op 20 april 2011 is de aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten» in de Tweede Kamer behandeld (Kamerstukken II, 2010/11, 31 865, nr. 26). De nieuwe presentatie geeft meer inzicht in de financiële informatie. In uitzondering op de systematiek van «Verantwoord Begroten» worden via het Deltafonds ook onderdelen van het apparaat van RWS bekostigd. In de agentschapsparagraaf RWS - onderdeel van de beleidsbegroting van IenM (Hoofdstuk XII) - worden alle apparaatskosten van RWS inzichtelijk gemaakt. Tevens worden op deze begroting de apparaatskosten van de Staf Deltacommissaris gepresenteerd.
Overprogrammering
In de begroting vorig jaar is de inzet van het instrument overprogrammering toegelicht. Het doel hiervan is zorg dragen dat de budgetten tot besteding komen in de jaren waarin deze beschikbaar zijn gesteld. In het uitvoeringsjaar 2013 heeft dit ertoe geleid dat de budgetten op het Deltafonds vrijwel in het geheel zijn uitgeput. Met het volume aan overprogrammering wordt er voor gezorgd dat projectvertragingen niet onmiddellijk resulteren in onderbesteding.
Kolom «vorig»
In de tabellen projectoverzichten bij de verschillende artikelen is de kolom «vorig» opgenomen. In deze kolom is de laatste stand van de projectbudgetten opgenomen, i.c. de stand na de Voorjaarsnota 2014.
Groeiparagraaf: wat is nieuw in deze begroting
Prijsbijstelling tranche 2014
Aan de Tweede Kamer is toegezegd (Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 XII nr.14) dat de Kamer uiterlijk bij ontwerpbegroting 2015 wordt geïnformeerd over de effecten van de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 voor de IenM begrotingen. Als gevolg van deze korting zijn de projecten en programma’s op de fondsen geïndexeerd uit de resterende investeringsruimte bij de modaliteiten. Daarbij is kritisch bezien bij welke projecten en programma’s indexatie dit jaar noodzakelijk was (bijvoorbeeld vanuit juridische en/of bestuurlijke verplichtingen). Bij de Voorjaarsnota is het restant van de aanvullende post prijsbijstelling tranche 2014 daarnaast toegevoegd aan de IenM begrotingen.
Per saldo effect op IenM begrotingen (periode 2014-2028)
Infrastructuurfonds
€ 387mln
waarvan
Hoofdwegen
€ 303 mln
Spoorwegen1
-
Regionaal/Lokale Infrastructuur
€ 11 mln
Hoofdvaarwegen
€ 73 mln
Deltafonds
€ 79 mln
Hoofdstuk XII
-
Totaal effect op de IenM begrotingen
€ 466 mln
Noot 1
De besluitvorming over indexatie van de budgetten Spoorwegen voor Beheer, Onderhoud en Vervanging is aangehouden tot de begroting 2016.
De bedragen uit de tabel (in miljoenen euro’s) zijn ten laste van de investeringsruimte op de fondsen gebracht. Evenals vorig jaar resteert er op de fondsen een kasprobleem. Technisch is dit kasprobleem verwerkt via een minregel op de investeringsruimte van de modaliteiten. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd. IenM lost de minregel uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma.
Raming modaliteiten
De ambitie is om - op termijn - alle uitgaven per modaliteit te ramen op de desbetreffende artikelen, opdat alle uitgaven die verband houden met een modaliteit op de betreffende artikelen zijn geraamd. Hiertoe is in deze begroting een eerste aanzet gedaan.
Ter voorbereiding op de af te sluiten Service Level Agreements 2017-2020 (tussen RWS en opdrachtgevers) zijn de budgetten voor de landelijke taken geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten (dit betreffen de activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd). Deze middelen werden tot en met de vorige begroting integraal geraamd onder verkeersmanagement / watermanagement en beheer en onderhoud. De verdeling van de budgetten voor de landelijke taken naar verkeersmanagement en beheer en onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting. Het betreft hier een technische, beleidsneutrale mutatie.
In de ontwerpbegroting 2016 zullen aanvullende mutaties worden doorgevoerd om het eindbeeld te bereiken. Dit betreft onder meer het toedelen van de middelen op artikelonderdeel 18.12 «Nader toe te wijzen Beheer en Onderhoud en vervanging», waarop in deze begroting middelen zijn geraamd, welke nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld.
Waterkwaliteit
Op grond van het amendement-Jacobi (Kamerstukken II, 2013/14, 33 503, nr. 8) is het met ingang van 1 januari 2015 mogelijk om de uitgaven op het gebied van waterkwaliteit, ook wanneer deze uitgaven geen relatie hebben met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, te verantwoorden op het Deltafonds. Hierdoor is het mogelijk om vanuit het Deltafonds projecten waarin ook waterkwaliteitsaspecten een rol spelen integraal te financieren. Hiertoe is een nieuw artikel 7 gecreëerd en zijn middelen overgeboekt van artikel 12 op Begroting hoofdstuk XII naar artikel 7 van het Deltafonds. Het gaat daarbij om de realisatieprojecten Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren.
De opgaven voor waterkwaliteit worden niet gedekt uit de budgetten op het Deltafonds die bestemd zijn voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening (zie schriftelijke beantwoording Kamervragen ten behoeve van het WGO van 18 november 2013 (Kamerstukken II, 33 750 XII nr. 54). In lijn met deze voorwaarde is dekking gevonden binnen andere budgetten dan die voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening, zodat de opgave voor de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) op artikel 7 van het Deltafonds volledig gedekt is. Voor de resterende opgave vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water voor de tweede en derde planperiode tot en met 2027 was aanvullend circa € 474 miljoen benodigd. In deze begroting wordt voorgesteld uit onderstaande budgetten middelen vrij te maken ten behoeve van het Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren:
-
-
-
•Het budget «Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren» op de Begroting hoofdstuk XII (artikel 12.01) van € 34,9 miljoen in het jaar 2018 wordt geëxtrapoleerd en overgeboekt naar - het nieuw gecreëerde - artikel 7 op het Deltafonds. Het betreft een reeks tot en met 2027, het jaar waarin het programma ten behoeve van de KRW wordt afgerond, en bedraagt in totaal € 314,2 miljoen.
-
-
-
-
•Verlaging van de structurele budgetten bodemsanering op artikel 13.04 van de Begroting hoofdstuk XII (vanaf 2019 t/m 2027 een bedrag van € 4,9 miljoen per jaar): € 44,5 miljoen.
-
-
-
-
•Inzet ontvangsten Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (WVO) (vanaf 2014 t/m 2027): € 56 miljoen.
-
-
-
-
•Vrijval nog te verrichten werkzaamheden agentschap RWS BenO nat: € 59,7 miljoen.
-
Daarnaast zijn de projecten Natuurcompensatie Perkpolder, Verruiming vaargeul Westerschelde en Natuurlijker Markermeer/IJmeer, die eerder vanuit het Deltafonds naar de Begroting hoofdstuk XII waren overgeboekt, weer aan dit artikel toegevoegd.
Dit leidt tot het volgende overzicht aan budgetten op het nieuwe artikel 7.
Budgetten naar artikel 7
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Totaal
waaronder budgetten voor Waterkwaliteit, excl. KRW
-
Natuurcompensatie Perkpolder
0
3.238
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.238
-
Verruiming vaargeul Westerschelde
0
497
1.011
277
764
764
20.809
0
0
0
0
0
0
0
0
24.122
-
Natuurlijker Markermeer/IJmeer
0
4.208
553
2.987
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
7.748
Subtotaal budgetten voor Waterkwaliteit, excl. KRW
0
7.943
1.564
3.264
764
764
20.809
0
0
0
0
0
0
0
0
35.108
waaronder bestaande budgetten KRW
-
Overheveling naar DF vanaf 2015/KRW 2 en 3e Tranche
0
0
33.000
33.000
34.917
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
100.917
-
Overheveling naar DF vanaf 2015/KRW 1e Tranche
0
6.232
4.882
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
11.114
-
Overheveling naar DF vanaf 2015/KRW 1e Tranche
0
27.455
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
27.455
Subtotaal bestaande budgetten KRW
0
33.687
37.882
33.000
34.917
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
139.486
waaronder additionele budgetten KRW
-
HXII: Extrapolatie middelen Verbeterprogramma Rijkswateren (Art. 12.01 Waterkwaliteit)
0
0
0
0
0
34.917
34.917
34.917
34.917
34.917
34.917
34.917
34.917
34.917
0
314.253
-
HXII: Verlaging middelen bodemsanering Art. 13.04 Ruimtegebruik Bodem
0
0
0
0
0
4.944
4.944
4.944
4.944
4.944
4.944
4.944
4.944
4.944
0
44.500
-
DF (B&O nat) Inzet Ontvangsten Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (WVO) Art. 3.02 Beheer, onderhoud en vervanging
0
0
0
0
0
8.000
8.000
8.000
8.000
8.000
4.000
4.000
4.000
4.000
0
56.000
-
DF (B&O nat): Vrijval nog te verrichten werkzaamheden Art 3.02 Beheer, onderhoud en vervanging
0
5.140
5.140
5.140
5.140
5.140
34.000
0
0
0
0
0
0
0
0
59.700
Subtotaal additionele budgetten KRW
0
5.140
5.140
5.140
5.140
53.001
81.861
47.861
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
0
474.453
Subtotaal som budgetten KRW
0
38.827
43.022
38.140
40.057
53.001
81.861
47.861
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
613.939
Budgetstand (OB2015) op DF Artikel 7 Investeringen in Waterkwaliteit
0
46.770
44.586
41.404
40.821
53.765
102.670
47.861
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
0
649.047
Waarvan totaal overheveling uit XII incl. KRW
0
41.630
39.446
36.264
35.681
40.625
60.670
39.861
39.861
39.861
39.861
39.861
39.861
39.861
0
533.343
-
2.AGENDA DELTAFONDS
Het Deltaprogramma heeft als doel ons land nu en in de toekomst te beschermen tegen hoog water en de zoetwatervoorziening op orde te houden. Het financieel fundament onder het Deltaprogramma is het Deltafonds. Daarnaast zijn maatregelen op het gebied van waterkwaliteit onderdeel van het Deltafonds.
Werken aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening vraagt continu inspanningen en investeringen. Het aantal mensen en de waarde van het te beschermen goed veranderen, onder invloed van economische en demografische ontwikkelingen. Ook water en bodem veranderen in de loop van de tijd: de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Daarbij verandert het klimaat, waardoor het warmer wordt en rivierafvoeren en regenval grotere extremen zullen vertonen. Het Deltaprogramma is het nationale programma waarin Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken om Nederland veilig en aantrekkelijk te houden en goed te blijven voorzien van zoetwater. Zo kan onze economie blijven profiteren van de gunstige ligging in de delta.
In de beleidsagenda van Begroting hoofdstuk XII en in het Deltaprogramma 2015 wordt inzicht geboden in de beleidsdoelen en verdere onderdelen van het Deltaprogramma.
Mijlpalen en resultaten 2015
Hieronder wordt ingegaan op de mijlpalen in het lopende programma. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2015 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2015 start.
Beheer, onderhoud en vervanging
Voor het beheer en onderhoud tot en met 2016 zijn prestatieafspraken gemaakt voor het watermanagement en beheer en onderhoud waterveiligheid, waaronder kustlijnhandhaving met zandsuppleties, stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen zoals dijken, dammen en duinen. Deze prestatieafspraken zijn nader toegelicht in artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging van deze Deltafondsbegroting. Hiervoor zijn nieuwe indicatoren opgesteld die beter aansluiten bij de doelstelling van het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland droge voeten houdt.
In 2015 wil IenM onder meer de volgende activiteiten in het kader van beheer, onderhoud en vervanging uitvoeren:
Beheer, onderhoud en vervanging
Hoofdwatersystemen
Zandsuppleties basiskustlijn
Levensduur verlengend onderhoud aan stuwen Nederrijn / Lek
Programma stroomlijn ten behoeve van de beheersing van de hoogwaterveiligheid in het rivierengebied
Conservering Maeslantkering en Oosterscheldekering
Aanleg
In 2015 wordt voortvarend gewerkt aan het verbeteren van de waterveiligheid, onder andere aan de programma's HWBP-2, nHWBP, Maaswerken en Ruimte voor de Rivier. Hieronder volgen de mijlpalen die IenM in 2015 wil behalen:
Programma's Waterveiligheid
Programma
Mijlpaal
Project
HWBP-2
Start realisatie
Houtribdijk
Hoogwaterkering Den Oever
Waddenzeedijk Texel
Oplevering
Ipenslotersluis en Diemerdammersluis
Waddenzeedijk Friese kust
IJsselmeer, kleibekleding en pipingmaatregelen
Dijkversterking Krimpen
Merwededijk te Werkendam
Bergambacht / Ammerstol / Schoonhoven
Keersluis Meppelerdiep Zwartsluis
Kustversterking Katwijk
nHWBP
Start realisatie
Diefdijk
Emanuelpolder
Capelle Moordrecht
Oplevering
Dalfsen
Oevererosie Klaphek
Maaswerken
Start realisatie
n.v.t.
Oplevering
Zandmaas: Retentiebekken Lateraal kanaal West, zuidelijk deel «plus»
Zandmaas: Zomerbedverdieping Sambeek
Zandmaas: Hoogwatergeul Lomm
Zandmaas: Well-Aijen Zuid
Maasroute: Verruimen Bocht Steijl
Maasroute: Bediencentrale Maasbracht
Ruimte voor de Rivier
Start realisatie
Uiterwaardvergraving Huissensche Waarden
Dijkverbetering Lek / Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden
Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, gedeelte Zomerbedverlaging
Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, gedeelte Reevediep
Oplevering
Extra uiterwaardvergraving Millingerwaard
Dijkteruglegging Lent
Kribverlaging Waal Fort St. Andries
Kribverlaging Beneden-Waal
Uiterwaardvergraving Brakelse Benedenwaarden en dijkverlegging Munnikenland
Ontpoldering Noordwaard
Ontpoldering Overdiepse Polder
Dijkverbetering Amer/Donge
Dijkverbetering Steurgat / Land van Altena
Dijkverbetering Bergsche Maas / Land van Altena
Dijkverbetering Oude Maas / Hoeksche Waard
Dijkverbetering Oude Maas / Voorne Putten
Berging op het Volkerak-Zoommeer
Uiterwaardvergraving Huissensche Waarden
Uiterwaardvergraving Honswijkerwaarden, stuweiland Hagestein, Hagesteinse uiterwaard en Heerenwaard
Uiterwaardvergraving Bolwerksplas, Worp en Ossenwaard
Uiterwaardvergraving Keizers- en Stobbenwaarden en Olsterwaarden
Uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden
Dijkverlegging Westenholte
Overige projecten
Mijlpaal
Project
Start realisatie
Marker Wadden fase 1
Luwtemaatregelen Hoornse Hop (onderdeel van TBES)
Aanpassing primaire waterkering op Terschelling
Aanpassing primaire waterkering op Vlieland
Oplevering
Herstel steenbekledingen Oosterschelde en Westerschelde
Natuurcompensatie Perkpolder
Eerste tranche 2009-2015 van de Kaderrichtlijn Water (KRW)
Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor de lopende programma’s wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen, de voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer, het Deltaprogramma 2015 en het MIRT Projectenboek 2015.
Begroting op hoofdlijnen
Art
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Stand ontwerpbegroting 2014
1.230.838
1.304.573
1.357.474
1.116.870
971.272
868.575
Mutaties 1e suppletoire wet 2014
-
-13.522
-
-2.379
-
-152.379
-
-2.379
47.621
97.621
Stand Voorjaarsnota 2014
1.217.316
1.302.194
1.205.095
1.114.491
1.018.893
966.196
Belangrijkste mutaties Deltafonds
- 3.909
72.393
70.753
46.496
36.324
41.405
-
1.KRW en andere projecten waterkwaliteit
2, 7
41.630
39.446
36.264
35.681
40.625
-
2.Prijscompensatie
div.
1.538
878
1.274
982
456
599
-
3.Cyber security
3, 5
5.317
-
-240
-
4.Desalderingen
1
25.000
25.000
10.600
-
5.Kasschuiven regiobijdrage
div.
-
-9.864
5.000
4.907
-
-1.489
0
0
Overig
div.
-
-900
125
126
139
187
181
Stand ontwerpbegroting 2015
1.213.407
1.374.587
1.275.848
1.160.987
1.055.217
1.007.601
Ad 1. Overheveling KRW/amendement Jacobi. Op grond van het amendement-Jacobi (Kamerstukken II, 2013/14, 33 503, nr. 8) is het met ingang van 1 januari 2015 mogelijk om de uitgaven op het gebied van waterkwaliteit, ook wanneer deze uitgaven geen relatie hebben met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, te verantwoorden op het Deltafonds. Hierdoor is het mogelijk om vanuit het Deltafonds projecten waarin ook waterkwaliteitsaspecten een rol spelen integraal te financieren. Hiertoe zijn middelen overgeboekt van artikel 12 op de Begroting hoofdstuk XII naar het nieuwe artikel 7 in het Deltafonds. Het gaat daarbij om de realisatieprojecten Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren ten behoeve van de KRW. Daarnaast zijn de projecten Natuurcompensatie Perkpolder, Verruiming vaargeul Westerschelde en Natuurlijker Markermeer/IJmeer ook overgeheveld naar het Deltafonds.
Ad 2. Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
Ad 3. Beveiligd Werken richt zich op het «in control» brengen en houden van de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering ter ondersteuning van de maatschappelijk vitale en primaire processen van RWS. Missie Kritieke Systemen zijn ICT systemen die een essentiële rol spelen in een informatieketen (mensen, processen en techniek). Onderdeel hiervan is het voldoen aan de eisen van informatiebeveiliging (Cyber Security). In dit kader is nu vanuit de Begroting hoofdstuk XII geld vrijgemaakt voor die werkzaamheden die in 2014 op het Deltafonds noodzakelijk zijn (circa € 6 miljoen). Omdat Water - gegeven de missiekritieke systemen - in 2014 prioritair wordt aangepakt, is aanvullend een bedrag van € 22 miljoen ten laste van de vrije ruimte van het Deltafonds gebracht.
Ad 4. Als gevolg van extra ontvangsten van derden voor het project IJsseldelta binnen het programma Ruimte voor de Rivier is het projectbudget met zestig miljoen euro opgehoogd.
Ad 5. Om voor alle artikelen tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren noodzakelijk.
-
3.DE PRODUCTARTIKELEN Artikel 1 Investeren in waterveiligheid
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het Rijk investeert in waterveiligheid om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en om een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren. Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Waterkwantiteit) op de Begroting hoofdstuk XII.
Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 1 Investeren in waterveiligheid (in € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen
1.053.633
1.331.287
1.021.070
255.841
358.843
392.915
406.185
Uitgaven
574.101
788.314
903.737
757.771
732.789
649.719
566.435
Waarvan juridisch verplicht
100%
1.01 Grote projecten waterveiligheid
463.826
582.505
792.671
627.251
541.541
342.297
167.421
1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten
205.657
214.516
322.940
265.369
216.053
198.535
131.534
1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten
4.151
24.725
10.408
37.551
77.843
62.528
11.134
1.01.03 Ruimte voor de rivier
234.209
305.629
418.147
283.273
223.029
56.947
466
1.01.04 Maaswerken
19.809
37.635
41.176
41.058
24.616
24.287
24.287
1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid
101.860
198.868
105.716
126.470
189.873
306.947
398.664
1.02.01 Verkenningen en planuitwerkingsprogramma
20.569
13.954
2.708
37.448
135.156
179.311
267.223
1.02.02 Realisatieprogramma
81.291
184.914
103.008
89.022
54.717
127.636
131.441
1.03 Studiekosten
8.415
6.941
5.350
4.050
1.375
475
350
1.03.01 Studie en onderzoekskosten
8.415
6.941
5.350
4.050
1.375
475
350
1.03.02 Overige studiekosten
0
0
0
0
0
0
0
1.04 GIV/PPS
0
0
0
0
0
0
0
Van totale uitgaven
- Bijdrage aan agentschap RWS
7.398
2.850
4.550
1.100
0
0
0
- Restant
566.700
785.464
899.187
756.671
732.789
649.719
566.435
Ontvangsten
92.708
136.618
246.003
206.694
189.874
171.652
171.424
1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid
92.708
136.618
246.003
206.694
189.874
171.652
171.424
1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWBP-2
79.608
124.450
171.000
152.073
158.426
114.467
113.011
1.09.02 Overige ontvangsten HWBP-2
163
0
0
0
0
0
0
1.09.03 Ontvangsten waterschappen nHWBP
1.550
6.176
9.042
28.991
22.337
57.185
58.413
1.09.04 Overige ontvangsten nHWBP
0
0
0
0
0
0
0
1.09.05 Overige aanleg ontvangsten
11.387
5.992
65.961
25.630
9.111
0
0
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
1 Investeren in waterveiligheid
903.737
757.771
732.789
649.719
566.435
501.315
874.254
1.01 Grote projecten waterveiligheid
792.671
627.251
541.541
342.297
167.421
284.868
363.801
1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid
105.716
126.470
189.873
306.947
398.664
216.097
510.453
1.03 Studiekosten
5.350
4.050
1.375
475
350
350
0
1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid
246.003
206.694
189.874
171.652
171.424
169.642
148.620
Bijdragen van hfdst XII (art 26)
657.734
551.077
542.915
478.067
395.011
331.673
725.634
(Vervolg) Bedragen x € 1.000
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
1 Investeren in waterveiligheid
574.200
515.620
424.680
414.785
443.050
441.510
418.411
1.01 Grote projecten waterveiligheid
89.309
16.745
0
0
0
0
0
1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid
484.891
498.875
424.680
414.785
443.050
441.510
418.411
1.03 Studiekosten
0
0
0
0
0
0
0
1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
Bijdragen van hfdst XII (art 26)
425.580
367.000
276.060
266.165
294.430
292.890
269.791
1.01 Grote projecten waterveiligheid
Motivering
Deze projecten, die door de Tweede Kamer de status van groot project zijn toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland.
Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
Producten
Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing volgens de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire waterkeringen bleek dat een deel van deze keringen niet voldeed aan de wettelijke norm (Kamerstukken II, 2007/08, 27 625 en 18 106, nr. 103). Verder bleek uit een toets in 2003 door RWS en de keringbeheerders dat de zeeweringen langs de Noordzeekust op een aantal locaties op een termijn van twintig jaar niet meer aan de geldende veiligheidsnorm zouden voldoen. Deze locaties zijn aangemerkt als Zwakke Schakels. Op negen van deze locaties ligt tevens een opgave tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de zogenaamde Prioritaire Zwakke Schakels Kust. Vanuit het HWBP-2 worden subsidies verstrekt aan de waterschappen voor de uitvoering van de vereiste verbetermaatregelen en worden de maatregelen aan de rijkskeringen betaald.
Met het afsluiten van het Bestuursakkoord Water (2011) dragen de waterschappen bij aan de financiering van het HWBP-2 en het nieuwe HWBP. In bijlage 3 is een nadere toelichting op de financieringsafspraken ten aanzien van het hoogwaterbeschermingsprogramma opgenomen.
De procedureregeling Grote Projecten is op 22 maart 2011 op het HWBP-2 van toepassing verklaard. Op basis van de uitgangspuntennotitie van de Tweede Kamer is een basisrapportage opgesteld (Kamerstukken II, 2011/12, 27 625, nr. 237). Het HWBP-2 bestaat uit 88 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels.
Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2015 Voortgangsrapportage 8 en vóór 1 oktober 2015 Voortgangsrapportage 9.
Het HWBP-2 is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma
Meetbare gegevens
Het HWBP-2 bestaat uit 88 projecten. In 2013 heeft een administratieve samenvoeging van twee dijkversterkingsprojecten plaatsgevonden, omdat de uitvoering met één contract is aanbesteed. Eind 2013 voldeden 59 projecten aan de norm. In de basisrapportage is aangegeven dat de overgrote meerderheid van de projecten in 2017 is afgerond en dat enkele projecten een geprognosticeerde einddatum van na 2017 laten zien. Dit beeld is in de 5e voortgangsrapportage (peildatum 31 december 2013) niet gewijzigd.
Projectoverzicht tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma; realisatie
Totaal
Budget in € mln.
Oplevering
Projectomschrijving
huidig
vorig
t/m 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
later
huidig
vorig
Project HWBP-2
2020
2020
Projecten Nationaal
HWBP-2 Rijksprojecten
227
204
26
4
10
44
88
37
0
17
HWBP-2 Waterschapsprojecten
2.955
2.970
900
286
337
227
147
153
134
771
Overige projectkosten (programmabureau)
43
44
15
4
5
5
5
4
4
1
Programma
3.226
941
295
352
276
240
194
138
790
Begroting (DF 1.01.01/02)
239
333
303
294
261
143
711
Overprogrammering (-)
- 56
- 18
27
54
67
5
- 79
Ruimte voor de Rivier
Producten
Met de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (PKB) wil het kabinet twee doelstellingen bereiken:
-
-
-
1.Het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen. Dit houdt in dat de veiligheid langs de Rijntakken en het benedenstroomse deel van de bedijkte Maas (vanaf Hedikhuizen) uiterlijk in 2015 in overeenstemming wordt gebracht met de wettelijke vereiste norm.
-
-
-
-
2.Een bijdrage leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied, ter versterking van het rivierengebied in economisch, ecologisch en landschappelijk opzicht.
-
Het programma Ruimte voor de Rivier is op 15 mei 2001 door de Tweede Kamer aangewezen als «Groot Project». De PKB Ruimte voor de Rivier is in 2006 door de beide Kamers vastgesteld. Uitgangspunt voor de PKB zijn de waterveiligheidsnormen die voorschrijven dat het Nederlandse rivierensysteem een piek in de waterafvoer, die statistisch eens per 1.250 jaar kan voorkomen, veilig kan verwerken. Dit is de maatgevende afvoer. Deze norm is in 2001 voor de Rijn vastgesteld op 16.000 m3/s bij Lobith. De Maas benedenstrooms van Hedikhuizen moet uiterlijk in 2015 een maatgevende afvoer van 3.800 m3/s bij Borgharen veilig kunnen verwerken. Voor de IJssel wordt de maatgevende afvoer gesteld op verwerking van een gezamenlijke toestroom van 250 m3/s vanuit de zijrivieren.
De PKB bevat een besluit over het uiterlijk eind 2015 uit te voeren basispakket van 39 maatregelen en de plaats waar deze getroffen worden. De PKB geeft bovendien een doorkijk naar de lange termijnopgave voor waterveiligheid. Om flexibiliteit in te bouwen is gekozen voor een programmatische aanpak.
Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2015 Voortgangsrapportage 25 en vóór 1 oktober 2015 Voortgangsrapportage 26.
Meetbare gegevens
De stand van zaken per 31 december 2015 is naar verwachting:
-
-
-
•5 van de 39 maatregelen zijn geschrapt. Voor het bereiken van de waterveiligheidsdoelstelling bleken ze niet nodig;
-
-
-
-
•Voor 100 procent van het realisatiebudget is de projectbeslissing genomen. Alle maatregelen zijn in uitvoering dan wel uitgevoerd.
-
De verwachting is dat de waterveiligheidsdoelstelling van het programma Ruimte voor de Rivier eind 2015 wordt gehaald, met uitzondering van zeven projecten waarover de Kamer al is geïnformeerd (Kamerstukken II, 2012/13, 30 080, nr. 64). Dit betreft Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld, de twee dijkverleggingen Cortenoever en Voorsterklei, de dijkverbetering Nederrijn/ Betuwer/ Tieler- en Culemborgerwaard en de twee dijkverbeteringen bij de Lek (Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en Betuwe/ Tieler- en Culemborgerwaard).
Het hogere taakstellend budget ten opzichte van vorig jaar wordt met name verklaard door ontvangsten van provincies en gemeenten (desaldering). Daarnaast is de prijsbijstelling 2014 toegevoegd.
Ruimte voor de Rivier is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
Projectoverzicht Ruimte voor de rivier; realisatie
Totaal
Budget in € mln.
Oplevering
Projectomschrijving
huidig
vorig
t/m 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
later
huidig
vorig
Project RvdR
Projecten Nationaal
Projectbudget Ruimte voor de rivier
2.382
2.306
1.095
374
380
285
141
45
39
23
2015
2015
Programma Realisatie
2.382
1.095
374
380
285
141
45
39
23
Begroting (DF 1.01.03)
306
418
283
223
57
0
- 0
Overprogrammering (-)
- 68
38
- 2
82
12
- 39
- 23
Maaswerken
Producten
Op dit onderdeel worden de uitgaven van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas van het programma Maaswerken verantwoord. Maaswerken is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater van de Maas.
Sinds 2003 valt Maaswerken (deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas) als zelfstandig Groot Project onder de procedureregeling Grote Projecten en ontvangt de Tweede Kamer ieder halfjaar een voortgangsrapportage: vóór 1 april 2015 voortgangsrapportage 27 en vóór 1 oktober 2015 voortgangsrapportage 28).
Voor de Zandmaas (realisatie hoogwaterdoelstelling in 2015) ligt de focus in 2015 op afronding van de zomerbedverdieping en peilopzet in stuwpand Sambeek, de aanleg van de hoogwatergeulen in Well-Aijen en Lomm en de aanpassing van kaden rond het retentiegebied Lateraalkanaal-West. Voor de Grensmaas ligt de nadruk op de verdere realisatie van de zogeheten «11 locaties» (rivierverruiming door grindwinning).
Naast de werken in de Zandmaas en de Grensmaas zijn nog aanvullende maatregelen nodig om in alle dijkringen langs de Maas het wettelijke beschermingsniveau te bereiken (overstromingskans kleiner dan 1/250e per jaar). Dit «sluitstuk» van het werk aan de Maas betreft een reeks kaden (dijken) die op de benodigde hoogte worden gebracht. Het prioritaire deel van dit werk dient in 2020 gereed te zijn. Planuitwerking en realisatie van deze «prioritaire sluitstukkaden» gebeurt door de twee Limburgse waterschappen. In het budget van het programma Maaswerken is hiervoor € 75 miljoen beschikbaar gesteld en hierover is een bestuursovereenkomst met de waterschappen gesloten.
Het oplossingenpakket voor de Grensmaas, met afspraken over het bereiken van het wettelijk beschermingsniveau van 1/250e per jaar en over de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, is gezamenlijk vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas van 10 november 2011.
In 2012 is de scope met betrekking tot natuur in de Grensmaas en de Zandmaas beperkt aangepast (Kamerstukken II, 2012/13, 18 106 A, nr. 216). Dit als gevolg van de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de daardoor verminderde financiële middelen van het Ministerie van EZ voor het realiseren van de natuurdoelstelling van Maaswerken.
Meetbare gegevens
Indicator
Zandmaas
Grensmaas
Hoogwaterbeschermingsprogramma
70% in 2008 / 100% in 2015
100% in 2017
Natuurontwikkeling
427 ha (plus 60 ha compensatie)
1.208 ha
Grind
-
ten minste 35 mln ton
Grensmaas, natuurontwikkeling:
De aanpassing van de scope Grensmaas en Zandmaas is bij brief van 5 maart 2013 aan de Tweede Kamer gemeld (Kamerstukken II, 2012/13, 18 106 nr. 216).
Met een neerwaartse bijstelling als gevolg van de bijstelling van de scope van de natuurdoelstelling van 44 ha is de huidige scope 1.208 ha.
Zandmaas, natuurontwikkeling:
In het kader van de herijking van de EHS is bij het Zandmaasproject besloten 129 ha natuur niet te realiseren door de nevengeulen Belfeld en Sambeek uit de scope te halen. Deze nevengeulen leveren geen bijdrage aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. Er resteert een opgave van 427 ha (plus 60 ha compensatie).
Projectoverzicht Maaswerken; realisatie
Totaal
Budget in € mln.
Oplevering
Projectomschrijving
huidig
vorig
t/m 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
later
huidig
vorig
Project Maaswerken
Projecten Limburg
Grensmaas
150
149
68
2
9
15
13
8
8
28
2017/ 2024
2017/ 2024
Zandmaas
407
405
253
18
30
20
20
20
20
24
2017/ 2020
2017/ 2020
Programma Realisatie
557
321
20
39
35
33
28
28
52
Begroting (DF 1.01.04)
38
41
41
25
24
24
43
Overprogrammering (-)
18
2
6
- 9
- 4
- 4
- 9
Toelichting:
-
-
-
•Grensmaas: het bereiken van de hoogwaterdoelstelling wordt voorzien in 2017. De grindwinning loopt door tot eind 2023.
-
-
-
-
•Zandmaas: de feitelijke oplevering wordt voorzien in de periode 2017/2020; het bereiken van de hoogwaterdoelstellingen echter al in 2015.
-
De kengetallen hieronder geven informatie over de stand van zaken van maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid onder het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), en de programma’s Ruimte voor de Rivier en Maaswerken (stand 31 december 2013). Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende programma’s. De beleidsinspanningen van de Minister van IenM die onder Begroting hoofdstuk XII (artikel 11) vallen richten zich op de regie op deze programma’s. In de begroting van het Deltafonds wordt nader ingegaan op de uitvoering van deze projecten.
1.02 Overige aanlegprojecten
Motivering
Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.
Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma
Producten
Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde op het gebied van Waterbeheer te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.
Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen- en planuitwerkingsfase bevinden.
Ambitie Afsluitdijk
De middelen voor de ambitie Afsluitdijk zijn gereserveerd op de begroting van het Deltafonds en worden verantwoord op de Begroting hoofdstuk XII. Met deze werkwijze kunnen ook ambities, die niet direct betrekking hebben op waterveiligheid en zoetwatervoorziening, worden verantwoord.
Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma
Bedrag in € mln
Budget
Planning
Projectomschrijving
Huidig
vorig
PB of TB
Openstelling
Verplicht
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland
Afsluitdijk: Versterking incl. Inbouw pompen t.b.v. waterafvoer
828
818
2017
2021
EPK Planuitw. en verkenningen Waterveiligheid (mn Afsluitdijk)
8
8
Ambitie Afsluitdijk
18
18
Gebonden
Projecten Limburg
Ooijen-Wanssum
123
121
2016
Projecten Oost-Nederland
Ruimte voor de Rivier
121
121
na 2020
na 2020
Projecten Noord-Nederland
Legger Vlieland en Terschelling
3
3
2014
2015
Bestemd
23
9
Projecten in voorbereiding:
Projecten Nationaal
reservering areaalgroei
Rijksstructuurvisie Grevelingen-Volkerak Zoommeer
Overige projecten in voorbereiding
Totaal programma planuitwerking en verkenning
1.123
Begroting DF 01.02.01
1.123
legenda
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
De belangrijkste mutaties zijn:
-
-
-
•Bij het project Afsluitdijk zijn de projecten versterking en inbouw pompen samengevoegd. Naast de verhoging van het budget voor prijsindexatie tranche 2014 heeft er een beperkte verschuiving plaatsgevonden tussen het planuitwerking- en het realisatiebudget.
-
-
-
-
•Ooijen-Wanssum: de verkenning is afgesloten en de planuitwerking is in november 2012 van start gegaan, onder verantwoordelijkheid van de provincie Limburg. Het budget is conform bestuurlijke afspraak verhoogd ten behoeve van de prijsindexatie tranche 2014.
-
-
-
-
•In 2015 zal naar verwachting een begin gemaakt worden met de aanpassing van de primaire waterkeringen op Vlieland en Terschelling.
-
-
-
-
•De opgenomen reservering Areaalgroei is een reservering voor de areaalgroei van het Hoofdwatersysteem en het daarvoor benodigde extra beheer en onderhoud voor de periode tot en met 2028. Het betreft een overheveling van het Infrastructuurfonds (IF) naar het Deltafonds (DF).
-
-
-
-
•Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer: de vaststelling van de Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer door het kabinet is voorzien eind 2014, in samenhang met de deltabeslissingen en de resultaten van het regionale Programma Gebiedsontwikkeling.
-
-
-
-
•Zandhonger Oosterschelde: voor de aanpak van de zandhonger is in 2007 een MIRT-verkenning gestart, inclusief praktijkproeven. Hieruit komt naar voren dat het suppleren van zand bij intergetijdengebieden de meest effectieve maatregel is. In de periode voor 2028 kunnen de werkzaamheden beperkt blijven tot de Roggenplaat. Het Rijk (EZ en IenM) werkt samen met provincie Zeeland, Natuurmonumenten en Nationaal Park Oosterschelde een financieringsvoorstel uit voor de aanpak van de Roggenplaat. Dit voorstel wordt betrokken bij de besluitvorming eind 2014 over het vervolg van de aanpak van de zandhonger in de Oosterschelde.
-
-
-
-
•Tidal Test Centre Grevelingen: de gehele reservering TTC Brouwersdam wordt onder de naam «Flakkeese Spuisluis» overgeheveld naar de realisatiefase.
-
Om invulling te geven aan de toezegging naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken, is hieronder de budgetflexibiliteit voor de periode 2014-2028 weergegeven voor onderzoek, verkenning en planuitwerking.
Planuitwerking/verk. Waterveiligheid (Periode 2014-2018)
Realisatieprogramma
Om een bijdrage te leveren aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk én een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren.
Nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
Uit de Derde Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen (in 2011) bleek dat circa 1.225 kilometer aan dijken, dammen en duinen niet aan de normen voldoet. Circa 2.308 kilometer voldoet wel. Voor circa 234 kilometer vindt nog nader onderzoek plaats. Van de 1.458 getoetste kunstwerken voldoen er 748 aan de gestelde eisen, 335 voldoen niet. Voor 375 kunstwerken is nader onderzoek nodig. Van de keringen die niet aan de norm voldoen maakt ongeveer de helft deel uit van lopende uitvoeringsprogramma’s, zoals het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma. Al bij eerdere toetsingen voldeden deze keringen niet aan de normen. Voor de nieuwe opgave (gerekend vanaf de derde toetsing) is een nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) opgesteld. Het HWBP bevat vijf projecten in voorbereidende fase, drie projectoverstijgende verkenningen en dertien projecten die de betreffende waterschappen voorfinancieren. De prioritering in het programma is gebaseerd op de urgentie van de verschillende projecten. Circa 90 procent van de primaire waterkeringen is in beheer bij de waterschappen. De rest is vrijwel volledig in beheer bij het Rijk.
Het lagere taakstellend budget van de waterschapsprojecten ten opzichte van vorig jaar wordt verklaard doordat de programmakosten (€ 57 miljoen) expliciet in de tabel zichtbaar zijn gemaakt.
Herstel steenbekleding
Het herstel van de steenbekledingen in Zeeland is in 2015 gereed. In totaal is dan langs de Wester- en Oosterschelde 321 kilometer aan steenbekledingen vervangen.
Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier
Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden rivierverruimingsprojecten uitgevoerd om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma wordt samen met het Ministerie van Economische Zaken (EZ) uitgevoerd en draagt naast veiligheid ook bij aan de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied (nieuwe natuur). Een aantal NURG-projecten is ook van belang voor het realiseren van de waterveiligheidsdoelstellingen van de PKB Ruimte voor de Rivier. De verwachting is dat de realisatie uiterlijk 2015 is afgerond. Een aantal projecten zullen dan nog doorlopen, waaronder de projecten Afferdense en Deestse Waarden (2018) en Rijnwaardense uiterwaarden (2016).
Overige onderzoeken en kleine projecten
Onderdeel van overige onderzoeken en kleine projecten is de Flakkeese Spuisluis. In het najaar van 2013 zijn finale afspraken gemaakt over het Tidal Test Centre (TTC): een centrum waar innovatieve pompen kunnen worden getest voor het opwekken van duurzame energie uit de getijdenbeweging. De regio en private partijen financieren de bouw van het TTC en het Rijk stelt de Flakkeese Spuisluis in de Grevelingendam in werking. Met de inwerkingstelling van deze sluis komt beperkt getij terug in het meest oostelijke deel van de Grevelingen en hiermee een proeflocatie voor het TTC. Hiervoor is in totaal € 8,3 miljoen beschikbaar.
Projectoverzicht; Realisatieprogramma
Totaal
Budget in € mln.
Oplevering
Projectomschrijving
huidig
vorig
t/m 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
later
huidig
vorig
Projecten Waterveiligheid
Projecten Nationaal
Programma HWBP
2020
2020
HWBP Rijksprojecten
573
573
0
2
2
2
2
2
2
564
HWBP Waterschapsprojecten
3.138
3.195
13
17
39
35
43
115
128
2.747
HWBP Overige projectkosten (programmabureau)
57
3
5
4
4
4
4
4
32
Deltafaciliteit Deltares
25
26
23
3
2013
2013
Dijkversterking en Herstel steenbekleding
854
852
673
49
74
16
42
2015
2015
Maatregelen i.r.t. rivierverruiming
191
188
129
14
23
23
2
2015
2015
Overige onderzoeken en kleine projecten
1.171
1.157
1.114
15
11
11
9
3
10
Programma Realisatie
6.010
1.955
103
152
90
101
123
133
3.353
Begroting (DF 1.02.02)
185
103
89
54
128
131
3.365
Overprogrammering (-)
81
- 48
- 1
- 46
5
- 2
12
1.03 Studiekosten
Motivering
Dit betreft enerzijds studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.
Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma
Producten
Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de korte, middellange en lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland.
Op dit onderdeel worden de onderzoeken voor waterveiligheid verantwoord.
-
-
-
•Deltamodel: dit is een geïntegreerde set van modellen om het waterhuishoudkundig systeem van Nederland door te rekenen, die is ontwikkeld voor het Deltaprogramma. Binnen het Deltaprogramma is het gebruikt om de effecten van maatregelen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening te berekenen. In 2015 blijft het Deltamodel in gebruik voor het beantwoorden van vragen die richting de uitvoering van het Deltaprogramma spelen. Daarnaast wordt het model gebruikt bij het toetsingsinstrumentarium voor waterveiligheid en genereert het model de waterhuishoudkundige basis voor waterkwaliteitsmodellen.
-
-
-
-
•Veiligheid: in 2014 is de Deltabeslissing Waterveiligheid genomen en zijn de nieuwe waterveiligheidsnormen voor de waterkeringen bekend. Voor dit jaar is eveneens de pilot Meerlaagsveiligheid bij het project Marken opgenomen. De overstap naar nieuwe normen is een grote verandering in het waterveiligheidsbeleid. In 2015 zal de focus liggen op de implementatie van de Deltabeslissing Waterveiligheid. Het betreft onder andere nader onderzoek ten behoeve van de verankering van de nieuwe normen in de Waterwet, de uitwerking van de nieuwe normen op het toets- en ontwerpinstrumentarium en een verdere uitwerking van meerlaagsveiligheid.
-
-
-
-
•Rivieren: vanwege verwachte hogere rivierafvoeren en de ontwikkelingen rondom nieuwe normen is voor de Maas en Rijntakken een integrale strategie ontwikkeld om de veiligheid in het rivierengebied te borgen. Deze strategie is gebaseerd op een krachtig samenspel van dijkversterking en rivierverruiming. Ook is er rekening gehouden met de kansen voor natuur en ruimtelijke ontwikkelingen en de korte termijn opgaven in het HWBP. De strategie zal worden benut in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De ambities voor de periode tot 2030 zullen nader worden uitgewerkt en worden afgestemd op de budgettaire ruimte in het Deltafonds en de ambities en investeringsbereidheid van andere partijen.
-
-
-
-
•Kust: in 2015 wordt gestart met een intensief onderzoek en monitoringsprogramma. Dit langjarige programma, genaamd Kustgenese II, is gericht op het vergaren van inzichten in de ontwikkeling van het zandig systeem en de verkenning van maatregelen. Rond 2020 worden deze inzichten gebruikt voor de actualisatie van het suppletiebeleid en de inzet daarbinnen van grootschalige pilot suppleties.
-
-
-
-
•Systeemstudie IJsselmeergebied: ten behoeve van het operationaliseren van het flexibel peilbeheer in het IJsselmeergebied binnen randvoorwaarden van waterveiligheid is een brede analyse nodig van de waterstaatskundige samenhang tussen IJsselafvoer - IJsselmeer - Markermeer - Amsterdam Rijnkanaal en Noordzeekanaal.
