De Langste Dag - Hoofdinhoud
Op 5 juni 1944, aan de vooravond van D-Day, bezocht opperbevelhebber Eisenhower de 101e Luchtlandingsdivisie op Greenham Common. Vlak voor de paratroepers aan boord gingen om boven het schiereiland Contentin gedropt te worden.
Hij hoopte iemand te spreken uit zijn woonplaats Abilene. Soldaat Oyler werd aan hem voorgesteld.
“Hoe heet je, soldaat?”, vroeg Eisenhower. Oyler verstijfde.
Om zijn geheugen op te frissen, moesten zijn vrienden zijn naam brullen. Hij herpakte zich. Eisenhower vroeg hem of hij bang was. Oyler gaf toe dat dit zo was.
“Het zou ook idioot zijn als dat niet zo was. Maar de kunst is om door te zetten. Als je ophoudt, als je begint te denken, verlies je je scherpte. Dan verlies je je concentratie. Dan raak je gewond. Je moet vooruit blijven bewegen, dat is het allerbeste.”
Aan de vooravond van de 70e herdenking van D-Day komen deze verhalen weer naar boven. Het gesprek van Oyler met generaal Eisenhower is opgenomen in het voortreffelijke boek ‘D-Day - Van de landing in Normandië tot de bevrijding van Parijs’ van Antony Beevor.
Aan de vooravond van de 70e herdenking mogen we ook de vraag stellen wat de relevantie van D-Day is voor de dag van vandaag. Is het nodig om D-Day, Market Garden, de capitulatie en al die andere militair-historische gebeurtenissen te blijven herdenken? Gebeurtenissen die, zo wordt door sommigen gesteld, steeds verder van ons af komen te staan.
Deze maand heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei in een aantal verkenningsbijeenkomsten nagedacht over het belang van herdenken en vieren. Onder meer generaal buiten dienst Peter van Uhm beet het spits af met een pleidooi voor het herdenken op 4 mei als noodzaak. Niet alleen uit respect voor slachtoffers en nabestaanden, maar ook om jongeren te motiveren zich in te zetten voor het handhaven van de vrede.
Ik ben het daar hartgrondig mee eens.
We moeten het besef levend houden dat onze vrijheid en veiligheid nooit vanzelfsprekend zijn. De recente gebeurtenissen aan de randen van Europa drukken ons met de neus op de feiten. Herdenken doet er toe. En meer dan dat.
Het BNN-televisieprogramma ‘De Langste Dag’ geeft hier op een vernieuwende manier invulling aan. Met stijgende fascinatie heb ik gekeken naar jongeren die zich door de loodzware training worstelen om in de voetsporen te treden van de militairen van toen, om net als deze militairen - maar dan 70 jaar later - die loodzware tocht af te leggen. D-day.
Neem Rowan.
In de eerste aflevering maakte hij zich zorgen of hij zonder zijn concealer-crème wel goed voor de dag zou komen. Dat gaat moeilijk worden voor Rowan, denk je dan. Hij weet zijn instructeurs in de loop van het programma echter te verrassen en springt als tweede uit het vliegtuig.
Of Natasja.
Zij heeft last van een allesverlammende hoogtevrees. Dit wordt niks, is al snel gedachte. Toch overwint ze haar angst en springt ook uit het vliegtuig. Dapper.
Onder leiding van enkele militairen zien we dat er een groep ontstaat die voor elkaar door het vuur gaat en niet van opgeven wil weten. De can-do mentaliteit die Defensie zo typeert.
En ik hoop van harte dat dit programma motiveert en inspireert. Dat jongere generaties zich naast de oudere voegen.
Na het bezoek van generaal Eisenhower die 5e juni, stegen de vliegtuigen op.
D-Day.
Het was de eerste stap richting de bevrijding van Europa.
Een bevrijding die we moeten blijven herdenken.
Door de verhalen van de geallieerden levend te houden. Mannen die vochten voor ons.
Een ander volk, een ander land.
Aan de vooravond van de 70e herdenking van D-Day - en volgend jaar de 70e herdenking van onze bevrijding - is de Tweede Wereldoorlog nog altijd een moreel ijkpunt dat, naar ik hoop, ons helpt koers te houden.
Blijven herdenken dus. In nagedachtenis van alle burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Blijven herdenken om het besef levend te houden dat onze vrijheid en veiligheid nooit vanzelfsprekend zijn.
“De strijd voor onze vrijheid begint elke dag opnieuw.” Dat zei generaal buiten dienst Peter van Uhm vorig jaar op de Dam. En zo is het.
Jeanine Hennis-Plasschaert
Minister van Defensie