Boekpresentatie ‘bouwen op elkaar’ in Den Haag

Met dank overgenomen van A.Th. (Adri) Duivesteijn i, gepubliceerd op dinsdag 18 maart 2014, 9:45.
Naamloos
Bron: Blog Adri Duivesteijn

Op 17 maart 2014 mocht ik - als juryvoorzitter van de prijsvraag ‘bouwen op elkaar’, gericht op gestapeld kleinschalig opdrachtgverschap in het centrum van Den Haag - het gelijknamige boek overhandigen aan de Haagse wethouder Marnix Norder. Het was een markant moment in het proces dat uiteindelijk moet leiden tot de ontwikkeling van een “innovatief, creatief en uitvoerbaar concept voor hoogbouw van tenminste 30 meter .

Voor mij vertegenwoordigt de prijsvraag, en dat heb ik gisteren ook aangegeven, de kop op een proces dat al langer gaande is, namelijk de omslag van aanbod- naar vraaggestuurde bouw, van de dominantie van institutionele partijen naar andere vormen van opdrachtgeverschap, van de grote naar de kleine schaal en vooral: van een markt gericht op de gemiddelde woonconsument naar een markt waarin de burger, als producent van het eigen wonen, centraal staat. Tot nog toe had deze omslag met name betrekking op laagbouw in de uitbreidingsgebieden. De prijsvraag ‘Bouwen op elkaar’, die in mei 2013 door de gemeente Den Haag werd uitgeschreven, moet daar verandering in brengen. Of, zoals Norder het onder woorden bracht: “We hebben veel geleerd van voorbeelden in Almere of Roombeek in Enschede; veel - neem bijvoorbeeld het Kavelpaspoort en de Kavelwinkel - is letterlijk copy/paste. Met ‘bouwen op elkaar’ gaan we een stap verder; we kijken hoe je in het bestaand stedelijk gebied, waar de opgaven wezenlijk anders zijn, op basis van kleinschalige initiatieven geleidelijk aan de hoogte in kunt. 

Wat heeft de prijsvraag opgeleverd?

 
1086_bouwen_op_elkaar_foto1_klein
Bron: Blog Adri Duivesteijn

Wat de inzendingen - en dat waren er zo’n 125, waaruit de jury er uiteindelijk drie heeft geselecteerd - duidelijk maakten, is dat er in het werkveld van architecten, ontwikkelaars en aannemers meer fantasie aanwezig is dan thans in de praktijk zichtbaar wordt. Gestapeld kleinschalig opdrachtgeverschap lijkt wel degelijk werkelijkheid te kunnen worden, soms vernieuwend en soms klassiek (‘leren van de Grieken’), waarmee feitelijk een brug wordt geslagen tussen zelfbouw en de institutionele wereld. Van belang daarbij is dat de burger de hoofdrol krijgt in de bouwkolom; hij of zij bepaalt hoe de eigen woon- en leefomgeving vorm krijgt, en wordt dus dominant in het maken van de stad.

Waar in het boek uitgebreid bij wordt stilgestaan, is dat dit betekent dat moet worden gebroken met ingesleten patronen. De vooroordelen van vandaag - leidt zelfbouw niet tot chaos, en vinden bewoners het wel zo prettig om lange tijd in een bouwput te wonen? -moeten worden gekanteld; in het geval van hoogbouw bijna letterlijk. Of, zoals hoogleraar Jos Lichtenberg in één van de essays aangeeft: “Innoveren is het accepteren van iets nieuws, maar vooral het loslaten van oude denkpatronen en routines.  Daarvoor zijn nieuwe, open-minded regisseurs nodig; regisseurs die zich niet willen bemoeien met de details van het toneelstuk, maar die spelers stimuleren zélf te acteren. Die zoeken naar antwoorden op nieuwe vraagstukken, behorend bij kleinschalig gestapeld opdrachtgeverschap, met name over de scheidslijn tussen individueel en collectief, privé en openbaar.

In Nederland, zo sloot ik de boekpresentatie af, is het nog altijd niet vanzelfsprekend dat wordt gekozen voor een andere bouwstructuur. De belangen zijn (te) groot; in the end gaat het altijd om de vraag wie richting geeft aan de omvangrijke investeringsstromen. Den Haag heeft nu de kans om het anders te doen; om niet te kiezen voor winstmaximalisatie, maar voor woonmaximalisatie. Met ‘Mijn eigen stukje Den Haag’, naar voorbeeld van ‘IkbouwmijnhuisinAlmere’, en de prijsvraag ‘bouwen op elkaar’ zijn de eerste stappen naar een vraaggestuurde, meer organische manier van stedenbouw gezet. De praktijk (85% van de kavels die onlangs op de markt werden gebracht werd direct verkocht) en het nu verschenen boek - met daarin een aantal essays en een overzicht van de inzendingen - laten zien dat de vooruitzichten meer dan bemoedigend zijn. De vraag is nu vooral of de nieuwe gemeenteraad in staat is de transitie naar een ander bouwbeleid door te zetten.

Het boek is vanaf heden verkrijgbaar; voor meer informatie, zie de website van Architectuur Lokaal en/of de gemeente Den Haag. Lees hier het door mij geschreven essay (titel: ‘Bouwen in de hoogte, een verbreding van het particuliere opdrachtgeverschap’).