Juncker, de uitkomst van een machtsgreep

maandag 23 juni 2014, 16:09
gewijzigd, analyse van Dr. Jan Werts1

Jean-Claude Juncker2 als kandidaat-voorzitter van de Commissie is de som van niet goed doordachte besluiten en vooruitziende slimmigheden. Het resultaat is een machtsgreep van het Europees Parlement. Die verloopt ten koste van de staatshoofden en regeringsleiders en van de Commissie. Curieus is dat de EU een leider krijgt die niemand had gewild, naar verluidt zelfs Juncker zelf niet.

Volgens het Europese Verdrag wijst de Europese Raad de kandidaat-voorzitter van de Commissie aan. Zo gaat dat al meer dan een halve eeuw. Vervolgens besluit het Europees Parlement met meerderheid van de leden over de benoeming. De aanwijzing gebeurt ‘rekening houdend met de verkiezingen van het Europees Parlement’.

Het Europees Parlement draait bij het streven naar machtsuitbreiding nu de rollen 100% om. Dat gebeurt buiten de Europese verdragen om. Afgelopen winter hebben de politieke fracties daar zogenaamde ‘Spitzenkandidaten’ benoemd. Zij fungeerden bij de Europese verkiezingen als lijsttrekkers. De Spitzenkandidaat die de Europese verkiezingen won, zou volgens het Europees Parlement de Commissievoorzitter moeten worden.

Kanselier Angela Merkel3, als boegbeeld van de Europese Raad de échte leider van de EU, voelde niks voor deze nieuwe aanpak. Zij had meteen al door dat hier ellende van kwam. Pas nadat alle andere fracties hun kandidaat hadden aangewezen, kwam Merkel’s Europese Volks Partij (met ons CDA) met haar kandidaat. Dat werd de voormalige Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker. Vervolgens won in mei die EVP met Juncker de verkiezingen van de sociaaldemocraten met MartinSchulz als Spitzenkandidaat. 

Inhoudsopgave

  1. Vooruitziende slimmigheid
  2. Ondoordachte besluiten
  3. ‘Selfie’ Deense dame
  4. Waarom geen Juncker?
  5. Pokerspel van Merkel
  6. Juncker of toch Juncker?
  7. Rare kronkels
  8. Europa moet anders
  9. Tijd dringt

1.

Vooruitziende slimmigheid

Met vooruitziende slimmigheid heeft het Europees Parlement de rollen omgedraaid. Historisch gezien is dit te begrijpen. Ieder parlement vecht in de parlementaire democratie om machtsuitbreiding. Het Europees Parlement controleert de Commissie, het dagelijks bestuur van de EU. Het parlement wil met Juncker’s benoeming zijn greep op die Commissie (vaak aangeduid als ‘Brussel’) versterken. De Europese Raad, dus de echte bazen van Europa, hebben die machtsgreep kortom maar te slikken.  

Het Europees Parlement motiveert zijn machtsgreep met de foutieve gedachte dat uit de verkiezingsuitslag automatisch meteen de beste kandidaat-voorzitter van de Commissie valt af te lezen. Dat blijkt vandaag echt een grote vergissing. Zoals hieronder blijkt zijn er diverse betere kandidaten. De zeer ervaren maar politiek en lichamelijk versleten Juncker is niet geknipt voor deze slopende functie.

Ten slotte wordt Juncker en daarmee de héle Commissie nu héél kwetsbaar tegenover het Europees Parlement. Beiden kunnen krachtens de verdragen iedere dag naar huis gestuurd worden door een parlement dat dit kunstje nog wel ’n keer vaker wil flikken. Namelijk om ongeschreven Europees recht te scheppen.  Kortom 1-0 voor het parlement in Straatsburg.  

2.

Ondoordachte besluiten

Niet slim van de regeringsleiders was het om van de winter stilzwijgend die Spitzenkandidaten te laten passeren. De Europese Raad had moeten laten weten zich deze ongebruikelijke procedure niet te accepteren. Diverse regeringsleiders, waaronder premier Mark Rutte4, hebben wel meteen gezegd: zo werken wij niet. Maar de Europese Raad als geheel zweeg. Foutje van Merkel én van voorzitter Herman Van Rompuy5 als voorzitter van de Europese Raad.

