Eerlijk werk, goed werk, meer werk - Hoofdinhoud
Als minister van werkgelegenheid zie ik het als mijn opdracht om met een Plan van de Arbeid te komen, zodat we ook in de toekomst blijven staan voor het ideaal van volledige werkgelegenheid. Eerlijk werk, goed werk, meer werk. Voor iedereen. Dat zei ik in mijn toespraak op het congres in Breda.
Download congrestoespraak (pdf) >
Gesproken woord geldt
Dames en Heren,
Partijgenoten,
De laatste tijd verschijnen er in kranten en tijdschriften allerlei apocalyptische voorspellingen over de toekomst . Door technologische verandering verdwijnt 30 procent van onze banen. De middenklasse zal worden weggevaagd als de robots komen en de onderklasse kan hooguit nog proberen wat bij te scharrelen door de bovenklasse te bedienen.
Deze voorspellingen die soms met de gretigheid worden gepresenteerd waarmee mensen een horrorfilm aanprijzen, valt in vruchtbare bodem. Na vijf jaar crisis zijn we bang geworden. De werkloosheid is veel te hoog en is in ons eerste jaar in de regering ook nog eens gestegen. We snakken naar hoop maar we eten vrees.
Dit biedt een dankbaar klimaat voor twee dwaalsporen. Het eerste dwaalspoor is vrees met nog meer vrees bestrijden. Ik vind dat we snoeihard moeten optreden tegen oneerlijke verdringing en tegen de uitwassen van arbeidsmigratie, maar bang moeten we ons niet laten maken. Niet voor Europa, niet voor de wereld. Niet voor onszelf.
Het tweede dwaalspoor is de liberale pavlovreactie: weet je wat we moeten doen? Meer marktwerking, privatiseren, minder sociale bescherming, lagere lonen en lagere uitkeringen. In die negatieve spiraal drijven we vanzelf boven.
Yeah right.
Gealarmeerd door al die sombere artikelen vroeg ik mijn oudste zoon van zes wat hij later wilde worden. “Uitvinder”, was het zelfverzekerde antwoord. “Wat ga je dan uitvinden? vroeg ik bezorgd”. Denkend aan een leven in een stofjas in een donker laboratorium. “Drinkbare zuurstof”, was het antwoord.” Dan hebben we niet meer van die ruimtepakken nodig. En een boom die in een nacht groeit.”
En waarom ook niet, partijgenoten. Waarom niet. Zullen we in deze lastige tijd vasthouden aan wat we diep in ons hart weten? Dat het met Nederland beter gaat als we het land besturen voor de dromen van onze kinderen in plaats van de angsten van onze ouders?
Want ja, ook de touwslager, de tingieter en de troubadour zijn er niet meer, maar wij zijn nog wel wie we zijn.
Wij blijven altijd dromen van en vechten voor een betere toekomst. En daarvoor moeten we onze idealen voorop blijven zetten:
Wij stellen de waarde van mensen voorop.
Wij geloven in de kracht van de droom.
De aspiratie van mensen die met elkaar iets tot stand brengen.
En wij stellen ons teweer tegen een economie waarin de mens slechts een kostenpost is.
En dus vechten we voor eerlijk werk:
Want we willen niet afzakken naar het niveau van de sociale zekerheid en lonen van Bulgarije.
En dus: Voerden we een minimumloon in voor de postbezorgers, omdat we niet wegkijken maar mensen zien.
Komen we met een wet om schijnconstructies aan te pakken, omdat de uitbuiting moet stoppen.
Maakte ik een deal in Europa over de bouw omdat arbeidsmigratie niet mag leiden tot de uitverkoop van onze verzorgingsstaat.
Sloten we het sociaal akkoord omdat onze toekomst ligt in samenwerken en niet in naar elkaar schreeuwen.
En dus knokken we voor goed werk:
Want een mens is niet alleen een productiefactor.
En dus: kiezen we voor een modern Nederland met meer ruimte voor zorgverlof en vaderverlof, zodat werken en zorgen eerlijk wordt verdeeld.