-
-
-
-
•Rijnmond-Drechtsteden: voor de verwachte stijging van de zeespiegel, toenemende extreme rivierafvoeren en sociaaleconomische veranderingen zijn langetermijnstrategieën ontwikkeld voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Daarbij worden de strategieën en maatregelen voor waterveiligheid en sociaaleconomische ontwikkeling in synergie met elkaar en met oog voor ruimtelijke kwaliteit ontwikkeld. Komende jaren wordt met maatregelen en nadere beleidsuitwerking vervolg gegeven aan de gemaakte beleidskeuzes voor dit gebied. Hierbij valt te denken aan onderzoek naar de Maeslantkering en gebiedsgerichte uitwerking van Alblasserwaard en Hollandsche IJssel.
-
-
-
-
•Onderzoek Veiligheidsstrategie Oosterschelde: om een samenhangende strategie te kunnen formuleren voor een ander beheer van de stormvloedkering, de aanpak van dijkversterkingsopgave en de benodigde zandsuppleties.
-
-
-
-
•Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie: in 2015 zal de focus liggen op de implementatie en monitoring van (afspraken uit) de deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie. Op dit artikel worden het stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie (2015-2017) en rijksbijdragen aan een aantal nadere gebiedsgerichte uitwerkingen van meerlaagse veiligheid verantwoord (te denken valt aan Krimpenerwaard, Westpoort, Buitendijks/Botlek).
-
-
-
-
•Toetsing Regionale keringen in beheer van het Rijk: op basis van de Waterwet stelt de Minister in 2014 veiligheidsnormen vast voor regionale waterkeringen die in beheer zijn bij het Rijk. In 2015 en 2016 wordt voor het eerst getoetst of deze regionale keringen aan de gestelde normen voldoen. Deze taak is nog niet in het takenpakket van Rijkswaterstaat, de beheerder, opgenomen. De middelen zijn toegevoegd vanuit de investeringsruimte.
-
1.04 GIV/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten waarbij sprake is van publiek-private samenwerking bestaat de betaling uit een geïntegreerd bedrag voor ontwerp, aanleg, onderhoud en financiering gedurende een langdurige periode. De meest toegepaste vorm is Design, Build, Finance, Maintain (DBFM) waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van betaling bij bereikte mijlpalen tijdens de bouwfase. Deze contractvorm garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar systeem te realiseren. In de brief van 14 juni 2011 (Kamerstukken II, 2010/11, 32 500 A, nr. 83; Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water) is een lijst van in totaal 32 potentiële DBFM-projecten opgenomen, hoofdzakelijk op het hoofdwegennet en het hoofdvaarwegennet. Al deze projecten worden getoetst aan kwalitatieve criteria en op mogelijke financiële meerwaarde.
Op dit moment zijn er nog geen geïntegreerde projecten bij de hoofdwatersystemen zodat op dit artikel nog geen uitgaven hoeven te worden verantwoord. Overheveling van de budgetten voor aanleg en onderhoud zal plaatsvinden nadat de Financial Close van een contract zal zijn bereikt. Onder de hoofdwatersystemen wordt bij het project Afsluitdijk een DBFM-contract overwogen.
1.09 Ontvangsten
Ontvangsten waterschapsprojecten
De gewijzigde Waterwet vormt het uitgangspunt van de begroting en is per 1 januari 2014 in werking getreden. Hierin is geregeld dat de waterschappen vanaf 2014 jaarlijks de helft gaan bijdragen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma, conform het regeerakkoord en het Bestuursakkoord Water. In 2014 gaat het om € 131 miljoen (prijspeil 2011) en vanaf 2015 € 181 miljoen per jaar. De middelen die samen met de rijksmiddelen beschikbaar zijn op de begroting, zullen eerst worden ingezet voor het HWBP-2 en vervolgens voor het nieuwe HWBP. Waterschappen ontvangen voor projecten uit het HWBP-2 100 procent subsidie en voor de nieuwe HWBP-projecten volgens de uitgangspunten van het wetsvoorstel 90 procent subsidie. De overige 10 procent betalen ze zelf. De heffing voor het nieuwe HWBP-gedeelte bestaat daardoor uit een solidariteitsdeel dat wordt verevend via het Deltafonds en het projectgebonden aandeel van 10 procent. Deze aangepaste subsidiesystematiek is in de ontvangsten en uitgavenreeksen voor het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma verwerkt.
In bijlage 3 is een nadere toelichting op de financieringsafspraken voor het hoogwaterbeschermingsprogramma opgenomen.
Artikel 2 Investeren in Zoetwatervoorziening
Ambities voor zoetwater
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Nederland heeft een unieke ligging in een delta. Water speelt niet alleen een cruciale rol in de leefbaarheid van onze omgeving, het is ook een verbindend element in onze economische positie. Zelfs in droge tijden komen via de Rijn en de Maas nog honderdduizenden liters zoetwater ons land binnen. Dit is een belangrijk concurrentievoordeel ten opzichte van landen die deze rivieren niet hebben. Nederland heeft unieke kennis en kunde op het gebied van waterbeheer en waterkwaliteit en verdient daar veel geld mee: acht procent van de Nederlanders werkt in een sector met afhankelijkheid van water en verdient daar 17,5 procent van ons BNP mee.
Op het gebied van zoetwatervoorziening is het beleid er op dit moment op gericht om - onder normale omstandigheden - zoveel mogelijk aan de behoeften van gebruikers te voldoen. In periodes van watertekort (in droge perioden) wordt water verdeeld op basis van de verdringingsreeks.
Om de bijdrage van zoetwater aan onze sterke economische positie te behouden en te versterken, en tegelijkertijd goed te zorgen voor onze leefomgeving, is het zaak dat we anticiperen op trends en ontwikkelingen die op ons af komen. Nu zijn er al knelpunten en deze nemen toe bij klimaatverandering.
Van ambities naar uitvoering
Met de deltabeslissing Zoetwater en de daaruit volgende Zoetwaterstrategie wordt beoogd een duurzaam en economisch doelmatige zoetwatervoorziening te realiseren. Het Deltaprogramma Zoetwater kent onderscheid in aanpak voor de korte en lange termijn. Voor de korte termijn (tot 2028) levert het Deltaprogramma een uitvoeringsprogramma met daarin de uitwerking van het voorzieningenniveau en een investeringsprogramma waarin maatregelen worden opgenomen voor flexibiliseren en toekomstgerichte inrichting van het watersysteem (nationaal en regionaal). Met het voorzieningenniveau wordt helderheid gegeven over de beschikbaarheid van zoetwater voor gebruikers en de inspanningen en verantwoordelijkheden die de overheid daarvoor heeft. Voor de lange termijn (na 2028) is de zoetwater strategie gericht op opties openhouden en meekoppelkansen benutten.
Op dit artikel worden de producten op het gebied van zoetwatervoorziening verantwoord. Het advies dat het Deltaprogramma Zoetwater opstelt, gaat in op de rol en verantwoordelijkheden van het Rijk. Dit wordt nader uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma inclusief investeringsagenda. Deze agenda gaat in op de inzet (financiële bijdrage) van het Rijk voor de korte en lange termijn. De waterkwaliteitsmaatregelen die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening worden op artikel 7 van het Deltafonds verantwoord.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikel 11 Waterkwantiteit op de Begroting hoofdstuk XII.
Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 2 Investeren in zoetwatervoorziening (in € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen
32.340
4.431
13.385
31.550
26.664
2.126
1.720
Uitgaven
46.278
10.213
6.249
37.786
23.711
2.126
1.721
Waarvan juridisch verplicht
80%
2.01 Aanleg waterkwantiteit
0
0
0
0
0
0
0
2.01.01 Verkenning en planuitwerking waterkwantiteit
2.01.02 Realisatieprogramma waterkwantiteit
2.02 Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening
41.230
6.795
4.258
36.065
21.991
406
0
2.02.01 Verkenningen en planuitwerking zoetwatervoorziening
30.446
1.484
1.223
2.953
6.547
0
0
2.02.02 Realisatieprogramma zoetwatervoorziening
10.784
5.311
3.035
33.112
15.444
406
2.03 Studiekosten
5.048
3.418
1.991
1.721
1.720
1.720
1.721
2.03.01 Studie en onderzoekskosten Deltaprogramma
5.048
3.418
1.991
1.721
1.720
1.720
1.721
2.03.02 Overige studiekosten
0
0
0
0
0
0
0
Van totale uitgaven
- Bijdrage aan agentschap RWS
30.117
1.201
1.258
- Restant
16.161
9.012
4.991
37.786
23.711
2.126
1.721
Ontvangsten
0
200
4.000
4.907
0
0
0
2.09 Ontvangsten investeren in waterkwantiteit en zoetwatervoorziening
0
200
4.000
4.907
0
0
0
2.09.01 Ontvangsten zoetwatervoorzieningen
0
200
4.000
4.907
0
0
0
2.09.02 Overige aanleg ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2 Investeren in zoetwatervoorziening
6.249
37.786
23.711
2.126
1.721
1.721
5.478
2.01 Aanleg waterkwantiteit
0
0
0
0
0
0
0
2.02 Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening
4.258
36.065
21.991
406
0
0
5.478
2.03 Studiekosten
1.991
1.721
1.720
1.720
1.721
1.721
0
2.09 Ontvangsten investeren in waterkwantiteit en zoetwatervoorziening
4.000
4.907
0
0
0
0
0
Bijdragen van hfdst XII (art 26)
2.249
32.879
23.711
2.126
1.721
1.721
5.478
(Vervolg) Bedragen x € 1.000
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2 Investeren in zoetwatervoorziening
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
2.01 Aanleg waterkwantiteit
0
0
0
0
0
0
0
2.02 Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
2.03 Studiekosten
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen van hfdst XII (art 26)
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
2.01 Aanleg waterkwantiteit
Motivering
Dit zijn maatregelen en voorzieningen van nationaal belang ter voorkoming en waar nodig beperking van wateroverlast en waterschaarste en ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, alleen voor zover deze onderdeel uitmaken van opgaven op het gebied van waterveiligheid, waterkwantiteit en zoetwatervoorziening.
2.02 Overige waterinvesteringen Zoetwatervoorziening
Motivering
Het betreft projecten die de zoetwatervoorziening bevorderen en de kwaliteit waarborgen. Dit zijn maatregelen en voorzieningen van nationaal belang ter voorkoming en waar nodig beperking van waterschaarste. Ook ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, alleen voor zover deze onderdeel uitmaken van opgaven op het gebied van zoetwatervoorziening.
Verkenningen- en Planuitwerkingsprogramma
Producten
Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.
Dit artikelonderdeel geeft inzicht in de stand van zaken van diverse projecten en programma’s op het gebied van zoetwatervoorziening die zich in de fasen van voorbereiding tot realisatie bevinden.
Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma
Bedrag in € mln
Budget
Planning
Projectomschrijving
Huidig
vorig
PB of TB
Openstelling
Verplicht
Projecten Nationaal
EPK Planuitwerking en verkenningen Zoetwatervoorziening
17
30
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland
TBES Markermeer
0
14
2014
2016
Marker Wadden
0
15
2014
2020
Projecten Brabant
Roode Vaart
10
10
Projecten Zuidwestelijke Delta
Besluit Beheer Haringvlietsluizen
0
71
2014
2018
Gebonden
-
Bestemd
0
-
0
Totaal programma planuitwerking en verkenning
27
Begroting DF 02.02.01
27
legenda
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
De belangrijkste mutaties zijn:
-
-
-
•EPK-Planuitwerking en verkenning zoetwatervoorziening: de verlaging is het gevolg van de overheveling naar de artikelonderdelen 1.03 en 2.03 Studiekosten voor MIRT-onderzoeken naar het Ruimtelijke Adaptatieprogramma (€ 3 miljoen) en naar zoetwatervoorziening (€ 10 miljoen).
-
-
-
-
•TBES Markermeer: Een van de maatregelen om te komen tot de realisatie van een Toekomstbestendig Ecologisch Systeem (TBES) van het Markermeer-IJmeer is het project Luwtemaatregelen Hoornse Hop. Het project Luwtemaatregelen Hoornse Hop zal in 2015 overgaan naar de realisatiefase. Hiervoor is € 7,6 miljoen overgeboekt naar het realisatieprogramma. Het resterende deel van het budget (€ 6 miljoen) wordt overgeheveld naar het project Marker Wadden. Dit is eveneens onderdeel van TBES Markermeer.
-
-
-
-
•Marker Wadden: de aanleg van moeraseilanden met bijbehorend onderwaterlandschap met behulp van het slib uit het Markermeer. Het budget van € 15 miljoen is overgeheveld naar artikel 4 (experimenteerartikel) op het Deltafonds waar ook de bijdrage van EZ is opgenomen. Naar verwachting wordt in 2015 een begin gemaakt met de realisatie van de Marker Wadden fase 1 en is het project in 2020 afgerond.
-
-
-
-
•Roode Vaart: dit project is opgenomen voor de uitvoering van de motie Holtackers/Jacobi, waarin de regering is verzocht om voor de Roode Vaart € 9,5 miljoen beschikbaar te stellen, in aanvulling op de circa € 20 miljoen van de regio. Dit project betreft de aanvoer van zoetwater vanuit het Hollandsch Diep via de Roode Vaart voor de reconstructie van het centrum van Zevenbergen (herstel oude loop) en de alternatieve zoetwatervoorziening van delen van West-Brabant en (op termijn) Tholen en St. Philipsland.
-
-
-
-
•Besluit Beheer Haringvlietsluizen: in mei 2014 heeft de Minister een uitvoeringsovereenkomst getekend om de benodigde compenserende zoetwatermaatregelen te kunnen realiseren, zodat de Haringvlietsluizen in 2018 op «een Kier» gezet kunnen worden. Het project Haringvliet de Kier is overgeheveld naar de realisatie.
-
Om invulling te geven aan de toezegging naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken, is hieronder de budgetflexibiliteit voor de periode 2014-2028 weergegeven voor onderzoek, verkenning en planuitwerking.
Verk./Planuitw. Zoetwatervoorziening. (Periode 2014-2028)
Realisatieprogramma Zoetwatervoorziening
Projectoverzicht realisatieprogramma
Totaal
Planning
Budget in € mln.
Oplevering
Projectomschrijving
huidig
vorig
t/m 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
later
huidig
vorig
Projecten Zoetwatervoorziening
Projecten Nationaal
Innovatie KRW
75
70
5
Projecten Zuidwestelijke Delta
Besluit Beheer Haringvlietsluizen
76
0
28
4
29
15
0
2018
2018
Overige projecten
Luwtemaatregelen Hoornse Hop
8
0
7
1
Programma
159
0
98
5
10
30
15
0
0
0
Begroting (DF 2.02.02)
5
3
33
15
0
4
Overprogrammering (-)
0
0
- 7
3
0
0
0
4
De waterkwaliteitsprojecten worden met ingang van deze begroting verantwoord op artikel 7 van het Deltafonds.
2.03 Studiekosten
Motivering
Dit betreft enerzijds studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van zoetwatervoorziening.
Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma
Producten
Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten ten behoeve van het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Binnen het Deltaprogramma wordt gewerkt met negen1 deelprogramma’s (drie generieke en zes gebiedsgerichte deelprogramma’s). Op dit onderdeel staan de onderzoeken binnen de Deelprogramma’s Zoetwatervoorziening, Rijnmond-Drechtsteden, IJsselmeergebied en Zuidwestelijke Delta die betrekking hebben op zoetwatervoorziening:
-
-
-
•Zoetwatervoorziening: het ontwikkelen van een lange termijn strategie voor de beschikbaarheid van zoetwater vanwege klimaatverandering en de ontwikkeling in de zoetwatervraag.
-
-
-
-
•Rijnmond-Drechtsteden: voor de verwachte stijging van de zeespiegel, toenemende extreme rivierafvoeren en sociaaleconomische veranderingen zijn lange termijn strategieën ontwikkeld voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Hierbij is synergie gezocht tussen duurzame en vitale ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en de opgaven die op korte termijn spelen, zoals de derde toetsingsopgave. Komende jaren wordt met maatregelen en nadere beleidsuitwerking vervolg gegeven aan de gemaakte beleidskeuzes voor dit gebied.
-
-
-
-
•IJsselmeergebied: vanwege klimaatverandering en daarmee samenhangend vraagstukken van waterveiligheid en veranderende zoetwatervraag is een flexibeler peilbeheer nodig en wordt gestreefd naar een meer flexibele inrichting van het watersysteem. Onderzoek is nodig voor de aanpak van erosie aan de Friese kust, en voor andere maatregelen om mogelijke effecten van peilopzet in het voorjaar op te kunnen vangen.
-
Artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van beheer en onderhoud verantwoord. Dit betreft het watermanagement, het regulier beheer en onderhoud en vervanging en renovatie. Doel hierbij is het duurzaam op orde houden van het watersysteem zodat aan de wettelijke normen wordt voldaan.
Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikelen 11 Waterkwantiteit en 12 Waterkwaliteit op de Begroting hoofdstuk XII.
Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 3 Beheer, onderhoud en vervanging (in € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen
189.429
246.504
183.181
227.179
142.014
155.123
121.748
Uitgaven
190.180
186.674
190.021
208.829
146.742
136.554
120.146
Waarvan juridisch verplicht
90%
3.01 Watermanagement
12.484
11.277
7.734
6.964
6.962
6.962
6.962
3.01.01 Watermanagement
12.484
11.277
7.734
6.964
6.962
6.962
6.962
3.02 Beheer, onderhoud en vervanging
177.696
175.379
182.287
201.865
139.780
129.592
113.184
3.02.01 Waterveiligheid
148.829
133.896
119.654
122.786
101.742
101.711
93.758
3.02.02 Zoetwatervoorziening
23.776
24.694
17.379
17.349
17.348
17.343
17.350
3.02.03 Vervanging
5.091
16.807
45.254
61.731
20.690
10.538
2.076
Van totale uitgaven
- Bijdrage aan agentschap RWS
185.089
169.867
144.767
147.098
126.052
126.016
118.070
- Restant
5.091
16.807
45.254
61.731
20.690
10.538
2.076
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
3.09 Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
3.09.01 Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
Budgetflexibiliteit
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
3 Beheer, onderhoud en vervanging
190.021
208.829
146.742
136.554
120.146
87.220
126.790
3.01 Watermanagement
7.734
6.964
6.962
6.962
6.962
6.962
6.962
3.02 Beheer, onderhoud en vervanging
182.287
201.865
139.780
129.592
113.184
80.258
119.828
3.09 Ontvangsten
Bijdragen van hfdst XII (art 26)
190.021
208.829
146.742
136.554
120.146
87.220
126.791
(Vervolg) Bedragen x € 1.000
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
3 Beheer, onderhoud en vervanging
193.273
233.332
299.339
316.698
239.285
234.392
231.549
3.01 Watermanagement
6.962
6.962
6.987
6.987
6.987
7.183
6.790
3.02 Beheer, onderhoud en vervanging
186.311
226.370
292.352
309.711
232.298
227.209
224.760
3.01 Watermanagement
Motivering
Met Watermanagement streeft IenM naar:
-
-
-
•Het goed voorbereid zijn op crisissituaties door te zorgen voor een robuuste informatievoorziening;
-
-
-
-
•Het reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem onder normale omstandigheden en bij zowel (extreem) hoog- als laagwater (peilbeheer);
-
-
-
-
•Een duurzaam watersysteem, met zowel een goede chemische als ecologische kwaliteit, dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.
-
Producten
Binnen het watermanagement worden de volgende activiteiten uitgevoerd:
-
-
-
•Monitoring en informatievoorziening;
-
-
-
-
•Crisisbeheersing en -preventie;
-
-
-
-
•Regulering gebruik door vergunningverlening en handhaving;
-
-
-
-
•Nakomen van bestuurlijke afspraken waterverdeling en gebruik (onder andere uit waterakkoorden);
-
-
-
-
•Regulering waterverdeling (operationele modellen en bediening stuwen, spuien).
-
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In het kader van de transparantie van de budgetten voor watermanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Watermanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar onder meer Watermanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.
De doelstellingen voor het waterkwantiteitsbeheer van de rijkswateren zijn:
-
-
-
•Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal- en het hoofdwatersysteem, zodat zowel wateroverlast als watertekort wordt bestreden;
-
-
-
-
•Het kunnen beschikken over voldoende water in de rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de behoeften die voortvloeien uit de gebruiksfuncties. Om dat te realiseren worden peilbesluiten nageleefd en de waterakkoorden geactualiseerd en nageleefd. Het waterpeil is zoveel mogelijk afgestemd op de gebruiksfuncties.
-
De monitoring en informatievoorziening gaat over de vergaring en beschikbaarstelling van interne- en externe informatie over het watersysteem. Het gaat daarbij om de dagelijkse informatie voor de verschillende gebruikers (waaronder scheepvaart, drinkwaterbedrijven, zwemwaterkwaliteit/provincies en recreatie) en om berichtgeving bij uitzonderlijke situaties over hoog- en laagwater, naderende stormvloeden, verontreinigingen en ijsvorming.
Meetbare gegevens
Omvang areaal
Areaaleenheid
Omvang
Beschikbaar bedrag 2015
x € 1.000
2013
2014
2015
Watermanagement
km2 water
90.206
90.206
90.210
7.734
Toelichting:
Eind 2013 was de omvang van het areaal 90.206 km2(zie het Jaarverslag 2013 van het Deltafonds, pag. 27). Voor 2014 zijn geen wijzigingen voorzien. Door de Ruimte voor de Rivier-projecten, waarbij meer waterbergingen worden gerealiseerd, neemt het aantal km2 water in 2015 toe met 4,5 km2. Als gevolg van onder andere de omlegging Zuid-Willemsvaart, verruiming Wilhelminakanaal Tilburg en verruiming van de bocht bij Steijl neemt het aantal km2 water nog eens toe met circa 0,5 km2. Door overdrachten van de Gekanaliseerde Dieze en het Oude Maasje tot Zuiderkanaal neemt het aantal km2 af met circa 0,6 km2. Daarmee komt het op een totale toename van circa 4 km2 water voor 2015.