Het is tegelijk logisch dat vooral de Britse conservatieve regeringsleider David Cameron6 de machtsgreep van het Europees Parlement volop bestrijdt. Cameron heeft naar de letter van de Europese verdragen hélemaal gelijk. Het is volgens die verdragen de Europese Raad en alleen de Europese Raad die de opvolger van Commissievoorzitter José M. Barroso aanwijst.

Tot 2009, de komst van het Verdrag van Lissabon7, kon Cameron een ongewenste kandidaat blokkeren. Die voordracht moest destijds namelijk unaniem zijn. Zo kon het Verenigd Koninkrijk in het verleden de Belgen Jean-Luc Dehaene8  en Guy Verhofstadt9 als zijnde te ongeremd pro Europa als kandidaat torpederen.

‘Cameron gruwt van de Luxemburger, voor hem hét gezicht van de oude pro-Europese elite en niet geschikt om de EU te hervormen. De Britse premier wil een kleinere Unie die zich met minder zaken bemoeit’, aldus Marc Peeperkorn in de Volkskrant. Opgejaagd door zijn Conservatieve partij en de anti-EU UKIP (die de Europese verkiezingen won) kondigde Cameron aan desnoods uit de EU te stappen. Zoals bekend wil Cameron in zijn land in 2017 een referendum met het EU-lidmaatschap als de inzet.

Cameron is nu machteloos. Voortaan beslist een gekwalificeerde (ruwweg twee derde) meerderheid van de staatshoofden en regeringsleiders over de voordracht. Cameron krijgt daar nauwelijks steun. De overgrote meerderheid van de EU-landen steunt Juncker. Na zijn aanwijzing door de Europese Raad verwerft de Luxemburger in het parlement in Straatsburg in juli de vereiste meerderheid.

Afgelopen weekeinde besloten de Europese sociaaldemocraten in Parijs als tweede grootste fractie Juncker te steunen. Zij staan er wel op dat de nieuwe voorzitter meehelpt de Europese begrotingsnormen wat te versoepelen. Zo iets zat toch al in de lucht.

3.

‘Selfie’ Deense dame

Inmiddels komt de frêle Deense minister-president, Helle Thorning-Schmidt10 (47), bovendrijven voor de opvolging van Van Rompuy als voorzitter van de Europese Raad. Aan deze sociaaldemocratische schoondochter van de Britse Labourleider Neil Kinnock11 zit maar één vlekje: Denemarken kent de euro niet.

Steeds is beweerd dat de voorzitter van de Europese Raad uit een land moet komen met de euro. Maar Merkel heeft vorige week plotseling verklaard dat dit vereiste niet (meer) doorslaggevend is. Waarna de speculaties ten gunste van de Deense toenamen. Voor deze meest prestigieuze topfunctie in de EU zijn echter nog wel meer kandidaten.

Die Thorning-Schmidt is niet op haar mondje gevallen. In een verhitte discussie in Brussel riep Juncker ooit: ‘Wij werken hier nu eenmaal volgens spelregels!’. Waarop de Deense de microfoon greep en Juncker vroeg: ‘waarom zit jij dan voortdurend te roken?’.

Zij kreeg in december internationale bekendheid toen zij bij de begrafenis van Nelson Mandela, een selfie nam samen met de Amerikaanse president Barack Obama en premier Cameron. Kon dat wel,  een selfie nemen tijdens een begrafenis? Daarop  antwoordde zij: ‘De mensen waren letterlijk aan het dansen en het zingen. Er hing een goede sfeer’. Daar kwam zij mee weg.

Coup de théatre?