We stellen de waarde van werk voorop en kiezen voor gezond werk en tegen ziekmakende stress.
En alleen al afgelopen week maakten we met de Wet Werk en Zekerheid een begin om ook flexwerkers betere kansen te geven. En door een sectorplan dat ook deze week rond kwam, krijgen ook mensen met een flexbaan toegang tot opleidingsbudgetten.
Dames en heren,
Nu buiten na een lange periode van vrieskou van crisis de dooi lijkt in te zetten. Nu onze economische groei hoger is dan die van Frankrijk en Duitsland. Nu er weer huizen verkocht worden en de industrie weer produceert. Nu het vertrouwen van consument en producent weer zacht aan het stijgen is. Nu het aantal faillissementen eindelijk flink terugloop. Nu moeten we samen doorzetten.
We willen eerlijk werk, we willen goed werk. We willen ook meer werk!
Het duurt altijd langer voordat ook de werkgelegenheid weer groeit. De werkloosheid ijlt altijd na. Maar er zullen weer meer banen komen. Daar hebben we de afgelopen periode al keihard aan gewerkt. En nu de economie er weer beter uitziet moeten we alles op alles te zetten om de kansen die er zijn te grijpen.
En dat doen we samen. Zowel vanuit Den Haag als in de Gemeentes in het land. Want juist lokaal kun je echt het verschil maken.
Neem de jeugdwerkloosheid. Vandaag bekend geworden: de gemeentes in het land hebben met extra Europees geld - maar liefst 30 miljoen - plannen gemaakt om jongeren aan de slag te helpen. En het resultaat is geweldig. In totaal verwachten ze 56.000 jongeren te kunnen helpen. De een met extra scholing, een ander met een stageplek en weer een ander krijgt steun bij het opzetten van een eigen bedrijfje.
We doen meer, veel meer. Een kwart miljard euro voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid.
Samen met Jet Bussemaker hebben we extra geld uitgetrokken om jongeren in het middelbaar beroepsonderwijs te stimuleren langer door te leren en te kiezen voor een vak met toekomst. (*School Ex). Geld dat in de praktijk al goed gebruikt wordt.
Van de 600 miljoen euro die er is voor banenplannen; De afgelopen weken sloot ik deals met de bouw, de kinderopvang en de procesindustrie. Allemaal mensen aan het werk houden en nieuwe kansen pakken.
Vrienden,
In alles is elke dag te zien en te voelen dat wij het doen. Op onze eigen manier en met onze eigen waarden.
Sommige partijen willen zo graag vooruit, en daarbij maakt het ze niets uit dat de helft van Nederland niet mee kan komen. Dat ze met hun manier van vooruitgangsdenken, de achteruitgang van velen bevorderen.
Dat zal nooit mijn keuze zijn. Dat zal nooit onze keuze zijn. En dat is waar 19 maart ook over gaat. Ja, wij willen vooruit. Maar met zijn allen. Wij willen geen achterblijvers.
En dus willen we ook nieuw werk. Wij gaan niet somberen over de horrorscenario’s dat de banen van nu over 30 jaar niet meer bestaan. Wij zetten onze schouders er onder en werken aan nieuwe werkgelegenheid.
Ik zie het als mijn opdracht als minister van Werkgelegenheid om met een Plan van de Arbeid te komen zodat we ook in de toekomst blijven staan voor het ideaal van volledige werkgelegenheid. Het kan ook. Met nieuw zelfvertrouwen voor onze maakindustrie. Met goed onderwijs en scholing op het werk. Met handel en ondernemerschap. Door te kiezen voor de waarde van mensen en de waarde die mensen toevoegen. En zo een bijdrage leveren aan de wereld van morgen. Onze pompen staan nu Engeland droog te pompen. Onze landbouw helpt de wereld te voeden. Onze medische technologie helpt kwaliteit van leven.
Een baan voor iedereen is wat we willen.
Dames en heren,
We willen goed werk.
We willen eerlijk werk.
We willen meer werk.
We willen nieuw werk.
Voor iedereen!
Dank u wel.