Indicatoren Beheer en Onderhoud
Eenheid
realisatie
streefwaarde
streefwaarde
Indicator
2013
2014
2015
RWS verstrekt informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit bij maatschappelijk vitale processen.
%
93%
95%
95%
Beschikbaarheid streefpeilen voor Noordzeekanaal/ Amsterdam-Rijnkanaal, IJsselmeer en Haringvliet
%
100%
90%
90%
De spuiende kunstwerken en stuwen kunnen te allen tijde worden geopend
%
99,3%
100%
100%
Toelichting:
De indicatoren voor de uitvoering van de RWS-taken op het gebied van watermanagement zijn geënt op het leveren van snelle en betrouwbare informatie en op het handhaven van de afgesproken peilen.
-
-
-
•De eerste indicator betreft de informatievoorziening voor maatschappelijk vitale processen ten tijde van hoogwater, laagwater, ijsgang of calamiteuze lozingen. RWS verstrekt dan informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit over ijsberichtgeving, berichtgeving over hoogwater, laagwater, stormvloed en berichten over verontreinigingen.
-
-
-
-
•De tweede indicator «beschikbaarheid streefpeilen» geeft aan of de streefpeilen van drie belangrijke watersystemen (het IJsselmeer, Amsterdam-Rijnkanaal/ Noordzeekanaal en het Haringvliet) op het afgesproken niveau worden gehouden, wat het beleidsdoel is. Stuwen en spuien/gemalen zijn nodig om dit peil te sturen.
-
-
-
-
•De derde indicator heeft betrekking op altijd werkende spuiende kunstwerken, stuwen en gemalen die een absolute voorwaarde zijn om de water af- en aanvoer goed te kunnen reguleren en een adequaat peilbeheer uit te voeren.
-
3.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functies voor zowel waterveiligheid als voor de zoetwatervoorziening (inclusief waterkwaliteit) worden vervuld.
Producten
Het beheer en onderhoud omvat waterveiligheid (bescherming tegen overstromen door hoogwater) en de zoetwatervoorziening.
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In het kader van de transparantie van de budgetten voor watermanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Watermanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar onder meer Watermanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.
3.02.01 Waterveiligheid
Binnen waterveiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen:
-
-
-
1.Kustlijnhandhaving (conform de herziene basiskustlijn 2001).
-
-
-
-
2.Beheer en onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Waterwet).
-
-
-
-
3.Beheer en Onderhoud uiterwaarden.
-
RWS heeft de wettelijke zorg voor de primaire waterkeringen en de stormvloedkeringen, die in beheer zijn bij het Rijk, en voor de handhaving van de basiskustlijn (nota Kustlijnzorg 1990 en Nationaal Waterplan). De handhaving van de basiskustlijn gaat afslag van strand en duinen tegen (veiligheid) en houdt Nederland (het strand) op zijn plaats (economie). Het zijn voornamelijk de waterschappen die de primaire waterkeringen (dijken en duinen) beheren, ook die langs de Nederlandse kustlijn. Het weergegeven areaal betreft alleen het areaal dat in beheer is bij RWS.
ad 1. Kustlijnhandhaving
Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu verlies aan zand dat jaarlijks moet worden gecompenseerd. Vanaf 2001 wordt ook zand gesuppleerd om de zandverliezen op dieper water (kustfundament) te compenseren. Daarmee wordt de zandhoeveelheid in het kustfundament op peil gehouden en wordt het effect van de zeespiegelstijging (deels) teniet gedaan. Daarnaast zijn lokale maatregelen zoals onderhoud van dammen en strandhoofden van belang, om structurele kusterosie te bestrijden.
ad 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen
• Rijkswaterkeringen
RWS beheert en onderhoudt 193 kilometer primaire waterkeringen. Er wordt vast onderhoud uitgevoerd, bijvoorbeeld het maaien van dijken. Daarnaast wordt variabel onderhoud gepleegd. Dat betekent dat de waterkeringen periodiek worden geïnspecteerd en dat zo nodig tekortkomingen worden verholpen.
Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Waterwet vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater2. Het gaat met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland en Zuid-Holland. In 2011 is de derde landelijke toetsing van primaire waterkeringen afgerond. Keringen die bij deze inspectie zijn afgekeurd worden meegenomen in het kader van het nieuwe HWBP. Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt RWS ook 537 kilometer niet-primaire waterkeringen (dijken en duinen) meestal aangeduid als regionale keringen. Deze hoeven geen bescherming te bieden tegen het buitenwater. De normen voor deze regionale keringen in beheer bij het Rijk zijn in 2014 door de Minister vastgesteld na afstemming met de provincies.
• Stormvloedkeringen
Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Deze stormvloedkeringen zijn ook primaire waterkeringen (die vallen onder de Waterwet). In het kader van het Bestuursakkoord Water is in 2014 de Ramspolkering van het waterschap Groot-Salland aan RWS overgedragen. Hiermee heeft het Rijk vijf stormvloedkeringen in beheer: de Oosterscheldekering, de Maeslantkering, de Hartelkering, de Hollandse IJsselkering en de Ramspolkering.
Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van de schuiven en de overige constructiedelen, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen en het onderhoud aan het besturingssysteem. Naast deze onderhoudsactiviteiten vindt de bediening van deze objecten plaats en worden periodiek inspecties uitgevoerd.
Ad 3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden
Het Rijk beheert 3.863 hectare aan uiterwaarden. Het beheer en onderhoud is gericht op het op orde houden van de vegetatie in de uiterwaarden teneinde hoogwater effectief te kunnen afvoeren. Dit betreft een reguliere beheer en onderhoud taak die losstaat van de inhaalslag Stroomlijn die verantwoord wordt op artikelonderdeel 3.02.03 Vervanging. In 2014 komt de zogenoemde vegetatielegger gereed die normerend is voor het onderhoud van de vegetatie in de uiterwaarden om onnodige stuwing door vegetatie te voorkomen.
3.02.02 Zoetwatervoorziening
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem zodanig te onderhouden dat de beoogde functies voor waterverdeling volgens de vigerende regelgeving en waterakkoorden kunnen worden vervuld. Dit betreft ondermeer het beheer en onderhoud voor:
-
-
-
•Waterverdeling en peilbeheer;
-
-
-
-
•Stuwende en spuiende kunstwerken;
-
-
-
-
•Natuurvriendelijke oevers, implementatie Kaderrichtlijn Water (KRW), implementatie Waterwet en Natura 2000.
-
Onder zoetwatervoorziening valt ook de uitwerking van respectievelijk Waterbeheer 21e eeuw (WB21) en de implementatie van de eerste tranche van de KRW, en de maatregelen in het kader van Natura 2000. Zowel de KRW als Natura 2000 streven naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken. Voor de KRW zijn stroomgebiedbeheersplannen in uitvoering, die bepalen welke maatregelen op het terrein van beheer en onderhoud genomen worden om aan de KRW te blijven voldoen.
Beheer en Onderhoud
Meetbare gegevens
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor kunstwerken, dijken, dammen, duinen, stormvloedkeringen, kustfundament en oevers. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.
Waterveiligheid
Omvang Areaal
Eenheid
Omvang 2015
Budget 2015 x € 1 mln
Kustlijn
km
293
66,4
Stormvloedkeringen
aantal
5
40,1
Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.:
13,2
- Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen
km
193
- Niet-primaire waterkeringen/duinen
km
537
- uiterwaarden in beheer Rijk
ha
3.863
Totaal
119,7
Toelichting:
-
-
-
•In deze begroting is het aantal kilometers voor dammen, dijken, duinen en uiterwaarden weergegeven zoals bepaald bij het opstellen van de leggergegevens. De lengte primaire waterkeringen is gelijk aan 2014, omdat er in 2015 geen areaalveranderingen zijn gepland.
-
-
-
-
•De lengte van niet-primaire waterkeringen neemt toe. De werkelijke realisatie in 2013 ligt op 545 kilometer als gevolg van een nieuwe inventarisatie in verband met het Legger-project. Dit aantal neemt in 2014 en 2015 af met in totaal 8 kilometer door overdrachten in het kader van het Bestuursakkoord Water, zoals de overdracht van de westelijke kanaaldijk Den Bosch-Drongelen en de verandering van de Voorlandkering Texel Zuid in een primaire kering.
-
-
-
-
•Het Rijk beheert 3.863 hectare aan uiterwaarden. De werkelijke realisatie in 2013 ligt op 3.867 hectare uiterwaarden. Het aantal hectare zal in 2014 en 2015 met 4 hectare afnemen als gevolg van Ruimte voor de Rivier projecten waarbij uiterwaarden plaatsmaken voor extra waterbergingen.
-
-
-
-
•Vanwege de overdracht van de Ramspolkering van het Waterschap Groot-Salland op 1 juli 2014 naar RWS, beschikt RWS vanaf 2015 over vijf stormvloedkeringen.
-
Indicatoren BenO Waterveiligheid
Indicator
Eenheid
Realisatie 2013
Streefwaarde 2014
Streefwaarde 2015
De basiskustlijn is voldoende op zijn plaats gebleven (minstens 90% van de meetlocaties ligt zeewaarts van de afgesproken kustlijn).
%
93%
90%
90%
De vijf stormvloedkeringen zijn steeds beschikbaar om hoogwater te keren en voldoen aan de veiligheidsnormen uit de Waterwet. Indicator is het percentage van de stormvloedkeringen dat voldoet aan de afgesproken faalkanseis.
%
100%
100%
100%
Toelichting:
-
-
-
•De eerste indicator geeft aan of de basiskustlijn niet verder landinwaarts is verschoven dan in 1990 is afgesproken (en in 2001 is herijkt). Kleine verschuivingen zijn normaal en toegestaan, en worden door middel van het kustsuppletieprogramma gecorrigeerd. De mogelijke kleine verschuivingen komen tot uitdrukking in de streefwaarde dat 90 procent van de basiskustlijn op zijn plaats blijft.
-
-
-
-
•De tweede indicator is erop gericht dat de vijf stormvloedkeringen te allen tijde (in het stormseizoen) voldoen aan de afgesproken faalkanseis.
-
Faalkans van de vijf stormvloedkeringen in beheer bij Rijkswaterstaat
Stormvloedkeringen
faalkans /overschrijdingskans
Streefwaarde 2014
Streefwaarde 2015
Maeslantkering
faalkans bij sluiten
1:100
1:100
Hartelkering
faalkans bij sluiten
1:19
1:19
Hollandse IJsselkering
faalkans bij sluiten
1:47
1:47
Oosterscheldekering
overschrijdingskans in jaar
1:4000
1:4000
Ramspolkering
faalkans bij sluiten
1:286
1:286
De faalkanseisen voor de stormvloedkeringen worden op basis van de normering van de achterliggende waterkeringen vastgesteld. Bepalend daarvoor zijn de beschermingsniveaus van de achterliggende dijkringen, ook wel aangeduid als het «achterland». De stormvloedkeringen moeten voldoen aan de strengste veiligheidsnorm van het bijbehorende achterland zoals vastgelegd in de Waterwet en getoetst aan de hydraulische randvoorwaarden. Deze waterhuishoudkundige samenhang resulteert uiteindelijk in verschillende faalkanseisen per kering.
Toelichting:
-
-
-
•De Maeslantkering, Hartelkering, Hollandse IJsselkering en Ramspolkering kennen afspraken over faalkanseisen (de kans dat de kering bij een sluitvraag niet gesloten kan worden). De kansen worden uitgedrukt in aantal sluitvragen: bij honderd sluitvragen mag de Maeslantkering één keer falen.
-
-
-
-
•Voor de Oosterscheldekering geldt het wettelijk beschermingsniveau van 1: 4.000 voor de dijkring (overschrijdingskans; dit is de kans dat bij falen van de Oosterscheldekering de toetspeilen in het Oosterschelde-bekken worden overschreden). De kans wordt uitgedrukt in jaren (1: 4.000 jaar).
-
Jaarlijkse hoeveelheden zandsuppleties en percentages raaien3 waarin de basiskustlijn is overschreden.
Toelichting:
Het aantal raaien waarin de basiskustlijn wordt overschreden mag maximaal 15 procent zijn; het streven is om het aantal overschrijdingen onder 10 procent te houden. De geel/blauwe balken in bovenstaande figuur geven de over de afgelopen jaren gerealiseerde suppleties weer.
Suppleren voor kustlijnzorg
Om de basiskustlijn en het kustfundament te kunnen handhaven wordt jaarlijks gemiddeld 12 miljoen m3 zand gesuppleerd. Hiertoe wordt een suppletieprogramma opgesteld en meerjarige contracten afgesloten, waarbij voor een deel van de suppleties een jaarlijkse bijstelling mogelijk is. Inhoud en omvang van dit programma kan jaarlijks variëren naargelang specifieke behoefte en budgettaire mogelijkheden. Bij de aanbesteding van de suppletieprogramma’s hebben de aannemers de vrijheid om de suppletiewerkzaamheden over meerdere jaren te spreiden. Om te bereiken dat voor het beschikbare budget de maximale hoeveelheid zand wordt gesuppleerd is vanaf 2012 een nieuwe marktbenadering gekozen met contracten voor een periode van vier jaar.
Realisatie en prognose kustsuppleties
realisatie in mln m3
prognose in mln m3
2012
2013
2012-2015
Handhaven basiskustlijn en kustfundament
8,06
10,6
48
Toelichting:
Door het afsluiten van meerjarige contracten in 2012 wordt een deel van de suppleties van 2012 later uitgevoerd. Het suppletievolume over de periode 2012-2015 zal echter wel circa 48 miljoen m3 bedragen (vierjarige contractperiode met gemiddeld 12 miljoen m3 per jaar met één jaar uitloop); uitloop van een klein deel van de suppleties in 2016 is vanwege de gekozen contractvorm toegestaan.
Zoetwatervoorziening
Areaal Zoetwatervoorziening
Eenheid
Omvang 2015
Omvang 2015 in € 1 mln
Binnenwateren en daarin gelegen kunstwerken (spui- en uitwateringskolken, stuwen en gemalen)
km2
2.993
Aantal kunstwerken
stuks
119
Totaal
17.379
Toelichting:
-
-
-
•Het areaal binnenwateren omvat alle door RWS beheerde wateren (onder meer rivieren, kanalen en IJsselmeer) maar is exclusief Noordzee, water in Caribisch Nederland, Waddenzee en Westerschelde. Het aantal km2 binnenwateren neemt met 4 km2 toe ten opzichte van de werkelijke realisatie in 2013 van 2.989 km2 (zie het Jaarverslag 2013 van het Deltafonds, pag. 31) door met name de omlegging Zuid-Willemsvaart en verruiming van de bocht bij Steijl.
-
-
-
-
•Het aantal kunstwerken is afgenomen met één ten opzichte van 2014 vanwege overdracht in het kader van het Bestuursakkoord Water. De spui- en uitwateringskolken, stuwen en gemalen zijn middelen om het streefpeil en de waterverdeling in Nederland te kunnen realiseren. De beschikbaarheid van streefpeilen is een indicator bij watermanagement, het onderhoud aan de spui- en uitwateringskolken, stuwen en gemalen draagt hier aan bij.
-
3.02.03 Vervanging
Motivering
Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als zoetwatervoorziening vervuld kan worden.
Producten
De waterveiligheid en beschikbaarheid moet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en met name ook vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk zal toenemen.
Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid. De projecten in het Programma verlengen de levensduur van de kunstwerken zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.
Meetbare gegevens
Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige begrotingsperiode is opgenomen, is bestemd voor de werkzaamheden ten behoeve van de stuwen Nederrijn / Lek en Inhaalslag Stroomlijn.
Water
Project
Gereed
Nederrijn /Lek
Renovatie stuwensemble in Nederrijn en Lek
2020
1
Diversen
Stroomlijn
2016
2
Toelichting:
-
-
-
1.Na de afgebroken aanbesteding bij het project Stuwen Nederrijn / Lek, vanwege het feit dat de biedingen hoger waren dan het beschikbare budget (zie Kamerstukken II, 2009/10, 32 123 A, nr. 2) is dit project in 2009 doorgestart. De renovatie wordt nu in twee fases uitgevoerd. In 2010 is met de uitvoering van de urgente maatregelen en levensduurverlengend onderhoud gestart. Momenteel is de voorbereiding van fase twee, de grootschalige renovatie, gestart. Het project loopt uiterlijk door tot en met 2020. Ten opzichte van de eerdere planning is een extra laagwaterseizoen nodig om de stuwen in volgorde te kunnen renoveren. Ook is aanvullend budget nodig gebleken voor de renovatie. Door de mislukte aanbesteding zijn de afgelopen jaren kosten gemaakt die geen onderdeel maken van de renovatie maar wel bekostigd moeten worden. Daarnaast is bij de verdere detaillering gebleken dat meer kosten gemaakt moeten worden aan de vizierschuiven en verbeterde veiligheid.
-
-
-
-
2.Begroeiing langs de rivier heeft op sommige plekken een negatief effect op de maatregelen die worden genomen voor de waterveiligheid. Het project Stroomlijn brengt in kaart waar de vegetatie moet worden aangepast en zorgt ervoor dat de vegetatie in de uiterwaarden waar nodig en mogelijk verwijderd wordt. Uitvoering van het programma gebeurt in samenwerking met de eigenaren van de gebieden en in afstemming met de lopende waterveiligheidsprogramma’s.
-
Artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet
Omschrijving van de samenhang in het beleid
De Waterwet voorziet in een zogenoemde experimenteerbepaling die het mogelijk maakt om uit het Deltafonds uitgaven te doen voor maatregelen en voorzieningen op andere beleidsterreinen zoals bijvoorbeeld natuur, milieu of economische ontwikkeling. Voorwaarde is wel dat deze maatregelen samenhangen met maatregelen ten behoeve van waterveiligheid of zoetwatervoorziening en dat er sprake is van additionele financiering in de vorm van het toevoegen van extra middelen aan het fonds afkomstig van andere begrotingen van het Rijk of derden.
Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 4 Experimenteren cf art. III Deltawet (in € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen
30.000
3
Uitgaven
0
15.000
11.463
3.537
0
0
0
Waarvan juridisch verplicht
100%
4.01 Experimenteerprojecten
0
15.000
11.463
3.537
0
0
0
4.01.01 Experimenteerprojecten
0
15.000
11.463
3.537
Van totale uitgaven:
- Bijdrage aan agentschap RWS
- Restant
0
15.000
11.463
3.537
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
4.09 Ontvangsten Experimenteerartikel
0
0
0
0
0
0
0
4.09.01 Ontvangsten Experimenteerartikel
Budgetflexibiliteit
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau.
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
4 Experimenteren cf art. III Deltawet
11.463
3.537
0
0
0
0
0
4.01 Experimenteerprojecten
11.463
3.537
0
0
0
0
0
4.09 Ontvangsten Experimenteerartikel
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen van hfdst XII (art 26)
11.463
3.537
0
0
0
0
0
(Vervolg) Bedragen x € 1.000
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
4 Experimenteren cf art. III Deltawet
0
0
0
0
0
0
0
4.01 Experimenteerprojecten
0
0
0
0
0
0
0
4.09 Ontvangsten Experimenteerartikel
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen van hfdst XII (art 26)
0
0
0
0
0
0
0
4.01 Experimenteerprojecten
Motivering
Het experimenteerartikel staat ten dienste van een integrale uitvoering van het Deltaprogramma en biedt de mogelijkheid tot integrale bekostiging.
Producten
Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma
Bedrag in € mln
Budget
Planning
Projectomschrijving
Huidig
vorig
PB of TB
Openstelling
Verplicht
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland
Marker Wadden
30
15
2014
2020
Gebonden
-
0
Bestemd
0
-
0
Totaal programma planuitwerking en verkenning
30
Begroting DF 04.01.01
30
legenda
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
TBES project Marker Wadden
Het TBES project Marker Wadden is een initiatief van Natuurmonumenten (NM) om in het Markermeer langs de Houtribdijk nabij Lelystad een moeraseiland aan te leggen. De voorbereidingen voor de uitvoering van de eerste fase Marker Wadden zijn inmiddels gestart met een budget van € 50 miljoen. IenM en EZ dragen ieder € 15 miljoen bij (totaal € 30 miljoen). Daarnaast wordt € 15 miljoen gefinancierd vanuit de Postcodeloterij. De provincie Flevoland en NM dragen gezamenlijk € 5 miljoen bij. Het beschikbare budget wordt ondergebracht bij het Nationaal Groenfonds. Natuurmonumenten zoekt aanvullend budget, onder andere middels private financiering en Europese subsidies. Het project maakt onderdeel uit van het bedrijfslevenbeleid binnen de Topsector Water.
Om invulling te geven aan de toezegging naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken, is hieronder de budgetflexibiliteit voor de periode 2014-2028 weergegeven voor onderzoek, verkenning en planuitwerking.
Verk./Planuitw. Experimenteerartikel (Periode 2014-2028)
Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de apparaatskosten van RWS en de Deltacommissaris geraamd alsmede overige netwerkgebonden uitgaven van RWS en programma-uitgaven van de Deltacommissaris die niet direct aan de afzonderlijke projecten uit dit Deltafonds zijn toe te wijzen.
Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven (in € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen
253.539
237.288
241.385
235.718
232.646
239.276
239.044
Uitgaven
253.827
213.207
216.347
223.339
216.341
225.997
265.534
Waarvan juridisch verplicht
70%
5.01 Apparaat
198.792
185.216
176.412
171.332
168.868
175.500
175.266
5.01.01 Staf Deltacommissaris
2.203
2.021
1.852
1.821
1.770
1.720
1.720
5.01.02 Apparaatskosten RWS
196.589
183.195
174.560
169.511
167.098
173.780
173.546
5.02 Overige uitgaven
55.035
51.284
64.932
64.386
63.778
63.776
63.778
5.02.01 Overige netwerkgebonden uitgaven
52.934
49.559
63.012
62.425
61.817
61.815
61.817
5.02.02 Programma-uitgaven DC
2.101
1.725
1.920
1.961
1.961
1.961
1.961
5.02.03 Overige uitgaven
5.03 Investeringsruimte
0
- 23.293
- 24.997
- 12.379
- 16.305
- 13.279
26.490
5.03.01 Programmarruimte
0
-
-23.293
-
-24.997
-
-12.379
-
-16.305
-
-13.279
26.490
5.03.02 Beleidsruimte
0
0
0
0
0
0
0
Van totale uitgaven
- Bijdrage aan agentschap RWS
249.523
232.754
237.572
231.936
228.915
235.595
235.363
- Apparaatsuitgaven
2.203
2.021
1.852
1.821
1.770
1.720
1.720
- Restant
2.101
-
-21.568
-
-23.077
-
-10.418
-
-14.344
-
-11.318
28.451
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
5.09 Netwerkgebonden kosten en overige ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
5.09.01 Overige ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
5.10 Saldo van de afgesloten rekeningen
2.067
Budgetflexibiliteit
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven
216.347
223.339
216.341
225.997
265.534
291.970
263.316
5.01 Apparaat
176.412
171.332
168.868
175.500
175.266
173.965
176.257
5.02 Overige uitgaven
64.932
64.386
63.778
63.776
63.778
63.778
61.964
5.03 Investeringsruimte
-
-24.997
-
-12.379
-
-16.305
-
-13.279
26.490
54.227
25.094
5.09 Netwerkgebonden kosten en overige ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen van hfdst XII (art 26)
216.347
223.339
216.341
225.997
265.534
291.970
263.315
(Vervolg) Bedragen x € 1.000
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven
242.150
266.626
387.404
379.166
424.766
424.088
462.476
5.01 Apparaat
176.186
176.186
176.209
176.209
176.209
176.209
176.233
5.02 Overige uitgaven
61.964
61.964
61.940
61.940
61.940
63.632
60.252
5.03 Investeringsruimte
3.999
28.475
149.255
141.017
186.617
184.247
225.991
5.09 Netwerkgebonden kosten en overige ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen van hfdst XII (art 26)
263.315
242.149
266.626
387.404
379.166
424.766
424.088
5.01 Apparaat
Motivering
In uitzondering op de systematiek van «Verantwoord Begroten» worden op deze begroting ook de apparaatskosten van de Deltacommissaris en RWS gepresenteerd.
Staf Deltacommissaris
Producten
De Deltacommissaris moet, conform de Waterwet, de totstandkoming en uitvoering van het Deltaprogramma bevorderen. Hij voert overleg met betrokken partijen en bewaakt de voortgang van de uitvoering van het Deltaprogramma.
In de memorie van toelichting op de Waterwet, paragraaf 4, artikel 7.22d, is opgenomen dat de Deltacommissaris een eigen bureau ter ondersteuning van zijn werkzaamheden heeft en een budget dat toereikend is voor de hem toebedeelde taken.
Op dit artikel worden de personele en materiële kosten verantwoord die nodig zijn om de ondersteunende taken van de staf Deltacommissaris te kunnen uitvoeren.
Apparaatskosten Rijkswaterstaat
Dit betreft de apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) voor de grote projecten Ruimte voor de Rivier, Maaswerken, HWBP-2, nHWBP, overige aanlegprojecten, verkenningen en planuitwerkingen, watermanagement, Beheer en Onderhoud, de uitvoering van landelijke taken en inhuur.
5.02 Overige Uitgaven
Overige netwerkgebonden uitgaven
Producten
Onder overige kosten zijn de externe kosten opgenomen die niet direct toewijsbaar zijn aan de producten van het Deltafonds. De overige netwerkgebonden uitgaven komen ten goede aan watermanagement, beheer, onderhoud, vervanging en aanleg en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
Programmauitgaven Deltacommissaris
Deze uitgaven worden gedaan voor het Deltaprogramma en de hoofdtaken van de Deltacommissaris.
5.03 Investeringsruimte
Op dit artikel wordt de voor het Deltafonds beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord.
In het Regeerakkoord is vastgelegd dat 80 procent van de resterende investeringsruimte in het Deltafonds vrijgegeven wordt. Dit is de zogenaamde programmaruimte, die beschikbaar is voor investeringen in deze kabinetsperiode. Op dit moment resteert een programmaruimte van circa € 0,66 miljard. Daarnaast is een beleidsruimte van circa € 275 miljoen beschikbaar, waarover besluitvorming wordt overgelaten aan een volgend kabinet.
De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen van de programmaruimte ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2014 betreffen de volgende zaken:
-
-
-
•Dekking korting prijsbijstelling 2014 (- € 79 miljoen);
-
-
-
-
•Dekking van extra uitgaven voor informatiebeveiliging (- € 22 miljoen);
-
-
-
-
•Dekking overig (onderzoek, projecten in voorbereiding) (- € 6 miljoen);
-
-
-
-
•Saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma (- € 1 miljoen);
-
-
-
-
•Ontvangsten WVO (€ 4 miljoen);
-
Voor een betekenisvolle start van de opgaven voor waterveiligheid en zoetwater is een voorlopige reservering van circa € 200 miljoen gemaakt voor rijksbijdragen aan meerkosten van rivierverruiming en een reservering van circa € 150 miljoen voor rijksbijdragen aan zoetwatermaatregelen.
IenM dekt in de ontwerpbegroting 2015 de schade door het niet-uitkeren van de prijsbijstelling uit de resterende Investeringsruimte. Daarmee resteert er een kasritmeprobleem (zie hieronder het effect verwerking index 2013 en 2014). IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk eerder bij een eerstvolgende herijking van het Investeringsprogramma.
Bedragen x € 1.000
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Programmaruimte
270
0
5.484
0
0
0
39.052
21.488
Beleidsruimte
0
0
0
0
0
0
0
0
Kaseffect verwerking index 2013
-
-14.460
-
-14.693
-
-10.300
-
-9.999
-
-6.671
7.330
7.330
0
Kaseffect verwerking index 2014
-
-9.103
-
-10.304
-
-7.563
-
-6.306
-
-6.608
19.160
7.845
3.606
Totaal begroting 05.03
-
-23.293
-
-24.997
-
-12.379
-
-16.305
-
-13.279
26.490
54.227
25.094
Bedragen x € 1.000
Totaal
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Programmaruimte
254
15.659
139.681
133.235
178.833
125.363
900
660.219
Beleidsruimte
0
0
0
0
0
49.851
225.091
274.942
Kaseffect verwerking index 2013
3.745
8.400
7.330
7.330
7.330
7.328
0
0
Kaseffect verwerking index 2014
-
-0
4.416
2.244
452
454
1.705
0
0
Totaal begroting 05.03
3.999
28.475
149.255
141.017
186.617
184.247
225.991
935.161
Artikel 6 Bijdragen andere begrotingen van het Rijk
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord die ten laste van de begroting van IenM komen. De doelstellingen van het onderliggend beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII.
Het productartikel is gerelateerd aan artikel 26 Bijdragen aan de Investeringsfondsen op de Begroting hoofdstuk XII.
Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 6 Bijdragen andere begrotingen Rijk (in € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Ontvangsten
973.745
1.074.523
1.124.584
1.064.247
971.113
883.565
836.177
6.09 Ten laste van begroting IenM
973.745
1.074.523
1.124.584
1.064.247
971.113
883.565
836.177
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op ditzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
6 Bijdragen andere begrotingen Rijk
6.09 Ten laste van begroting IenM
1.124.584
1.064.247
971.113
883.565
836.177
815.254
1.169.079
(Vervolg) Bedragen x € 1.000
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
6 Bijdragen andere begrotingen Rijk
6.09 Ten laste van begroting IenM
910.697
916.652
1.008.496
1.007.723
1.004.175
997.064
965.650
6.09 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII
Dit begrotingsartikel is technisch van aard.
Artikel 7 Investeren in Waterkwaliteit
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water worden verantwoord op dit artikel.
Waterveiligheid en waterkwaliteit vragen specifiek aandacht in de Zuidwestelijke Delta en in delen van de grote wateren. Hierbij is mede aandacht voor ontwikkelingsmogelijkheden en veiligheid van de scheepvaart, en voor natuurcompensatie, recreatie en het verbeteren van de habitat van flora en fauna (Natura 2000).
Het artikel investeren in waterkwaliteit is gerelateerd aan beleidsartikel 12 (Waterkwaliteit) op de Begroting hoofdstuk XII.
Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 7 Investeren in waterkwaliteit (in € 1.000)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Verplichtingen
0
0
42.630
19.114
23.764
32.664
51.764
Uitgaven
0
0
46.770
44.586
41.404
40.821
53.765
Waarvan juridisch verplicht
100%
7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water
0
0
38.827
42.464
38.140
40.057
53.001
7.02 Overige aanlegprojecten Waterkwaliteit
0
0
7.943
2.122
3.264
764
764
Van totale uitgaven
- Bijdrage aan agentschap RWS
0
0
41.630
8.614
3.264
764
764
- Restant
0
0
5.140
35.972
38.140
40.057
53.001
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
7.09 Ontvangsten investeren in waterkwaliteit
0
0
0
0
0
0
0
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten worden de budgetten in 2015 voor KRW en de waterkwaliteitsprojecten als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De aanvullende middelen die zijn vrijgemaakt voor de KRW zijn uitgebreid toegelicht in de Groeiparagraaf van deze begroting. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
7 Investeren in waterkwaliteit
46.770
44.586
41.404
40.821
53.765
102.670
47.861
7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water
38.827
42.464
38.140
40.057
53.001
81.861
47.861
7.02 Overige aanlegprojecten Waterkwaliteit
7.943
2.122
3.264
764
764
20.809
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen van hfdst XII (art 26)
46.770
44.586
41.404
40.821
53.765
102.670
47.861
(Vervolg) Bedragen x € 1.000
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
7 Investeren in waterkwaliteit
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
0
7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
7.02 Overige aanlegprojecten Waterkwaliteit
Ontvangsten
Bijdragen van hfdst XII (art 26)
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
0
7.01 Investeringen waterkwaliteit
Motivering
Het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland schoon (drink)water heeft.
Verbeterprogramma Waterkwaliteit
Producten
Het Verbeterprogramma Waterkwaliteit bestaat uit een lijst concrete projecten. De projecten richten zich op het herstel van natuurlijkere overgangen tussen land en water, zoet en zout en van verbindingen, waaronder die tussen het hoofd- en regionaal watersysteem. Het betreft vooral aanlegprojecten om een meer natuurlijke inrichting van de watersystemen te bewerkstelligen. Dit moet bijdragen aan het bereiken van een goede ecologische en chemische toestand van de watersystemen.
Meetbare gegevens
Hieronder zijn de indicatoren en kengetallen voor waterkwaliteit opgenomen. Deze indicatoren en kengetallen zijn gerelateerd aan beleidsartikel 12 op de Begroting hoofdstuk XII.
Aantal KRW projecten per face per jaar
De indicator hierboven geeft informatie over de stand van zaken van de KRW-maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende projecten. De beleidsinspanningen van de Minister van IenM richten zich op de Begroting hoofdstuk XII op de regie en realisatie van deze projecten. In het figuur is te zien dat de programma’s voortvarend worden aangepakt. Er is nog slechts één project in de fase van planuitwerking; de rest is in realisatie of afgerond.
Over de uitvoering van alle maatregelen, ook die uitgevoerd door de waterschappen, gericht op de ecologische en chemische kwaliteit van de oppervlaktewateren in de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde, Eems en de uitvoering gericht op een goede chemische en kwantitatieve toestand van de grondwateren in de vier stroomgebieden wordt de Tweede Kamer jaarlijks geïnformeerd via «Water in Beeld» (laatste publicatie: Kamerstukken II, 2012/13, 27 625, nr. 290). Het Planbureau voor de Leefomgeving presenteert tussenresultaten in het Milieucompendium.
Projectoverzicht realisatieprogramma
Totaal
Planning
Budget in € mln.
Oplevering
Projectomschrijving
huidig
vorig
t/m 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
later
huidig
vorig
Projecten Waterkwaliteit
Projecten Nationaal
KRW 1e tranche
40
34
6
2015
2015
KRW 2e en 3e tranche
573
6
16
26
37
53
435
2027
Programma
613
0
0
0
40
22
26
37
53
435
Begroting (DF 7.01.01)
0
39
42
38
40
53
401
Overprogrammering (-)
0
0
- 1
20
13
3
- 0
- 34
7.02 Overige investeringen waterkwaliteit
Motivering
Naast het verbeterprogramma waterkwaliteit ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water zijn hieronder de overige aanlegprojecten inzake waterkwaliteit opgenomen.
Producten
De overige investeringen waterkwaliteit hebben betrekking op de volgende producten:
-
-
-
•Natuurcompensatie Perkpolder:
Het project «Natuurcompensatie Perkpolder» maakt onderdeel uit van het wettelijk verplichte natuurcompensatieprogramma voor de tweede verdieping van de Westerschelde. Dit project is inmiddels betrokken bij de gebiedsontwikkeling Perkpolder. De gebiedsontwikkeling combineert de natuurdoelstelling met functies als wonen en recreatie en innovatieve concepten voor de lange termijn waterveiligheid. De realisatie is gestart in 2013 en de oplevering is voorzien in 2015.
-
-
-
-
•Verruiming vaargeul Westerschelde:
De derde verruiming van de vaargeul van de Westerschelde (zowel op Vlaams als Nederlands grondgebied) is uitgevoerd en gefinancierd door het Vlaams Gewest. Dit geldt ook voor het onderhoud van de verruimde vaargeul. Nederland financiert maximaal € 30 miljoen op Nederlands grondgebied voor wrakkenberging, kabels- en leidingenbescherming, vaargeulwandverdediging, onderzoek en monitoring. In 2013 is aan de hand van de monitoringsgegevens van 2010 en 2011 een eerste voortgangsrapport verschenen over de eventuele effecten van de derde verruiming.4
-
-
-
-
•Natuurlijker Markermeer-IJmeer:
Door verschillende oorzaken is sprake van een voortdurende verslechtering van de ecologische situatie in het Markermeer-IJmeer, waarbij de Natura2000 instandhoudingsdoelstelling voor het gebied in gevaar komt. Het programma Natuurlijker Markermeer-IJmeer heeft tot doel om mogelijke maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit te onderzoeken en in de praktijk te toetsen. Hieruit volgt een pilot om te experimenteren met de maatregelen in het klein. De resultaten zullen in 2015 leiden tot een advies aan het Kabinet over welke mogelijke maatregelen in de toekomst nodig zijn voor het op peil brengen en houden van de waterkwaliteit van het Markermeer-IJmeer.
-
Projectoverzicht realisatieprogramma
Totaal
Planning
Budget in € mln.
Oplevering
Projectomschrijving
huidig
vorig
t/m 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
later
huidig
vorig
Projecten Waterkwaliteit
Projecten Nationaal
Natuurcompensatie Perkpolder
3
3
0
2015
2015
Verruiming vaargeul Westerschelde
24
0
1
0
1
1
21
2010
2010
Natuurlijker Markermeer
8
4
1
3
2015
2015
Programma
36
8
2
3
1
1
21
Begroting (DF 7.02.01)
8
2
3
1
1
21
Overprogrammering (-)
0
0
0
0
0
0
-
4.DE BIJLAGEN
Bijlage 1 Voeding van het Deltafonds en begrotingstaat per productartikelonderdeel DELTAFONDS
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
1
Investeren in waterveiligheid
uitgaven
903.737
757.771
732.789
649.719
566.435
501.315
874.254
574.200
515.620
424.680
414.785
443.050
441.510
418.411
1.01 Grote projecten waterveiligheid
792.671
627.251
541.541
342.297
167.421
284.868
363.801
89.309
16.745
0
0
0
0
0
1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid
105.716
126.470
189.873
306.947
398.664
216.097
510.453
484.891
498.875
424.680
414.785
443.050
441.510
418.411
1.03 Studiekosten
5.350
4.050
1.375
475
350
350
0
0
0
0
0
0
0
0
1.09
Ontvangsten
Ontvang sten
246.003
206.694
189.874
171.652
171.424
169.642
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
Bijdrage van hfdst XII (art 26)
657.734
551.077
542.915
478.067
395.011
331.673
725.634
425.580
367.000
276.060
266.165
294.430
292.890
269.791
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2
Investeren in zoetwatervoorziening
uitgaven
6.249
37.786
23.711
2.126
1.721
1.721
5.478
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
2.01 Aanleg waterkwantiteit
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.02 Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening
4.258
36.065
21.991
406
0
0
5.478
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
2.03 Studiekosten
1.991
1.721
1.720
1.720
1.721
1.721
0
0
0
0
0
0
0
0
2.09
Ontvangsten
Ontvang sten
4.000
4.907
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdrage van hfdst XII (art 26)
2.249
32.879
23.711
2.126
1.721
1.721
5.478
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
3
Beheer, onderhoud en vervanging
uitgaven
190.021
208.829
146.742
136.554
120.146
87.220
126.790
193.273
233.332
299.339
316.698
239.285
234.392
231.549
3.01 Watermanagement
7.734
6.964
6.962
6.962
6.962
6.962
6.962
6.962
6.962
6.987
6.987
6.987
7.183
6.790
3.02 Beheer, onderhoud en vervanging
182.287
201.865
139.780
129.592
113.184
80.258
119.828
186.311
226.370
292.352
309.711
232.298
227.209
224.760
3.09
Ontvangsten
Ontvang sten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdrage van hfdst XII (art 26)
190.021
208.829
146.742
136.554
120.146
87.220
126.791
193.274
233.333
299.339
316.698
239.285
234.392
231.549
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
4
Experimenteren cf art. III Deltawet
uitgaven
11.463
3.537
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4.01 Experimenteerprojecten
11.463
3.537
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4.09
Ontvangsten
Ontvang sten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdrage van hfdst XII (art 26)
11.463
3.537
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
5
Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven
uitgaven
216.347
223.339
216.341
225.997
265.534
291.970
263.316
242.150
266.626
387.404
379.166
424.766
424.088
462.476
5.01 Apparaat
176.412
171.332
168.868
175.500
175.266
173.965
176.257
176.186
176.186
176.209
176.209
176.209
176.209
176.233
5.02 Overige uitgaven
64.932
64.386
63.778
63.776
63.778
63.778
61.964
61.964
61.964
61.940
61.940
61.940
63.632
60.252
5.03 Investeringsruimte
-
-24.997
-
-12.379
-
-16.305
-
-13.279
26.490
54.227
25.094
3.999
28.475
149.255
141.017
186.617
184.247
225.991
5.09
Ontvangsten
Ontvang sten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdrage van hfdst XII (art 26)
216.347
223.339
216.341
225.997
265.534
291.970
263.315
242.149
266.626
387.404
379.166
424.766
424.088
462.476
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
7
Investeren in waterkwaliteit
uitgaven
46.770
44.586
41.404
40.821
53.765
102.670
47.861
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
0
7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water
38.827
42.464
38.140
40.057
53.001
81.861
47.861
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
0
7.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid
7.943
2.122
3.264
764
764
20.809
0
0
0
0
0
0
0
0
7.09
Ontvangsten
Ontvang sten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdrage van hfdst XII (art 26)
46.770
44.586
41.404
40.821
53.765
102.670
47.861
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
0
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
6
Bijdragen andere begrotingen Rijk
06.09
Ontvangsten
Ontvang sten
1.124.584
1.064.247
971.113
883.565
836.177
815.254
1.169.078
910.697
916.653
1.008.496
1.007.722
1.004.175
997.064
965.650
Totaal uitgaven
1.374.587
1.275.848
1.160.987
1.055.217
1.007.601
984.896
1.317.699
1.059.317
1.065.272
1.157.117
1.156.343
1.152.795
1.145.684
1.114.269
Totaal ontvangsten
250.003
211.601
189.874
171.652
171.424
169.642
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
Totaal Bijdrage van hfdst XII (art 26)
1.124.584
1.064.247
971.113
883.565
836.177
815.254
1.169.079
910.697
916.652
1.008.497
1.007.723
1.004.175
997.064
965.649
Bijlage 2. Verdiepingsbijlage
Artikel 1 Investeren in waterveiligheid
Cate gorie
Totaal mutatie
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 1.01 Grote projecten waterveiligh.
673.058
762.726
749.351
530.078
332.884
166.110
283.460
230.546
89.309
0
0
0
0
0
0
Toelich ting
Mutaties Voorjaarsnota 2014
-
-97.450
-
-2.046
-
-152.094
-
-2.022
8.184
0
0
133.255
0
16.745
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 1.01 Grote projecten waterveiligh.
575.608
760.680
597.257
528.056
341.068
166.110
283.460
363.801
89.309
16.745
0
0
0
0
0
Desalderingen
Desaldering
60.600
25.000
25.000
10.600
4
Indexering 2014
Intens./ extens.
1.662
584
398
174
253
253
1
Indexering 2014
Intens./ extens.
24.053
6.897
6.991
4.410
2.487
1.055
1.058
1.155
1
Mutaties Miljoenennota 2015
6.897
31.991
29.994
13.485
1.229
1.311
1.408
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 1.01 Grote projecten waterveiligh.
582.505
792.671
627.251
541.541
342.297
167.421
284.868
363.801
89.309
16.745
0
0
0
0
0
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid
147.835
104.389
135.688
190.546
263.407
294.335
201.428
631.968
483.866
506.411
414.248
412.248
437.352
432.285
408.961
Mutaties Voorjaarsnota 2014
57.534
0
0
0
39.841
98.121
12.038
- 123.410
0
- 16.745
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 1.02 Ov.aanlegprojecten Waterveiligh.
205.369
104.389
135.688
190.546
303.248
392.456
213.466
508.558
483.866
489.666
414.248
412.248
437.352
432.285
408.961
Areaalgroei
Neutraal
-
-84.500
-
-10.881
-
-10.907
-
-17.037
-
-17.011
-
-17.011
-
-10.360
0
-
-1.293
5
Areaalgroei
Intens./ extens.
107.479
10.881
10.907
17.037
17.011
17.011
15.671
8.834
10.127
5
Kasschuiven
Neutraal
0
-
-7.075
1.571
-
-14.488
-
-6.714
475
2.938
2.898
0
0
8.200
10.045
2.150
6
Indexering 2014
Intens./ extens.
14.797
948
1.273
578
1.499
2.882
2.928
1.392
1.545
675
659
37
37
37
41
266
1
Overboekingen binnen het Deltafonds.