Ofschoon iedereen spreekt van een gelopen race zou de Europese Raad vrijdag tóch verrassend kunnen eindigen. Stel dat Merkel en Cameron het alsnog eens worden en de functies omdraaien: Juncker volgt Van Rompuy op en Thorning-Schmidt wordt Commissievoorzitter. Wat doet het Europees Parlement dan? Zoals hieronder blijkt is er weinig tegen een dergelijk akkoord in te brengen. Behalve dan door het Europees Parlement… 

4.

Waarom geen Juncker?

Jean-Claude Juncker (59) was tot eind vorig jaar de onbetwiste doyen van de Europese Raad. De Luxemburger was regeringsleider van begin 1995 tot einde 2013 en was vaak tegelijk minister van Financiën.  Hij was van 2005 tot 2013 bovendien voorzitter van de Eurogroep.

Juncker speelde afgelopen twintig jaar een belangrijke rol bij de verdubbeling van het aantal EU-landen, bij de invoering van de euro en het management van de eurocrises. Hij is de uitvinder van de euro-obligaties waarmee de met schuld overladen zuidelijke eurolanden12 en ook veel sociaaldemocraten de crisis rond de EMU te lijf hadden willen gaan. Op het eerste gezicht is Juncker kortom de geknipte opvolger van de Portugees Barroso die na tien jaar voorzitterschap van de Commissie vertrekt.

Toch bestaan tegen Juncker als Commissievoorzitter diverse bezwaren. Hij wil op alle terreinen méér Europa. Juncker gaat daarin verder dan zijn linkse rivaal Schulz. ‘Wat ik de eerste dag als Commissievoorzitter doe, is mijn ambtenaren dringend waarschuwen tegen iedere overregulering’, zei Schulz op 14 maart tegen dagblad Die Presse. Zoiets zegt Juncker niet gauw.

Diverse politieke leiders (zie hieronder) pleiten net als Schulz vandaag voor een EU die zich hervormt en tegelijk meer terughoudend opstelt. Dat past niet meteen bij Juncker, de overtuigde Europese federalist. De befaamde ‘ever closer Union’, het voetje voor voetje de natiestaten uithollen van de Europese federalisten, is echter verleden tijd.

Of neem zijn manier van werken. Liefst bedisselde Juncker als Eurogroepvoorzitter alles ketting rokend in de late uren (en volgens kwade tongen met de fles in de buurt). Tien jaar geleden had de Luxemburger Commissievoorzitter kunnen worden, maar wilde niet. ‘Vandaag vertegenwoordigt hij het Europa van gisteren’, zo luidt samengevat de kritiek.

5.

Pokerspel van Merkel

De christendemocratische kanselier Angela Merkel3 zet, zoals tegenwoordig gebruikelijk, in de Europese Raad de toon zodra een keuze gemaakt wordt. Merkel was tegen de aanwijzing van de Spitzenkandidaten. Zij vindt dat alleen de Europese Raad de kandidaat voordraagt. Nu zij er toch mee zit, blaast zij betreffende Juncker warm en koud.

Meermalen verzekerde Merkel dat de Luxemburger vanzelfsprekend haar kandidaat is. Maar in de nacht van de recente top zei de kanselier ineens veelbetekenend dat de Luxemburger ‘niet de enige geschikte kandidaat is’. Volgens Merkel ‘hebben wij meer tijd nodig voor dit proces met nog andere vacatures zoals de voorzitter van de Europese Raad en die van de Eurogroep’.

Die post van minister Jeroen Dijsselbloem13 komt in 2015 vrij. Naar verluidt heeft Merkel president François Hollande14 gepolst over het naar voren schuiven van de Franse IMF topvrouw Christine Lagarde15. Maar Hollande zou liever op de Luxemburger mikken.

Drie regeringsleiders hebben zich openlijk uitgesproken tegen Juncker: de Brit David Cameron6, de Zweed Fredrik Reinfeldt16 en de Hongaar Viktor Orban17 (de laatste twee EVP-ers!). Zij hebben niet voldoende stemmen om, als het er op aan komt, een voordracht te blokkeren. Anderzijds is het al vijftig jaar zo dat de kandidaat op basis van consensus tevoorschijn komt. Maar die tijd lijkt nu wel voorbij. 

