The sky is the limit? Single European sky is! - Hoofdinhoud
If God had intended for human beings to fly, he would have given us wings. (Gavin Lyall)
Eén van de grootste voordelen van de Europese eenwording is dat we tegenwoordig zonder hinder en oponthoud van het ene naar het andere land kunnen reizen, althans op land. In de lucht is het nog altijd een lappendeken. Het Europese luchtruim is nog steeds opgedeeld in nationale luchtvakken. Elk land bepaalt zelf hoe er gevlogen moet worden. Hierdoor moeten vliegtuigen vaak omvliegen. Dit leidt tot langere reistijd, meer brandstofverbruik, meer CO2-uitstoot en hogere kosten voor de passagiers. Bovendien raakt ons luchtruim steeds voller waardoor efficiënt vliegen moeilijker wordt. Al heel lang wordt er daarom in Europa gesproken over het creëren van een Single European Sky, oftewel één Europees luchtruim. In 2002 heb ik een scriptie hierover geschreven. Na een stage bij EUROCONTROL, de Europese organisatie voor luchtverkeersleiding. Meer dan 10 jaar geleden. Sindsdien is er weinig voortgang geboekt. Terwijl vooruitgang ons veel oplevert: tot ruim 8 miljoen ton minder Co2-uitstoot, bijna 19,5 miljoen minder minuten vertraging en 5 miljard euro minder kosten per jaar! Nu pleit ik als D66-er voor uitvoering van deze plannen.
Vliegmaatschappijen, handelaars, passagiers en milieubewusten: allen zijn ze voorstander van één Europees luchtruim. Er zijn immers alleen maar voordelen te bedenken van rechtstreeks in plaats van met een omweg vliegen. Ook voor omwonenden van luchthavens biedt Europese samenwerking in de lucht verbetering. Als vliegtuigen van grotere afstand de landing kunnen inzetten, dan kan dat ook geleidelijker en daardoor stiller. Daarvoor is wel een Europees systeem van luchtverkeersleiding nodig. Wil een vliegtuig bijvoorbeeld zo efficiënt mogelijk landen op Eindhoven, dan moet het zijn landing al boven Duitsland in kunnen zetten. Het Europees Parlement heeft daarom ook al meerdere keren gevraagd haast te maken met de invoering van de Single European Sky.
Toch is het nog steeds niet gelukt om de Europese samenwerking in de lucht vlot te trekken. Europese transportministers treuzelen om de voorstellen die er liggen uit te voeren. Nationale sentimenten tegen verdere Europese samenwerking spelen daarin een belangrijke rol. Terwijl onze grenzen, arbeidsmarkten en dienstensectoren open en vrij zijn, houden een paar landen vast aan hun soevereiniteit in de lucht. Ook nationale organisaties van luchtverkeersleiders vrezen dat Europese samenwerking ten koste gaat van hun eigen positie. Daarom pleit ik er voor dat regeringsleiders de noodzakelijke knopen nog in 2014 doorhakken. Verder moet Nederland de Single European Sky tot één van de prioriteiten maken van haar voorzitterschap van de EU in de eerste helft van 2016. En landen die invoering tegenwerken komen wat D66 betreft niet in aanmerking voor de EU-commissariaten van Transport, Interne Markt of Klimaat wanneer de nieuwe commissie wordt benoemd.