Neutraal
2.668
-
-374
-
-1.517
4.692
4.542
342
342
-
-1.659
350
350
-
-1.850
-
-1.800
-
-1.800
350
350
350
8
Mutaties Miljoenennota 2015
- 6.501
1.327
- 9.218
- 673
3.699
6.208
2.631
1.895
1.025
7.009
8.282
387
5.698
9.225
9.450
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid
198.868
105.716
126.470
189.873
306.947
398.664
216.097
510.453
484.891
496.675
422.530
412.635
443.050
441.510
418.411
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 1.03 Studiekosten
6.997
2.113
1.505
350
950
2.246
1.248
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Voorjaarsnota 2014
2.122
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 1.03 Studiekosten
9.119
2.113
1.505
350
950
2.246
1.248
0
0
0
0
0
0
0
0
Overboekingen binnen het Deltafonds.
Neutraal
1.360
-
-2.178
3.237
2.545
1.025
-
-475
-
-1.896
-
-898
0
0
0
0
0
0
0
0
8
Mutaties Miljoenennota 2015
- 2.178
3.237
2.545
1.025
- 475
- 1.896
- 898
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 1.03 Studiekosten
6.941
5.350
4.050
1.375
475
350
350
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 1.04 GIV/PPS
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Voorjaarsnota 2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 1.04 GIV/PPS
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2015 Inv. in waterveiligheid
788.314
903.737
757.771
732.789
649.719
566.435
501.315
874.254
574.200
513.420
422.530
412.635
443.050
441.510
418.411
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 1.09 Ontv. Investeren in waterveiligheid
141.865
220.003
181.110
180.365
171.478
171.171
169.389
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
Mutaties Voorjaarsnota 2014
- 5.514
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 1.09 Ontv. Inv.in waterveiligheid
136.351
220.003
181.110
180.365
171.478
171.171
169.389
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
Kasschuiven
Neutraal
0
489
1.000
0
-
-1.489
6
Desalderingen
Desaldering
60.600
25.000
25.000
10.600
4
Indexering 2014
Intens./ extens.
1.662
584
398
174
253
253
1
Overboekingen binnen het Deltafonds.
Neutraal
-
-222
-
-222
8
Mutaties Miljoenennota 2015
267
26.000
25.584
9.509
174
253
253
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 1.09 Ontv. Investeren in waterveiligheid
136.618
246.003
206.694
189.874
171.652
171.424
169.642
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
148.620
Artikel 1 Investeren in waterveiligheid
-
-
-
1.Indexering 2014
IenM heeft voor het jaar 2014 een beperkte bijdrage ontvangen voor de prijsstijging van de investeringen (IBOI). Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
-
-
-
-
4.Desalderingen
Als gevolg van extra ontvangsten van derden voor het project IJsseldelta binnen het programma Ruimte voor de Rivier is het projectbudget met zestig miljoen euro opgehoogd.
-
-
-
-
5.Areaalgroei Hoofdwatersystemen
In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028. Inmiddels is de omvang van de consequenties van areaalgroei op beheer en onderhoud van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 84,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (01.02.01) naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (03.02.01), zie tevens mutatie vijf in de verdiepingsbijlage bij artikel 3.
-
-
-
-
6.Kasschuiven
Om voor alle artikelen tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen de verschillende artikelen op het Deltafonds noodzakelijk.
-
-
-
-
8.Overboekingen binnen het Deltafonds
Tussen en binnen de artikelen van het Deltafonds zijn een aantal mutaties doorgevoerd. Het betreft hier onder andere:
-
-
-
•Een verlaging van de Rijksbijdrage voor het project Hoornse Hop;
-
-
-
-
•Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (waaronder Haringvliet de Kier, toetsing regionale keringen in beheer van het Rijk, het Tidal Test Centre Brouwersdam en enkele studies);
-
-
-
-
•Voor het project Marker Wadden is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd;
-
-
-
-
•Voor de aanpak van de missiekritieke systemen - die in 2014 prioritair worden aangepakt - is een bedrag van € 22 miljoen ten laste van de investeringsruimte van het Deltafonds gebracht;
-
-
-
-
•Verwerking van enkele mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma op de investeringsruimte.
-
-
Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening
Categorie
Totaal mutatie
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 2.01 Aanleg waterkwantiteit
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
Mutaties Voorjaarsnota 2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 2.01
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Miljoenennota 2015
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 2.01
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 2.02 Overige waterinvest.zoetwatervoorz.
1.203
15.962
46.808
23.869
2.195
2.063
2.062
2.183
2.183
2.183
2.183
2.183
2.183
2.183
2.183
Mutaties Voorjaarsnota 2014
6.830
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 2.02 BenO
8.033
15.962
46.808
23.869
2.195
2.063
2.062
2.183
2.183
2.183
2.183
2.183
2.183
2.183
2.183
Kasschuiven
Neutraal
0
-
-3.645
0
0
3.645
6
Indexering 2014
Intens./ extens.
802
4
341
184
273
1
Overboekingen binnen het Deltafonds.
Neutraal
-
-31.434
-
-1.242
-
-8.059
>- 11.084
-
-2.062
-
-2062
-
-2.063
-
-2.062
-
-350
-
-350
-
-350
-
-350
-
-350
-
-350
-
-350
-
-350
8
Mutaties Miljoenennota 2015
- 1.238
- 11.704
- 10.743
- 1.878
- 1.789
- 2.063
- 2.062
3.295
- 350
- 350
- 350
- 350
- 350
- 350
- 350
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 2.02 BenO
6.795
4.258
36.065
21.991
406
0
0
5.478
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 2.03 Studiekosten
2.660
41
Mutaties Voorjaarsnota 2014
23
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 2.03 Studiekosten
2.683
41
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Kasschuiven
Neutraal
0
1.709
-
-342
-
-342
-
-342
-
-342
-
-341
6
Overboekingen binnen het Deltafonds.
Neutraal
11.288
735
241
2.063
2.062
2.062
2.063
2.062
8
Mutaties Miljoenennota 2015
735
1.950
1.721
1.720
1.720
1.721
1.721
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 2.03 Studiekosten
3.418
1.991
1.721
1.720
1.720
1.721
1.721
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2015 Inv. in zoetwatervoorziening
10.213
6.249
37.786
23.711
2.126
1.721
1.721
5.478
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
1.833
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 2.09 Ontv.Inv. Waterkwant. en zoetwatervoorz.
0
Mutaties Voorjaarsnota 2014
10.331
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 2.09 Ontvangsten
10.331
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Kasschuiven
Neutraal
0
-
-8.907
4.000
4.907
6
Overboekingen binnen het Deltafonds.
Neutraal
-
-1.224
-
-1.224
8
Mutaties Miljoenennota 2015
- 10.131
4.000
4.907
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 2.09 Ontvangsten
200
4.000
4.907
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening
-
-
-
1.Indexering 2014
IenM heeft voor het jaar 2014 een beperkte bijdrage ontvangen voor de prijsstijging van de investeringen (IBOI). Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
-
-
-
-
6.Kasschuiven
Om voor alle artikelen tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen de verschillende artikelen op het Deltafonds noodzakelijk.
-
-
-
-
8.Overboekingen binnen het Deltafonds
Tussen en binnen de artikelen van het Deltafonds zijn een aantal mutaties doorgevoerd. Het betreft hier onder andere:
-
-
-
•Een verlaging van de Rijksbijdrage voor het project Hoornse Hop;
-
-
-
-
•Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (waaronder Haringvliet de Kier, toetsing regionale keringen in beheer van het Rijk, het Tidal Test Centre Brouwersdam en enkele studies);
-
-
-
-
•Voor het project Marker Wadden is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd;
-
-
-
-
•Voor de aanpak van de missiekritieke systemen - die in 2014 prioritair worden aangepakt - is een bedrag van € 22 miljoen ten laste van de investeringsruimte van het Deltafonds gebracht;
-
-
-
-
-Verwerking van enkele mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma op de investeringsruimte.
-
-
Artikel 3 Beheer, onderhoud en vervanging
Categorie
Totaal mutatie
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 3.01 Watermanagement
11.142
11.478
10.713
10.713
10.713
10.713
10.713
10.723
10.723
10.723
10.723
10.723
10.723
10.898
10.548
Toelichting
Mutaties Voorjaarsnota 2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 3.01 Watermanagement
11.142
11.478
10.713
10.713
10.713
10.713
10.713
10.723
10.723
10.723
10.723
10.723
10.723
10.898
10.548
Indexering 2014
Intens./ extens.
1.957
135
138
129
129
129
129
129
130
130
130
130
130
130
259
1
Landelijke Taken RWS
Neutraal
-
-54.285
-
-3.882
-
-3.878
-
-3.880
-
-3.880
-
-3.880
-
-3.880
-
-3.891
-
-3.891
-
-3.891
-
-3.866
-
-3.866
-
-3.866
-
-3.974
-
-3.758
10
Mutaties Miljoenennota 2015
135
- 3.744
- 3.749
- 3.751
- 3.751
- 3.751
- 3.751
- 3.761
- 3.761
- 3.761
- 3.736
- 3.736
- 3.736
- 3.715
- 3.758
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 3.01 Watermanagement
11.277
7.734
6.964
6.962
6.962
6.962
6.962
6.962
6.962
6.962
6.987
6.987
6.987
7.183
6.790
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 3.02 Beheer, onderhoud en vervanging
165.115
194.124
201.328
152.094
141.907
133.498
129.655
124.509
190.217
232.088
265.773
304.296
232.243
236.144
235.058
Mutaties Voorjaarsnota 2014
2.956
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 3.02 Beheer, onderhoud vervanging
168.071
194.124
201.328
152.094
141.907
133.498
129.655
124.509
190.217
232.088
265.773
304.296
232.243
236.144
235.058
Kasschuiven
Neutraal
0
-
-100
-
-2.300
0
0
-
-13.300
3.500
-
-17.800
0
30.000
6
Areaalgroei
Neutraal
84.500
6.500
10.881
10.907
14.837
14.861
14.861
10.360
0
1.293
5
Indexering 2014
Intens./ extens.
34.939
1.889
2.065
2.100
1.921
1.920
1.921
1.698
1.552
2.301
2.559
2.832
3.668
2.809
4.438
1.266
1
Landelijke Taken RWS
Neutraal
-
-126.977
-
-8.762
-
-8.923
-
-9.095
-
-9.095
-
-9.095
-
-9.095
-
-9.114
-
-9.114
-
-9.114
-
-9.114
-
-9.114
-
-9.114
-
-9.373
-
-8.857
10
overb. XII in het kader van Cyber security
Intens./extens.
5.437
5.437
3
Overboekingen binnen het Deltafonds.
Neutraal
18.000
100
2.300
6.000
0
13.300
-
-3.500
17.800
-
-6.000
-
-8.000
-
-4.000
8
Overheveling KRW/Motie Jacobi
Intens./ extens.
-
-115.700
-
-5.140
-
-5.140
-
-5.140
-
-5.140
-
-13.140
-
-42.000
-
-8.000
-
-8.000
-
-8.000
-
-4.000
-
-4.000
-
-4.000
-
-4.000
2
Mutaties Miljoenennota 2015
7.326
- 11.837
537
- 12.314
- 12.315
- 20.314
- 49.397
- 4.681
- 3.906
- 5.718
26.579
5.415
55
- 8.935
- 10.298
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 3.02 Beheer, onderhoud en vervanging
175.397
182.287
201.865
139.781
129.593
113.185
80.259
119.828
186.311
226.370
292.352
309.711
232.298
227.210
224.760
0
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2015 B&O en verv.
186.674
190.021
208.829
146.742
136.554
120.146
87.220
126.790
193.273
233.332
299.339
316.698
239.285
234.393
231.550
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 3.09 Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Voorjaarsnota 2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 3.09 Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Miljoenennota 2015
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 3.09 Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Artikel 3 Beheer, onderhoud en vervanging
-
-
-
1.Indexering 2014
IenM heeft voor het jaar 2014 een beperkte bijdrage ontvangen voor de prijsstijging van de investeringen (IBOI). Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
-
-
-
-
2.Overheveling KRW/amendement Jacobi
Op grond van het amendement-Jacobi (Kamerstukken II, 2013/14, 33 503, nr. 8) is het met ingang van 1 januari 2015 mogelijk om de uitgaven op het gebied van waterkwaliteit, ook wanneer deze uitgaven geen relatie hebben met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, te verantwoorden op het Deltafonds. Hierdoor is het mogelijk om vanuit het Deltafonds projecten waarin ook waterkwaliteitsaspecten een rol spelen integraal te financieren. Hiertoe zijn middelen overgeboekt van artikel 12 op Begroting hoofdstuk XII naar het nieuwe artikel 7 in het Deltafonds. Het gaat daarbij om de realisatieprojecten Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren ten behoeve van de KRW. Daarnaast zijn de projecten Natuurcompensatie Perkpolder, Verruiming vaargeul Westerschelde en Natuurlijker Markermeer/IJmeer ook overgeheveld naar het Deltafonds.
In de schriftelijke beantwoording van de Kamervragen ten behoeve van het WGO dd. 18 november 2013 is ook aangegeven dat opgaven voor waterkwaliteit niet gedekt mogen worden uit de budgetten op het Deltafonds die bestemd zijn voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. In lijn met deze voorwaarde is dekking gevonden binnen overige budgetten zodat de opgave voor de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) op artikel 7 van het Deltafonds volledig gedekt is.
-
-
-
-
3.Overboeking van Begroting hoofdstuk XII in het kader van Cyber Security
Deze overboeking van Begroting hoofdstuk XII naar het Deltafonds is bedoeld voor de bekostiging van de verbetering van de Cyber Security voor de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering.
-
-
-
-
5.Areaalgroei Hoofdwatersystemen
In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028, zie mutatie 5 van de verdiepingsbijlage bij artikel 1 van het Deltafonds. Inmiddels is de omvang van de consequenties van areaalgroei op beheer en onderhoud van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 84,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (01.02.01) naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (03.02.01)
-
-
-
-
6.Kasschuiven
Om voor alle artikelen tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen de verschillende artikelen op het Deltafonds noodzakelijk.
-
-
-
-
8.Overboekingen binnen het Deltafonds
Tussen en binnen de artikelen van het Deltafonds zijn een aantal mutaties doorgevoerd. Het betreft hier onder andere:
-
-
-
•Een verlaging van de Rijksbijdrage voor het project Hoornse Hop;
-
-
-
-
•Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (waaronder Haringvliet de Kier, toetsing regionale keringen in beheer van het Rijk, het Tidal Test Centre Brouwersdam en enkele studies);
-
-
-
-
•Voor het project Marker Wadden is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd;
-
-
-
-
•Voor de aanpak van de missiekritieke systemen - die in 2014 prioritair worden aangepakt - is een bedrag van € 22 miljoen ten laste van de investeringsruimte van het Deltafonds gebracht;
-
-
-
-
•Verwerking van enkele mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma op de investeringsruimte.
-
-
-
-
-
10.Landelijke taken
In het kader van de transparantie van de budgetten voor watermanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Watermanagement management en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.
-
Artikel 4 Experimenteren c.f. art. III Deltawet
Categorie
Totaal mutatie
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 4.01 Experimenteerprojecten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
Mutaties Voorjaarsnota 2014
15.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 4.01 Exp.projecten
15.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overboekingen binnen het Deltafonds.
Neutraal
15.000
11.463
3.537
8
Mutaties Miljoenennota 2015
0
11.463
3.537
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 4.01 Exp.projecten
15.000
11.463
3.537
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 Exp. cf, art. III Deltawet
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 Exp. cf, art. III Deltawet
15.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2015 Exp. cf, art. III Deltawet
15.000
11.463
3.537
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 4.09 Ontvangsten exp.artikel
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Voorjaarsnota 2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 4.09 Ontvangsten exp.art.
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Miljoenennota 2015
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 4.09 Ontvangsten exp.art.
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet
-
-
-
8.Overboekingen binnen het Deltafonds
Tussen en binnen de artikelen van het Deltafonds zijn een aantal mutaties doorgevoerd. Het betreft hier onder andere:
-
-
-
•Een verlaging van de Rijksbijdrage voor het project Hoornse Hop;
-
-
-
-
•Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (waaronder Haringvliet de Kier, toetsing regionale keringen in beheer van het Rijk, het Tidal Test Centre Brouwersdam en enkele studies);
-
-
-
-
•Voor het project Marker Wadden is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd;
-
-
-
-
•Voor de aanpak van de missiekritieke systemen - die in 2014 prioritair worden aangepakt - is een bedrag van € 22 miljoen ten laste van de investeringsruimte van het Deltafonds gebracht;
-
-
-
-
•Verwerking van enkele mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma op de investeringsruimte.
-
-
Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven
Categorie
Totaal mutatie
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 5.01 Apparaat
185.269
176.510
171.389
169.000
175.670
175.532
174.183
176.356
176.356
176.356
176.356
176.356
176.356
176.356
176.356
Toelichting
Mutaties Voorjaarsnota 2014
- 301
- 333
- 285
- 357
- 404
- 500
- 452
- 333
- 404
- 404
- 381
- 381
- 381
- 381
- 357
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 5.01 Apparaat
184.968
176.177
171.104
168.643
175.266
175.032
173.731
176.023
175.952
175.952
175.975
175.975
175.975
175.975
175.999
loonbijstelling apparaat
Intens./ extens.
3.510
248
235
228
225
234
234
234
234
234
234
234
234
234
234
234
9
Mutaties Miljoenennota 2015
248
235
228
225
234
234
234
234
234
234
234
234
234
234
234
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 5.01 Apparaat
185.216
176.412
171.332
168.868
175.500
175.266
173.965
176.257
176.186
176.186
176.209
176.209
176.209
176.209
176.233
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 5.02 Overige uitgaven
52.019
51.923
50.992
50.219
50.217
50.219
50.219
48.375
48.375
48.375
48.375
48.375
48.375
49.114
47.636
Mutaties Voorjaarsnota 2014
- 236
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 5.02 Overige uitgaven
51.783
51.923
50.992
50.219
50.217
50.219
50.219
48.375
48.375
48.375
48.375
48.375
48.375
49.114
47.636
Indexering 2014
Intens./ extens.
8.820
605
605
593
584
584
584
584
585
585
585
585
585
585
1.171
1
Landelijke Taken RWS
Neutraal
181.262
12.644
12.801
12.975
12.975
12.975
12.975
13.004
13.004
13.004
12.980
12.980
12.980
13.347
12.616
10
overb. XII in het kader van CPB
Intens./ extens.
-
-360
-
-120
-
-240
7
overb. XII in het kader van maatwerk KNMI
Intens./ extens.
-
-984
-
-984
11
Mutaties Miljoenennota 2015
- 499
13.009
13.394
13.559
13.559
13.559
13.559
13.589
13.589
13.589
13.565
13.565
13.565
14.518
12.616
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 5.02 Overige uitgaven
51.284
64.932
64.386
63.778
63.776
63.778
63.778
61.964
61.964
61.964
61.940
61.940
61.940
63.632
60.252
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 5.03 Investeringsruimte
- 14.460
- 14.693
- 10.300
- 9.999
- 6.671
33.859
72.979
43.995
9.457
33.932
184.401
147.104
191.843
191.942
225.091
Mutaties Voorjaarsnota 2014
0
0
0
0
0
0
- 13.965
- 11.891
- 1.975
- 1.975
- 1.998
- 1.998
- 1.998
- 1.998
- 2.022
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 5.03 Investeringsruimte
- 14.460
- 14.693
- 10.300
- 9.999
- 6.671
33.859
59.014
32.104
7.482
31.957
182.403
145.106
189.845
189.944
223.069
Indexering 2014
Intens./ extens.
-
-78.671
-
-9.103
-
-10.304
-
-7.563
-
-6.306
-
-6.608
-
-6.327
-
-4.787
-
-3.365
-
-3.483
-
-3.482
-
-3.253
-
-4.089
-
-3.228
-
-5.697
-
-1.078
1
Overboekingen binnen het Deltafonds.
Neutraal
-
-24.828
270
5.484
-
-1.042
-
-3.645
-
-29.895
4.000
8
Mutaties Miljoenennota 2015
- 8.833
- 10.304
- 2.079
- 6.306
- 6.608
- 7.369
- 4.787
- 7.010
- 3.483
- 3.482
- 33.148
- 4.089
- 3.228
- 5.697
2.922
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 5.03 Investeringsruimte
- 23.293
- 24.997
- 12.379
- 16.305
- 13.279
26.490
54.227
25.094
3.999
28.475
149.255
141.017
186.617
184.247
225.991
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 5.04 Saldo van de afgesloten rekeningen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Voorjaarsnota 2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 5.04 Saldo van de afgesloten rekeningen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Miljoenennota 2015
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 5.04 Saldo van de afgesloten rekeningen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2015 Netwerkgeb.kosten en ov.uitg.
213.207
216.347
223.339
216.341
225.997
265.534
291.970
263.316
242.150
266.625
387.403
379.166
424.766
424.087
462.476
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 5.09 Ontv.Netwerkgeb.kosten en ov.ontv.
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Voorjaarsnota 2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 5.09 Ontv.Netwerkgeb.kosten en ov.ontv.
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Miljoenennota 2015
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 5.09 Ontv.Netwerkgeb.kosten en ov.ontv.
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 5.10 Saldo van de afgesloten rekeningen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Voorjaarsnota 2014
2.067
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 5.10 Saldo van de afgesloten rekeningen
2.067
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Miljoenennota 2015
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 5.10 Saldo van de afgesloten rekeningen
2.070
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven
-
-
-
1.Indexering 2014
IenM heeft voor het jaar 2014 een beperkte bijdrage ontvangen voor de prijsstijging van de investeringen (IBOI). Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
-
-
-
-
7.Overboeking van Begroting hoofdstuk XII in het kader van Centraal Planbureau (CPB)
Deze overboeking van Begroting hoofdstuk XII naar het Deltafonds betreft de bijdrage aan het CPB voor KIRE (Kennisunit Infrastructuur en Ruimtelijke Economie).