Opmerkelijk is het dat Merkel op 4 juni in de Bundestag onverwacht zei het ‘onaanvaardbaar’ te vinden geen rekening te houden met de Britse bezwaren tegen Juncker. Cameron zou dan een alibi hebben om nog meer tegen de EU te ageren. Maar hier spelen wellicht haar eigen belangen. De nieuwe partij Alternativ für Deutschland (AfD), die met zeven zetels naar Straatsburg komt en van de euro af wil, vormt een bedreiging voor Merkel’s CDU/CSU. 

6.

Juncker of toch Juncker?

In Brussel circuleren twee denkpatronen. Het ene luidt dat Juncker moeilijk te passeren is zodra het Europees Parlement hem voordraagt. Hij krijgt dan vervolgens in de Europese Raad eveneens voldoende steun. Slaagt hij er met andere woorden in het EP voor zich te winnen, dan komt de Europese Raad op 26 juni tot zijn voordracht. Waarna het nieuw verkozen Europees Parlement hem medio juli tot Commissievoorzitter kan kronen.

De andere denkrichting is dat Merkel via haar vertrouweling Van Rompuy aanstuurt op een benoemingencarrousel. Voor de vier vrijkomende functies circuleren al minstens vijftien namen van geschikte kandidaten. Bovendien gaat het in de EU al tientallen jaren zo dat geen van de vooraf circulerende namen het uiteindelijk wordt. Keer op keer tovert de Europese Raad te elfder ure een outsider uit de hoed.

In dat scenario zit er voor Juncker geen Commissievoorzitterschap in.

Maar wat dan met Juncker? Wellicht is het prestigieuze voorzitterschap van de Europese Raad voor de Luxemburger. Al maanden gaat het gerucht dat hij in feite uit is op die allerhoogste baan. Als ervaren bemiddelaar die alle leidende figuren in en buiten Europa en hun trucages inmiddels wel kent, is Juncker daarvoor geschikt.

7.

Rare kronkels

Er zitten trouwens rare kronkels in het beraad zoals dat tot nu toe verloopt. Volgens insider Peter Ludlow van Bureau Eurocomment hebben de leiders van de EVP, de SD en de ALDE de Europese Raad gesuggereerd dezelfde avond van 27 mei meteen Juncker voor te dragen.

Maar dit snel de knoop doorhakken stuitte op grote aarzeling bij, veelzeggend, …. de EVP van Merkel en Juncker. Als compromis zijn vervolgens dan eigenlijk twee informateurs aangewezen. Van Rompuy namens de Europese Raad en Juncker namens het Europees Parlement.

Hoe hier wordt gepokerd blijkt verder uit de openlijke steun van de Belgische echt wel socialistische regeringsleider Elio di Rupo18 en volgens dagblad Le Monde van de sociaaldemocraat Hollande voor de christendemocraat Juncker.

Premier Mark Rutte4 daarentegen was na afloop over zijn Benelux maatje Juncker heel erg zuinig. Rutte zoekt een Commissievoorzitter die de boodschap kan uitdragen "dat de EU zich vooral moet bezighouden met de groei van banen en met het versterken van de economie". Wie het zou kunnen worden wilde Rutte niet zeggen. ‘Omdat ik echt vind dat wij het eerst over de inhoud eens moeten zijn en pas daarna over een kandidaat spreken’.

8.

Europa moet anders

Veel staatshoofden en regeringsleiders vinden dat de EU actie moet nemen tegen de opstoot van euroscepsis bij de recente EP verkiezingen. Cameron klaagde in de vergadering de Unie aan als ‘te veelomvattend, te overheersend en te bemoeizuchtig’. Laat Europa zich beperken tot zijn kerntaken, aldus de Brit. Hollande zei dat veel Fransen vandaag de EU meer zien als een bedreiging dan als een kans.

