Blog: Wie zoekt zal niet vinden

Met dank overgenomen van S.H. (Sophie) in 't Veld i, gepubliceerd op dinsdag 13 mei 2014.

Vandaag deed de hoogste Europese rechter een baanbrekende uitspraak over het recht om vergeten te worden. Hij bepaalde dat ook zoekmachines op het internet dit principe moeten toepassen, en bepaalde gegevens niet meer mogen tonen in de resultaten van een zoekopdracht, ook niet als die gegevens elders legaal zijn gepubliceerd.

Het “recht om vergeten te worden”, ofwel "het recht om gegevens uit te wissen", zoals de minder sexy officiële term is, bestaat al decennia in de privacywetgeving. Maar in het internettijdperk was het onduidelijk hoe ver dat recht reikt, en wie verantwoordelijk is voor het wissen van de gegevens. En tegenover het recht te eisen dat informatie over ons wordt gewist, staat natuurlijk de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van de pers. Het recht om vergeten te worden is niet absoluut.

Het recht om vergeten te worden is niet nieuw, en het geldt ook in de offline wereld. Denk bijvoorbeeld aan prinses Kate die met succes eiste van een Frans roddelblad dat topless foto's van haar, in haar eigen tuin, werden verwijderd uit de schappen. De uitspraak van vandaag verandert niks aan dit principe. De vrijheid van meningsuiting blijft gewaarborgd.

De Europese rechter heeft vandaag bepaald dat het principe ook van toepassing is op zoekmachines. Dus: gebruikers hoeven niet alle sites of bronnen te benaderen waar hun data staan, maar mogen ook een zoekmachine aansprakelijk stellen. Zoekmachines kunnen dus niet langer beweren dat ze een simpel doorgeefluik zijn van gegevens, en met de inhoud niks te maken zouden hebben. Ze kunnen wel degelijk aansprakelijk worden gesteld.

De rechter heeft geoordeeld dat zoekmachines verantwoordelijk zijn voor de gegevens die worden gepresenteerd in de zoekresultaten. Gegevens worden door de zoekmachines opgevraagd, vastgelegd en op een bepaalde manier geordend. Dat laatste doen ze soms ook tegen betaling. De ordening van zoekresultaten was eerder overigens ook de inzet van een mededingingszaak van onder andere Microsoft tegen de zoekmachine van Google. Microsoft en medestanders klaagden dat Google bij zoekresultaten de eigen diensten bovenaan zette, en die van de concurrenten lager. Ook daaruit blijkt dat zoekmachines niet simpelweg een objectieve, neutrale lijst met resultaten geven, maar dat er wel degelijk sprake is van bewerking.

De uitspraak van vandaag geeft gebruikers duidelijkheid. Ze hebben nu de mogelijkheid ook een zoekmachine aansprakelijk te stellen. Gebruikers hebben daarmee het recht om een zoekmachine aan te spreken om een koppeling naar door derden gepubliceerde webpagina's te verwijderen. Zodra een individu gebruik maakt van dit recht zal de zoekmachine een afweging moeten maken of de koppeling inderdaad verwijderd zal moeten worden. Dat is dus niet hetzelfde als het recht op wissen van de data bij de oorspronkelijke bron! Dat is stap twee. Het is belangrijk dat te onderscheiden. De vrijheid van de pers en vrijheid van meningsuiting worden door de uitspraak van de rechter niet veranderd.

Het tweede belangrijke aspect van deze uitspraak is dat de rechter klip en klaar vastlegt dat de EU-wetten van toepassing zijn, ook al staat het hoofdkantoor van een bedrijf in Timboektoe. Zodra een dienst van een multinational gericht is op personen in de Europese Unie, geldt de Europese wet. Dit is extra pikant in het licht van een uitspraak van een Amerikaanse rechter, die vorige maand juist stelde dat een bedrijf verplicht is persoonsgegevens aan de autoriteiten te geven, ook al zijn ze buiten de VS opgeslagen, bijvoorbeeld in de EU. (Hierover heb ik vandaag per brief vragen gesteld aan Eurocommissaris Reding).

Kortom: met deze uitspraak heeft de rechter internetgebruikers meer duidelijkheid en meer rechtszekerheid gegeven als het gaat om de bescherming van hun privacy en het beheer van hun eigen gegevens. In de praktijk zullen we nu gaan aftasten waar de grens ligt tussen het recht op privacy en het publiek belang. Dat moeten we in dit internettijdperk opnieuw vaststellen. In elk geval drukt deze zaak ons nog eens met de neus op het feit dat informatie op het internet ons nog heel lang kan achtervolgen.