Goed geregeld

Met dank overgenomen van E. (Erik) Ziengs i, gepubliceerd op dinsdag 26 augustus 2014, 1:42.

Na een hectische en emotionele zomer met de vliegramp in Oekraïne staat het nieuwe politieke jaar voor de deur. Op het ministerie van Financiën is de afgelopen week al druk onderhandeld over de begroting voor 2015. Fracties van links tot rechts lijken het er over eens dat het tijd is voor lastenverlaging. Voor de zomer zijn hierover op onderdelen zelfs al deals gesloten.

GOED GEREGELD

Maar gelukkig zijn partijen het over veel dingen ook oneens. Bijvoorbeeld als het gaat om ondernemerschap en wetgeving. Voor de zomer heb ik mijn gewaardeerde collega Mei Li Vos (PvdA) bereid gevonden een ZZPolitiek gastcolumn over dit onderwerp te verzorgen. Het resultaat was een stevig statement tegen het afdoen van (wettelijke) verbetervoorstellen als ‘betutteling’. De gastcolumn biedt een goede inkijk in hoe links en rechts verschillen in de drang naar extra wet- en regelgeving voor u als ondernemer. Bij toekomstige verkiezingen loont het dan ook om de economie- en ondernemerschapspassages van de verschillende verkiezingsprogramma’s goed door te lichten. Op het gebied van ondernemerschap valt er politiek echt iets te kiezen.

Franchising

In haar column haalt Vos het franchisedossier aan als voorbeeld. De PvdA hamert nadrukkelijk op een nieuwe wet die franchisenemers moet beschermen tegen de ‘grillen’ van veel franchisegevers. Vos valt daarbij onder andere terug op klachten die naar voren komen in een Zembla-aflevering en een branchevereniging rapport. Daaruit bleek dat er ‘veel’ mis gaat: veel franchisegevers zouden te rooskleurige omzet- en winstprognoses geven; franchisenemers zouden bij contracten geen overleg- en bedenktijd krijgen, en ondernemers zouden regelmatig bij contractsluiting moeten tekenen voor bijlagen die wel staan aangegeven, maar niet zijn bijgesloten. Bij die laatste twee zaken heeft de ondernemer wat de VVD betreft volledig een eigen verantwoordelijkheid. Als je als franchisenemer in spe een contract aangaat, dan is het niet de taak van de overheid om je te vertellen dat je goed moet kijken waar je voor tekent.

Tijdens de hoorzitting over de veronderstelde vele misstanden stelde ik de genodigde franchisekenners de vraag hoeveel in dit dossier ‘veel’ is. De Kamerleden kregen mee dat het gaat om gemiddeld 16 juridische procedures per jaar: de helft gewonnen door de franchisenemer, de andere helft door de franchisegever. Met 750 formules en 30.000 franchiseondernemingen in Nederland valt dat dus erg mee. Moet de politiek dan een aparte wet maken waar diezelfde 750 formules en 30.000 ondernemers zich doorheen moeten worstelen? De PvdA vindt van wel. De VVD vindt nadrukkelijk van niet en pleit voor een andere oplossing voor de échte misstanden, die er wel degelijk kunnen zijn in de markt. Via versterkte zelfregulering, door een bestaande Erecode aan te scherpen, kan de franchisebranche zelf de actuele spelregels bepalen die zij eerlijk vindt. Wil je als ondernemer dan zaken doen met een formule die de Erecode niet onderschrijft, dan weet je dat je extra risico’s neemt. Een door de branche op te richten geschillencommissie kan vervolgens toezien op de spelregels. In de recreatiebranche werkt men al volgens deze systematiek, en met succes.

Bel niet aan

De afgelopen jaren is de VVD talloze keren geconfronteerd met een linkse schreeuw om nieuwe wet- en regelgeving. Met de huidige linkse meerderheid in de Tweede Kamer is het vaak een hels karwei om die plannen voortijdig te laten sneuvelen. Nog een sprankelend voorbeeld van de sociaaldemocraten: in januari 2013 eiste de PvdA van minister Kamp een bel-niet-aan-register, om ongevraagde verkoop aan de deur tegen te gaan. Zet er een team ambtenaren op, ontwikkel er een digitaal systeem bij en de hardwerkende Nederlanders kunnen via belastingen de rekening betalen voor dit symboolproject. Zo zullen ze bij de PvdA vermoedelijk gedacht hebben, en waarschijnlijk nog steeds denken. Mijn opa en oma hadden vroeger een simpelere oplossing om de incidentele verkoper aan de deur op afstand te houden: een bordje met daarop de tekst ‘aan de deur wordt niet gekocht’. Heel effectief. Bel-niet-aan-stickers kunt u overigens gewoon op internet bestellen. Dat hoeft de wetgever echt niet te regelen. Wat de VVD betreft dan.

Helaas zijn er voorbeelden te over van ondernemersonvriendelijke voorstellen uit de Tweede Kamer. Zo heeft het CDA een initiatief wetsvoorstel ingediend om werkgevers te verplichten werknemers flexibel te mogen laten werken qua tijden en plaats. Een ongekende lastenverhoging. Verschillende partijen, waaronder D66, hebben in het recente verleden gepleit voor een aparte rechtsvorm voor “social enterprises”. Zijn andere ondernemingen dan niet sociaal? Wat de VVD betreft is een ondernemer die zijn of haar eigen boontjes dopt en belasting afdraagt per definitie sociaal. En als laatste voorbeeld nog een originele van de PvdA: de sociaaldemocraten pleiten voor een MVO-toezichthouder om te controleren of u wel echt maatschappelijk verantwoord onderneemt. Een MVO-politie voor de goedwillende en hardwerkende ondernemer dus.

Ondernemerspartij

De afgelopen jaren heeft de VVD, ondanks de diepe economische crisis en de noodzaak de begroting op orde te brengen, een aantal resultaten kunnen behalen voor ondernemend Nederland. Zo verdween de jaarlijkse KvK-heffing al onder Rutte I; is alternatieve kredietverstrekking ondersteund, gepromoot en flink toegenomen; is de dienstlening van de KvK afgeslankt, gestroomlijnd en gedigitaliseerd; worden de product- en bedrijfschappen afgeschaft; en daalt de regeldruk tussen 2012 en 2017 met 2,5 miljard euro. Met 30 jaar ondernemerschap als ervaring blijf ik ook in het nieuwe politieke jaar strijden voor een ondernemender Nederland. Want het kan altijd beter. Hopelijk helpen andere partijen de VVD een handje mee.

Groet vanaf het Binnenhof,

Erik Ziengs