Merkel, Hollande en Van Rompuy willen beter naar de opvattingen van de gewone mensen en hun dagelijkse noden luisteren. Merkel: kernvragen: blijft Europa concurrentieel? Hoe scheppen wij banen?’. 

De nieuwe Italiaanse premier Matteo Renzi19 praat in Brussel liever over het effectiever besteden van de financiën om jobs te creëren, dan over het verdelen van topbanen, zo verklaarde hij. De Franse president ten slotte pleitte in de Europese Raad voor scherper toezicht op het personenverkeer, maar zonder de Schengenregeling aan de kant te schuiven. 

9.

Tijd dringt

Over de benoeming van de andere vrijkomende posten is weinig naar buiten gekomen. Die functies komen pas later dit jaar of (zoals met Dijsselbloem) in 2015 vrij. In de Europese Raad benadrukte de Sloveense premier Alenka Bratušek20 dat er in het kwartet te verdelen topfuncties minstens één vrouw moet zitten. Nadat Merkel haar volop bijviel, werd dat het standpunt van de Europese Raad, aldus een insider. 

Bij het oplossen van de puzzel wordt behalve op de politieke kleur en de capaciteiten van de kandidaten, er op gelet de functies over de héle EU te spreiden en Oost-Europa niet te vergeten. Verder moeten grote én kleine landen zich in de verdeling terugvinden. Zou op de achtergrond ook nog spelen dat regeringschefs het vandaag al zo overheersende Duitsland niet nóg machtiger willen? Dat is dan weer een handicapje voor Schulz.

Willen de regeringsleiders er geen bende van maken, dan moeten zij tijdens de Europese Raad van 26 en 27 juni hun kandidaat Commissievoorzitter voordragen. Het EP kan dan de benoeming midden juli vlak voor het zomerreces bevestigen. Waarna de beoogde voorzitter tijdens de zomermaanden in overleg met de regeringen zijn 27 kandidaat-commissarissen zoekt. In het najaar ondergaan die kandidaten vervolgens de hoorzittingen van het EP. Is dat allemaal gepasseerd dan volgt in het EP een finale stemming over het complete beoogde Commissieteam.

Ten slotte toch nog even langs de carrousel met namen? Verhofstadt (ALDE), mw. Thorning-Schmidt10 (Denemarken), Kenny21 (Ierland), de Fransen mw. Lagarde (IMF), Lamy22, Barnier en Moscovici, Tusk23 en Sikorski (beiden Polen), Katainen24 (Finland), mw. Grybauskaite25 (Litouwen) en uiteraard onze Dijsselbloem. Dit zijn allemaal geschikte kandidaten. Maar daarvan zijn er nog wel meer die momenteel liever stilletjes hun kans afwachten. 

Meer over ...

  • Analyses van Dr. Jan Werts
  • Columns & analyses Europa Nu

  • 1. 
    Jan Werts is sinds 1976 journalist en publicist in Brussel, waar hij eerder onder meer werkte als correspondent van de Haagsche Courant. Verder was hij zes jaar als journalist werkzaam in Washington. Hij promoveerde in 1991 aan de Vrije Universiteit Brussel in het Europees en internationaal recht op een dissertatie over de Europese Raad. In 2008 verscheen hiervan een herziene versie. Schrijft analyses over Europese Toppen, gebundeld in het document Hoe Europa al tien jaar lang crises bevecht - 100 plus analyses van Jan Werts.
     
  • 2. 
    Jean-Claude Juncker (1954) was van 1 november 2014 tot 1 december 2019 voorzitter van de Europese Commissie. Hij werd op 15 juli 2014 gekozen. Juncker was in 1995-2013 minister-president van Luxemburg. Eerder was hij staatssecretaris en minister onder meer van financiën. Hij bekleedde daarnaast functies bij de Wereldbank en het IMF. In 2005-2013 was hij voorzitter van de eurogroep. Juncker is lid van de Christelijke Volkspartij en leidde een coalitie van christendemocraten en sociaaldemocraten. Hij is diverse malen onderscheiden met internationale prijzen, zoals de Walter Hallsteinprijs en de Karelsprijs.
     