-
-
-
-
8.Overboekingen binnen het Deltafonds
Tussen en binnen de artikelen van het Deltafonds zijn een aantal mutaties doorgevoerd. Het betreft hier onder andere:
-
-
-
-Een verlaging van de Rijksbijdrage voor het project Hoornse Hop;
-
-
-
-
-Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (waaronder Haringvliet de Kier, toetsing regionale keringen in beheer van het Rijk, het Tidal Test Centre Brouwersdam en enkele studies);
-
-
-
-
-Voor het project Marker Wadden is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd;
-
-
-
-
-Voor de aanpak van de missiekritieke systemen - die in 2014 prioritair worden aangepakt - is een bedrag van € 22 miljoen ten laste van de investeringsruimte van het Deltafonds gebracht;
-
-
-
-
-Verwerking van enkele mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma op de investeringsruimte.
-
-
-
-
-
9.Loonbijstelling
Dit betreft de toevoeging van de aan het Deltafonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.
-
-
-
-
10.Landelijke taken
In het kader van de transparantie van de budgetten voor watermanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Watermanagement management en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.
-
-
-
-
11.Maatwerk KNMI
Betreft afname meteorologische producten en diensten van KNMI voor uitvoering diverse taken RWS.
-
Artikel 6 Bijdragen andere begrotingen Rijk
Categorie
Totaal mutatie
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Ontwerpbegroting 2014 art.ond.6.09 Ten laste van begroting IenM
1.088.973
1.084.570
1.176.364
936.505
799.794
697.404
756.558
1.120.035
861.866
861.448
953.439
952.665
950.455
950.302
957.213
Toelichting
Mutaties Voorjaarsnota 2014
- 20.406
- 2.379
- 152.379
- 2.379
47.621
97.621
- 2.379
- 2.379
- 2.379
- 2.379
- 2.379
- 2.379
- 2.379
- 2.379
- 2.379
Stand eerste suppletoire wet 2014 art.ond.6.09 Ten laste van begroting IenM
1.068.567
1.082.191
1.023.985
934.126
847.415
795.025
754.179
1.117.656
859.487
859.069
951.060
950.286
948.076
947.923
954.834
Areaalgroei
Intens./extens.
107.479
0
0
0
0
0
0
0
10.881
10.907
17.037
17.011
17.011
15.671
8.834
10.128
5
Indexering 2014
Intens./extens.
6.697
1.375
768
588
498
235
293
171
447
208
451
331
331
333
212
454
1
loonbijstelling apparaat
Intens./extens.
3.510
248
235
228
225
234
234
234
234
234
234
234
234
234
234
234
9
overb. XII in het kader van Cyber security
Intens./extens.
5.437
5.437
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3
overb. XII in het kader van CPB
Intens./extens.
-
-360
-
-120
-
-240
7
overb. XII in het kader van maatwerk KNMI
Intens./extens.
-
-984
-
-984
11
Overheveling KRW/Motie Jacobi
Intens./extens.
533.343
0
41.630
39.446
36.264
35.681
40.625
60.670
39.861
39.861
39.861
39.861
39.861
39.861
39.861
0
2
Mutaties Miljoenennota 2015
5.956
42.393
40.262
36.987
36.150
41.152
61.075
51.422
51.210
57.584
57.436
57.436
56.099
49.141
10.816
Stand ontwerpbegroting 2015 art.ond.6.09 Ten laste van begroting IenM
1.074.523
1.124.584
1.064.247
971.113
883.565
836.177
815.254
1.169.078
910.697
916.653
1.008.496
1.007.722
1.004.175
997.064
965.650
Totaal ontvangsten stand ontwerpbegroting 2015 Bijdr. andere begr. Rijk
1.074.523
1.124.584
1.064.247
971.113
883.565
836.177
815.254
1.169.078
910.697
916.653
1.008.496
1.007.722
1.004.175
997.064
965.650
Artikel 6 Bijdragen andere begrotingen Rijk
-
-
-
1.Indexering 2014
IenM heeft voor het jaar 2014 een beperkte bijdrage ontvangen voor de prijsstijging van de investeringen (IBOI). Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
-
-
-
-
2.Overheveling KRW/amendement Jacobi
Op grond van het amendement-Jacobi (Kamerstukken II, 2013/14, 33 503, nr. 8) is het met ingang van 1 januari 2015 mogelijk om de uitgaven op het gebied van waterkwaliteit, ook wanneer deze uitgaven geen relatie hebben met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, te verantwoorden op het Deltafonds. Hierdoor is het mogelijk om vanuit het Deltafonds projecten waarin ook waterkwaliteitsaspecten een rol spelen integraal te financieren. Hiertoe zijn middelen overgeboekt van artikel 12 op Begroting hoofdstuk XII naar het nieuwe artikel 7 in het Deltafonds. Het gaat daarbij om de realisatieprojecten Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren ten behoeve van de KRW. Daarnaast zijn de projecten Natuurcompensatie Perkpolder, Verruiming vaargeul Westerschelde en Natuurlijker Markermeer/IJmeer ook overgeheveld naar het Deltafonds.
In de schriftelijke beantwoording van de Kamervragen ten behoeve van het WGO dd. 18 november 2013 is ook aangegeven dat opgaven voor waterkwaliteit niet gedekt mogen worden uit de budgetten op het Deltafonds die bestemd zijn voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. In lijn met deze voorwaarde is dekking gevonden binnen overige budgetten zodat de opgave voor de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) op artikel 7 van het Deltafonds volledig gedekt is.
-
-
-
-
3.Overboeking van Begroting hoofdstuk XII in het kader van Cyber Security
Deze overboeking van Begroting hoofdstuk XII naar het Deltafonds is bedoeld voor de bekostiging van de verbetering van de Cyber Security voor de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering.
-
-
-
-
5.Areaalgroei Hoofdwatersystemen
In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Begroting Infrastructuurfonds 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028. Inmiddels is de omvang van de consequenties van areaalgroei op beheer en onderhoud van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 84,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (Deltafonds, 01.02.01) naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (Deltafonds, 03.02.01), zie tevens mutatie 5 in de verdiepingsbijlage bij artikel 3.
-
-
-
-
7.Overboeking van Begroting hoofdstuk XII in het kader van Centraal Planbureau (CPB)
Deze overboeking van Begroting hoofdstuk XII naar het Deltafonds betreft de bijdrage aan het CPB voor KIRE (Kennisunit Infrastructuur en Ruimtelijke Economie).
-
-
-
-
9.Loonbijstelling
Dit betreft de toevoeging van de aan het Deltafonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.
-
-
-
-
11.Maatwerk KNMI
Betreft afname meteorologische producten en diensten van KNMI voor uitvoering diverse taken RWS.
-
Artikel 7 investeren in waterkwaliteit
Categorie
Totaal mutatie
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
Mutaties Voorjaarsnota 2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overheveling KRW/Motie Jacobi
Intens./ extens.
613.377
38.827
42.464
38.140
40.057
53.001
81.861
47.861
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
0
2
Mutaties Miljoenennota 2015
0
38.827
42.464
38.140
40.057
53.001
81.861
47.861
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water
0
38.827
42.464
38.140
40.057
53.001
81.861
47.861
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
0
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 7.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Voorjaarsnota 2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 7.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overheveling KRW/Motie Jacobi
Intens./ extens.
35.666
7.943
2.122
3.264
764
764
20.809
2
Mutaties Miljoenennota 2015
0
7.943
2.122
3.264
764
764
20.809
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 7.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid
0
7.943
2.122
3.264
764
764
20.809
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2015 B&O en verv.
0
46.770
44.586
41.404
40.821
53.765
102.670
47.861
47.861
47.861
43.861
43.861
43.861
43.861
0
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 3.09 Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Voorjaarsnota 2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 7.09 Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Mutaties Miljoenennota 2015
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 7.09 Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Artikel 7 Investeren in waterkwaliteit
-
-
-
2.Overheveling KRW/amendement Jacobi
Op grond van het amendement-Jacobi (Kamerstukken II, 2013/14, 33 503, nr. 8) is het met ingang van 1 januari 2015 mogelijk om de uitgaven op het gebied van waterkwaliteit, ook wanneer deze uitgaven geen relatie hebben met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, te verantwoorden op het Deltafonds. Hierdoor is het mogelijk om vanuit het Deltafonds projecten waarin ook waterkwaliteitsaspecten een rol spelen integraal te financieren. Hiertoe zijn middelen overgeboekt van artikel 12 op Begroting hoofdstuk XII naar het nieuwe artikel 7 in het Deltafonds. Het gaat daarbij om de realisatieprojecten Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren ten behoeve van de KRW. Daarnaast zijn de projecten Natuurcompensatie Perkpolder, Verruiming vaargeul Westerschelde en Natuurlijker Markermeer/IJmeer ook overgeheveld naar het Deltafonds.
-
In de schriftelijke beantwoording van de Kamervragen ten behoeve van het WGO dd. 18 november 2013 is ook aangegeven dat opgaven voor waterkwaliteit niet gedekt mogen worden uit de budgetten op het Deltafonds die bestemd zijn voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. In lijn met deze voorwaarde is dekking gevonden binnen overige budgetten zodat de opgave voor de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) op artikel 7 van het Deltafonds volledig gedekt is.
Bijlage 3. Overzicht Hoogwaterbeschermingsprogramma
Totaaloverzicht HWBP
Totaal
t/m 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2014-2028
2014-2020
2021-2028
Begroting 2015
Artikel
OB2015
I
Bijdragen /ontvangsten
I.1
Waterschappen
2.956.287
245.041
131.000
181.000
185.013
184.827
184.603
184.682
184.681
2.711.246
1.235.806
1.475.440
I.1.a
Bijdrage waterschappen Spoedwet
243.000
243.000
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
HWBP-2
6501o0901
239.450
239.450
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
nHWBP
6501o0903/02
3.550
3.550
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
I.1.b
Bijdragen waterschappen Bestuursakkoord Water
2.711.246
-
131.000
181.000
185.013
184.827
184.603
184.682
184.681
2.711.246
1.235.806
1.475.440
HWBP-2
6501o0901
937.531
-
124.450
171.000
152.073
158.427
114.467
113.011
104.103
937.531
937.531
-
nHWBP
1.773.716
-
6.550
10.000
32.940
26.401
70.136
71.671
80.578
1.773.716
298.276
1.475.440
Vereveningsdeel (dijkrekening)
6501o0903
1.436.644
-
6.176
9.042
28.991
22.337
57.185
58.413
65.539
1.436.644
247.682
1.188.962
Projectgebonden Aandeel (10%)
NVT
337.072
-
374
958
3.949
4.064
12.951
13.258
15.039
337.072
50.594
286.478
I.1.c
Overige Bijdragen waterschappen
6501o0901/02
2.041
2.041
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
I.2
Rijk
4.429.682
717.317
126.410
176.318
187.732
165.795
220.635
105.229
228.722
3.712.365
1.210.841
2.501.524
I.2.a
Rijksbijdrage oorspronkelijke financiering
NVT
1.144.940
718.316
-
-7.089
-
-6.182
151.219
-
-20.532
34.532
-
-80.953
42.541
426.624
113.536
313.088
HWBP-2
NVT
1.141.390
806.645
-
-7.089
-
-6.182
151.219
-
-20.532
34.532
-
-80.953
42.541
426.624
113.536
313.088
nHWBP
NVT
3.550
3.550
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
I.2.b
Rijksbijdrage Bestuursakkoord Water
NVT
2.711.246
- 999
131.999
181.000
35.013
184.827
184.603
184.682
184.681
2.712.245
1.086.805
1.625.440
HWBP-2
NVT
937.531
-
124.450
171.000
2.073
158.427
114.467
113.011
104.103
937.531
787.531
150.000
nHWBP bijdrage waterschapsprojecten (dijkrekening)
NVT
1.773.716
-
-999
7.549
10.000
32.940
26.401
70.136
71.671
80.578
1.774.715
299.275
1.475.440
I
Totaal
7.385.969
962.358
257.410
357.318
372.745
350.622
405.238
289.911
413.403
6.423.611
2.446.647
3.976.964
-
-
II
Uitgavenbudget
II.1
HWBP-2
3.257.942
956.257
241.811
335.818
305.365
296.321
263.466
145.069
250.747
2.301.685
1.838.597
463.088
Budget Groot Project
6501u01
3.225.831
941.262
239.240
333.348
302.920
293.896
261.063
142.668
248.346
2.284.569
1.821.481
463.088
II.1.a
-
-waterschapsprojecten
6501u0101
2.955.389
900.430
214.515
322.940
265.369
216.053
198.535
131.534
242.925
2.054.959
1.591.871
463.088
II.1.b
-
-rijksprojecten
6501u0102
226.965
26.205
17.572
4.907
32.051
72.343
58.224
10.242
5.421
200.760
200.760
-
II.2
nHWBP (inclusief projectgebonden aandeel)
4.128.027
16.331
21.499
22.400
51.750
52.901
141.772
144.842
162.656
4.111.696
597.820
3.513.876
Deltafonds
6501u02
3.768.455
16.331
19.625
19.942
46.301
47.337
127.321
130.084
146.117
3.752.124
536.727
3.215.398
II.2.a
-
-waterschapsprojecten (dijkrekening)
6501u0202
3.037.362
2.430
4.652
8.625
35.539
36.575
116.559
119.322
135.355
3.034.932
456.627
2.578.306
II.2.b
-
-rijksprojecten
6501u0202
573.496
-
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
573.496
10.500
562.996
II.2.c
-
-programmabureau (externe kosten) en innovatie
6501u0202
157.597
13.901
13.473
9.817
9.262
9.262
9.262
9.262
9.262
143.696
69.600
74.096
II.2.d
Interne kosten
22.500
-
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
22.500
10.500
12.000
II.2.e
Projectgebonden Aandeel (10%)
NVT
337.072
-
374
958
3.949
4.064
12.951
13.258
15.039
337.072
50.594
286.478
II
Totaal uitgaven
7.385.969
972.588
263.310
358.218
357.115
349.222
405.238
289.911
413.403
6.413.381
2.436.417
3.976.964
-
-
III
Kasschuiven
-
0
HWBP-2
-
-0
-
0
0
0
0
0
0
-
-0
-
-0
-
-0
0
nHWBP
-
10.230
5.900
900
-
-15.630
-
-1.400
0
0
0
-
-10.230
-
-10.230
0
III
Totaal kasschuiven
- 0
10.230
5.900
900
- 15.630
- 1.400
0
0
- 0
- 10.230
- 10.230
0
Toelichting bij het extracomptabele overzicht voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma
Conform het wetsvoorstel doelmatigheid en bekostiging Hoogwaterbescherming wordt in de jaarlijkse begroting en verantwoording van het Deltafonds een extra-comptabel overzicht opgenomen waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe de bijdragen van het Rijk en waterschappen zich verhouden tot de uitgaven van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Voor een nadere toelichting op de bekostigingssystematiek van het Hoogwaterbeschermingsprogramma wordt verwezen naar de memorie van toelichting van het voornoemde wetsvoorstel. Het extracomptabele overzicht is als volgt opgebouwd:
-
-I. De ontvangsten en bijdragen van de waterschappen respectievelijk het Rijk.
-
-
-
1.De bijdrage van de waterschappen bestaat uit de volgende drie elementen.
-
-
-
a)De jaarlijkse bijdragen van de waterschappen in de periode 2011-2013 aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma die voortvloeien uit de Spoedwet (€ 100 miljoen waarvan € 81 miljoen voor het HWBP en € 19 miljoen ter bestrijding van muskusratten).
-
-
-
-
b)De bijdragen die voortvloeien uit het Bestuursakkoord Water: totaal € 131 miljoen euro in 2014 en jaarlijks € 181 miljoen vanaf 2015. Vanaf 2016 worden deze bedragen geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het Ministerie van Financiën. De bijdragen van de waterschappen bestaan uit een projectgebonden aandeel voor het nHWBP dat door de betreffende beheerder direct wordt betaald en een solidariteitsdeel dat via het Deltafonds wordt verevend. Het projectgebonden aandeel bedraagt 10 procent van de (bruto) begrote uitgaven voor waterschapsprojecten binnen het nHWBP.
-
-
-
-
c)Incidentele ontvangsten bijvoorbeeld in het kader van de eindafrekening van projecten.
-
-
-
-
-
2.De bijdrage van het Rijk bestaat uit de volgende drie elementen:
-
-
-
a)De bijdrage van het Rijk zoals vastgelegd in de bijlage van het Bestuursakkoord Water (nadere toelichting op het onderdeel «Financiering van een beheersbaar programma voor de waterkeringen» van het Bestuursakkoord Water), uitgaande van het toen beschikbare budget binnen de Rijksbegroting voor het Hoogwaterschermingsprogramma.
-
-
-
-
b)De bijdragen die voortvloeien uit het Bestuursakkoord Water: € 131 miljoen in 2014 en € 181 miljoen vanaf 2015. Vanaf 2016 worden deze bedragen geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het Ministerie van Financiën.
-
-
-
-
c)De bijdrage van het Rijk aan de maatregelen voor Rijkskeringen.
-
-
-
-
-II. De uitgaven voor het tweede en nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma
De uitgaven ten behoeve van hoogwaterbeschermingsmaatregelen bestaan uit:
-
-
-
a)Waterschapsprojecten: de subsidies (100 respectievelijk 90 procent van de kosten van een sober en doelmatig ontwerp) voor versterkingen van primaire keringen in beheer van de waterschappen.
-
-
-
-
b)Rijksprojecten: de kosten van versterkingen van primaire keringen in beheer van het Rijk. Deze uitgaven komen voor wat betreft het nHWBP volledig ten laste van het Rijk.
-
-
-
-
c)Programmabureau: de kosten van het programmabureau en innovaties waaronder de projectoverstijgende verkenningen.
-
-
-
-
d)Het projectgebonden aandeel: wordt door de betreffende beheerder zelf direct betaald.
-
-
-
-
e)De interne kosten hebben betrekking op de kosten van de inzet van Rijkswaterstaat-medewerkers binnen de programmabureau’s en maken voor de bekostigingssystematiek geen deel uit van de programmabudgetten. Deze kosten vallen onder de 50/50 verdeling en zijn daarom afzonderlijk weergegeven.
-
De uitgaven die vallen onder a) en c) worden door Rijk en waterschappen voor ieder de helft bekostigd.
-
-
-III. De kasschuiven die voortvloeien uit de verschillen tussen de geraamde en begrote uitgaven.
De ontvangsten van de waterschappen vormen een deel van de uitgaven voor het HWBP. Het andere deel wordt bekostigd door het Rijk. De uitgaven van het HWBP in de begroting wordt in een bepaald uitgaventempo geraamd. Deze kasplanning komt tot stand op basis van de planningen van de diverse projecten, ingediend door de waterschappen (en RWS). Indien de daadwerkelijke uitgaven afwijken van de geraamde uitgaven of planningen van projecten wijzigen worden de uitgavenbudgetten aangepast door middel van kasschuiven binnen de kaders van de IenM-begroting.
Bijlage 4. Begroting beheer, onderhoud, vervanging en renovatie RWS5
In deze bijlage wordt, in aanvulling op de eerdere bijlagen, een beeld gegeven van de budgettaire ontwikkelingen bij beheer, onderhoud, vervanging en renovatie. Ingegaan wordt op de wijzigingen ten opzichte van het in de begroting 2013 gepresenteerde beeld over de efficiency en versobering van beheer en onderhoud (BenO). Bij de budgettaire aspecten per netwerk wordt aandacht besteed aan de wijze waarop met de groei van het netwerk (areaalgroei) rekening wordt gehouden. Tot slot is een overzicht opgenomen van de middelen en werkwijze voor vervanging en renovatie.
-
1.Voortgang implementatie versoberingen en efficiency
In bijlage 4.2 van de Infrastructuurbegroting 2012 heb ik u geïnformeerd over de niet gedekte onderhoudsproblematiek tot en met 2020 en over de mix van maatregelen om deze problematiek te beheersen.
Programma Versobering en Efficiency
Een van de maatregelen betreft een pakket aan efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. De afspraken over deze te realiseren maatregelen zijn opgenomen in het Programma Versobering en Efficiency. De versoberingen en efficiencymaatregelen worden stapsgewijs geïmplementeerd, omdat dit de mogelijkheid biedt om binnen het afgesproken budgettaire kader door een verstandige mix van maatregelen passend bij de lokale situatie optimalisaties aan te brengen. Hierdoor kunnen eventuele negatieve gevolgen voor doorstroming en veiligheid worden beperkt.
In bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2013 is de verdeling van het totale pakket efficiency- en versoberingmaatregelen van € 1,64 miljard naar netwerk gepresenteerd. Hiervan is tot en met 2013 € 385 miljoen reeds gerealiseerd. Tevens is een inschatting opgenomen van de effecten op de veiligheid en doorstroming.
In aanvulling hierop wordt onderstaand ingegaan op de verdeling van het totale pakket efficiency- en versoberingsmaatregelen a € 1,64 miljard naar netwerk. Hierbij worden zowel de initiële verwachting als de verwachte bandbreedte op basis van de verdere uitwerking en implementatie van de maatregelen in beeld gebracht. Daarnaast wordt ingegaan op de opgetreden effecten met betrekking tot veiligheid en doorstroming en de gewijzigde invulling van de post bijzondere baten. Wanneer het totaalpakket aan maatregelen bij de onderkant van de bandbreedte dreigt uit te komen, zal worden bijgestuurd door nieuwe maatregelen te treffen. Op basis van het huidige beeld is de inschatting dat het realiseren van het totale pakket van € 1,64 miljard aan versobering- en efficiencymaatregelen mogelijk is.
Netwerk
Maatregel
Initiële bedrag in mln. tot en met 2020
Bandbreedte bedragen in mln. tot en met 2020
HWN
Verminderen communicatie bij onderhoud
30
30
HWN
Versoberen bermbeheer
40
30-40
HWN
Onderhoud kunstwerken uiterste jaar
50
45-50
HWN
Versoberen verlichting
35
35-40
HWN
Verruimen werkvensters en op delen van het netwerk overdag werken met minder flankerende maatregelen
75
75-80
HWN
Versoberen Dynamisch VerkeersManagement (DVM)
165
145-150
HVWN
Minder maaien taluds
10
10-15
HVWN
Minder baggeren hoeken zeetoegangen
35
40
HVWN
Verminderen (wal)voorzieningen schippers
10
10
HVWN
Minder baggeren vaarwegen
45
55
Subtotaal versoberingen
495
475-510
Alle
Efficiencymaatregelen
800
720-840
Subtotaal efficiencymaatregelen
800
720-840
Alle
Besparing Landelijke Taken
200
200
Alle
Bijzondere baten ten behoeve van beheer en onderhoud1
100
100
HWN
Verhoging BenO budget
45
45
Subtotaal overige maatregelen
345
345
Totaal
1.640
1.540-1.695
Noot 1
de invulling van de post bijzondere baten wordt gewijzigd. De voorbereidingen hiertoe zijn in gang gezet.