  • 3. 
    Angela Merkel (1954) was van 22 november 2005 tot 8 december 2021 bondskanselier van Duitsland. Zij leidde sinds 2018 een coalitie van CDU/CSU met de SPD. Zij is scheikundige en werkte als wetenschapper in de DDR. In 1990 werd zij voor de CDU lid van de Bondsdag. In 1991-1994 was Angela Merkel minister voor vrouwen- en jeugdzaken en in 1994-1998 minister van milieu. In 2000 volgde zij Helmut Kohl op als voorzitter van de CDU.
     
  • 4. 
    Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
     
  • 5. 
    Herman Van Rompuy (1947) was van 1 december 2009 tot 1 december 2014 vaste voorzitter van de Europese Raad. Hij begon zijn werkzaamheden op 1 januari 2010. Hij werd op 19 november 2009 in die functie voor tweeënhalf jaar gekozen door de Europese Raad en op 1 maart 2012 herbenoemd. Van 30 december 2008 tot 25 november 2009 was Van Rompuy minister-president van België. Hij begon zijn loopbaan bij de Nationale Bank en vervulde daarna diverse politieke functies. Zo was hij staatssecretaris, senator, voorzitter van de CVP, viceminister-president en minister van Begroting, en Kamervoorzitter. Van Rompuy is lid van de Vlaamse christendemocratische partij CD&V. Hij leidde in 2008-2009 een kabinet van christendemocraten, liberalen en Waalse socialisten. Sinds 1 september 2015 is hij voorzitter van het European Policy Centre.
     
  • 6. 
    David Cameron (1966) was van 11 mei 2010 tot 13 juli 2016 minister-president van het Verenigd Koninkrijk. Hij was sinds 2005 leider van de Conservatieven. De heer Cameron studeerde in Oxford en werkte enige tijd bij de Conservatieve Partij, onder meer als adviseur van de ministers van financiën en Binnenlandse Zaken. Later werkte hij bij een mediaconcern. In 2001 werd de heer Cameron lid van het Lagerhuis en in 2004 kwam hij in het schaduwkabinet. Hij leidde in 2010-2015 een coalitie van Conservatieven en Liberaal-Democraten. Na het verloren Brexit-referendum maakte hij zijn vertrek bekend.
     
  • 7. 
    Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
     
  • 8. 
    Jean-Luc Dehaene () was van 20 juli 2004 tot 15 mei 2014 lid van het Europees Parlement. Dehaene maakte deel uit van de Fractie Europese Volkspartij en komt uit België.
     
  • 9. 
    Guy Verhofstadt (1953) is voorzitter van de Liberale fractie in het Europees Parlement. Hij was onder meer raadslid in Gent, voorzitter van de Partij voor de Vrijheid en later van Open VLD, de Vlaamse liberale partij. Voorts was Verhofstadt vice-eerste minister en minister van Begroting. In 1999-2008 leidde hij drie kabinetten; de eerste twee daarvan waren 'paarse' kabinetten van liberalen, sociaaldemocraten en groenen. Na de verkiezingen van 2007 leidde hij een half jaar een interim-kabinet.
     
  • 10. 
    Helle Thorning-Schmidt (1966) was van 3 oktober 2011 tot en met 28 juni 2015 premier van Denemarken. Zij was in 2005-2015 leider van de Deense sociaaldemocraten en voerde sindsdien de oppositie aan. Eerder was mevrouw Thorning-Schmidt fractiemedewerker in het Europees Parlement, internationaal consultant van de Deense vakbond en (in 1999-2004) lid van het Europees Parlement. Zij leidde in 2011-2015 een links minderheidskabinet.
     
  • 11. 
    Neil Kinnock (1942) is een uit Wales afkomstige sociaaldemocraat. Hij was negen jaar (1983-1992) leider van de Labourpartij. Kinnock was van 1995 tot 2004 lid van de Europese Commissie. Van 1995 tot 1999 was hij belast met vervoer (inclusief transeuropese netwerken). Vanaf 1999 was hij vicevoorzitter van de Commissie en belast met administratieve hervorming. Als Commissaris vervoer trachtte hij onder meer rekeningrijden voor vrachtwagens in te voeren ter vervanging van tolheffingen en vignetten. In 2000 kwam hij met voorstellen voor betere financiële controle op de Europese instellingen en voor het tegengaan van mismanagement.
     
  • 12. 
    De eurozone bestaat uit de 20 EU-lidstaten die de euro hebben ingevoerd als wettig betaalmiddel. Deze lidstaten voeren gezamenlijk het eurobeleid. De landen waar de euro wel als betaalmiddel geaccepteerd wordt maar die geen lid zijn van de EU behoren niet tot de eurozone.

     
  • 13. 
    Vooraanstaande PvdA-politicus, die in 2000 Tweede Kamerlid werd en in 2012 verrassend minister van Financiën. Wageningse ingenieur en voor hij Kamerlid werd plaatsvervangend hoofd van het stafbureau algemene leiding van het ministerie van LNV. In de Kamer spoedig een gewaardeeerd woordvoerder integratiebeleid en in 2007-2008 voorzitter van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Later woordvoerder asiel en vicefractievoorzitter. Pragmatisch en degelijk. Noemde zichzelf 'niet het meest opgewonden type'. Slaagde er in het oplopende overheidstekort onder het kabinet-Rutte II om te buigen naar een overschot. Kreeg ook in de EU gezag en zag zich in januari 2013 gekozen worden tot voorzitter van de eurogroep. Speelde daardoor een centrale rol bij het bedwingen van de financiële problemen van Griekenland en bij het voorkomen van een bankencrisis op Cyprus. Sinds 13 september 2022 is hij burgemeester van Eindhoven.
     
  • 14. 
    François Hollande (1954) was in 2012-2017 president van Frankrijk. Hij werd als kandidaat van de socialisten en radicalen op 6 mei 2012 gekozen. Hij was parlementslid en elf jaar secretaris-generaal van de Parti Socialiste, de Franse sociaaldemocratische partij. Verder was hij president van het regionaal bestuur in Corrèze en burgemeester van Tulle. François Hollande is econoom.
     
  • 15. 
    Christine Lagarde (1956) is sinds 1 november 2019 president van de ECB. Daarvoor was zij van 2011 tot 2019 directeur van het IMF. In Frankrijk diende zij van 2007-2011 als minister van Economische Zaken, financiën en Industrie in het centrumrechtse kabinet-Fillon. In 2005-2007 was zij onderminister voor Buitenlandse Handel. Eerder was zij lange tijd advocaat bij het internationale advocatenkantoor Baker & McKenzie.
     
  • 16. 
    Fredrik Reinfeldt (1965) was in 2006-2014 minister-president van Zweden. Hij was leider van de conservatief-liberale Moderaterna-partij, die in 2004 een coalitie (Allians för Sverige) vormde met de christendemocraten, de Volkspartij (sociaal-liberalen) en de Centrumpartij (boeren). Reinfeldt, die economie heeft gestudeerd, zit sinds 1991 in de Zweedse Rijksdag en werd in 2003 leider van zijn partij.
     
  • 17. 
    Viktor Orbán (1963) is sinds 29 mei 2010 minister-president van Hongarije. Hij is leider van de centrumrechtse/christendemocratische partij Fidesz. Orbán speelde een belangrijke rol bij de overgang van Hongarije van het communisme naar de democratie. Hij was oprichter van Fidesz, aanvankelijk een liberale jongerenbeweging. In 1990 werd hij lid van het Hongaarse parlement. Als leider van Fidesz-Hongaarse Volksparij werd hij in 1998 premier, tot 2002. Daarna was hij tot 2010 oppositieleider.
     