Effecten
De maatregel waarover vooraf ten aanzien van verkeersveiligheid de meeste zorgen bestonden, het doven van de verlichting, heeft tot eind 2013 geen aantoonbare effecten gehad op het aantal incidenten. Ook effecten van de versoberingen op de doorstroming zijn beperkt. De totale jaarlijkse hinder van werkzaamheden wijkt niet af van het patroon sinds 2009 van rond de vijf á zes procent van de totale filezwaarte. Hierbij past de nuancering dat de verruimende werkvensters nog niet optimaal worden benut. De Tweede Kamer is in de publieksrapportage rijkswegennet van juni 2014 geïnformeerd over deze effecten (Kamerstukken II, 33 750 A, nr. 72).
Bijzondere Baten ten behoeve van het Beheer en Onderhoud
Een deel van de oplossing van de BenO problematiek was gevonden in het inzetten van bijzondere baten. De verwachting was een bijdrage van € 10 miljoen per jaar, in totaal € 100 miljoen tot en met 2020. Deze bijzondere baten (zoals terugontvangen BTW) zijn in hun aard niet goed voorspelbaar. De daadwerkelijke realisatie loopt achter bij de verwachting. Daarom wordt de dekking uit deze bron in het kader van de mix aan maatregelen ter oplossing van de tekorten beheer en onderhoud, langs onderstaande lijnen ingevuld, waarmee de totale beoogde opbrengsten hetzelfde blijven.
-
-
-
1.De opbrengsten voor Beheer en Onderhoud HVWN liggen structureel € 3 miljoen per jaar hoger dan geraamd.
-
-
-
-
2.In het IBO rapport naar BenO is vermeld dat het heffen van leges voor de vergunningen die worden verleend op grond van de Waterwet gemiddeld € 4 miljoen per jaar kan opleveren.
-
-
-
-
3.Hiermee resteert een dekking uit bijzondere baten van € 3 miljoen per jaar.
-
In deze begroting is deze wijziging in financiële termen nog niet verwerkt omdat de regelgeving waarin de leges worden uitgewerkt nog niet gereed is.
-
2.Budgettaire aspecten verkeersmanagement, watermanagement en beheer en onderhoud 2014-2028
Onderstaand is per netwerk het budget tot en met 2028 gepresenteerd, uitgesplitst naar de budgetten voor het reguliere verkeers- en watermanagement, het reguliere beheer en onderhoud, de direct toewijsbare landelijke taken en de areaalgroei.
De weergegeven budgetten voor areaalgroei betreffen uitsluitend projecten waarvoor in de ontwerpbegroting 2011 nog geen BenO middelen waren voorzien. Voor nieuwe projecten, waarvan de planuitwerking is gestart na de ontwerpbegroting 2011, worden bij het voorkeursbesluit naast de middelen voor aanleg ook middelen voor BenO gereserveerd op het artikelonderdeel voor planuitwerking en verkenningen. Op het moment dat wordt besloten daadwerkelijk met de realisatie te starten worden deze middelen vanuit het artikelonderdeel voor Planuitwerking en verkenningen aan het BenO budget toegevoegd.
Artikel 12 Hoofdwegen Tabel 1 Budget verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud Hoofdwegen
Hoofdwegen
Artikel onderdeel
20141
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
12.01
Verkeersmanagement
2.592
4.038
3.617
3.617
3.617
3.618
3.617
3.613
12.06.02
Verkeersmanagement Landelijke Taken
16.829
16.886
16.886
16.885
16.885
16.886
16.885
16.933
Totaal verkeersmanagement inclusief Landelijke taken
19.421
20.924
20.503
20.502
20.502
20.504
20.502
20.547
12.02.01
Beheer en Onderhoud
517.948
427.979
486.602
478.751
472.217
478.659
478.547
454.157
12.06.02
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken
13.038
16.888
16.830
16.780
16.773
16.780
16.778
16.887
Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken
530.986
444.867
503.432
495.531
488.989
495.439
495.325
471.043
Totaal verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud
550.407
465.791
523.935
516.033
509.491
515.943
515.827
491.590
Noot 1
de middelen voor de landelijke taken verkeersmanagement en beheer en onderhoud staan in het jaar 2014 respectievelijk op artikelonderdeel 12.01 en 12.02
Hoofdwegen
Artikel onderdeel
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2014-2028
12.01
Verkeersmanagement
3.611
3.610
3.609
3.607
3.607
3.607
3.614
53.597
12.06.02
Verkeersmanagement Landelijke Taken
16.909
16.896
16.883
16.858
16.859
16.856
16.934
253.269
Totaal verkeersmanagement inclusief Landelijke taken
20.520
20.506
20.492
20.465
20.466
20.463
20.549
306.865
12.02.01
Beheer en Onderhoud
454.073
454.030
453.984
453.898
427.423
682.115
429.660
7.150.042
12.06.02
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken
16.883
16.880
16.877
16.872
16.872
16.872
16.887
248.894
Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken
470.956
470.910
470.861
470.769
444.294
698.986
446.547
7.398.936
Totaal verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud
491.477
491.416
491.353
491.234
464.760
719.449
467.096
7.705.801
Toelichting
Tot en met 2028 is circa € 7,7 miljard beschikbaar voor beheer, onderhoud en verkeersmanagement inclusief de gerelateerde landelijk georganiseerde taken voor het Hoofdwegennet op artikel 12 van het Infrastructuurfonds (IF). Gegeven de beschikbare budgetten voor regulier onderhoud in de periode 2014-2020 heeft een prioritering plaatsgevonden waarbij ook is bepaald welke werkzaamheden nog konden worden uitgesteld tot latere jaren.
Voor de consequenties van areaaluitbreiding door aanleg op de budgetbehoefte voor het beheer en onderhoud van het hoofdwegennet is in de begroting 2014 binnen het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (IF 12.03.02) een reservering getroffen, zie hiertoe bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van als gevolg van aanleg (areaalgroei) voor projecten met openstelling voor 2016 inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 799,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF 12.02.01), zie tevens mutatie 29 in de verdiepingsbijlage bij artikel 12 IF. De middelen tot en met 2016 (huidige SLA-periode) zijn met een kasschuif in de juiste jaren geplaatst. Voor de doorwerking van het beheer en onderhoud in de jaren daarna, zullen in de volgende begrotingen kasschuiven worden doorgevoerd om ook deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.
Artikel 15 Hoofdvaarwegen Tabel 2 Budget Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud Hoofdvaarwegen
Hoofdvaarwegen
Artikel onderdeel
20141
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
15.01
Verkeersmanagement
9.070
7.517
8.380
8.380
8.380
8.380
8.380
8.380
15.06.02
Verkeersmanagement Landelijke Taken
4.916
4.895
4.901
4.901
4.901
4.901
4.901
4.912
Totaal verkeersmanagement inclusief Landelijke taken
13.986
12.411
13.281
13.281
13.281
13.281
13.281
13.292
15.02.01
Beheer en Onderhoud
193.041
170.683
259.987
199.882
200.585
193.811
201.348
227.038
15.06.02
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken
4.671
5.238
5.224
5.215
5.206
5.217
5.209
5.429
Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken
197.712
175.921
265.211
205.098
205.791
199.028
206.557
232.467
Totaal verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud
211.699
188.332
278.492
218.378
219.072
212.309
219.838
245.759
Noot 1
de middelen voor de landelijke taken verkeersmanagement en beheer en onderhoud staan in het jaar 2014 respectievelijk op artikelonderdeel 15.01 en 15.02.
Hoofdvaarwegen
Artikel onderdeel
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2014-2028
15.01
Verkeersmanagement
8.380
8.380
8.380
8.380
8.380
8.380
8.380
125.530
15.06.02
Verkeersmanagement Landelijke Taken
4.912
4.912
4.912
4.912
4.912
4.912
4.912
73.608
Totaal verkeersmanagement inclusief Landelijke taken
13.292
13.292
13.292
13.292
13.292
13.292
13.292
199.137
15.02.01
Beheer en Onderhoud
226.679
201.537
220.455
220.401
220.404
217.637
230.711
3.184.199
15.06.02
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken
5.424
5.393
5.414
5.410
5.410
5.406
5.411
79.277
Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken
232.102
206.930
225.869
225.811
225.813
223.043
236.122
3.263.476
Totaal verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud
245.394
220.222
239.161
239.103
239.105
236.334
249.414
3.462.613
Toelichting
Tot en met 2028 is circa € 3,5 miljard beschikbaar voor de externe kosten van beheer, onderhoud en verkeersmanagement inclusief de direct toewijsbare landelijk georganiseerde taken en de geoormerkte gelden ten behoeve van Overdracht Brokx-Nat en de Fries-Groningse kanalen op artikel 15 van het Infrastructuurfonds. Met de budgetten worden de afgesproken prestaties gerealiseerd. Gegeven de beschikbare budgetten voor regulier onderhoud in de periode 2014-2020 heeft een prioritering plaatsgevonden waarbij ook is bepaald welke werkzaamheden nog konden worden uitgesteld tot latere jaren.
In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdvaarwegennet van in totaal circa € 170 miljoen tot en met 2028. Deze reservering op het artikelonderdeel Verkenningen en Planuitwerkingen (IF 15.03.02) is afkomstig uit de eerder getroffen reservering op artikelonderdeel 18.12 van het Infrastructuurfonds, zie tevens mutatie 26 in de verdiepingsbijlage bij artikel 15 IF en artikel 18 IF. Op het moment dat de areaalgroei door openstelling van projecten is uitgehard, worden de middelen hiervoor overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerking en naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF 15.02.01).
Artikel 3 Deltafonds watersystemen Tabel 3 Budget Watermanagement en Beheer en Onderhoud watersystemen
Watersystemen
Artikel onderdeel
20141
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
3.01
Watermanagement
7.245
7.734
6.964
6.962
6.962
6.962
6.962
6.962
5.02.01
Watermanagement Landelijke Taken
4.032
3.882
3.878
3.880
3.880
3.880
3.880
3.891
Totaal Watermanagement inclusief Landelijke taken
11.277
11.616
10.842
10.842
10.842
10.842
10.842
10.853
Beheer en Onderhoud Waterveiligheid
127.101
119.654
122.786
101.742
101.711
93.758
62.786
98.824
Beheer en Onderhoud Zoetwatervoorziening
22.816
17.379
17.349
17.348
17.343
17.350
17.343
17.343
3.02.01
Beheer en Onderhoud
149.917
137.033
140.134
119.090
119.054
111.108
80.129
116.167
5.02.01
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Waterveiligheid
6.795
6.795
6.794
6.794
6.794
6.794
6.794
6.806
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Zoetwatervoorziening
1.878
1.967
2.128
2.301
2.301
2.301
2.301
2.308
Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken
158.590
145.795
149.056
128.185
128.149
120.203
89.224
125.281
Totaal Watermanagement en Beheer en Onderhoud
169.867
157.411
159.898
139.027
138.991
131.045
100.066
136.134
Noot 1
de middelen voor de landelijke taken watermanagement en beheer en onderhoud staan in het jaar 2014 respectievelijk op artikelonderdeel 3.01 en 3.02.
Watersysteem
Artikel onderdeel
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2014-2028
3.01
Watermanagement
6.962
6.962
6.987
6.987
6.987
7.183
6.790
105.609
5.02.01
Watermanagement Landelijke Taken
3.891
3.891
3.866
3.866
3.866
3.974
3.758
58.317
Totaal Watermanagement inclusief Landelijke taken
10.853
10.853
10.853
10.853
10.853
11.157
10.548
163.926
Beheer en Onderhoud Waterveiligheid
98.379
138.098
114.177
151.072
108.019
100.684
102.012
1.640.802
Beheer en Onderhoud Zoetwatervoorziening
17.233
17.454
17.343
17.343
17.343
17.831
16.856
265.678
3.02.01
Beheer en Onderhoud
115.612
155.552
131.520
168.415
125.362
118.515
118.868
1.906.479
5.02.01
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Waterveiligheid
6.806
6.806
6.806
6.806
6.806
7.000
6.615
102.014
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Zoetwatervoorziening
2.308
2.308
2.308
2.308
2.308
2.373
2.242
33.636
Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken
124.726
164.666
140.634
177.529
134.476
127.888
127.725
2.042.129
Totaal Watermanagement en Beheer en Onderhoud
135.579
175.519
151.487
188.382
145.329
139.045
138.273
2.206.055
Toelichting
Tot en met 2028 is circa € 2,2 miljard beschikbaar voor de externe kosten van beheer, onderhoud en watermanagement inclusief de direct toewijsbare landelijk georganiseerde taken voor het Hoofdwatersysteem op artikel 3 van het Deltafonds (DF). Met de budgetten worden de afgesproken prestaties gerealiseerd.
In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028, zie mutatie 5 van de verdiepingsbijlage bij artikel 1 van het Deltafonds. Inmiddels is de omvang van de areaalgroei van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen voor het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 84,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (DF 01.02.01) naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (DF 03.02.01), zie tevens mutatie 5 in de verdiepingsbijlage bij artikel 3 DF. De middelen tot en met 2016 (huidige SLA-periode) zijn met een kasschuif in de juiste jaren geplaatst. Voor de jaren daarna, zullen in de volgende begrotingen kasschuiven worden doorgevoerd om ook deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.
-
3.Vervangingen en renovaties
De veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdwegennet, het hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem moeten in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken en andere infrastructurele objecten. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat de omvang van de te vervangen of renoveren objecten toeneemt.
In de onderstaande tabel staan de in de begroting beschikbare middelen voor het hoofdwegennet, de hoofdvaarwegen en het hoofdwatersysteem ten behoeve van Vervanging en Renovatie voor de projecten waartoe reeds is besloten en de gereserveerde budgetten voor vervangingen en renovaties. Deze projecten zijn ondergebracht in het programma vervangingen en renovaties.
Vervanging
Artikel
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Wegen
12
138.820
230.216
118.849
64.684
55.899
23.000
5.000
0
Vaarwegen
15
168.159
219.311
82.186
49.806
28.229
1.185
7.305
337
reservering wegen/vaarwegen
18
0
0
0
0
0
0
0
266.061
Watersysteem
3
16.807
45.254
61.731
20.690
10.538
2.076
129
3.661
Totaal
323.787
494.780
262.766
135.180
94.666
26.261
12.434
270.059
Vervanging
Artikel
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2014-2028
Wegen
12
0
0
169
553
553
553
606
638.902
Vaarwegen
15
337
9.594
29.855
503
486
335
-
-2.3261
595.302
reservering wegen/vaarwegen
18
406.553
406.553
406.439
406.439
406.439
381.426
406.439
3.086.352
Watersysteem
3
70.699
70.818
160.832
141.296
106.936
108.694
105.892
926.053
Totaal
477.589
486.965
597.295
548.792
514.414
491.009
510.612
5.246.610
Noot 1
Het minbedrag in dit jaar zal bij het eerstvolgende begrotingsmoment kasmatig worden rechtgetrokken. Op het volume heeft dit geen invloed.
Toelichting
Hoofdwegennet
Op artikel 12 staan de budgetten die reeds zijn toegewezen in het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten die in het MIRT Projectenboek inzichtelijk worden gemaakt. Op artikel 18 staat een reservering voor vaarwegen en wegen vooruitlopend op een nadere onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. Dit gebeurt in tranches. In deze begroting is aan het Programma voor Vervangingen en Renovaties een tweede tranche projecten voor het Hoofdwegennet toegevoegd. Deze projecten worden voor 2020 uitgevoerd.
Het betreft: Renovatie fundering A27, Renovatie Suurhoffbrug, Vervanging tunneltechnische installaties Noord en Zuid Holland, Vervanging fundering N3 en A6 Ketelbrug-Lelystad Noord en de Vervanging van de Rijnlandse Boezemwaterbruggen in de N200. Met deze nieuwe tranche is een bedrag gemoeid van € 230 miljoen tot en met 2019. Het totale Programma Vervanging en Renovatie HWN 2014-2019 (inclusief programma Stalen Bruggen) bedraagt daarmee circa € 631 miljoen De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.
Hoofdvaarwegen
Op artikel 15 staan de budgetten die reeds zijn toegewezen aan het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten die in het MIRT Projectenboek inzichtelijk worden gemaakt. Op artikel 18 staat een reservering voor vaarwegen en wegen vooruitlopend op een nadere onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. Dit gebeurt in tranches. In deze begroting is geen extra tranche aan het programma voor Vervanging en renovaties HVWN toegevoegd. Het totale Programma Vervanging en Renovatie HVWN 2014-2019 (inclusief NOMO AOV) bedraagt circa € 549 miljoen De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.
Hoofdwatersysteem
Op artikel 3 van het Deltafonds staan de budgetten die reeds zijn toegewezen aan het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten. Op dit artikel staat ook een reservering opgenomen in afwachting van onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. De opdrachtverlening hiervoor gebeurt in tranches.
In deze begroting is € 30 miljoen toegevoegd aan het budget voor de renovatie van de Sluis en Stuwcomplexen in de Neder-Rijn en de Lek. Hiermee is het budget in overeenstemming gebracht met de scope. Het totale Programma Vervanging en Renovatie voor het hoofdwatersysteem in de periode 2014-2019 bedraagt circa € 157 miljoen De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.
Reservering wegen, vaarwegen en water
Het in beeld brengen van de benodigde investeringen in vervanging of renovatie van kunstwerken op de Rijksinfrastructuur, is een continu proces. De behoefte aan vervanging en renovatie van kunstwerken en andere objecten van het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem wordt langs twee lijnen in beeld gebracht.
In de eerste plaats wordt op basis van ouderdom en ontwerplevensduur van kunstwerken globaal ingeschat in welk decennium vervanging of renovatie naar verwachting aan de orde zal zijn. Deze meer theoretische benadering wordt naast de resultaten van de uitgevoerde inspecties en nader onderzoek naar de toestand van de kunstwerken en andere objecten gelegd. Op basis van deze gegevens wordt het theoretische beeld verder verfijnd doordat een duidelijker beeld wordt verkregen waar op een termijn van ca. 5 tot 15 jaar vervanging of renovatie aan de orde zal zijn.
Vanuit het steeds scherper wordende beeld wordt dan vervolgens een concrete planning opgesteld van de objecten die naar verwachting binnen een termijn van 5 tot 8 jaar aan vervanging of renovatie toe zijn. Voor de vervanging of renovatie van deze objecten wordt dan de voorbereiding concreet ter hand genomen. Deze planning wordt elke 2 tot 3 jaar herijkt op basis van inspecties en onderzoeksresultaten.
Zoals toegezegd (Kamerstukken II, 2013/14, 33 930 A, nr. 5) zal in de ontwerpbegroting 2016 een nadere onderbouwing opgenomen worden van de vervangingsopgave langs de hierboven geschetste lijn.
Bijlage 5. Lijst van afkortingen
BenO
Beheer en Onderhoud
BKL
Basiskustlijn
CPB
Centraal Planbureau
DBFM
Design, Build, Finance and Maintain
DF
Deltafonds
EHS
Ecologische Hoofdstructuur
EPK
Externe Productkosten
EZ
Ministerie van Economische Zaken
GIV
Geïntegreerde contractvormen
HWBP
Hoogwaterbeschermingsprogramma
HWBP-2
Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma
IBOI
Index voor de Bruto Overheidsinvesteringen
IenM
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
IF
Infrastructuurfonds
KIRE
Kennisunit Infrastructuur en Ruimtelijke Economie
KRW
Kaderrichtlijn Water
MKS
Missiekritieke systemen
MIRT
Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport
nHWBP
nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma
NM
Natuurmonumenten
NURG
Nadere Uitwerking Rivierengebied
PKB
Planologische Kernbeslissing
PPS
Publiek-private samenwerking
RWS
Rijkswaterstaat
TBES
Toekomstbestendig Ecologisch Systeem
TTC
Tidal Test Centre
WB21
Waterbeheer 21e eeuw
WGO
Wetgevingsoverleg
WVO
Wet Verontreiniging Oppervlaktewater
Noot 1
Twee van de deelprogramma’s worden uitgevoerd door het Ministerie van EZ. Dit zijn de programma’s Wadden en Zuidwestelijke Delta. Een van de programma’s wordt verantwoord op de Begroting hoofdstuk XII, artikel 13: Deelprogramma Nieuwbouw en herstructurering. De deelprogramma's Veiligheid, Rivieren en Kust worden verantwoord op artikel 1.03 van het Deltafonds.
Noot 2
Onder Buitenwater valt volgens de waterwet: water van een oppervlaktewaterlichaam waarvan de waterstand direct invloed ondergaat bij hoge stormvloed, bij hoog opperwater van een van de grote rivieren, bij hoog water van het IJsselmeer of het Markermeer, dan wel bij een combinatie daarvan.
Noot 3
Jaarlijks worden kustmetingen uitgevoerd om de actuele ligging van de basiskustlijn te bepalen. Deze metingen voor het bepalen van de ligging van de kustlijn worden uitgevoerd langs lijnen, die loodrecht staan op de kust (raaien). Deze raaien (totaal 1.465) hebben een onderlinge afstand van 200 à 250 meter.
Noot 4
Noot 5
RWS beheert en onderhoudt zowel het Hoofdvaarwegennet, Hoofdwegennet en Hoofdwaterssysteem en voert bepaalde taken vanuit het oogpunt van effectiviteit en efficiëntie centraal uit. Ook het IBO-onderzoek uit juni 2012 (Kamerstuk 33 317 nr. 1 met bijlage) richt zich op deze drie hoofdsystemen. Vanuit transparantieoogpunt is ervoor gekozen de tekst van deze bijlage volledig in zowel Infrastructuurfonds als Deltafonds op te nemen.