  • 18. 
    Elio Di Rupo (1951) was van 6 december 2011 tot 14 oktober 2014 eerste minister van België. Hij was leider van de Waalse socialistische partij PS en leidde als premier een coalitie van sociaaldemocraten, liberalen en christendemocraten. Eerder was hij onder meer minister-president van het Waalse Gewest, vice-eerste minister van de federale regering en minister van onder andere Economische Zaken. Van huis uit is de heer Di Rupo chemicus.
     
  • 19. 
    Matteo Renzi (1975) was van 22 februari 2014 tot 13 december 2016 minister-president van Italië. Hij was voorman van de Democratische Partij, en is dat nu van de partij Italië Leeft. Hij volgde als premier zijn partijgenoot Enrico Letta op, nadat die het vertrouwen van zijn partij had verloren. Renzi was eerder burgemeester van Florence.
     
  • 20. 
    Alenka Bratusek (1970) was in 2013-2014 premier van Slovenië. In 2014 was zij beoogd vicevoorzitter en Eurocommissaris belast met de energie-unie, maar zij trok zich terug na de hoorzitting door het Europees Parlement. In 2011 werd zij voor het eerst gekozen in het Sloveense parlement. Daarvoor was zij onder meer directeur begrotingszaken op het ministerie van Financiën. Mevrouw Bratusek leidde een coalitie van PS, sociaaldemocraten en een partij van gepensioneerden. Zij was de leider van de centrumlinkse partij Positief Slovenië.
     
  • 21. 
    Enda Kenny (1951) was van 9 maart 2011 tot 14 juni 2017 minister-president van Ierland. Hij was sinds 2002 leider van de christendemocratische partij Fine Gael, dat na de verkiezingen een coalitie vormde met de sociaaldemocratische Labour Party. Kenny was onderwijzer en volgde in november 1975 zijn vader op als parlementslid. Hij was met 24 jaar toen het jongste lid. In het kabinet-Bruton was hij minister voor Toerisme en Handel.
     
  • 22. 
    Pascal Lamy (1947) was van 1999 tot 2004 lid van de Europese Commissie, belast met handel. Eerder was hij was hij tijdens het presidentschap van Mitterrand adviseur van Jacques Delors, destijds minister van Economie en Financiën (1981-1983) en lid van het bureau van de Franse premier Pierre Mauroy (1983-1984). Van 1985 tot 1994 was Lamy hoofd van het Bureau van de voorzitter van de Europese Commissie, Jacques Delors. Ook was hij van 2005- 2013 directeur-generaal van de WTO. Lamy is lid van de Franse Socialistische Partij.
     
  • 23. 
    Donald Tusk (1957) was van 1 december 2014 tot 1 december 2019 de vaste voorzitter van de Europese Raad. In november 2007-september 2014 was hij minister-president van Polen. Tusk was medeoprichter en leider van het conservatief-liberale (maar bij de christendemocratische Europese Volkspartij aangesloten) Burgerplatformum. Hij leidde als premier een coalitie van zijn partij en de Poolse Boerenpartij (PSL). Eerder was hij lid van het Lagerhuis en van de Senaat.
     
  • 24. 
    De Fin Jyrki Katainen (1971) was van 16 juli 2014 tot 1 december 2019 lid van de Europese Commissie. In de Commissie-Juncker had hij de portefeuille banen, groei, investeringen en concurrentievermogen en was hij vicevoorzitter. In 2014 was hij in de Commissie-Barroso II tijdelijk belast met economische en monetaire zaken. Katainen was in 2011-2014 minister-president van Finland en leider van de conservatief-nationale Nationale Coalitiepartij (Kokoomus). In de periode 2007-2011 was hij minister van Financiën en vicepremier.
     
  • 25. 
    Dalia Grybauskaite (1956) was van mei 2004 tot juni 2009 lid van de Europese Commissie. In 2009-2019 was zij president van Litouwen. In de commissie-Barroso (vanaf november 2004) was zij belast met financiële programmering en het budget. Daarvoor speelde zij een belangrijke rol bij de onderhandelingen over toetreding van Litouwen tot de EU en was zij minister van Europese Zaken.